Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

d

e

h

i

jlm

o

r

s

u

wyz

3e

_

ab

c

dfghij

l

m

n

ñ

o

pq

r

s

t

uvwxz

4e

-a

e

ioqu

5e

-

gjkmno

pqrstv

6e

ba

de

fe

fo

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

TELEBA ..... TELEFOz

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	telebasurasustantivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telebasura' , la  w		tv junkzelfstandig naamwoordsvorm zn Één lettergreep , de
	teledetecciónsustantivo   w		remote sensingzelfstandig naamwoordsvorm zn , de  w
	teleféricosustantivo Plural es: teleféricos (sustantivo). Sistema de transporte en el que los vehículos se deslizan a lo largo de cables aéreos, empleado generalmente para salvar desniveles del terreno. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'teleférico' , el  we  wn  w		cabinebaanzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ca·bi·ne·baan Meervoud is: cabinebanen , de  wn  w
			gondelliftzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: gon·del·lift Meervoud is: gondelliften Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w  f
			kabelbaanzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ka·bel·baan Meervoud is: kabelbanen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			zweefbaanzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: zweef·baan Meervoud is: zweefbanen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	teleféricossustantivo plural de la palabra: teleférico (sustantivo). Sistema de transporte en el que los vehículos se deslizan a lo largo de cables aéreos, empleado generalmente para salvar desniveles del terreno. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'teleférico' , los  we  w		cabinebanenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: cabinebaan Lettergrepen: ca·bi·ne·ba·nen , de  wn  w
			gondelliftenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: gondellift Lettergrepen: gon·del·lif·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gondellift'). , de  wn  w
			kabelbanenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: kabelbaan Lettergrepen: ka·bel·ba·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kabelbaan'). , de  wn  w
			zweefbanenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: zweefbaan Lettergrepen: zweef·ba·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zweefbaan'). , de  wn  w
	TélefoNombre (o por antonomasia) (Mitología griega)   w		Telephuseigennaam (of antonomasie) en (Griekse mythologie)   w
	telefoneatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llama Llama por teléfono Llame Llame por teléfono Telefonee	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	¡telefonea!imperativo singular del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Llama por teléfono! ¡Llama! ¡Llamad por teléfono! ¡Llamad! ¡Telefonead!	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	bel op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'opbellen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			telefoneer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'telefoneren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	bel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bellen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneara Telefonease Telefoneé Telefoneó	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneara Telefonease Telefoneé Telefoneó		ik belde opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: ik bel·de op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
	_tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneara Telefonease Telefoneé Telefoneó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneara Telefonease Telefoneé Telefoneó		ik telefoneerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik te·le·fo·neer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
	_tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba por teléfono Llamara por teléfono Llamase por teléfono Llamé por teléfono Llamó por teléfono Telefoneara Telefonease Telefoneé Telefoneó	2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba por teléfono Llamara por teléfono Llamase por teléfono Llamé por teléfono Llamó por teléfono Telefoneara Telefonease Telefoneé Telefoneó		ik beldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ik bel·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamabais Llamabais por teléfono Llamarais Llamarais por teléfono Llamaseis Llamaseis por teléfono Llamasteis Llamasteis por teléfono Telefonearais Telefoneaseis Telefoneasteis	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie belden optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie bel·den op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie telefoneerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie te·le·fo·neer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie beldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie bel·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos Llamábamos por teléfono Llamamos Llamamos por teléfono Llamáramos Llamáramos por teléfono Llamásemos Llamásemos por teléfono Telefoneamos Telefoneáramos Telefoneásemos	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	wij/we belden opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			wij/we telefoneerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	wij/we beldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaban Llamaban por teléfono Llamaran Llamaran por teléfono Llamaron Llamaron por teléfono Llamasen Llamasen por teléfono Telefonearan Telefonearon Telefoneasen	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze belden opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze telefoneerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze beldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamabas Llamabas por teléfono Llamaras Llamaras por teléfono Llamases Llamases por teléfono Llamaste Llamaste por teléfono Telefonearas Telefoneases Telefoneaste	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je belde optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je telefoneerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je beldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	¡telefonead!imperativo plural del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Llama por teléfono! ¡Llama! ¡Llamad por teléfono! ¡Llamad! ¡Telefonea!	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	bel op!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'opbellen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			telefoneer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'telefoneren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	bel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bellen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Llamada Llamadas Llamado Llamado por teléfono Llamados Telefoneadas Telefoneado Telefoneados	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	getelefoneerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ge·te·le·fo·neerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
			opgebeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: op·ge·beld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
		2Llamar por teléfono.	gebeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ge·beld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Llamada Llamadas Llamado Llamado por teléfono Llamados Telefoneada Telefoneado Telefoneados	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	getelefoneerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ge·te·le·fo·neerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
			opgebeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: op·ge·beld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
		2Llamar por teléfono.	gebeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ge·beld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneadoparticipio pasado del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamada Llamadas Llamado Llamado por teléfono Llamados Telefoneada Telefoneadas Telefoneados	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	getelefoneerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ge·te·le·fo·neerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
			opgebeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: op·ge·beld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
		2Llamar por teléfono.	gebeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ge·beld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Llamada Llamadas Llamado Llamado por teléfono Llamados Telefoneada Telefoneadas Telefoneado	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	getelefoneerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ge·te·le·fo·neerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
			opgebeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: op·ge·beld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
		2Llamar por teléfono.	gebeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ge·beld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamáis Llamáis por teléfono Llaméis Llaméis por teléfono Telefoneéis	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie bellen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie bel·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie telefonerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie bellentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos Llamábamos por teléfono Llamamos Llamamos por teléfono Llamáramos Llamáramos por teléfono Llamásemos Llamásemos por teléfono Llamemos Llamemos por teléfono Telefoneábamos Telefoneáramos Telefoneásemos Telefoneemos	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	wij/we belden opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos Llamábamos por teléfono Llamamos Llamamos por teléfono Llamáramos Llamáramos por teléfono Llamásemos Llamásemos por teléfono Llamemos Llamemos por teléfono Telefoneábamos Telefoneáramos Telefoneásemos Telefoneemos		wij/we bellen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos Llamábamos por teléfono Llamamos Llamamos por teléfono Llamáramos Llamáramos por teléfono Llamásemos Llamásemos por teléfono Llamemos Llamemos por teléfono Telefoneábamos Telefoneáramos Telefoneásemos Telefoneemos		wij/we telefoneerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos Llamábamos por teléfono Llamamos Llamamos por teléfono Llamáramos Llamáramos por teléfono Llamásemos Llamásemos por teléfono Llamemos Llamemos por teléfono Telefoneábamos Telefoneáramos Telefoneásemos Telefoneemos		wij/we telefonereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos por teléfono Llamamos por teléfono Llamáramos por teléfono Llamásemos por teléfono Llamemos por teléfono Telefoneábamos Telefoneáramos Telefoneásemos Telefoneemos	2Llamar por teléfono.	wij/we beldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos por teléfono Llamamos por teléfono Llamáramos por teléfono Llamásemos por teléfono Llamemos por teléfono Telefoneábamos Telefoneáramos Telefoneásemos Telefoneemos		wij/we belleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llaman Llaman por teléfono Llamen Llamen por teléfono Telefoneen	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze bellen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze telefonerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze bellenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneandogerundio del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamando Llamando por teléfono	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	opbellendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: op·bel·lend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			telefonerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: te·le·fo·ne·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	bellendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: bel·lend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefonearinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamar Llamar por teléfono  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Telefoneo Telefoneé Telefoneas Telefoneaste Telefonea Telefoneó Telefoneamos Telefoneamos Telefoneáis Telefoneasteis Telefonean Telefonearon Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Telefonear é ía Telefoneaba Telefonear ás ías Telefoneabas Telefonear á ía Telefoneaba Telefonear emos íamos Telefoneábamos Telefonear éis íais Telefoneabais Telefonear án ían Telefoneaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Telefonee Telefoneara Telefonees Telefonearas Telefonee Telefoneara Telefoneemos Telefoneáramos Telefoneéis Telefonearais Telefoneen Telefonearan Futuro Préterito imperfecto se Telefoneare Telefonease Telefoneares Telefoneases Telefoneare Telefonease Telefoneáremos Telefoneásemos Telefoneareis Telefoneaseis Telefonearen Telefoneasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Telefonea (tú) No telefonees Telefonee (usted) No telefonee Telefoneemos (nosotros) No telefoneemos Telefonead (vosotros) No telefoneéis Telefoneen (ustedes) No telefoneen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Telefoneado Telefoneando	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	opbellenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: op·bel·len In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: opbellen - belde op - opgebeld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			telefonerenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: te·le·fo·ne·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: telefoneren - telefoneerde - getelefoneerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
