Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C DE F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 -ab c d ef g hi j k lm n o p q r s t u v w x y z

3e a b de i mop suy

4ea e i l o r u

5e cl n ñ p q rs t v

6e a e i l m o

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
EMPALVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
empalatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empale
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
¡empala!imperativo singular del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalad!
spiets!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'spietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalara
Empalase
Empalé
Empaló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalara
Empalase
Empalé
Empaló
ik spietsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ik spiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalarais
Empalaseis
Empalasteis
jullie spietstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie spiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalamos
Empaláramos
Empalásemos
wij/we spietsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaran
Empalaron
Empalasen
zij/ze spietstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaras
Empalases
Empalaste
jij/je spietstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
¡empalad!imperativo plural del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empala!
spiets!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'spietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaladaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empaladas
Empalado
Empalados
gespietstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ge·spietst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaladasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalada
Empalado
Empalados
gespietstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ge·spietst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaladoparticipio pasado del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalada
Empaladas
Empalados
gespietstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ge·spietst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaladosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalada
Empaladas
Empalado
gespietstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ge·spietst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaláissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empaléis
jullie spietsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalamientosustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalamiento'
, el  we  w
spietsingzelfstandig naamwoord zn
  w
empalamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalábamos
Empaláramos
Empalásemos
Empalemos
wij/we spietseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalábamos
Empaláramos
Empalásemos
Empalemos
wij/we spietsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalen
zij/ze spietsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalandogerundio del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we
spietsendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: spiet·send

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  w  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
EmpaloEmpalé
EmpalasEmpalaste
EmpalaEmpaló
EmpalamosEmpalamos
EmpaláisEmpalasteis
EmpalanEmpalaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
EmpalaréíaEmpalaba
EmpalarásíasEmpalabas
EmpalaráíaEmpalaba
EmpalaremosíamosEmpalábamos
EmpalaréisíaisEmpalabais
EmpalaráníanEmpalaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
EmpaleEmpalara
EmpalesEmpalaras
EmpaleEmpalara
EmpalemosEmpaláramos
EmpaléisEmpalarais
EmpalenEmpalaran
FuturoPréterito imperfecto se
EmpalareEmpalase
EmpalaresEmpalases
EmpalareEmpalase
EmpaláremosEmpalásemos
EmpalareisEmpalaseis
EmpalarenEmpalasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Empala(tú)No empales
Empale(usted)No empale
Empalemos(nosotros)No empalemos
Empalad(vosotros)No empaléis
Empalen(ustedes)No empalen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
EmpaladoEmpalando
spietsenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: spiet·sen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
spietsen - spietste - gespietst


