Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

-a

b

c

d

e

f

g

h

i

j

k

l

m

n

ñ

o

p

q

r

s

t

u

v

x

y

z

3e

_

a

b

c

e

f

gh

i

jkmn

o

p

qs

t

u

4e

a

i

o

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

ASF

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	asfaltatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfalte		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze asfalteertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	¡asfalta!imperativo singular del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfaltad!		asfalteer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'asfalteren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltara Asfaltase Asfalté Asfaltó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze asfalteerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltara Asfaltase Asfalté Asfaltó		ik asfalteerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik as·fal·teer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltarais Asfaltaseis Asfaltasteis		jullie asfalteerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie as·fal·teer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltamos Asfaltáramos Asfaltásemos		wij/we asfalteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaran Asfaltaron Asfaltasen		zij/ze asfalteerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaras Asfaltases Asfaltaste		jij/je asfalteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	¡asfaltad!imperativo plural del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfalta!		asfalteer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'asfalteren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltadas Asfaltado Asfaltados		geasfalteerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ge·as·fal·teerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltada Asfaltado Asfaltados		geasfalteerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ge·as·fal·teerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltadosustantivo (Acción de asfaltar) Esta palabra no tiene plural Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltado' , el  we  wn		asfalterenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: as·fal·te·ren Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn
	asfaltadoparticipio pasado del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltada Asfaltadas Asfaltados		geasfalteerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ge·as·fal·teerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltada Asfaltadas Asfaltado		geasfalteerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ge·as·fal·teerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltéis		jullie asfalterentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltábamos Asfaltáramos Asfaltásemos Asfaltemos		wij/we asfalteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltábamos Asfaltáramos Asfaltásemos Asfaltemos		wij/we asfaltereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfalten		zij/ze asfalterenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltandogerundio del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn		asfalterendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: as·fal·te·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Asfalto Asfalté Asfaltas Asfaltaste Asfalta Asfaltó Asfaltamos Asfaltamos Asfaltáis Asfaltasteis Asfaltan Asfaltaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Asfaltar é ía Asfaltaba Asfaltar ás ías Asfaltabas Asfaltar á ía Asfaltaba Asfaltar emos íamos Asfaltábamos Asfaltar éis íais Asfaltabais Asfaltar án ían Asfaltaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Asfalte Asfaltara Asfaltes Asfaltaras Asfalte Asfaltara Asfaltemos Asfaltáramos Asfaltéis Asfaltarais Asfalten Asfaltaran Futuro Préterito imperfecto se Asfaltare Asfaltase Asfaltares Asfaltases Asfaltare Asfaltase Asfaltáremos Asfaltásemos Asfaltareis Asfaltaseis Asfaltaren Asfaltasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Asfalta (tú) No asfaltes Asfalte (usted) No asfalte Asfaltemos (nosotros) No asfaltemos Asfaltad (vosotros) No asfaltéis Asfalten (ustedes) No asfalten Formas impersonales participio pasado     Gerundio Asfaltado Asfaltando		asfalterenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: as·fal·te·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: asfalteren - asfalteerde - geasfalteerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	asfaltaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaba Asfaltase Asfalté Asfaltó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze asfalteerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaba Asfaltase Asfalté Asfaltó		ik asfalteerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik as·fal·teer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal asfalterenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltabais Asfaltaseis Asfaltasteis		jullie asfalteerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie as·fal·teer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltábamos Asfaltamos Asfaltásemos		wij/we asfalteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaban Asfaltaron Asfaltasen		zij/ze asfalteerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaren		zij/ze zullen asfalterenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltabas Asfaltases Asfaltaste		jij/je asfalteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltares		jij/je zal asfalterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltará Asfaltaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal asfalterenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltará Asfaltaré		ik zal asfaltereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik zal as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltare		ik zal asfaltereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik zal as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaréis		