Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Psicofonía es pseudociencia, engaño, estafa o superstición

1e 0‑9A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d e f g h i j k l m n ñ op q r s t u v x y z

3e ae fh i l n o p r st u

4e a c d el no r s tx

5ea del mo

6e b c d i m n r s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
APELAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
apelatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apele
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze appelleertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet een beroep opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in appelderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in beroepderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
¡apela!imperativo singular del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apelad!
appelleer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'appelleren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
doe een beroep op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een beroep doen op'
ga in appel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'in appel gaan'
ga in beroep!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelara
Apelase
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze appelleerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelara
Apelase
Apelé
Apeló
ik appelleerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ik ap·pel·leer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelara
Apelase
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een beroep opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelara
Apelase
Apelé
Apeló
ik deed een beroep opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: ik deed een be·roep op
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelara
Apelase
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in appelderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelara
Apelase
Apelé
Apeló
ik ging in appeleerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: ik ging in ap·pel
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelara
Apelase
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in beroepderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelara
Apelase
Apelé
Apeló
ik ging in beroepeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: ik ging in be·roep
apelabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelarais
Apelaseis
Apelasteis
jullie appelleerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: jul·lie ap·pel·leer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
jullie deden een beroep optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: jul·lie de·den een be·roep op
jullie gingen in appeltweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: jul·lie gin·gen in ap·pel
jullie gingen in beroeptweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: jul·lie gin·gen in be·roep
apelábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelamos
Apeláramos
Apelásemos
wij/we appelleerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
wij/we deden een beroep opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
wij/we gingen in appeleerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
wij/we gingen in beroepeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaran
Apelaron
Apelasen
zij/ze appelleerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
zij/ze deden een beroep opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
zij/ze gingen in appelderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
zij/ze gingen in beroepderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaras
Apelases
Apelaste
jij/je appelleerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
jij/je deed een beroep optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
jij/je ging in appeltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
jij/je ging in beroeptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelaciónsustantivo
(Der. Acción de apelar)
Esta palabra no tiene plural

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelación'
, la  wn  w
1.appellerenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ap·pel·le·ren
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
  _sustantivo
Plural es: apelaciones
  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Llamada
Recurso
2Llamada
Recurso
.
appelzelfstandig naamwoord zn
(ap·pel (hoger beroep, sein), het, ap·pels))
Lettergrepen: ap·pel
Meervoud is: appels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  we  w
appellatiezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ap·pel·la·tie
Meervoud is: appellaties
  wn  w
beroepzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: be·roep
Meervoud is: beroepen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
regreszelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: re·gres

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  w
apelacionessustantivo plural de la palabra: apelación

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelación'
, las  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Llamadas
Recursos
appelsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: appel
Lettergrepen: ap·pels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appel').
, de  wn  w
appellatiesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: appellatie
Lettergrepen: ap·pel·la·ties
, de  wn  w
beroepenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: beroep
Lettergrepen: be·roe·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
¡apelad!imperativo plural del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apela!
appelleer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'appelleren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
doe een beroep op!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een beroep doen op'
ga in appel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'in appel gaan'
ga in beroep!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'in beroep gaan'
apeladaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apeladas
Apelado
Apelados
een beroep gedaan oponregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: een be·roep ge·daan op
geappelleerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ge·ap·pel·leerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
in appel gegaanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: in ap·pel ge·gaan
in beroep gegaanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: in be·roep ge·gaan
apeladasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelada
Apelado
Apelados
een beroep gedaan oponregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: een be·roep ge·daan op
geappelleerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ge·ap·pel·leerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
in appel gegaanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: in ap·pel ge·gaan
in beroep gegaanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: in be·roep ge·gaan
apeladoparticipio pasado del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelada
Apeladas
Apelados
een beroep gedaan oponregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: een be·roep ge·daan op
geappelleerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ge·ap·pel·leerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
in appel gegaanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: in ap·pel ge·gaan
in beroep gegaanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: in be·roep ge·gaan
apeladosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelada
Apeladas
Apelado
een beroep gedaan oponregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: een be·roep ge·daan op
geappelleerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ge·ap·pel·leerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
in appel gegaanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: in ap·pel ge·gaan
in beroep gegaanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: in be·roep ge·gaan
apeláissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apeléis
jullie appellerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: jul·lie ap·pel·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
jullie doen een beroep optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: jul·lie doen een be·roep op
jullie gaan in appeltweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: jul·lie gaan in ap·pel
jullie gaan in beroeptweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: jul·lie gaan in be·roep
apelamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelábamos
Apeláramos
Apelásemos
Apelemos
wij/we appelleerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelábamos
Apeláramos
Apelásemos
Apelemos
wij/we appellereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelábamos
Apeláramos
Apelásemos
Apelemos
wij/we deden een beroep opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelábamos
Apeláramos
Apelásemos
Apelemos
wij/we doen een beroep opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
wij/we gaan in appeleerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
wij/we gaan in beroepeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelábamos
Apeláramos
Apelásemos
Apelemos
wij/we gingen in appeleerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
wij/we gingen in beroepeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelen
zij/ze appellerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
zij/ze doen een beroep opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
zij/ze gaan in appelderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
zij/ze gaan in beroepderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelandogerundio del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we
appellerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ap·pel·le·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
een beroep doend oponvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: een be·roep doend op
in appel gaandonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: in ap·pel gaand
in beroep gaandonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: in be·roep gaand
apelarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  w  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
ApeloApelé
ApelasApelaste
ApelaApeló
ApelamosApelamos
ApeláisApelasteis
ApelanApelaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
ApelaréíaApelaba
ApelarásíasApelabas
ApelaráíaApelaba
ApelaremosíamosApelábamos
ApelaréisíaisApelabais
ApelaráníanApelaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
ApeleApelara
ApelesApelaras
ApeleApelara
ApelemosApeláramos
ApeléisApelarais
ApelenApelaran
FuturoPréterito imperfecto se
ApelareApelase
ApelaresApelases
ApelareApelase
ApeláremosApelásemos
ApelareisApelaseis
ApelarenApelasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Apela(tú)No apeles
Apele(usted)No apele
Apelemos(nosotros)No apelemos
Apelad(vosotros)No apeléis
Apelen(ustedes)No apelen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
ApeladoApelando
appellerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: ap·pel·le·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
appelleren - appelleerde - geappelleerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
een beroep doen opwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: een be·roep doen op
Verbuiging:
een beroep doen op - deed een beroep op - een beroep gedaan op