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
empalaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaba
Empalase
Empalé
Empaló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaba
Empalase
Empalé
Empaló
ik spietsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ik spiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalabais
Empalaseis
Empalasteis
jullie spietstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie spiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaláramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalábamos
Empalamos
Empalásemos
wij/we spietsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaban
Empalaron
Empalasen
zij/ze spietstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaren
zij/ze zullen spietsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalabas
Empalases
Empalaste
jij/je spietstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalares
jij/je zal spietsentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalará
Empalaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalará
Empalaré
ik zal spietseneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ik zal spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalare
ik zal spietseneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ik zal spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaréis
jullie zullen spietsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalareis
jullie zullen spietsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empaláremos
wij/we zullen spietseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empaláremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaremos
wij/we zullen spietseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalarán
zij/ze zullen spietsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalarás
jij/je zal spietsentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalaríatercera persona singular condicional del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou spietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'empalar'
  we
ik zou spietseneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ik zou spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we
jullie zouden spietsentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we
wij/we zouden spietseneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalaríantercera persona plural condicional del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we
zij/ze zouden spietsenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalaríassegunda persona singular condicional del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we
jij/je zou spietsentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaban
Empalaran
Empalasen
zij/ze spietstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empales
jij/je spietsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaba
Empalara
Empalé
Empaló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaba
Empalara
Empalé
Empaló
ik spietsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ik spiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalabais
Empalarais
Empalasteis
jullie spietstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie spiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalábamos
Empalamos
Empaláramos
wij/we spietsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaban
Empalaran
Empalaron
zij/ze spietstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalabas
Empalaras
Empalaste
jij/je spietstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalabas
Empalaras
Empalases
jij/je spietstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalabais
Empalarais
Empalaseis
jullie spietstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie spiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaletercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empala
Empalo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empala
Empalo
ik spietseerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaléprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaba
Empalara
Empalase
ik spietsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: ik spiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
¡empale!imperativo singular del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalen!
spietst u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'spietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empaléissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empaláis
jullie spietsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: jul·lie spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalamos
wij/we spietseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
¡empalemos!imperativo plural del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
laten we spietsengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'spietsen'
Lettergrepen: la·ten we spiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalan
zij/ze spietsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
¡empalen!imperativo plural del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empale!
spietst u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'spietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalas
jij/je spietsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
empalidecetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidezca
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
¡empalidece!imperativo singular del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalideced!
verbleek!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verbleken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
¡empalideced!imperativo plural del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalidece!
verbleek!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verbleken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecéissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidezcáis
jullie verblekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecemosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidezcamos
wij/we verblekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidezcan
zij/ze verblekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecerinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
EmpalidezcoEmpalidecí
EmpalidecesEmpalideciste
EmpalideceEmpalideció
EmpalidecemosEmpalidecimos
EmpalidecéisEmpalidecisteis
EmpalidecenEmpalidecieron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
EmpalideceréíaEmpalidecía
EmpalidecerásíasEmpalidecías
EmpalideceráíaEmpalidecía
EmpalideceremosíamosEmpalidecíamos
EmpalideceréisíaisEmpalidecíais
EmpalideceráníanEmpalidecían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
EmpalidezcaEmpalideciera
EmpalidezcasEmpalidecieras
EmpalidezcaEmpalideciera
EmpalidezcamosEmpalideciéramos
EmpalidezcáisEmpalidecierais
EmpalidezcanEmpalidecieran
FuturoPréterito imperfecto se
EmpalideciereEmpalideciese
EmpalidecieresEmpalidecieses
EmpalideciereEmpalideciese
EmpalideciéremosEmpalideciésemos
EmpalideciereisEmpalidecieseis
EmpalidecierenEmpalideciesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Empalidece(tú)No empalidezcas
Empalidezca(usted)No empalidezca
Empalidezcamos(nosotros)No empalidezcamos
Empalideced(vosotros)No empalidezcáis
Empalidezcan(ustedes)No empalidezcan
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
EmpalidecidoEmpalideciendo
verblekenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: ver·ble·ken
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
verbleken - verbleekte - verbleekt