		2Llamar por teléfono.	bellenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: bel·len In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: bellen - belde - gebeld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	telefonearatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefonease Telefoneé Telefoneó	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefonease Telefoneé Telefoneó		ik belde opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: ik bel·de op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefonease Telefoneé Telefoneó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefonease Telefoneé Telefoneó		ik telefoneerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik te·le·fo·neer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba por teléfono Llamara por teléfono Llamase por teléfono Llamé por teléfono Llamó por teléfono Telefoneaba Telefonease Telefoneé Telefoneó	2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba por teléfono Llamara por teléfono Llamase por teléfono Llamé por teléfono Llamó por teléfono Telefoneaba Telefonease Telefoneé Telefoneó		ik beldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ik bel·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefonearátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamará Llamará por teléfono Llamare Llamare por teléfono Telefoneare	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbellenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal telefonerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bellenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamabais Llamabais por teléfono Llamarais Llamarais por teléfono Llamaseis Llamaseis por teléfono Llamasteis Llamasteis por teléfono Telefoneabais Telefoneaseis Telefoneasteis	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie belden optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie bel·den op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie telefoneerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie te·le·fo·neer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie beldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie bel·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos Llamábamos por teléfono Llamamos Llamamos por teléfono Llamáramos Llamáramos por teléfono Llamásemos Llamásemos por teléfono Telefoneábamos Telefoneamos Telefoneásemos	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	wij/we belden opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			wij/we telefoneerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	wij/we beldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaban Llamaban por teléfono Llamaran Llamaran por teléfono Llamaron Llamaron por teléfono Llamasen Llamasen por teléfono Telefoneaban Telefonearon Telefoneasen	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze belden opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze telefoneerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze beldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamarán Llamarán por teléfono Llamaren Llamaren por teléfono Telefonearen	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze zullen opbellenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze zullen telefonerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze zullen bellenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamabas Llamabas por teléfono Llamaras Llamaras por teléfono Llamases Llamases por teléfono Llamaste Llamaste por teléfono Telefoneabas Telefoneases Telefoneaste	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je belde optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je telefoneerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je beldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamarás Llamarás por teléfono Llamares Llamares por teléfono Telefoneares	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je zal opbellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je zal telefonerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je zal bellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamará Llamará por teléfono Llamare Llamaré Llamare por teléfono Llamaré por teléfono Telefoneará Telefonearé	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opbellenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamará Llamará por teléfono Llamare Llamaré Llamare por teléfono Llamaré por teléfono Telefoneará Telefonearé		ik zal opbelleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: ik zal op·bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamará Llamará por teléfono Llamare Llamaré Llamare por teléfono Llamaré por teléfono Telefoneará Telefonearé		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal telefonerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamará Llamará por teléfono Llamare Llamaré Llamare por teléfono Llamaré por teléfono Telefoneará Telefonearé		ik zal telefonereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik zal te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamará por teléfono Llamare por teléfono Llamaré por teléfono Telefoneará Telefonearé	2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bellenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamará por teléfono Llamare por teléfono Llamaré por teléfono Telefoneará Telefonearé		ik zal belleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ik zal bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefonearéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamare Llamaré Llamare por teléfono Llamaré por teléfono Telefoneare	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	ik zal opbelleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: ik zal op·bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			ik zal telefonereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik zal te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	ik zal belleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ik zal bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamareis Llamaréis Llamareis por teléfono Llamaréis por teléfono Telefonearéis	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie zullen opbellentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie zul·len op·bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie zullen telefonerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie zul·len te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie zullen bellentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie zul·len bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefonearéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamareis Llamaréis Llamareis por teléfono Llamaréis por teléfono Telefoneareis	