Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hij l m n o p r s t u v wxy

4ea e o

5e _ b d im no r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DEJAMOSVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
dejamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
1Dejado
Deje
Dejo
.
wij/we laten begaaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten begaan'
wij/we laten loseerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'loslaten'
wij/we laten schieteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten schieten'
wij/we lateneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
wij/we lieten begaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten begaan'
wij/we lieten loseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'loslaten'
wij/we lieten schieteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten schieten'
wij/we lieteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten'
wij/we verlaatten ons vaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verlaten van'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
wij/we verlaten ons vaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verlaten van'
2Comportar
Dejado
Deje
Dejo
Permitir
.
wij/we staan toeeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toestaan'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
Permitamos
Permitíamos
Permitiéramos
Permitiésemos
Permitimos
wij/we stonden toeeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'toestaan'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
3Abandonar
Dejado
Dejar en pos
Dejarse atrás
Deje
Dejo
.
wij/we laten achtereerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterlaten'
wij/we laten in de steekeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de steek laten'
wij/we laten naeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'nalaten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we legateerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'legateren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we legatereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'legateren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we lieten achtereerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterlaten'
wij/we lieten in de steekeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de steek laten'
wij/we lieten naeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'nalaten'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we verlateneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlaten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we verlieteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlaten'
wij/we vermaakteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermaken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we vermakeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermaken'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we verzuimdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzuimen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos en pos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we verzuimeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzuimen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Beneficiábamos
Beneficiamos
Beneficiáramos
Beneficiásemos
Beneficiemos
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
Producíamos
Producimos
Produjéramos
Produjésemos
Produjimos
Produzcamos
Reportábamos
Reportamos
Reportáramos
Reportásemos
Reportemos
4Beneficiar
Dejado
Deje
Dejo
Producción
Producir
Reportar
.
wij/we leverden opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opleveren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Beneficiábamos
Beneficiamos
Beneficiáramos
Beneficiásemos
Beneficiemos
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
Producíamos
Producimos
Produjéramos
Produjésemos
Produjimos
Produzcamos
Reportábamos
Reportamos
Reportáramos
Reportásemos
Reportemos
wij/we leveren opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opleveren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
5Dejado
Deje
Dejo
.
wij/we leendeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lenen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
wij/we leneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lenen'
6Dejado
Deje
Dejo
.
wij/we laten overeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overlaten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
wij/we lieten overeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'overlaten'
wij/we vertrouwden toeeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toevertrouwen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos
Dejáramos
Dejásemos
Dejemos
wij/we vertrouwen toeeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'toevertrouwen'
dejamos"dejamos caer":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar caer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dejar'
  caer
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'caer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos caer
Dejáramos caer
Dejásemos caer
Dejemos caer
Quitábamos
Quitamos
Quitáramos
Quitásemos
Quitemos
wij/we gaven opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opgeven'
wij/we gaven prijseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'prijsgeven'
  _"dejamos caer":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar caer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos caer
Dejáramos caer
Dejásemos caer
Dejemos caer
Quitábamos
Quitamos
Quitáramos
Quitásemos
Quitemos
wij/we geven opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opgeven'
wij/we geven prijseerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prijsgeven'
  _"dejamos caer":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar caer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos caer
Dejáramos caer
Dejásemos caer
Dejemos caer
Quitábamos
Quitamos
Quitáramos
Quitásemos
Quitemos
wij/we legden afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
  _"dejamos caer":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar caer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos caer
Dejáramos caer
Dejásemos caer
Dejemos caer
Quitábamos
Quitamos
Quitáramos
Quitásemos
Quitemos
wij/we leggen afeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afleggen'
dejamos"dejamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dejar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos de
Dejáramos de
Dejásemos de
Dejemos de
wij/we stoppen meteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen met'
  _"dejamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos de
Dejáramos de
Dejásemos de
Dejemos de
wij/we stopten meteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen met'
dejamos"dejamos en adobo":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar en adobo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dejar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  adobo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adobo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aliñábamos
Aliñamos
Aliñáramos
Aliñásemos
Aliñemos
Dejábamos en adobo
Dejáramos en adobo
Dejásemos en adobo
Dejemos en adobo
wij/we marineerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'marineren'
  _"dejamos en adobo":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar en adobo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aliñábamos
Aliñamos
Aliñáramos
Aliñásemos
Aliñemos
Dejábamos en adobo
Dejáramos en adobo
Dejásemos en adobo
Dejemos en adobo
wij/we marinereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'marineren'
dejamos"dejamos en depósito":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar en depósito'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dejar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  depósito