in appel gaanwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: in ap·pel gaan
Verbuiging:
in appel gaan - ging in appel - in appel gegaan

in beroep gaanwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: in be·roep gaan
Verbuiging:
in beroep gaan - ging in beroep - in beroep gegaan

apelaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelase
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze appelleerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelase
Apelé
Apeló
ik appelleerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ik ap·pel·leer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelase
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een beroep opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelase
Apelé
Apeló
ik deed een beroep opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: ik deed een be·roep op
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelase
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in appelderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelase
Apelé
Apeló
ik ging in appeleerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: ik ging in ap·pel
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelase
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in beroepderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelase
Apelé
Apeló
ik ging in beroepeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: ik ging in be·roep
apelarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal appellerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een beroep doen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in appel gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in beroep gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelabais
Apelaseis
Apelasteis
jullie appelleerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: jul·lie ap·pel·leer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
jullie deden een beroep optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: jul·lie de·den een be·roep op
jullie gingen in appeltweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: jul·lie gin·gen in ap·pel
jullie gingen in beroeptweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: jul·lie gin·gen in be·roep
apeláramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelábamos
Apelamos
Apelásemos
wij/we appelleerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
wij/we deden een beroep opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
wij/we gingen in appeleerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
wij/we gingen in beroepeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaban
Apelaron
Apelasen
zij/ze appelleerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
zij/ze deden een beroep opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
zij/ze gingen in appelderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
zij/ze gingen in beroepderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaren
zij/ze zullen appellerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
zij/ze zullen een beroep doen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
zij/ze zullen in appel gaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
zij/ze zullen in beroep gaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelabas
Apelases
Apelaste
jij/je appelleerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
jij/je deed een beroep optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
jij/je ging in appeltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
jij/je ging in beroeptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelares
jij/je zal appellerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
jij/je zal een beroep doen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
jij/je zal in appel gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
jij/je zal in beroep gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelará
Apelaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal appellerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelará
Apelaré
ik zal appellereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ik zal ap·pel·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelará
Apelaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een beroep doen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelará
Apelaré
ik zal een beroep doen opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: ik zal een be·roep doen op
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelará
Apelaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in appel gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelará
Apelaré
ik zal in appel gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: ik zal in ap·pel gaan
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelará
Apelaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in beroep gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelará
Apelaré
ik zal in beroep gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: ik zal in be·roep gaan
apelaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelare
ik zal appellereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ik zal ap·pel·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
ik zal een beroep doen opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: ik zal een be·roep doen op
ik zal in appel gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: ik zal in ap·pel gaan
ik zal in beroep gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: ik zal in be·roep gaan
apelareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaréis
jullie zullen appellerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ap·pel·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
jullie zullen een beroep doen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: jul·lie zul·len een be·roep doen op
jullie zullen in appel gaantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: jul·lie zul·len in ap·pel gaan
jullie zullen in beroep gaantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: jul·lie zul·len in be·roep gaan
apelaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelareis
jullie zullen appellerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ap·pel·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
jullie zullen een beroep doen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: jul·lie zul·len een be·roep doen op
jullie zullen in appel gaantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: jul·lie zul·len in ap·pel gaan
jullie zullen in beroep gaantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: jul·lie zul·len in be·roep gaan
apelaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apeláremos
wij/we zullen appellereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
wij/we zullen een beroep doen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
wij/we zullen in appel gaaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
wij/we zullen in beroep gaaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apeláremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaremos
wij/we zullen appellereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
wij/we zullen een beroep doen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
wij/we zullen in appel gaaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
wij/we zullen in beroep gaaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelarán
zij/ze zullen appellerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
zij/ze zullen een beroep doen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
zij/ze zullen in appel gaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
zij/ze zullen in beroep gaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelarás
jij/je zal appellerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
jij/je zal een beroep doen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