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie zullen opbellentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie zul·len op·bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie zullen telefonerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie zul·len te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie zullen bellentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie zul·len bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefonearemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaremos Llamáremos Llamaremos por teléfono Llamáremos por teléfono Telefoneáremos	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	wij/we zullen opbelleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			wij/we zullen telefonereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	wij/we zullen belleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaremos Llamáremos Llamaremos por teléfono Llamáremos por teléfono Telefonearemos	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	wij/we zullen opbelleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			wij/we zullen telefonereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	wij/we zullen belleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamarán Llamarán por teléfono Llamaren Llamaren por teléfono Telefonearán	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze zullen opbellenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze zullen telefonerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze zullen bellenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamarás Llamarás por teléfono Llamares Llamares por teléfono Telefonearás	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je zal opbellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je zal telefonerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je zal bellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearíatercera persona singular condicional del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaría Llamaría por teléfono	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opbellenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaría Llamaría por teléfono		ik zou opbelleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: ik zou op·bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaría Llamaría por teléfono		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou telefonerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaría Llamaría por teléfono		ik zou telefonereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik zou te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaría por teléfono	2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bellenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaría por teléfono		ik zou belleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ik zou bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefonearíaissegunda persona plural condicional del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaríais Llamaríais por teléfono	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie zouden opbellentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie zou·den op·bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie zouden telefonerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie zou·den te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie zouden bellentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie zou·den bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefonearíamosprimera persona plural condicional del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaríamos Llamaríamos por teléfono	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	wij/we zouden opbelleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			wij/we zouden telefonereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	wij/we zouden belleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearíantercera persona plural condicional del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamarían Llamarían por teléfono	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze zouden opbellenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze zouden telefonerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze zouden bellenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearíassegunda persona singular condicional del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamarías Llamarías por teléfono	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je zou opbellentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je zou telefonerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je zou bellentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefonearontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaban Llamaban por teléfono Llamaran Llamaran por teléfono Llamaron Llamaron por teléfono Llamasen Llamasen por teléfono Telefoneaban Telefonearan Telefoneasen	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze belden opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze telefoneerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze beldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamas Llamas por teléfono Llames Llames por teléfono Telefonees	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je belt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je telefoneerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je belttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefoneara Telefoneé Telefoneó	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefoneara Telefoneé Telefoneó		ik belde opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: ik bel·de op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefoneara Telefoneé Telefoneó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefoneara Telefoneé Telefoneó		ik telefoneerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik te·le·fo·neer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba por teléfono Llamara por teléfono Llamase por teléfono Llamé por teléfono Llamó por teléfono Telefoneaba Telefoneara Telefoneé Telefoneó	2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba por teléfono Llamara por teléfono Llamase por teléfono Llamé por teléfono Llamó por teléfono Telefoneaba Telefoneara Telefoneé Telefoneó		ik beldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ik bel·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamabais Llamabais por teléfono Llamarais Llamarais por teléfono Llamaseis Llamaseis por teléfono Llamasteis Llamasteis por teléfono Telefoneabais Telefonearais Telefoneasteis	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie belden optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie bel·den op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie telefoneerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie te·le·fo·neer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie beldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie bel·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamábamos Llamábamos por teléfono Llamamos Llamamos por teléfono Llamáramos Llamáramos por teléfono Llamásemos Llamásemos por teléfono Telefoneábamos Telefoneamos Telefoneáramos	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	wij/we belden opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			wij/we telefoneerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	wij/we beldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaban Llamaban por teléfono Llamaran Llamaran por teléfono Llamaron Llamaron por teléfono Llamasen Llamasen por teléfono Telefoneaban Telefonearan Telefonearon	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze belden opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze telefoneerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze beldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamabas Llamabas por teléfono Llamaras Llamaras por teléfono Llamases Llamases por teléfono Llamaste Llamaste por teléfono Telefoneabas Telefonearas Telefoneaste	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je belde optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je telefoneerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je beldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamabas Llamabas por teléfono Llamaras Llamaras por teléfono Llamases Llamases por teléfono Llamaste Llamaste por teléfono Telefoneabas Telefonearas Telefoneases	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je belde optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je telefoneerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je beldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamabais Llamabais por teléfono Llamarais Llamarais por teléfono Llamaseis Llamaseis por teléfono Llamasteis Llamasteis por teléfono Telefoneabais Telefonearais Telefoneaseis	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie belden optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie bel·den op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie telefoneerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie te·le·fo·neer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie beldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie bel·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneeprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llama Llama por teléfono Llame Llame por teléfono Llamo Llamo por teléfono Telefonea Telefoneo	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	ik bel opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llama Llama por teléfono Llame Llame por teléfono Llamo Llamo por teléfono Telefonea Telefoneo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llama Llama por teléfono Llame Llame por teléfono Llamo Llamo por teléfono Telefonea Telefoneo		ik telefoneereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik te·le·fo·neer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llama por teléfono Llame por teléfono Llamo por teléfono Telefonea Telefoneo	2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llama por teléfono Llame por teléfono Llamo por teléfono Telefonea Telefoneo		ik beleerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamé Llamé por teléfono Telefoneaba Telefoneara Telefonease	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	ik belde opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: ik bel·de op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			ik telefoneerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik te·le·fo·neer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	ik beldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: ik bel·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	¡telefonee!imperativo singular del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Llame por teléfono! ¡Llame! ¡Llamen por teléfono! ¡Llamen! ¡Telefoneen!	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	belt u op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'opbellen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			telefoneert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'telefoneren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	belt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bellen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamáis Llamáis por teléfono Llaméis Llaméis por teléfono Telefoneáis	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jullie bellen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: jul·lie bel·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			jullie telefonerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: jul·lie te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	jullie bellentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: jul·lie bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamamos Llamamos por teléfono Llamemos Llamemos por teléfono Telefoneamos	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	wij/we bellen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			wij/we telefonereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	wij/we belleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	¡telefoneemos!imperativo plural del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Llamemos por teléfono! ¡Llamemos!	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	laten we opbellengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'opbellen' Lettergrepen: la·ten we op·bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			laten we telefonerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: la·ten we te·le·fo·ne·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	laten we bellengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bellen' Lettergrepen: la·ten we bel·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llaman Llaman por teléfono Llamen Llamen por teléfono Telefonean	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	zij/ze bellen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			zij/ze telefonerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	zij/ze bellenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	¡telefoneen!imperativo plural del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Llame por teléfono! ¡Llame! ¡Llamen por teléfono! ¡Llamen! ¡Telefonee!	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	belt u op!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'opbellen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			telefoneert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'telefoneren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	belt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bellen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamas Llamas por teléfono Llames Llames por teléfono Telefoneas	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	jij/je belt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			jij/je telefoneerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	jij/je belttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoneoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llame Llame por teléfono Llamo Llamo por teléfono Telefonee	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	ik bel opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opbellen').   wn