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
empalidecerátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalideciere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verblekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecerántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecieren
zij/ze zullen verblekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecerássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecieres
jij/je zal verblekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalideceréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalideciere
ik zal verblekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik zal ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideceréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalideciereis
jullie zullen verblekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideceremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalideciéremos
wij/we zullen verblekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalideceríatercera persona singular condicional del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verblekenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
  _primera persona singular condicional del verbo 'empalidecer'
  we  wn
ik zou verblekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik zou ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideceríaissegunda persona plural condicional del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn
jullie zouden verblekentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideceríamosprimera persona plural condicional del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn
wij/we zouden verblekeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalideceríantercera persona plural condicional del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn
zij/ze zouden verblekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalideceríassegunda persona singular condicional del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn
jij/je zou verblekentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidezcas
jij/je verbleekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecía
Empalideciera
Empalideciese
ik verbleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik ver·bleek·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecí
Empalideciera
Empalideciese
Empalideció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecí
Empalideciera
Empalideciese
Empalideció
ik verbleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik ver·bleek·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecierais
Empalidecieseis
Empalidecisteis
jullie verbleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie ver·bleek·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalideciéramos
Empalideciésemos
Empalidecimos
wij/we verbleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecieran
Empalidecieron
Empalideciesen
zij/ze verbleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecieras
Empalidecieses
Empalideciste
jij/je verbleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecidas
Empalidecido
Empalidecidos
verbleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ver·bleekt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecida
Empalidecido
Empalidecidos
verbleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ver·bleekt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecidoparticipio pasado del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecida
Empalidecidas
Empalidecidos
verbleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ver·bleekt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecida
Empalidecidas
Empalidecido
verbleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ver·bleekt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideciendogerundio del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn
verblekendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ver·ble·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecí
Empalidecía
Empalideciese
Empalideció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecí
Empalidecía
Empalideciese
Empalideció
ik verbleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik ver·bleek·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecíais
Empalidecieseis
Empalidecisteis
jullie verbleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie ver·bleek·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideciéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecíamos
Empalideciésemos
Empalidecimos
wij/we verbleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecían
Empalidecieron
Empalideciesen
zij/ze verbleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecías
Empalidecieses
Empalideciste
jij/je verbleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecerá
Empalideceré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verblekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecerá
Empalideceré
ik zal verblekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik zal ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideciereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalideceréis
jullie zullen verblekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideciéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalideceremos
wij/we zullen verblekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecerán
zij/ze zullen verblekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecerás
jij/je zal verblekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecían
Empalidecieran
Empalideciesen
zij/ze verbleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalideciesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecí
Empalidecía
Empalideciera
Empalideció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecí
Empalidecía
Empalideciera
Empalideció
ik verbleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik ver·bleek·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidecieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecíais
Empalidecierais
Empalidecisteis
jullie verbleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie ver·bleek·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalideciésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecíamos
Empalideciéramos
Empalidecimos
wij/we verbleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalideciesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecían
Empalidecieran
Empalidecieron
zij/ze verbleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalideciesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecías
Empalidecieras
Empalideciste
jij/je verbleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecíamos
Empalideciéramos
Empalideciésemos
wij/we verbleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalideciótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecía
Empalideciera
Empalideciese
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecías
Empalidecieras
Empalidecieses
jij/je verbleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidecisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecíais
Empalidecierais
Empalidecieseis
jullie verbleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie ver·bleek·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidezcatercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidece
Empalidezco
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidece
Empalidezco
ik verbleekeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik ver·bleek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
¡empalidezca!imperativo singular del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalidezcan!
verbleekt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verbleken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidezcáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecéis
jullie verblekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: jul·lie ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidezcamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecemos
wij/we verblekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
¡empalidezcamos!imperativo plural del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
laten we verblekengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: la·ten we ver·ble·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidezcantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidecen
zij/ze verblekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
¡empalidezcan!imperativo plural del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalidezca!
verbleekt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verbleken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalidezcassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalideces
jij/je verbleekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
empalidezcoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'empalidecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalidecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalidezca
ik verbleekeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verbleken'
Lettergrepen: ik ver·bleek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verbleken').
  wn
empalizadasustantivo
Plural es: empalizadas

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalizada'
, la  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Cerca
omheiningzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: om·hei·ning
Verkleinwoord is: omheininkje [om·hei·nin·kje]], het
Meervoud is: omheiningen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
paalwerkzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: paal·werk
Meervoud is: paalwerken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
palissadezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: pa·lis·sa·de
Meervouden zijn: palissaden, palissades

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
empalizadassustantivo plural de la palabra: empalizada

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalizada'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Cercas
omheiningenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: omheining
Lettergrepen: om·hei·nin·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Omheining').
, de  wn  w
paalwerkenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: paalwerk
Lettergrepen: paal·wer·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Paalwerk').
, de  wn  w
palissadenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: palissade
Lettergrepen: pa·lis·sa·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Palissade').
, de  wn  w
palissadesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: palissade
Lettergrepen: pa·lis·sa·des

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Palissade').
, de  wn  w
empalletadosustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalletado'
, el  w
relingzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: re·ling

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
verschansingzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ver·schan·sing