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depósito'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos en depósito
Dejáramos en depósito
Dejásemos en depósito
Dejemos en depósito
Depositábamos
Depositamos
Depositáramos
Depositásemos
Depositemos
Ponemos en depósito
Pongamos en depósito
Poníamos en depósito
Pusiéramos en depósito
Pusiésemos en depósito
Pusimos en depósito
wij/we deponeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'deponeren'
  _"dejamos en depósito":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar en depósito'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos en depósito
Dejáramos en depósito
Dejásemos en depósito
Dejemos en depósito
Depositábamos
Depositamos
Depositáramos
Depositásemos
Depositemos
Ponemos en depósito
Pongamos en depósito
Poníamos en depósito
Pusiéramos en depósito
Pusiésemos en depósito
Pusimos en depósito
wij/we deponereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'deponeren'
  _"dejamos en depósito":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar en depósito'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos en depósito
Dejáramos en depósito
Dejásemos en depósito
Dejemos en depósito
Depositábamos
Depositamos
Depositáramos
Depositásemos
Depositemos
Ponemos en depósito
Pongamos en depósito
Poníamos en depósito
Pusiéramos en depósito
Pusiésemos en depósito
Pusimos en depósito
wij/we gaven afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afgeven'
wij/we gaven in bewaringeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in bewaring geven'
  _"dejamos en depósito":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar en depósito'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos en depósito
Dejáramos en depósito
Dejásemos en depósito
Dejemos en depósito
Depositábamos
Depositamos
Depositáramos
Depositásemos
Depositemos
Ponemos en depósito
Pongamos en depósito
Poníamos en depósito
Pusiéramos en depósito
Pusiésemos en depósito
Pusimos en depósito
wij/we geven afeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afgeven'
wij/we geven in bewaringeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in bewaring geven'
  _"dejamos en depósito":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar en depósito'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos en depósito
Dejáramos en depósito
Dejásemos en depósito
Dejemos en depósito
Depositábamos
Depositamos
Depositáramos
Depositásemos
Depositemos
Ponemos en depósito
Pongamos en depósito
Poníamos en depósito
Pusiéramos en depósito
Pusiésemos en depósito
Pusimos en depósito
wij/we legden ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inleggen'
  _"dejamos en depósito":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar en depósito'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos en depósito
Dejáramos en depósito
Dejásemos en depósito
Dejemos en depósito
Depositábamos
Depositamos
Depositáramos
Depositásemos
Depositemos
Ponemos en depósito
Pongamos en depósito
Poníamos en depósito
Pusiéramos en depósito
Pusiésemos en depósito
Pusimos en depósito
wij/we leggen ineerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inleggen'
dejamos"dejamos en pos":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar en pos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dejar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  pos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we laten achtereerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterlaten'
wij/we laten naeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'nalaten'
  _"dejamos en pos":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar en pos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Abandonábamos
Abandonamos
Abandonáramos
Abandonásemos
Abandonemos
Dejábamos
Dejábamos en pos
Dejamos
Dejáramos
Dejáramos en pos
Dejásemos
Dejásemos en pos
Dejemos
Dejemos en pos
Nos dejábamos atrás
Nos dejamos atrás
Nos dejáramos atrás
Nos dejásemos atrás
Nos dejemos atrás
wij/we lieten achtereerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'achterlaten'
wij/we lieten naeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'nalaten'
dejamos"dejamos entrar":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar entrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dejar'
  entrar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'entrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos entrar
Dejáramos entrar
Dejásemos entrar
Dejemos entrar
wij/we laten binneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'binnenlaten'
wij/we laten ineerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlaten'
  _"dejamos entrar":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar entrar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos entrar
Dejáramos entrar
Dejásemos entrar
Dejemos entrar
wij/we lieten binneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'binnenlaten'
wij/we lieten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlaten'
dejamos"dejamos salir":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar salir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dejar'
  salir
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'salir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos salir
Dejáramos salir
Dejásemos salir
Dejemos salir
Largábamos
Largamos
Largáramos
Largásemos
Larguemos
wij/we laten loseerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'loslaten'
wij/we laten uiteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitlaten'
wij/we laten wegeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weglaten'
  _"dejamos salir":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar salir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos salir
Dejáramos salir
Dejásemos salir
Dejemos salir
Largábamos
Largamos
Largáramos
Largásemos
Larguemos
wij/we lieten loseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'loslaten'
wij/we lieten uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitlaten'
wij/we lieten wegeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'weglaten'
  _"dejamos salir":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar salir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos salir
Dejáramos salir
Dejásemos salir
Dejemos salir
Largábamos
Largamos
Largáramos
Largásemos
Larguemos
wij/we losseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lossen'
  _"dejamos salir":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar salir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos salir
Dejáramos salir
Dejásemos salir
Dejemos salir
Largábamos
Largamos
Largáramos
Largásemos
Larguemos
wij/we losteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lossen'
  _"dejamos salir":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar salir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos salir
Dejáramos salir
Dejásemos salir
Dejemos salir
Largábamos
Largamos
Largáramos
Largásemos
Larguemos
wij/we tappeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'tappen'
  _"dejamos salir":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dejar salir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos salir
Dejáramos salir
Dejásemos salir
Dejemos salir
Largábamos
Largamos
Largáramos
Largásemos
Larguemos
wij/we tapteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'tappen'
wij/we vierdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vieren'
  _"dejamos salir":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'dejar salir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dejábamos salir
Dejáramos salir
Dejásemos salir
Dejemos salir
Largábamos
Largamos
Largáramos
Largásemos
Larguemos
wij/we viereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vieren'

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hij l m n o p r s t u v wxy

4ea e o

5e _ b d im no r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DEJAMOSVolgende/ Siguiente -->

arriba