jullie zullen asfalterentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie zul·len as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltareis		jullie zullen asfalterentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie zul·len as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltáremos		wij/we zullen asfaltereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaremos		wij/we zullen asfaltereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltarán		zij/ze zullen asfalterenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltarás		jij/je zal asfalterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltaríatercera persona singular condicional del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou asfalterenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'asfaltar'   we  wn		ik zou asfaltereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik zou as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn		jullie zouden asfalterentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie zou·den as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn		wij/we zouden asfaltereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltaríantercera persona plural condicional del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn		zij/ze zouden asfalterenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltaríassegunda persona singular condicional del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn		jij/je zou asfalterentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaban Asfaltaran Asfaltasen		zij/ze asfalteerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltes		jij/je asfalteerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaba Asfaltara Asfalté Asfaltó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze asfalteerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaba Asfaltara Asfalté Asfaltó		ik asfalteerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik as·fal·teer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltabais Asfaltarais Asfaltasteis		jullie asfalteerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie as·fal·teer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltábamos Asfaltamos Asfaltáramos		wij/we asfalteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaban Asfaltaran Asfaltaron		zij/ze asfalteerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltabas Asfaltaras Asfaltaste		jij/je asfalteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltabas Asfaltaras Asfaltases		jij/je asfalteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltabais Asfaltarais Asfaltaseis		jullie asfalteerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie as·fal·teer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfalta Asfalto		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze asfalteertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfalta Asfalto		ik asfalteereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik as·fal·teer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaba Asfaltara Asfaltase		ik asfalteerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik as·fal·teer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	¡asfalte!imperativo singular del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfalten!		asfalteert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'asfalteren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltáis		jullie asfalterentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: jul·lie as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltamos		wij/we asfaltereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	¡asfaltemos!imperativo plural del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'		laten we asfalterengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: la·ten we as·fal·te·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltan		zij/ze asfalterenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	¡asfalten!imperativo plural del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfalte!		asfalteert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'asfalteren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltas		jij/je asfalteerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltosustantivo Plural es: asfaltos Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfalto' , el  we  wn  w		asfaltzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: as·falt Meervoud is: asfalten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  we  w
	asfaltoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfalte		ik asfalteereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren' Lettergrepen: ik as·fal·teer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalteren').   wn
	asfaltótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfaltar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfaltar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Asfaltaba Asfaltara Asfaltase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze asfalteerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'asfalteren'
	asfaltossustantivo plural de la palabra: asfalto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfalto' , los  we  w		asfaltenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: asfalt Lettergrepen: as·fal·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Asfalt'). , de  wn  w
	asfixiasustantivo Plural es: asfixias Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixia' , la  we  wn  w		asfyxiezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: as·fyxie het stoppen van de polsslag bij verstikking, schijndood. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			verstikkingzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ver·stik·king Meervoud is: verstikkingen het stoppen van de polsslag bij verstikking, schijndood. , de  wn  w
	asfixiatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahoga Ahogue Asfixie Sofoca Sofoque		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstiktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	¡asfixia!imperativo singular del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ahoga! ¡Ahogad! ¡Asfixiad! ¡Sofoca! ¡Sofocad!		verstik!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verstikken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixia"asfixia erótica": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixia'   erótica Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'erótica' , la  w  spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiofilia Hipoxifilia		wurgsekszelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: wurg·seks Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	asfixiabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaba Ahogara Ahogase Ahogó Ahogué Asfixiara Asfixiase Asfixié Asfixió Sofocaba Sofocara Sofocase Sofocó Sofoqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstiktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaba Ahogara Ahogase Ahogó Ahogué Asfixiara Asfixiase Asfixié Asfixió Sofocaba Sofocara Sofocase Sofocó Sofoqué		ik verstikteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik ver·stik·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogabais Ahogarais Ahogaseis Ahogasteis Asfixiarais Asfixiaseis Asfixiasteis Sofocabais Sofocarais Sofocaseis Sofocasteis		jullie verstiktentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie ver·stik·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogábamos Ahogamos Ahogáramos Ahogásemos Asfixiamos Asfixiáramos Asfixiásemos Sofocábamos Sofocamos Sofocáramos Sofocásemos		wij/we verstikteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaban Ahogaran Ahogaron Ahogasen Asfixiaran Asfixiaron Asfixiasen Sofocaban Sofocaran Sofocaron Sofocasen		zij/ze verstiktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogabas Ahogaras Ahogases Ahogaste Asfixiaras Asfixiases Asfixiaste Sofocabas Sofocaras Sofocases Sofocaste		jij/je verstiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	¡asfixiad!imperativo plural del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ahoga! ¡Ahogad! ¡Asfixia! ¡Sofoca! ¡Sofocad!		verstik!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verstikken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogada Ahogadas Ahogado Ahogados Asfixiadas Asfixiado Asfixiados Sofocada Sofocadas Sofocado Sofocados		verstiktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ver·stikt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogada Ahogadas Ahogado Ahogados Asfixiada Asfixiado Asfixiados Sofocada Sofocadas Sofocado Sofocados		verstiktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ver·stikt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiadoparticipio pasado del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogada Ahogadas Ahogado Ahogados Asfixiada Asfixiadas Asfixiados Sofocada Sofocadas Sofocado Sofocados		verstiktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ver·stikt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogada Ahogadas Ahogado Ahogados Asfixiada Asfixiadas Asfixiado Sofocada Sofocadas Sofocado Sofocados		verstiktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ver·stikt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogáis Ahoguéis Asfixiéis Sofocáis Sofoquéis		jullie verstikkentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogábamos Ahogamos Ahogáramos Ahogásemos Ahoguemos Asfixiábamos Asfixiáramos Asfixiásemos Asfixiemos Sofocábamos Sofocamos Sofocáramos Sofocásemos Sofoquemos		wij/we verstikkeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogábamos Ahogamos Ahogáramos Ahogásemos Ahoguemos Asfixiábamos Asfixiáramos Asfixiásemos Asfixiemos Sofocábamos Sofocamos Sofocáramos Sofocásemos Sofoquemos		wij/we verstikteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogan Ahoguen Asfixien Sofocan Sofoquen		zij/ze verstikkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiandogerundio del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogando Sofocando		verstikkendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ver·stik·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiándomegerundio del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándonos Asfixiándoos Asfixiándose Asfixiándote		stikkendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken' Lettergrepen: stik·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	asfixiándome con"asfixiándome con": gerundio del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándonos con Asfixiándoos con Asfixiándose con Asfixiándote con		stikkend dooronvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken door' Lettergrepen: stik·kend door Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixiándonosgerundio del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándome Asfixiándoos Asfixiándose Asfixiándote		stikkendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken' Lettergrepen: stik·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	asfixiándonos con"asfixiándonos con": gerundio del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándome con Asfixiándoos con Asfixiándose con Asfixiándote con		stikkend dooronvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken door' Lettergrepen: stik·kend door Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixiándoosgerundio del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándome Asfixiándonos Asfixiándose Asfixiándote		stikkendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken' Lettergrepen: stik·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	asfixiándoos con"asfixiándoos con": gerundio del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándome con Asfixiándonos con Asfixiándose con Asfixiándote con		stikkend dooronvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken door' Lettergrepen: stik·kend door Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixiándosegerundio del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándome Asfixiándonos Asfixiándoos Asfixiándote		stikkendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken' Lettergrepen: stik·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	asfixiándose con"asfixiándose con": gerundio del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándome con Asfixiándonos con Asfixiándoos con Asfixiándote con		stikkend dooronvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken door' Lettergrepen: stik·kend door Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixiándotegerundio del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándome Asfixiándonos Asfixiándoos Asfixiándose		stikkendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken' Lettergrepen: stik·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	asfixiándote con"asfixiándote con": gerundio del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiándome con Asfixiándonos con Asfixiándoos con Asfixiándose con		stikkend dooronvoltooid deelwoord van het werkwoord 'stikken door' Lettergrepen: stik·kend door Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixianteadjetivo singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiante'   spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiantes Irrespirable Irrespirables Oprimida Oprimidas Oprimido Oprimidos Sofocante Sofocantes		verstikkendbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: ver·stik·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
			verstikkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Verstikkend Lettergrepen: ver·stik·ken·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiantesadjetivo plural de la palabra: asfixiante Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiante'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Asfixiante Irrespirable Irrespirables Oprimida Oprimidas Oprimido Oprimidos Sofocante Sofocantes		verstikkendbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: ver·stik·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
			verstikkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Verstikkend Lettergrepen: ver·stik·ken·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	¡asfixiaos!imperativo plural del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfíxiate!		stik!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'stikken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').   wn
	¡asfixiaos con!"¡asfixiaos con!": imperativo plural del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfíxiate con!		stik door!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'stikken door' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixiarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogar Sofocar  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Asfixio Asfixié Asfixias Asfixiaste Asfixia Asfixió Asfixiamos Asfixiamos Asfixiáis Asfixiasteis Asfixian Asfixiaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Asfixiar é ía Asfixiaba Asfixiar ás ías Asfixiabas Asfixiar á ía Asfixiaba Asfixiar emos íamos Asfixiábamos Asfixiar éis íais Asfixiabais Asfixiar án ían Asfixiaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Asfixie Asfixiara Asfixies Asfixiaras Asfixie Asfixiara Asfixiemos Asfixiáramos Asfixiéis Asfixiarais Asfixien Asfixiaran Futuro Préterito imperfecto se Asfixiare Asfixiase Asfixiares Asfixiases Asfixiare Asfixiase Asfixiáremos Asfixiásemos Asfixiareis Asfixiaseis Asfixiaren Asfixiasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Asfixia (tú) No asfixies Asfixie (usted) No asfixie Asfixiemos (nosotros) No asfixiemos Asfixiad (vosotros) No asfixiéis Asfixien (ustedes) No asfixien Formas impersonales participio pasado     Gerundio Asfixiado Asfixiando		verstikkenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: ver·stik·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: verstikken - verstikte - verstikt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	asfixiaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaba Ahogara Ahogase Ahogó Ahogué Asfixiaba Asfixiase Asfixié Asfixió Sofocaba Sofocara Sofocase Sofocó Sofoqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstiktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaba Ahogara Ahogase Ahogó Ahogué Asfixiaba Asfixiase Asfixié Asfixió Sofocaba Sofocara Sofocase Sofocó Sofoqué		ik verstikteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik ver·stik·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogará Ahogare Asfixiare Sofocará Sofocare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verstikkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogabais Ahogarais Ahogaseis Ahogasteis Asfixiabais Asfixiaseis Asfixiasteis Sofocabais Sofocarais Sofocaseis Sofocasteis		jullie verstiktentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie ver·stik·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogábamos Ahogamos Ahogáramos Ahogásemos Asfixiábamos Asfixiamos Asfixiásemos Sofocábamos Sofocamos Sofocáramos Sofocásemos		wij/we verstikteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaban Ahogaran Ahogaron Ahogasen Asfixiaban Asfixiaron Asfixiasen Sofocaban Sofocaran Sofocaron Sofocasen		zij/ze verstiktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogarán Ahogaren Asfixiaren Sofocarán Sofocaren		zij/ze zullen verstikkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogabas Ahogaras Ahogases Ahogaste Asfixiabas Asfixiases Asfixiaste Sofocabas Sofocaras Sofocases Sofocaste		jij/je verstiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogarás Ahogares Asfixiares Sofocarás Sofocares		jij/je zal verstikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogará Ahogare Ahogaré Asfixiará Asfixiaré Sofocará Sofocare Sofocaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verstikkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogará Ahogare Ahogaré Asfixiará Asfixiaré Sofocará Sofocare Sofocaré		ik zal verstikkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik zal ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogare Ahogaré Asfixiare Sofocare Sofocaré		ik zal verstikkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik zal ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogareis Ahogaréis Asfixiaréis Sofocareis Sofocaréis		jullie zullen verstikkentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie zul·len ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogareis Ahogaréis Asfixiareis Sofocareis Sofocaréis		jullie zullen verstikkentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie zul·len ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaremos Ahogáremos Asfixiáremos Sofocaremos Sofocáremos		wij/we zullen verstikkeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaremos Ahogáremos Asfixiaremos Sofocaremos Sofocáremos		wij/we zullen verstikkeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogarán Ahogaren Asfixiarán Sofocarán Sofocaren		zij/ze zullen verstikkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogarás Ahogares Asfixiarás Sofocarás Sofocares		jij/je zal verstikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiaríatercera persona singular condicional del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaría Sofocaría		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verstikkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	_primera persona singular condicional del verbo 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaría Sofocaría		ik zou verstikkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik zou ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaríais Sofocaríais		jullie zouden verstikkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie zou·den ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaríamos Sofocaríamos		wij/we zouden verstikkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiaríantercera persona plural condicional del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogarían Sofocarían		zij/ze zouden verstikkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiaríassegunda persona singular condicional del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogarías Sofocarías		jij/je zou verstikkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaban Ahogaran Ahogaron Ahogasen Asfixiaban Asfixiaran Asfixiasen Sofocaban Sofocaran Sofocaron Sofocasen		zij/ze verstiktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiarseinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Me asfixio Me asfixié Te asfixias Te asfixiaste Se asfixia Se asfixió Nos asfixiamos Nos asfixiamos Os asfixiáis Os asfixiasteis Se asfixian Se asfixiaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Me asfixiar é ía Me asfixiaba Te asfixiar ás ías Te asfixiabas Se asfixiar á ía Se asfixiaba Nos asfixiar emos íamos Nos asfixiábamos Os asfixiar éis íais Os asfixiabais Se asfixiar án ían Se asfixiaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Me asfixie Me asfixiara Te asfixies Te asfixiaras Se asfixie Se asfixiara Nos asfixiemos Nos asfixiáramos Os asfixiéis Os asfixiarais Se asfixien Se asfixiaran Futuro Préterito imperfecto se Me asfixiare Me asfixiase Te asfixiares Te asfixiases Se asfixiare Se asfixiase Nos asfixiáremos Nos asfixiásemos Os asfixiareis Os asfixiaseis Se asfixiaren Se asfixiasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Asfíxiate (tú) No te asfixies Asfíxiese (usted) No se asfixie Asfixiémonos (nosotros) No nos asfixiemos Asfixiaos (vosotros) No os asfixiéis Asfíxiense (ustedes) No se asfixien Formas impersonales participio pasado     Gerundio Asfixiado Asfixiándome,... etc.		stikkenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: stik·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: stikken - stikte - gestikt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	asfixiarse con"asfixiarse con": locución verbal Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'		stikken doorwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: stik·ken door Verbuiging: stikken door - stikte door - gestikt door Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixiassustantivo plural de la palabra: asfixia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixia' , las  we  wn  w		verstikkingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: verstikking Lettergrepen: ver·stik·kin·gen het stoppen van de polsslag bij verstikking, schijndood. , de  wn  w
	asfixiassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogas Ahogues Asfixies Sofocas Sofoques		jij/je verstikttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaba Ahogara Ahogase Ahogó Ahogué Asfixiaba Asfixiara Asfixié Asfixió Sofocaba Sofocara Sofocase Sofocó Sofoqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstiktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaba Ahogara Ahogase Ahogó Ahogué Asfixiaba Asfixiara Asfixié Asfixió Sofocaba Sofocara Sofocase Sofocó Sofoqué		ik verstikteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik ver·stik·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogabais Ahogarais Ahogaseis Ahogasteis Asfixiabais Asfixiarais Asfixiasteis Sofocabais Sofocarais Sofocaseis Sofocasteis		jullie verstiktentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie ver·stik·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogábamos Ahogamos Ahogáramos Ahogásemos Asfixiábamos Asfixiamos Asfixiáramos Sofocábamos Sofocamos Sofocáramos Sofocásemos		wij/we verstikteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaban Ahogaran Ahogaron Ahogasen Asfixiaban Asfixiaran Asfixiaron Sofocaban Sofocaran Sofocaron Sofocasen		zij/ze verstiktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogabas Ahogaras Ahogases Ahogaste Asfixiabas Asfixiaras Asfixiaste Sofocabas Sofocaras Sofocases Sofocaste		jij/je verstiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogabas Ahogaras Ahogases Ahogaste Asfixiabas Asfixiaras Asfixiases Sofocabas Sofocaras Sofocases Sofocaste		jij/je verstiktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogabais Ahogarais Ahogaseis Ahogasteis Asfixiabais Asfixiarais Asfixiaseis Sofocabais Sofocarais Sofocaseis Sofocasteis		jullie verstiktentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie ver·stik·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	¡asfíxiate!imperativo singular del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfixiaos!		stik!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'stikken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').   wn
