Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l mn o p r s t u v wxy

4e _ adgin o s tu v

5e- n

6e da de do es

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
DENUDA ..... DENUESTOVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
denudatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denude
Expone
Exponga
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt blootderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
¡denuda!imperativo singular del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Denudad!
¡Expón!
¡Exponed!
leg bloot!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'blootleggen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudara
Denudase
Denudé
Denudó
Exponía
Expuse
Expusiera
Expusiese
Expuso
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde blootderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudara
Denudase
Denudé
Denudó
Exponía
Expuse
Expusiera
Expusiese
Expuso
ik legde blooteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: ik leg·de bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudarais
Denudaseis
Denudasteis
Exponíais
Expusierais
Expusieseis
Expusisteis
jullie legden bloottweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie leg·den bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudamos
Denudáramos
Denudásemos
Exponíamos
Expusiéramos
Expusiésemos
Expusimos
wij/we legden blooteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaran
Denudaron
Denudasen
Exponían
Expusieran
Expusieron
Expusiesen
zij/ze legden blootderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaras
Denudases
Denudaste
Exponías
Expusieras
Expusieses
Expusiste
jij/je legde bloottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
¡denudad!imperativo plural del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Denuda!
¡Expón!
¡Exponed!
leg bloot!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blootleggen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudadas
Denudado
Denudados
Expuesta
Expuestas
Expuesto
Expuestos
blootgelegdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: bloot·ge·legd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudada
Denudado
Denudados
Expuesta
Expuestas
Expuesto
Expuestos
blootgelegdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: bloot·ge·legd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudadoparticipio pasado del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudada
Denudadas
Denudados
Expuesta
Expuestas
Expuesto
Expuestos
blootgelegdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: bloot·ge·legd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudada
Denudadas
Denudado
Expuesta
Expuestas
Expuesto
Expuestos
blootgelegdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: bloot·ge·legd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudéis
Exponéis
Expongáis
jullie leggen bloottweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie leg·gen bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudábamos
Denudáramos
Denudásemos
Denudemos
Exponemos
Expongamos
Exponíamos
Expusiéramos
Expusiésemos
Expusimos
wij/we legden blooteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudábamos
Denudáramos
Denudásemos
Denudemos
Exponemos
Expongamos
Exponíamos
Expusiéramos
Expusiésemos
Expusimos
wij/we leggen blooteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denuden
Exponen
Expongan
zij/ze leggen blootderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudandogerundio del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Exponiendo
blootleggendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: bloot·leg·gend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Exponer
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
DenudoDenudé
DenudasDenudaste
DenudaDenudó
DenudamosDenudamos
DenudáisDenudasteis
DenudanDenudaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
DenudaréíaDenudaba
DenudarásíasDenudabas
DenudaráíaDenudaba
DenudaremosíamosDenudábamos
DenudaréisíaisDenudabais
DenudaráníanDenudaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
DenudeDenudara
DenudesDenudaras
DenudeDenudara
DenudemosDenudáramos
DenudéisDenudarais
DenudenDenudaran
FuturoPréterito imperfecto se
DenudareDenudase
DenudaresDenudases
DenudareDenudase
DenudáremosDenudásemos
DenudareisDenudaseis
DenudarenDenudasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Denuda(tú)No denudes
Denude(usted)No denude
Denudemos(nosotros)No denudemos
Denudad(vosotros)No denudéis
Denuden(ustedes)No denuden
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
DenudadoDenudando
blootleggenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: bloot·leg·gen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
blootleggen - legde bloot - blootgelegd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
denudaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaba
Denudase
Denudé
Denudó
Exponía
Expuse
Expusiera
Expusiese
Expuso
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde blootderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaba
Denudase
Denudé
Denudó
Exponía
Expuse
Expusiera
Expusiese
Expuso
ik legde blooteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: ik leg·de bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudare
Expondrá
Expusiere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blootleggenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudabais
Denudaseis
Denudasteis
Exponíais
Expusierais
Expusieseis
Expusisteis
jullie legden bloottweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie leg·den bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudábamos
Denudamos
Denudásemos
Exponíamos
Expusiéramos
Expusiésemos
Expusimos
wij/we legden blooteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaban
Denudaron
Denudasen
Exponían
Expusieran
Expusieron
Expusiesen
zij/ze legden blootderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaren
Expondrán
Expusieren
zij/ze zullen blootleggenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudabas
Denudases
Denudaste
Exponías
Expusieras
Expusieses
Expusiste
jij/je legde bloottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudares
Expondrás
Expusieres
jij/je zal blootleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudará
Denudaré
Expondrá
Expondré
Expusiere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blootleggenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'denudar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudará
Denudaré
Expondrá
Expondré
Expusiere
ik zal blootleggeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: ik zal bloot·leg·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudare
Expondré
Expusiere
ik zal blootleggeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: ik zal bloot·leg·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaréis
Expondréis
Expusiereis
jullie zullen blootleggentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len bloot·leg·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudareis
Expondréis
Expusiereis
jullie zullen blootleggentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len bloot·leg·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudáremos
Expondremos
Expusiéremos
