Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l m n op r s t u v wxy

4e a ei l o r u

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DEPILVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
depilatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depile
Se depila
Se depile
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze epileertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
¡depila!imperativo singular del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depilad!
¡Depilaos!
¡Depílate!
epileer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'epileren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilara
Depilase
Depilé
Depiló
Me depilaba
Me depilara
Me depilase
Me depilé
Se depilaba
Se depilara
Se depilase
Se depiló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze epileerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilara
Depilase
Depilé
Depiló
Me depilaba
Me depilara
Me depilase
Me depilé
Se depilaba
Se depilara
Se depilase
Se depiló
ik epileerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik epi·leer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilarais
Depilaseis
Depilasteis
Os depilabais
Os depilarais
Os depilaseis
Os depilasteis
jullie epileerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie epi·leer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilamos
Depiláramos
Depilásemos
Nos depilábamos
Nos depilamos
Nos depiláramos
Nos depilásemos
wij/we epileerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaran
Depilaron
Depilasen
Se depilaban
Se depilaran
Se depilaron
Se depilasen
zij/ze epileerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaras
Depilases
Depilaste
Te depilabas
Te depilaras
Te depilases
Te depilaste
jij/je epileerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilaciónsustantivo
(Acción y efecto de depilar)
Esta palabra no tiene plural

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilación'
, la  we  w
epilerenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: epi·le·ren
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
ontharenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ont·ha·ren
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
¡depilad!imperativo plural del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depila!
¡Depilaos!
¡Depílate!
epileer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'epileren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiladaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Depiladas
Depilado
Depilados
geëpileerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ge·epi·leerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiladasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilada
Depilado
Depilados
geëpileerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ge·epi·leerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiladoparticipio pasado del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilada
Depiladas
Depilados
geëpileerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ge·epi·leerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiladosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilada
Depiladas
Depilado
geëpileerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ge·epi·leerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiláissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depiléis
Os depiláis
Os depiléis
jullie epilerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilábamos
Depiláramos
Depilásemos
Depilemos
Nos depilábamos
Nos depilamos
Nos depiláramos
Nos depilásemos
Nos depilemos
wij/we epileerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilábamos
Depiláramos
Depilásemos
Depilemos
Nos depilábamos
Nos depilamos
Nos depiláramos
Nos depilásemos
Nos depilemos
wij/we epilereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilen
Se depilan
Se depilen
zij/ze epilerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilandogerundio del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilándome
Depilándonos
Depilándoos
Depilándose
Depilándote
epilerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: epi·le·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilándomegerundio del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilando
Depilándonos
Depilándoos
Depilándose
Depilándote
epilerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: epi·le·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilándonosgerundio del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilando
Depilándome
Depilándoos
Depilándose
Depilándote
epilerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: epi·le·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilándoosgerundio del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilando
Depilándome
Depilándonos
Depilándose
Depilándote
epilerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: epi·le·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilándosegerundio del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilando
Depilándome
Depilándonos
Depilándoos
Depilándote
epilerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: epi·le·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilándotegerundio del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilando
Depilándome
Depilándonos
Depilándoos
Depilándose
epilerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: epi·le·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
¡depilaos!imperativo plural del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depila!
¡Depilad!
¡Depílate!
epileer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'epileren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilarse
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
DepiloDepilé
DepilasDepilaste
DepilaDepiló
DepilamosDepilamos
DepiláisDepilasteis
DepilanDepilaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
DepilaréíaDepilaba
DepilarásíasDepilabas
DepilaráíaDepilaba
DepilaremosíamosDepilábamos
DepilaréisíaisDepilabais
DepilaráníanDepilaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
DepileDepilara
DepilesDepilaras
DepileDepilara
DepilemosDepiláramos
DepiléisDepilarais
DepilenDepilaran
FuturoPréterito imperfecto se
DepilareDepilase
DepilaresDepilases
DepilareDepilase
DepiláremosDepilásemos
DepilareisDepilaseis
DepilarenDepilasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Depila(tú)No depiles
Depile(usted)No depile
Depilemos(nosotros)No depilemos
Depilad(vosotros)No depiléis
Depilen(ustedes)No depilen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
DepiladoDepilando
epilerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: epi·le·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
epileren - epileerde - geëpileerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
depilaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaba
Depilase
Depilé
Depiló
Me depilaba
Me depilara
Me depilase
Me depilé
Se depilaba
Se depilara
Se depilase
Se depiló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze epileerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaba
Depilase
Depilé
Depiló
Me depilaba
Me depilara
Me depilase
Me depilé
Se depilaba
Se depilara
Se depilase
Se depiló
ik epileerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik epi·leer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilare
Se depilará
Se depilare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal epilerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilabais
Depilaseis
Depilasteis
Os depilabais
Os depilarais
Os depilaseis
Os depilasteis
jullie epileerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie epi·leer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiláramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilábamos
Depilamos
Depilásemos
Nos depilábamos
Nos depilamos
Nos depiláramos
Nos depilásemos
wij/we epileerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaban
Depilaron
Depilasen
Se depilaban
Se depilaran
Se depilaron
Se depilasen
zij/ze epileerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaren
Se depilarán
Se depilaren
zij/ze zullen epilerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilabas
Depilases
Depilaste
Te depilabas
Te depilaras
Te depilases
Te depilaste
jij/je epileerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilares
Te depilarás
Te depilares
jij/je zal epilerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilará
Depilaré
Me depilare
Me depilaré
Se depilará
Se depilare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal epilerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'depilar'
  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilará
Depilaré
Me depilare
Me depilaré
Se depilará
Se depilare
ik zal epilereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik zal epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilare
Me depilare
Me depilaré
ik zal epilereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik zal epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaréis
Os depilareis
Os depilaréis
jullie zullen epilerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilareis
Os depilareis
Os depilaréis
jullie zullen epilerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depiláremos
Nos depilaremos
Nos depiláremos
wij/we zullen epilereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depiláremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaremos
Nos depilaremos
Nos depiláremos
wij/we zullen epilereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilarán
Se depilarán
Se depilaren
zij/ze zullen epilerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilarás
Te depilarás
Te depilares
jij/je zal epilerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilaríatercera persona singular condicional del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me depilaría
Se depilaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou epilerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me depilaría
Se depilaría
ik zou epilereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik zou epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Os depilaríais
jullie zouden epilerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos depilaríamos
wij/we zouden epilereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilaríantercera persona plural condicional del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Se depilarían
zij/ze zouden epilerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilaríassegunda persona singular condicional del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Te depilarías
jij/je zou epilerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaban
Depilaran
Depilasen
Se depilaban
Se depilaran
Se depilaron
Se depilasen
zij/ze epileerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilarseinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
Me depiloMe depilé
Te depilasTe depilaste
Se depilaSe depiló
Nos depilamosNos depilamos
Os depiláisOs depilasteis
Se depilanSe depilaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
Me depilaréíaMe depilaba
Te depilarásíasTe depilabas
Se depilaráíaSe depilaba
Nos depilaremosíamosNos depilábamos
Os depilaréisíaisOs depilabais
Se depilaráníanSe depilaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
Me depileMe depilara
Te depilesTe depilaras
Se depileSe depilara
Nos depilemosNos depiláramos
Os depiléisOs depilarais
Se depilenSe depilaran
FuturoPréterito imperfecto se
Me depilareMe depilase
Te depilaresTe depilases
Se depilareSe depilase
Nos depiláremosNos depilásemos
Os depilareisOs depilaseis
Se depilarenSe depilasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Depílate(tú)No te depiles
Depílese(usted)No se depile
Depilémonos(nosotros)No nos depilemos
Depilaos(vosotros)No os depiléis
Depílense(ustedes)No se depilen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
DepiladoDepilándome,... etc.
epilerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: epi·le·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
epileren - epileerde - geëpileerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
depilassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depiles
Te depilas
Te depiles
jij/je epileerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaba
Depilara
Depilé
Depiló
Me depilaba
Me depilara
Me depilase
Me depilé
Se depilaba
Se depilara
Se depilase
Se depiló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze epileerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaba
Depilara
Depilé
Depiló
Me depilaba
Me depilara
Me depilase
Me depilé
Se depilaba
Se depilara
Se depilase
Se depiló
ik epileerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik epi·leer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilabais
Depilarais
Depilasteis
Os depilabais
Os depilarais
Os depilaseis
Os depilasteis
jullie epileerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie epi·leer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilábamos
Depilamos
Depiláramos
Nos depilábamos
Nos depilamos
Nos depiláramos
Nos depilásemos
wij/we epileerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaban
Depilaran
Depilaron
Se depilaban
Se depilaran
Se depilaron
Se depilasen
zij/ze epileerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilabas
Depilaras
Depilaste
Te depilabas
Te depilaras
Te depilases
Te depilaste
jij/je epileerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilabas
Depilaras
Depilases
Te depilabas
Te depilaras
Te depilases
Te depilaste
jij/je epileerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
depilasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilabais
Depilarais
Depilaseis
Os depilabais
Os depilarais
Os depilaseis
Os depilasteis
jullie epileerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie epi·leer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
¡depílate!imperativo singular del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depila!
¡Depilad!
¡Depilaos!
epileer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'epileren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilatoriosustantivo
Plural es: depilatorios

