Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

-ab

c

d

ef

g

hi

j

k

l

m

n

o

p

q

r

s

t

u

v

w

x

y

z

3e

-a

b

c

de

f

g

hkl

m

no

p

q

s

t

v

4e

a

ehi

l

o

r

u

5e

b

f

l

m

n

pñ

r

s

tu

6e

e

iu

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

ESCABIOSA ..... ESCABULLO

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	escabiosasustantivo Plural es: escabiosas Nombre científico es: Knautia arvensis Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabiosa' , la  we  w  Wl  spalabras relacionadas: --------------------- Knautia Viuda silvestre  f		beemdkroonzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: beemd·kroon Meervoud is: beemdkronen Latijnse plantennaam is: Knautia arvensis , de  wn  w  B  Ws  f
			knautiazelfstandig naamwoord zn Latijnse plantennaam is: Knautia arvensis De Knautia komt in het wild vrij algemeen voor op akkers (avensis),in weilanden, langs wegen en langs dijken. We kunnen de plant gemakkelijk verwarren met de Blauwe knoop (Succisa pratensis) en vooral met het Duifkruid (Scabiosa columbaria), dat in het algemeen wat kleiner is. De plant heeft sappige bladeren die door de sla kunnen wonden gemengd. We kunnen de bladeren ook koken en bereiden als bladgroente. De geslachtsnaam komt van de Duitse botanicus Christian Knaut (1654-1716). De Knautia bevat een aantal geneeskrachtige stoffen en in de homeopathie wordt een extract van de plant voorgeschreven bij huidaandoeningen. De plant werd in de volksgeneeskunde uitwendig gebruikt bij kneuzingen en verwondingen. , de  w  B  Ws  f
	escabiosa"escabiosa mordida": locución sustantiva Nombre científico es: Succisa pratensis Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabiosa'   mordida Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mordida' , la  w  Wl		blauwe knoopzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: blau·we knoop Latijnse plantennamen zijn: Scabiosa succisa, Succisa pratensis , de  o  w  B  Ws
	escabiosassustantivo plural de la palabra: escabiosa Nombre científico es: Knautia arvensis Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabiosa' , las  we  w  Wl  f		beemdkronenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: beemdkroon Lettergrepen: beemd·kro·nen Latijnse plantennaam is: Knautia arvensis , de  w  B  Ws  f
	escabullaprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulle Escabullo Me escabulla Me escabullo Se escabulla Se escabulle		ik knijp er tussenuiteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik knijp er tus·sen·uit
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulle Escabullo Me escabulla Me escabullo Se escabulla Se escabulle		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knijpt er tussenuitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabulla!imperativo singular del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabullan! ¡Escabúllanse! ¡Escabúllase!		knijpt u er tussenuit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabulláissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullís Os escabulláis Os escabullís		jullie knijpen er tussenuittweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie knij·pen er tus·sen·uit
	¡escabullámonos!imperativo plural del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabullamos!		laten we er tussenuit knijpengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: la·ten we er tus·sen·uit knij·pen
	escabullamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullimos Nos escabullamos Nos escabullimos		wij/we knijpen er tussenuiteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabullamos!imperativo plural del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabullámonos!		laten we er tussenuit knijpengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: la·ten we er tus·sen·uit knij·pen
	escabullantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullen Se escabullan Se escabullen		zij/ze knijpen er tussenuitderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabullan!imperativo plural del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabulla! ¡Escabúllanse! ¡Escabúllase!		knijpt u er tussenuit!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabúllanse!imperativo plural del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabulla! ¡Escabullan! ¡Escabúllase!		knijpt u er tussenuit!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulles Te escabullas Te escabulles		jij/je knijpt er tussenuittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabúllase!imperativo singular del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabulla! ¡Escabullan! ¡Escabúllanse!		knijpt u er tussenuit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabulletercera persona singular presente de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulla Se escabulla Se escabulle		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knijpt er tussenuitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabulle!imperativo singular del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabúllete! ¡Escabullid! ¡Escabullíos!		knijp er tussenuit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullan Se escabullan Se escabullen		zij/ze knijpen er tussenuitderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullendogerundio del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulléndome Escabulléndonos Escabulléndoos Escabulléndose Escabulléndote		er tussenuit knijpendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit knij·pend