			ik telefoneereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren' Lettergrepen: ik te·le·fo·neer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoneren').   wn
		2Llamar por teléfono.	ik beleerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bellen').   wn
	telefoneótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefonear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Llamaba Llamaba por teléfono Llamara Llamara por teléfono Llamase Llamase por teléfono Llamó Llamó por teléfono Telefoneaba Telefoneara Telefonease	1Llamada Llamamiento Llamar Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opbellen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'telefoneren'
		2Llamar por teléfono.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bellen'
	telefoníasustantivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonía' , la  wn  w		telefoniezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: te·le·fo·nie Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	telefónicaadjetivo femenino singular de la palabra: telefónico Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefónico'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Telefónicas Telefónico Telefónicos		telefoon-bijvoeglijk naamwoord bn
	telefónicasadjetivo femenino plural de la palabra: telefónico Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefónico'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Telefónica Telefónico Telefónicos		telefoon-bijvoeglijk naamwoord bn
	telefónicoadjetivo masculino singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefónico'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefónica Telefónicas Telefónicos		telefoon-bijvoeglijk naamwoord bn
	telefónicosadjetivo masculino plural de la palabra: telefónico Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefónico'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Telefónica Telefónicas Telefónico		telefoon-bijvoeglijk naamwoord bn
	telefonistasustantivo Plural es: telefonistas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonista' , el-laCon este sustantivo se usa el artículo femenino cuando se aplica a una mujer y el artículo masculino en otros casos.  we  wn  w	1.	telefonistzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: te·le·fo·nist Meervoud is: telefonisten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
		2Maestra.	telefonistezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: te·le·fo·nis·te Meervoud is: telefonistes , de  wn  w
	telefonistassustantivo plural de la palabra: telefonista Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'telefonista' , los-lasCon este sustantivo se usa el artículo femenino cuando se aplica a una mujer y el artículo masculino en otros casos.  we  w	1.	telefonistenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: telefonist Lettergrepen: te·le·fo·nis·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefonist'). , de  wn  w
		2.	telefonistesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: telefoniste Lettergrepen: te·le·fo·nis·tes , de  wn  w
	teléfonosustantivo Plural es: teléfonos Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'teléfono' , el  we  wn  w		telefoonzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: te·le·foon Verkleinwoord is: telefoontje [te·le·foon·tje]], het Meervoud is: telefoons Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	teléfono"teléfono de campaña": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'teléfono'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   campaña Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'campaña'   w		veldtelefoonzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: veld·te·le·foon Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	teléfono"teléfono rojo": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'teléfono'   rojo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo' , el  w		rode telefoonzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: ro·de te·le·foon   w
	teléfono"teléfono satelital": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'teléfono'   satelital Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'satelital' , el  w		satelliettelefoonzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: sa·tel·liet·te·le·foon Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	teléfonossustantivo plural de la palabra: teléfono Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'teléfono' , los  we  w		telefoonsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: telefoon Lettergrepen: te·le·foons Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Telefoon'). , de  wn  w
	telefotografía tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografíe		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeert met een telelensderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	¡telefotografía! imperativo singular del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Telefotografiad!		fotografeer met een telelens!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiaba tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiara Telefotografiase Telefotografié Telefotografió		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeerde met een telelensderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiara Telefotografiase Telefotografié Telefotografió		ik fotografeerde met een telelenseerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik fo·to·gra·feer·de met een te·le·lens
	telefotografiabais segunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiarais Telefotografiaseis Telefotografiasteis		jullie fotografeerden met een telelenstweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie fo·to·gra·feer·den met een te·le·lens