	¡asfíxiate con!"¡asfíxiate con!": imperativo singular del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfixiaos con!		stik door!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'stikken door' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixietercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahoga Ahogo Ahogue Asfixia Asfixio Sofoca Sofoco Sofoque		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstiktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahoga Ahogo Ahogue Asfixia Asfixio Sofoca Sofoco Sofoque		ik verstikeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik ver·stik Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaba Ahogara Ahogase Ahogué Asfixiaba Asfixiara Asfixiase Sofocaba Sofocara Sofocase Sofoqué		ik verstikteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik ver·stik·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	¡asfixie!imperativo singular del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ahogue! ¡Ahoguen! ¡Asfixien! ¡Sofoque! ¡Sofoquen!		verstikt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verstikken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogáis Ahoguéis Asfixiáis Sofocáis Sofoquéis		jullie verstikkentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: jul·lie ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	¡asfixiémonos!imperativo plural del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'		laten we stikkengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'stikken' Lettergrepen: la·ten we stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').   wn
	¡asfixiémonos con!"¡asfixiémonos con!": imperativo plural del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'		laten we stikken doorgebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'stikken door' Lettergrepen: la·ten we stik·ken door Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixiemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogamos Ahoguemos Asfixiamos Sofocamos Sofoquemos		wij/we verstikkeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	¡asfixiemos!imperativo plural del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ahoguemos! ¡Sofoquemos!		laten we verstikkengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: la·ten we ver·stik·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixientercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogan Ahoguen Asfixian Sofocan Sofoquen		zij/ze verstikkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	¡asfixien!imperativo plural del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ahogue! ¡Ahoguen! ¡Asfixie! ¡Sofoque! ¡Sofoquen!		verstikt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verstikken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	¡asfíxiense!imperativo plural del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfíxiese!		stikt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'stikken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').   wn
	¡asfíxiense con!"¡asfíxiense con!": imperativo plural del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfíxiese con!		stikt u door!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'stikken door' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixiessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogas Ahogues Asfixias Sofocas Sofoques		jij/je verstikttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	¡asfíxiese!imperativo singular del verbo 'asfixiarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfíxiense!		stikt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'stikken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').   wn
	¡asfíxiese con!"¡asfíxiese con!": imperativo singular del verbo 'asfixiarse con' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Asfíxiense con!		stikt u door!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'stikken door' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stikken').
	asfixioprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogo Ahogue Asfixie Sofoco Sofoque		ik verstikeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken' Lettergrepen: ik ver·stik Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verstikken').   wn
	asfixiótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'asfixiar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfixiar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogaba Ahogara Ahogase Ahogó Asfixiaba Asfixiara Asfixiase Sofocaba Sofocara Sofocase Sofocó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstiktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verstikken'
	asfixiofiliasustantivo   w  spalabras relacionadas: --------------------- Asfixia erótica Hipoxifilia		wurgsekszelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: wurg·seks Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	asfódelosustantivo Nombres científicos son: Asphodelus ramosus, Asphodelus spp. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'asfódelo' , el  w  Wl		affodilzelfstandig naamwoord zn Latijnse plantennamen zijn: Asphodelus fistulosus, Asphodelus spp. , de  w  Ws  f

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

-a

b

c

d

e

f

g

h

i

j

k

l

m

n

ñ

o

p

q

r

s

t

u

v

x

y

z

3e

_

a

b

c

e

f

gh

i

jkmn

o

p

qs

t

u

4e

a

i

o

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

ASF

Volgende/ Siguiente -->

boven