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
empalmatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalme
1Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
¡empalma!imperativo singular del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalmad!
1Empalme.sluit aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'aansluiten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.splits!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'splitsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmara
Empalmase
Empalmé
Empalmó
1Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmara
Empalmase
Empalmé
Empalmó
ik sloot aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmara
Empalmase
Empalmé
Empalmó
2Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmara
Empalmase
Empalmé
Empalmó
ik splitsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ik splits·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmarais
Empalmaseis
Empalmasteis
1Empalme.jullie sloten aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie slo·ten aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie splitstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie splits·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmamos
Empalmáramos
Empalmásemos
1Empalme.wij/we sloten aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.wij/we splitsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaran
Empalmaron
Empalmasen
1Empalme.zij/ze sloten aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze splitstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaras
Empalmases
Empalmaste
1Empalme.jij/je sloot aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je splitstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
¡empalmad!imperativo plural del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalma!
1Empalme.sluit aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'aansluiten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.splits!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'splitsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmadas
Empalmado
Empalmados
1Empalme.aangeslotenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: aan·ge·slo·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.gesplitstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ge·splitst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmada
Empalmado
Empalmados
1Empalme.aangeslotenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: aan·ge·slo·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.gesplitstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ge·splitst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmadoparticipio pasado del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmada
Empalmadas
Empalmados
1Empalme.aangeslotenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: aan·ge·slo·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.gesplitstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ge·splitst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmada
Empalmadas
Empalmado
1Empalme.aangeslotenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: aan·ge·slo·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.gesplitstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ge·splitst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalméis
1Empalme.jullie sluiten aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie slui·ten aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie splitsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmábamos
Empalmáramos
Empalmásemos
Empalmemos
1Empalme.wij/we sloten aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmábamos
Empalmáramos
Empalmásemos
Empalmemos
wij/we sluiten aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.wij/we splitseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmábamos
Empalmáramos
Empalmásemos
Empalmemos
wij/we splitsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmen
1Empalme.zij/ze sluiten aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze splitsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmandogerundio del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we
1Empalme.aansluitendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: aan·slui·tend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.splitsendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: split·send

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
EmpalmoEmpalmé
EmpalmasEmpalmaste
EmpalmaEmpalmó
EmpalmamosEmpalmamos
EmpalmáisEmpalmasteis
EmpalmanEmpalmaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
EmpalmaréíaEmpalmaba
EmpalmarásíasEmpalmabas
EmpalmaráíaEmpalmaba
EmpalmaremosíamosEmpalmábamos
EmpalmaréisíaisEmpalmabais
EmpalmaráníanEmpalmaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
EmpalmeEmpalmara
EmpalmesEmpalmaras
EmpalmeEmpalmara
EmpalmemosEmpalmáramos
EmpalméisEmpalmarais
EmpalmenEmpalmaran
FuturoPréterito imperfecto se
EmpalmareEmpalmase
EmpalmaresEmpalmases
EmpalmareEmpalmase
EmpalmáremosEmpalmásemos
EmpalmareisEmpalmaseis
EmpalmarenEmpalmasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Empalma(tú)No empalmes
Empalme(usted)No empalme
Empalmemos(nosotros)No empalmemos
Empalmad(vosotros)No empalméis
Empalmen(ustedes)No empalmen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
EmpalmadoEmpalmando
1Empalme.aansluitenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: aan·slui·ten
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
aansluiten - sloot aan - aangesloten


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
2Empalme.splitsenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: split·sen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
splitsen - splitste - gesplitst