	telefotografiábamos primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiamos Telefotografiáramos Telefotografiásemos		wij/we fotografeerden met een telelenseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiaban tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaran Telefotografiaron Telefotografiasen		zij/ze fotografeerden met een telelensderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiabas segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaras Telefotografiases Telefotografiaste		jij/je fotografeerde met een telelenstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	¡telefotografiad! imperativo plural del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Telefotografía!		fotografeer met een telelens!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiada forma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiadas Telefotografiado Telefotografiados		met een telelens gefotografeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: met een te·le·lens ge·fo·to·gra·feerd
	telefotografiadas forma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiada Telefotografiado Telefotografiados		met een telelens gefotografeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: met een te·le·lens ge·fo·to·gra·feerd
	telefotografiado participio pasado del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiada Telefotografiadas Telefotografiados		met een telelens gefotografeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: met een te·le·lens ge·fo·to·gra·feerd
	telefotografiados forma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiada Telefotografiadas Telefotografiado		met een telelens gefotografeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: met een te·le·lens ge·fo·to·gra·feerd
	telefotografiáis segunda persona plural presente de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiéis		jullie fotograferen met een telelenstweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie fo·to·gra·fe·ren met een te·le·lens
	telefotografiamos primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiábamos Telefotografiáramos Telefotografiásemos Telefotografiemos		wij/we fotografeerden met een telelenseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiábamos Telefotografiáramos Telefotografiásemos Telefotografiemos		wij/we fotograferen met een telelenseerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografían tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografíen		zij/ze fotograferen met een telelensderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiando gerundio del verbo 'telefotografiar'		met een telelens fotograferendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: met een te·le·lens fo·to·gra·fe·rend
	telefotografiarinfinitivo de un verbo   ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Telefotografío Telefotografié Telefotografías Telefotografiaste Telefotografía Telefotografió Telefotografiamos Telefotografiamos Telefotografiáis Telefotografiasteis Telefotografían Telefotografiaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Telefotografiar é ía Telefotografiaba Telefotografiar ás ías Telefotografiabas Telefotografiar á ía Telefotografiaba Telefotografiar emos íamos Telefotografiábamos Telefotografiar éis íais Telefotografiabais Telefotografiar án ían Telefotografiaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Telefotografíe Telefotografiara Telefotografíes Telefotografiaras Telefotografíe Telefotografiara Telefotografiemos Telefotografiáramos Telefotografiéis Telefotografiarais Telefotografíen Telefotografiaran Futuro Préterito imperfecto se Telefotografiare Telefotografiase Telefotografiares Telefotografiases Telefotografiare Telefotografiase Telefotografiáremos Telefotografiásemos Telefotografiareis Telefotografiaseis Telefotografiaren Telefotografiasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Telefotografía (tú) No telefotografíes Telefotografíe (usted) No telefotografíe Telefotografiemos (nosotros) No telefotografiemos Telefotografiad (vosotros) No telefotografiéis Telefotografíen (ustedes) No telefotografíen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Telefotografiado Telefotografiando		met een telelens fotograferenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: met een te·le·lens fo·to·gra·fe·ren Verbuiging: met een telelens fotograferen - fotografeerde met een telelens - met een telelens gefotografeerd
	telefotografiara tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaba Telefotografiase Telefotografié Telefotografió		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeerde met een telelensderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaba Telefotografiase Telefotografié Telefotografió		ik fotografeerde met een telelenseerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik fo·to·gra·feer·de met een te·le·lens
	telefotografiará tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal met een telelens fotograferenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiarais segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiabais Telefotografiaseis Telefotografiasteis		jullie fotografeerden met een telelenstweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie fo·to·gra·feer·den met een te·le·lens
	telefotografiáramos primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiábamos Telefotografiamos Telefotografiásemos		wij/we fotografeerden met een telelenseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiaran tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaban Telefotografiaron Telefotografiasen		zij/ze fotografeerden met een telelensderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiarán tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaren		zij/ze zullen met een telelens fotograferenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiaras segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiabas Telefotografiases Telefotografiaste		jij/je fotografeerde met een telelenstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiarás segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiares		jij/je zal met een telelens fotograferentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiare tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiará Telefotografiaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal met een telelens fotograferenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiará Telefotografiaré		ik zal met een telelens fotografereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik zal met een te·le·lens fo·to·gra·fe·ren
	telefotografiaré primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiare		ik zal met een telelens fotografereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik zal met een te·le·lens fo·to·gra·fe·ren
	telefotografiareis segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaréis		jullie zullen met een telelens fotograferentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie zul·len met een te·le·lens fo·to·gra·fe·ren
	telefotografiaréis segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiareis		jullie zullen met een telelens fotograferentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie zul·len met een te·le·lens fo·to·gra·fe·ren