wij/we zullen blootleggeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaremos
Expondremos
Expusiéremos
wij/we zullen blootleggeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudarán
Expondrán
Expusieren
zij/ze zullen blootleggenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudarás
Expondrás
Expusieres
jij/je zal blootleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudaríatercera persona singular condicional del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Expondría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou blootleggenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Expondría
ik zou blootleggeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: ik zou bloot·leg·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Expondríais
jullie zouden blootleggentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den bloot·leg·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Expondríamos
wij/we zouden blootleggeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudaríantercera persona plural condicional del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Expondrían
zij/ze zouden blootleggenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudaríassegunda persona singular condicional del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Expondrías
jij/je zou blootleggentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaban
Denudaran
Denudasen
Exponían
Expusieran
Expusieron
Expusiesen
zij/ze legden blootderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudes
Expones
Expongas
jij/je legt bloottweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaba
Denudara
Denudé
Denudó
Exponía
Expuse
Expusiera
Expusiese
Expuso
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde blootderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaba
Denudara
Denudé
Denudó
Exponía
Expuse
Expusiera
Expusiese
Expuso
ik legde blooteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: ik leg·de bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudabais
Denudarais
Denudasteis
Exponíais
Expusierais
Expusieseis
Expusisteis
jullie legden bloottweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie leg·den bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudábamos
Denudamos
Denudáramos
Exponíamos
Expusiéramos
Expusiésemos
Expusimos
wij/we legden blooteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaban
Denudaran
Denudaron
Exponían
Expusieran
Expusieron
Expusiesen
zij/ze legden blootderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudabas
Denudaras
Denudaste
Exponías
Expusieras
Expusieses
Expusiste
jij/je legde bloottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudabas
Denudaras
Denudases
Exponías
Expusieras
Expusieses
Expusiste
jij/je legde bloottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudabais
Denudarais
Denudaseis
Exponíais
Expusierais
Expusieseis
Expusisteis
jullie legden bloottweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie leg·den bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudeprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denuda
Denudo
Expone
Exponga
Expongo
ik leg blooteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denuda
Denudo
Expone
Exponga
Expongo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt blootderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaba
Denudara
Denudase
Exponía
Expuse
Expusiera
Expusiese
ik legde blooteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: ik leg·de bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
¡denude!imperativo singular del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Denuden!
¡Exponga!
¡Expongan!
legt u bloot!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'blootleggen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudáis
Exponéis
Expongáis
jullie leggen bloottweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: jul·lie leg·gen bloot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudamos
Exponemos
Expongamos
wij/we leggen blooteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
¡denudemos!imperativo plural del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Expongamos!
laten we blootleggengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blootleggen'
Lettergrepen: la·ten we bloot·leg·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudan
Exponen
Expongan
zij/ze leggen blootderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
¡denuden!imperativo plural del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Denude!
¡Exponga!
¡Expongan!
legt u bloot!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blootleggen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudas
Expones
Expongas
jij/je legt bloottweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denudoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denude
Exponga
Expongo
ik leg blooteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blootleggen').
  wn
denudótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'denudar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denudar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Denudaba
Denudara
Denudase
Exponía
Expusiera
Expusiese
Expuso
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde blootderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blootleggen'
denuestatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Afrenta
Afrente
Agravia
Agravie
Denueste
Injuria
Injurie
Insulta
Insulte
Ofenda
Ofende
Ultraja
Ultraje
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschimptderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschimpen'
¡denuesta!imperativo singular del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Afrenta!
¡Afrentad!
¡Agravia!
¡Agraviad!
¡Denostad!
¡Injuria!
¡Injuriad!
¡Insulta!
¡Insultad!
¡Ofende!
¡Ofended!
¡Ultraja!
¡Ultrajad!
beschimp!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beschimpen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschimpen').
  wn
denuestantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Afrentan
Afrenten
Agravian
Agravien
Denuesten
Injurian
Injurien
Insultan
Insulten
Ofendan
Ofenden
Ultrajan
Ultrajen
zij/ze beschimpenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschimpen'
denuestassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Afrentas
Afrentes
Agravias
Agravies
Denuestes
Injurias
Injuries
Insultas
Insultes
Ofendas
Ofendes
Ultrajas
Ultrajes
jij/je beschimpttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschimpen'
denuestetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Afrenta
Afrente
Afrento
Agravia
Agravie
Agravio
Denuesta
Denuesto
Injuria
Injurie
Injurio
Insulta
Insulte
Insulto
Ofenda
Ofende
Ofendo
Ultraja
Ultraje
Ultrajo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschimptderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschimpen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'denostar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Afrenta
Afrente
Afrento
Agravia
Agravie
Agravio
Denuesta
Denuesto
Injuria
Injurie
Injurio
Insulta
Insulte
Insulto
Ofenda
Ofende
Ofendo
Ultraja
Ultraje
Ultrajo
ik beschimpeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschimpen'
Lettergrepen: ik be·schimp