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
empalmaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmase
Empalmé
Empalmó
1Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmase
Empalmé
Empalmó
ik sloot aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmase
Empalmé
Empalmó
2Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmase
Empalmé
Empalmó
ik splitsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ik splits·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmare
1Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aansluitenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal splitsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmabais
Empalmaseis
Empalmasteis
1Empalme.jullie sloten aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie slo·ten aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie splitstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie splits·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmábamos
Empalmamos
Empalmásemos
1Empalme.wij/we sloten aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.wij/we splitsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaban
Empalmaron
Empalmasen
1Empalme.zij/ze sloten aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze splitstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaren
1Empalme.zij/ze zullen aansluitenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze zullen splitsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmabas
Empalmases
Empalmaste
1Empalme.jij/je sloot aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je splitstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmares
1Empalme.jij/je zal aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je zal splitsentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmará
Empalmaré
1Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aansluitenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmará
Empalmaré
ik zal aansluiteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: ik zal aan·slui·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmará
Empalmaré
2Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal splitsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmará
Empalmaré
ik zal splitseneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ik zal split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmare
1Empalme.ik zal aansluiteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: ik zal aan·slui·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.ik zal splitseneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ik zal split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaréis
1Empalme.jullie zullen aansluitentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len aan·slui·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie zullen splitsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmareis
1Empalme.jullie zullen aansluitentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len aan·slui·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie zullen splitsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmáremos
1Empalme.wij/we zullen aansluiteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.wij/we zullen splitseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaremos
1Empalme.wij/we zullen aansluiteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.wij/we zullen splitseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmarán
1Empalme.zij/ze zullen aansluitenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze zullen splitsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmarás
1Empalme.jij/je zal aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je zal splitsentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmaríatercera persona singular condicional del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we
1Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aansluitenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
  _primera persona singular condicional del verbo 'empalmar'
  we
ik zou aansluiteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: ik zou aan·slui·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'empalmar'
  we
2Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou splitsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'empalmar'
  we
ik zou splitseneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ik zou split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we
1Empalme.jullie zouden aansluitentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie zou·den aan·slui·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie zouden splitsentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we
1Empalme.wij/we zouden aansluiteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.wij/we zouden splitseneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmaríantercera persona plural condicional del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we
1Empalme.zij/ze zouden aansluitenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze zouden splitsenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmaríassegunda persona singular condicional del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we
1Empalme.jij/je zou aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je zou splitsentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaban
Empalmaran
Empalmasen
1Empalme.zij/ze sloten aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze splitstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmes
1Empalme.jij/je sluit aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je splitsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmara
Empalmé
Empalmó
1Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmara
Empalmé
Empalmó
ik sloot aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmara
Empalmé
Empalmó
2Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmara
Empalmé
Empalmó
ik splitsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ik splits·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmabais
Empalmarais
Empalmasteis
1Empalme.jullie sloten aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie slo·ten aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie splitstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie splits·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmábamos
Empalmamos
Empalmáramos
1Empalme.wij/we sloten aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.wij/we splitsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaban
Empalmaran
Empalmaron
1Empalme.zij/ze sloten aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze splitstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmabas
Empalmaras
Empalmaste
1Empalme.jij/je sloot aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je splitstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmabas
Empalmaras
Empalmases
1Empalme.jij/je sloot aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je splitstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmabais
Empalmarais
Empalmaseis
1Empalme.jullie sloten aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie slo·ten aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie splitstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie splits·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmesustantivo
(Acción y efecto de empalmar)
Esta palabra no tiene plural

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalme'
, el  we  w
1.aansluitenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: aan·slui·ten
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn
  _sustantivo
Plural es: empalmes
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Enlace
2Enlace.aansluitingzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: aan·slui·ting
Meervoud is: aansluitingen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
  _sustantivo
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Ayuste
Corte y empalme
Splicing
3Ayuste
Corte y empalme
Splicing
.
splicingzelfstandig naamwoord zn
, de  w
  _sustantivo
(Acción y efecto de empalmar)
Esta palabra no tiene plural
  we  w
4.splitsenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: split·sen
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  we  w
empalmetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalma
Empalmo
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalma
Empalmo
ik sluit aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalma
Empalmo
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalma
Empalmo
ik splitseerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalméprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmara
Empalmase
1Empalme.ik sloot aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.ik splitsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: ik splits·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
¡empalme!imperativo singular del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalmen!
1Empalme.sluit u aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'aansluiten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.splitst u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'splitsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalméissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmáis
1Empalme.jullie sluiten aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: jul·lie slui·ten aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.jullie splitsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: jul·lie split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmamos
1Empalme.wij/we sluiten aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.wij/we splitseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
¡empalmemos!imperativo plural del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
1Empalme.laten we aansluitengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'aansluiten'
Lettergrepen: la·ten we aan·slui·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.laten we splitsengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'splitsen'
Lettergrepen: la·ten we split·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalman
1Empalme.zij/ze sluiten aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.zij/ze splitsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
¡empalmen!imperativo plural del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Empalme!
1Empalme.sluit u aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'aansluiten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.splitst u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'splitsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmessustantivo plural de la palabra: empalme

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalme'
, los  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Enlaces
aansluitingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: aansluiting
Lettergrepen: aan·slui·tin·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiting').
, de  wn  w
empalmessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmas
1Empalme.jij/je sluit aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.jij/je splitsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empalmoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalme
1Empalme.ik sluit aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aansluiten').
  wn
2Empalme.ik splitseerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Splitsen').
  wn  we
empalmótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalmar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalmar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalmaba
Empalmara
Empalmase
1Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'
2Empalme.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'splitsen'
empaloprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empale
ik spietseerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spietsen').
  wn
empalótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'empalar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'empalar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Empalaba
Empalara
Empalase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'spietsen'

1e 0‑9 A B C DE F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 -ab c d ef g hi j k lm n o p q r s t u v w x y z

3e a b de i mop suy

4ea e i l o r u

5e cl n ñ p q rs t v

6e a e i l m o

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
EMPALVolgende/ Siguiente -->

arriba