	escabulléndomegerundio del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- Escabullendo Escabulléndonos Escabulléndoos Escabulléndose Escabulléndote		er tussenuit knijpendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit knij·pend
	escabulléndonosgerundio del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- Escabullendo Escabulléndome Escabulléndoos Escabulléndose Escabulléndote		er tussenuit knijpendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit knij·pend
	escabulléndoosgerundio del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- Escabullendo Escabulléndome Escabulléndonos Escabulléndose Escabulléndote		er tussenuit knijpendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit knij·pend
	escabulléndosegerundio del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullendo Escabulléndome Escabulléndonos Escabulléndoos Escabulléndote		er tussenuit knijpendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit knij·pend
	escabulléndotegerundio del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- Escabullendo Escabulléndome Escabulléndonos Escabulléndoos Escabulléndose		er tussenuit knijpendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit knij·pend
	escabulleratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullese Escabullí Escabullía Escabulló Me escabullera Me escabullese Me escabullí Me escabullía Se escabullera Se escabullese Se escabullía Se escabulló		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneep er tussenuitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullese Escabullí Escabullía Escabulló Me escabullera Me escabullese Me escabullí Me escabullía Se escabullera Se escabullese Se escabullía Se escabulló		ik kneep er tussenuiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik kneep er tus·sen·uit
	escabulleraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleseis Escabullíais Escabullisteis Os escabullerais Os escabulleseis Os escabullíais Os escabullisteis		jullie knepen er tussenuittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie kne·pen er tus·sen·uit
	escabulléramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullésemos Escabullíamos Escabullimos Nos escabulléramos Nos escabullésemos Nos escabullíamos Nos escabullimos		wij/we knepen er tussenuiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullerantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleron Escabullesen Escabullían Se escabulleran Se escabulleron Se escabullesen Se escabullían		zij/ze knepen er tussenuitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullerassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleses Escabullías Escabulliste Te escabulleras Te escabulleses Te escabullías Te escabulliste		jij/je kneep er tussenuittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabulleretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullirá Escabulliré Me escabullere Me escabulliré Se escabullere Se escabullirá		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal er tussenuit knijpenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullirá Escabulliré Me escabullere Me escabulliré Se escabullere Se escabullirá		ik zal er tussenuit knijpeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik zal er tus·sen·uit knij·pen
	escabullereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulliréis Os escabullereis Os escabulliréis		jullie zullen er tussenuit knijpentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie zul·len er tus·sen·uit knij·pen
	escabulléremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulliremos Nos escabulléremos Nos escabulliremos		wij/we zullen er tussenuit knijpeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullerentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullirán Se escabulleren Se escabullirán		zij/ze zullen er tussenuit knijpenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabulleressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullirás Te escabulleres Te escabullirás		jij/je zal er tussenuit knijpentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullerontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleran Escabullesen Escabullían Se escabulleran Se escabulleron Se escabullesen Se escabullían		zij/ze knepen er tussenuitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullas Te escabullas Te escabulles		jij/je knijpt er tussenuittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullera Escabullí Escabullía Escabulló Me escabullera Me escabullese Me escabullí Me escabullía Se escabullera Se escabullese Se escabullía Se escabulló		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneep er tussenuitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullera Escabullí Escabullía Escabulló Me escabullera Me escabullese Me escabullí Me escabullía Se escabullera Se escabullese Se escabullía Se escabulló		ik kneep er tussenuiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik kneep er tus·sen·uit
	escabulleseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullerais Escabullíais Escabullisteis Os escabullerais Os escabulleseis Os escabullíais Os escabullisteis		jullie knepen er tussenuittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie kne·pen er tus·sen·uit
	escabullésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulléramos Escabullíamos Escabullimos Nos escabulléramos Nos escabullésemos Nos escabullíamos Nos escabullimos		wij/we knepen er tussenuiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleran Escabulleron Escabullían Se escabulleran Se escabulleron Se escabullesen Se escabullían		zij/ze knepen er tussenuitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleras Escabullías Escabulliste Te escabulleras Te escabulleses Te escabullías Te escabulliste		jij/je kneep er tussenuittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabúllete!imperativo singular del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabulle! ¡Escabullid! ¡Escabullíos!		knijp er tussenuit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullera Escabullese Escabullía Me escabullera Me escabullese Me escabullí Me escabullía		ik kneep er tussenuiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik kneep er tus·sen·uit
	escabullíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullera Escabullese Escabullí Escabulló Me escabullera Me escabullese Me escabullí Me escabullía Se escabullera Se escabullese Se escabullía Se escabulló		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneep er tussenuitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullera Escabullese Escabullí Escabulló Me escabullera Me escabullese Me escabullí Me escabullía Se escabullera Se escabullese Se escabullía Se escabulló		ik kneep er tussenuiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik kneep er tus·sen·uit
	escabullíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullerais Escabulleseis Escabullisteis Os escabullerais Os escabulleseis Os escabullíais Os escabullisteis		jullie knepen er tussenuittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie kne·pen er tus·sen·uit
	escabullíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulléramos Escabullésemos Escabullimos Nos escabulléramos Nos escabullésemos Nos escabullíamos Nos escabullimos		wij/we knepen er tussenuiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleran Escabulleron Escabullesen Se escabulleran Se escabulleron Se escabullesen Se escabullían		zij/ze knepen er tussenuitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleras Escabulleses Escabulliste Te escabulleras Te escabulleses Te escabullías Te escabulliste		jij/je kneep er tussenuittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabullid!imperativo plural del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabulle! ¡Escabúllete! ¡Escabullíos!		knijp er tussenuit!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullidas Escabullido Escabullidos		er tussenuit geknepenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit ge·kne·pen
	escabullidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullida Escabullido Escabullidos		er tussenuit geknepenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit ge·kne·pen
	escabullidoparticipio pasado del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullida Escabullidas Escabullidos		er tussenuit geknepenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit ge·kne·pen
	escabullidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullida Escabullidas Escabullido		er tussenuit geknepenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: er tus·sen·uit ge·kne·pen
	escabullimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullamos Escabulléramos Escabullésemos Escabullíamos Nos escabullamos Nos escabulléramos Nos escabullésemos Nos escabullíamos Nos escabullimos		wij/we knepen er tussenuiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullamos Escabulléramos Escabullésemos Escabullíamos Nos escabullamos Nos escabulléramos Nos escabullésemos Nos escabullíamos Nos escabullimos		wij/we knijpen er tussenuiteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	¡escabullíos!imperativo plural del verbo 'escabullirse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escabulle! ¡Escabúllete! ¡Escabullid!		knijp er tussenuit!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullirinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullirse  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Escabullo Escabullí Escabulles Escabulliste Escabulle Escabulló Escabullimos Escabullimos Escabullís Escabullisteis Escabullen Escabulleron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Escabullir é ía Escabullía Escabullir ás ías Escabullías Escabullir á ía Escabullía Escabullir emos íamos Escabullíamos Escabullir éis íais Escabullíais Escabullir án ían Escabullían   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Escabulla Escabullera Escabullas Escabulleras Escabulla Escabullera Escabullamos Escabulléramos Escabulláis Escabullerais Escabullan Escabulleran Futuro Préterito imperfecto se Escabullere Escabullese Escabulleres Escabulleses Escabullere Escabullese Escabulléremos Escabullésemos Escabullereis Escabulleseis Escabulleren Escabullesen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Escabulle (tú) No escabullas Escabulla (usted) No escabulla Escabullamos (nosotros) No escabullamos Escabullid (vosotros) No escabulláis Escabullan (ustedes) No escabullan Formas impersonales participio pasado     Gerundio Escabullido Escabullendo		er tussenuit knijpenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: er tus·sen·uit knij·pen Verbuiging: er tussenuit knijpen - kneep er tussenuit - er tussenuit geknepen
	escabullirátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullere Se escabullere Se escabullirá		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal er tussenuit knijpenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullirántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleren Se escabulleren Se escabullirán		zij/ze zullen er tussenuit knijpenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullirássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleres Te escabulleres Te escabullirás		jij/je zal er tussenuit knijpentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabulliréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullere Me escabullere Me escabulliré		ik zal er tussenuit knijpeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik zal er tus·sen·uit knij·pen
	escabulliréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullereis Os escabullereis Os escabulliréis		jullie zullen er tussenuit knijpentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie zul·len er tus·sen·uit knij·pen
	escabulliremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulléremos Nos escabulléremos Nos escabulliremos		wij/we zullen er tussenuit knijpeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabulliríatercera persona singular condicional del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Me escabulliría Se escabulliría		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou er tussenuit knijpenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Me escabulliría Se escabulliría		ik zou er tussenuit knijpeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik zou er tus·sen·uit knij·pen
	escabulliríaissegunda persona plural condicional del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Os escabulliríais		jullie zouden er tussenuit knijpentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie zou·den er tus·sen·uit knij·pen
	escabulliríamosprimera persona plural condicional del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Nos escabulliríamos		wij/we zouden er tussenuit knijpeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabulliríantercera persona plural condicional del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Se escabullirían		zij/ze zouden er tussenuit knijpenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabulliríassegunda persona singular condicional del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Te escabullirías		jij/je zou er tussenuit knijpentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullirseinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullir  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Me escabullo Me escabullí Te escabulles Te escabulliste Se escabulle Se escabulló Nos escabullimos Nos escabullimos Os escabullís Os escabullisteis Se escabullen Se escabulleron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Me escabullir é ía Me escabullía Te escabullir ás ías Te escabullías Se escabullir á ía Se escabullía Nos escabullir emos íamos Nos escabullíamos Os escabullir éis íais Os escabullíais Se escabullir án ían Se escabullían   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Me escabulla Me escabullera Te escabullas Te escabulleras Se escabulla Se escabullera Nos escabullamos Nos escabulléramos Os escabulláis Os escabullerais Se escabullan Se escabulleran Futuro Préterito imperfecto se Me escabullere Me escabullese Te escabulleres Te escabulleses Se escabullere Se escabullese Nos escabulléremos Nos escabullésemos Os escabullereis Os escabulleseis Se escabulleren Se escabullesen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Escabúllete (tú) No te escabullas Escabúllase (usted) No se escabulla Escabullámonos (nosotros) No nos escabullamos Escabullíos (vosotros) No os escabulláis Escabúllanse (ustedes) No se escabullan Formas impersonales participio pasado     Gerundio Escabullido Escabulléndome,... etc.		er tussenuit knijpenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: er tus·sen·uit knij·pen Verbuiging: er tussenuit knijpen - kneep er tussenuit - er tussenuit geknepen
	escabullíssegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulláis Os escabulláis Os escabullís		jullie knijpen er tussenuittweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie knij·pen er tus·sen·uit
	escabullistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulleras Escabulleses Escabullías Te escabulleras Te escabulleses Te escabullías Te escabulliste		jij/je kneep er tussenuittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'
	escabullisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullerais Escabulleseis Escabullíais Os escabullerais Os escabulleseis Os escabullíais Os escabullisteis		jullie knepen er tussenuittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: jul·lie kne·pen er tus·sen·uit
	escabulloprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabulla Me escabulla Me escabullo		ik knijp er tussenuiteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen' Lettergrepen: ik knijp er tus·sen·uit
	escabullótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'escabullir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'escabullir'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escabullera Escabullese Escabullía Se escabullera Se escabullese Se escabullía Se escabulló		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneep er tussenuitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'er tussenuit knijpen'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

-ab

c

d

ef

g

hi

j

k

l

m

n

o

p

q

r

s

t

u

v

w

x

y

z

3e

-a

b

c

de

f

g

hkl

m

no

p

q

s

t

v

4e

a

ehi

l

o

r

u

5e

b

f

l

m

n

pñ

r

s

tu

6e

e

iu

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

ESCABIOSA ..... ESCABULLO

Volgende/ Siguiente -->

arriba