	telefotografiaremos primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiáremos		wij/we zullen met een telelens fotografereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiáremos primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaremos		wij/we zullen met een telelens fotografereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiaren tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiarán		zij/ze zullen met een telelens fotograferenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiares segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiarás		jij/je zal met een telelens fotograferentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiaría tercera persona singular condicional del verbo 'telefotografiar'		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou met een telelens fotograferenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'telefotografiar'		ik zou met een telelens fotografereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik zou met een te·le·lens fo·to·gra·fe·ren
	telefotografiaríais segunda persona plural condicional del verbo 'telefotografiar'		jullie zouden met een telelens fotograferentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie zou·den met een te·le·lens fo·to·gra·fe·ren
	telefotografiaríamos primera persona plural condicional del verbo 'telefotografiar'		wij/we zouden met een telelens fotografereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiarían tercera persona plural condicional del verbo 'telefotografiar'		zij/ze zouden met een telelens fotograferenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiarías segunda persona singular condicional del verbo 'telefotografiar'		jij/je zou met een telelens fotograferentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiaron tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaban Telefotografiaran Telefotografiasen		zij/ze fotografeerden met een telelensderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografías segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'telefotografiar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografíes		jij/je fotografeert met een telelenstweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiase tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaba Telefotografiara Telefotografié Telefotografió		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeerde met een telelensderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaba Telefotografiara Telefotografié Telefotografió		ik fotografeerde met een telelenseerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik fo·to·gra·feer·de met een te·le·lens
	telefotografiaseis segunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiabais Telefotografiarais Telefotografiasteis		jullie fotografeerden met een telelenstweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie fo·to·gra·feer·den met een te·le·lens
	telefotografiásemos primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiábamos Telefotografiamos Telefotografiáramos		wij/we fotografeerden met een telelenseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiasen tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaban Telefotografiaran Telefotografiaron		zij/ze fotografeerden met een telelensderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiases segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiabas Telefotografiaras Telefotografiaste		jij/je fotografeerde met een telelenstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiaste segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiabas Telefotografiaras Telefotografiases		jij/je fotografeerde met een telelenstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiasteis segunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiabais Telefotografiarais Telefotografiaseis		jullie fotografeerden met een telelenstweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie fo·to·gra·feer·den met een te·le·lens
	telefotografié primera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaba Telefotografiara Telefotografiase		ik fotografeerde met een telelenseerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik fo·to·gra·feer·de met een te·le·lens
	telefotografíe primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografía Telefotografío		ik fotografeer met een telelenseerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik fo·to·gra·feer met een te·le·lens
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografía Telefotografío		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeert met een telelensderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	¡telefotografíe! imperativo singular del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Telefotografíen!		fotografeert u met een telelens!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografiéis segunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiáis		jullie fotograferen met een telelenstweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: jul·lie fo·to·gra·fe·ren met een te·le·lens
	telefotografiemos primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiamos		wij/we fotograferen met een telelenseerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	¡telefotografiemos! imperativo plural del verbo 'telefotografiar'		laten we met een telelens fotograferengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: la·ten we met een te·le·lens fo·to·gra·fe·ren
	telefotografíen tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografían		zij/ze fotograferen met een telelensderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	¡telefotografíen! imperativo plural del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Telefotografíe!		fotografeert u met een telelens!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografíes segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografías		jij/je fotografeert met een telelenstweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografió tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografiaba Telefotografiara Telefotografiase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fotografeerde met een telelensderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen'
	telefotografío primera persona singular presente de indicativo del verbo 'telefotografiar'   spalabras relacionadas: --------------------- Telefotografíe		ik fotografeer met een telelenseerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met een telelens fotograferen' Lettergrepen: ik fo·to·gra·feer met een te·le·lens

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

d

e

h

i

jlm

o

r

s

u

wyz

3e

_

ab

c

dfghij

l

m

n

ñ

o

pq

r

s

t

uvwxz

4e

-a

e

ioqu

5e

-

gjkmno

pqrstv

6e

ba

de

fe

fo

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

TELEBA ..... TELEFOz

Volgende/ Siguiente -->

boven