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschimpen').
  wn
¡denueste!imperativo singular del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Afrente!
¡Afrenten!
¡Agravie!
¡Agravien!
¡Denuesten!
¡Injurie!
¡Injurien!
¡Insulte!
¡Insulten!
¡Ofenda!
¡Ofendan!
¡Ultraje!
¡Ultrajen!
beschimpt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beschimpen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschimpen').
  wn
denuestentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Afrentan
Afrenten
Agravian
Agravien
Denuestan
Injurian
Injurien
Insultan
Insulten
Ofendan
Ofenden
Ultrajan
Ultrajen
zij/ze beschimpenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschimpen'
¡denuesten!imperativo plural del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Afrente!
¡Afrenten!
¡Agravie!
¡Agravien!
¡Denueste!
¡Injurie!
¡Injurien!
¡Insulte!
¡Insulten!
¡Ofenda!
¡Ofendan!
¡Ultraje!
¡Ultrajen!
beschimpt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beschimpen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschimpen').
  wn
denuestessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Afrentas
Afrentes
Agravias
Agravies
Denuestas
Injurias
Injuries
Insultas
Insultes
Ofendas
Ofendes
Ultrajas
Ultrajes
jij/je beschimpttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschimpen'
denuestoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'denostar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'denostar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Afrente
Afrento
Agravie
Agravio
Denueste
Injurie
Injurio
Insulte
Insulto
Ofenda
Ofendo
Ultraje
Ultrajo
ik beschimpeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschimpen'
Lettergrepen: ik be·schimp

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschimpen').
  wn

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l mn o p r s t u v wxy

4e _ adgin o s tu v

5e- n

6e da de do es

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
DENUDA ..... DENUESTOVolgende/ Siguiente -->

arriba