jij/je zal in appel gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
jij/je zal in beroep gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelaríatercera persona singular condicional del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou appellerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'apelar'
  we
ik zou appellereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ik zou ap·pel·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'apelar'
  we
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een beroep doen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
  _primera persona singular condicional del verbo 'apelar'
  we
ik zou een beroep doen opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: ik zou een be·roep doen op
  _tercera persona singular condicional del verbo 'apelar'
  we
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in appel gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
  _primera persona singular condicional del verbo 'apelar'
  we
ik zou in appel gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: ik zou in ap·pel gaan
  _tercera persona singular condicional del verbo 'apelar'
  we
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in beroep gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
  _primera persona singular condicional del verbo 'apelar'
  we
ik zou in beroep gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: ik zou in be·roep gaan
apelaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we
jullie zouden appellerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ap·pel·le·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
jullie zouden een beroep doen optweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: jul·lie zou·den een be·roep doen op
jullie zouden in appel gaantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den in ap·pel gaan
jullie zouden in beroep gaantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den in be·roep gaan
apelaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we
wij/we zouden appellereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
wij/we zouden een beroep doen opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
wij/we zouden in appel gaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
wij/we zouden in beroep gaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelaríantercera persona plural condicional del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we
zij/ze zouden appellerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
zij/ze zouden een beroep doen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
zij/ze zouden in appel gaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
zij/ze zouden in beroep gaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelaríassegunda persona singular condicional del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we
jij/je zou appellerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
jij/je zou een beroep doen optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
jij/je zou in appel gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
jij/je zou in beroep gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaban
Apelaran
Apelasen
zij/ze appelleerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
zij/ze deden een beroep opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
zij/ze gingen in appelderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
zij/ze gingen in beroepderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apeles
jij/je appelleerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
jij/je doet een beroep optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
jij/je gaat in appeltweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
jij/je gaat in beroeptweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelara
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze appelleerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelara
Apelé
Apeló
ik appelleerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: ik ap·pel·leer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelara
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een beroep opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelara
Apelé
Apeló
ik deed een beroep opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: ik deed een be·roep op
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelara
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in appelderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelara
Apelé
Apeló
ik ging in appeleerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: ik ging in ap·pel
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelara
Apelé
Apeló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in beroepderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaba
Apelara
Apelé
Apeló
ik ging in beroepeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: ik ging in be·roep
apelaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelabais
Apelarais
Apelasteis
jullie appelleerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: jul·lie ap·pel·leer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
jullie deden een beroep optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: jul·lie de·den een be·roep op
jullie gingen in appeltweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: jul·lie gin·gen in ap·pel
jullie gingen in beroeptweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: jul·lie gin·gen in be·roep
apelásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelábamos
Apelamos
Apeláramos
wij/we appelleerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
wij/we deden een beroep opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
wij/we gingen in appeleerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
wij/we gingen in beroepeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelaban
Apelaran
Apelaron
zij/ze appelleerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
zij/ze deden een beroep opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
zij/ze gingen in appelderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
zij/ze gingen in beroepderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelabas
Apelaras
Apelaste
jij/je appelleerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
jij/je deed een beroep optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
jij/je ging in appeltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
jij/je ging in beroeptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelabas
Apelaras
Apelases
jij/je appelleerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
jij/je deed een beroep optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
jij/je ging in appeltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
jij/je ging in beroeptweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
apelasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apelar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apelar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apelabais
Apelarais
Apelaseis
jullie appelleerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'appelleren'
Lettergrepen: jul·lie ap·pel·leer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Appelleren').
  wn
jullie deden een beroep optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een beroep doen op'
Lettergrepen: jul·lie de·den een be·roep op
jullie gingen in appeltweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in appel gaan'
Lettergrepen: jul·lie gin·gen in ap·pel
jullie gingen in beroeptweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in beroep gaan'
Lettergrepen: jul·lie gin·gen in be·roep

1e 0‑9A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d e f g h i j k l m n ñ op q r s t u v x y z

3e ae fh i l n o p r st u

4e a c d el no r s tx

5ea del mo

6e b c d i m n r s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
APELAVolgende/ Siguiente -->

boven