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilatorio'
, el
ontharingsmiddelzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ont·ha·rings·mid·del
Meervoud is: ontharingsmiddelen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het
depilatoriossustantivo plural de la palabra: depilatorio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilatorio'
, los  we
ontharingsmiddelenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: ontharingsmiddel
Lettergrepen: ont·ha·rings·mid·de·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontharingsmiddel').
, de
depiletercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depila
Depilo
Me depile
Me depilo
Se depila
Se depile
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze epileertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depila
Depilo
Me depile
Me depilo
Se depila
Se depile
ik epileereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik epi·leer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiléprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaba
Depilara
Depilase
Me depilaba
Me depilara
Me depilase
Me depilé
ik epileerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik epi·leer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
¡depile!imperativo singular del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depilen!
¡Depílense!
¡Depílese!
epileert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'epileren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiléissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depiláis
Os depiláis
Os depiléis
jullie epilerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: jul·lie epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
¡depilémonos!imperativo plural del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depilemos!
laten we epilerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: la·ten we epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilamos
Nos depilamos
Nos depilemos
wij/we epilereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
¡depilemos!imperativo plural del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depilémonos!
laten we epilerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: la·ten we epi·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilan
Se depilan
Se depilen
zij/ze epilerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
¡depilen!imperativo plural del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depile!
¡Depílense!
¡Depílese!
epileert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'epileren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
¡depílense!imperativo plural del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depile!
¡Depilen!
¡Depílese!
epileert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'epileren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilas
Te depilas
Te depiles
jij/je epileerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'epileren'
¡depílese!imperativo singular del verbo 'depilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Depile!
¡Depilen!
¡Depílense!
epileert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'epileren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depiloprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depile
Me depile
Me depilo
ik epileereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'
Lettergrepen: ik epi·leer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Epileren').
  wn
depilótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'depilar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'depilar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Depilaba
Depilara
Depilase
Se depilaba
Se depilara
Se depilase
Se depiló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze epileerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'epileren'

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l m n op r s t u v wxy

4e a ei l o r u

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DEPILVolgende/ Siguiente -->

arriba