Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Dianética es pseudociencia, engaño, estafa o superstición

1e 0‑9 A B C D E F G HI J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d efgj l m n oñpqr s tvwx z

3e _ a be gi klo r suvw

4ea ds

5e _ i m n s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
IRIAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
iríatercera persona singular condicional del verbo 'ir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me encaminaría
Se encaminaría
1Encaminarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich begevenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich begeven'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me encaminaría
Se encaminaría
ik zou me begeveneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich begeven'
Lettergrepen: ik zou me be·ge·ven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Begeven').
  _tercera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me encaminaría
Se encaminaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lopen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me encaminaría
Se encaminaría
ik zou lopeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lopen'
Lettergrepen: ik zou lo·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Lopen').
  wn  we
  _tercera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me encaminaría
Se encaminaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou van stapel lopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'van stapel lopen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me encaminaría
Se encaminaría
ik zou van stapel lopeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'van stapel lopen'
Lettergrepen: ik zou van sta·pel lo·pen
  _tercera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me encaminaría
Se encaminaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlopen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me encaminaría
Se encaminaría
ik zou verlopeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlopen'
Lettergrepen: ik zou ver·lo·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verlopen').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría en vehículo
2Ir en vehículo.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría en vehículo
ik zou gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
  wn  we
  _tercera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría en vehículo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou karrenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría en vehículo
ik zou karreneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
Lettergrepen: ik zou kar·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Karren').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría en vehículo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría en vehículo
ik zou rijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
Lettergrepen: ik zou rij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rijden').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría en vehículo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou varenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría en vehículo
ik zou vareneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
Lettergrepen: ik zou va·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Varen').
  wn
iría"iría a":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaan naarderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan naar'
  _"iría a":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a'
ik zou gaan naareerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan naar'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
iría"iría a buscar a":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  buscar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'buscar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou medebrengenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medebrengen'
  _"iría a buscar a":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
ik zou medebrengeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medebrengen'
Lettergrepen: ik zou me·de·bren·gen
  wn
  _"iría a buscar a":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meebrengenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meebrengen'
  _"iría a buscar a":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
ik zou meebrengeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meebrengen'
Lettergrepen: ik zou mee·bren·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meebrengen').
  wn
  _"iría a buscar a":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meenemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meenemen'
  _"iría a buscar a":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
ik zou meenemeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meenemen'
Lettergrepen: ik zou mee·ne·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meenemen').
  wn
  _"iría a buscar a":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergaderenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaderen'
  _"iría a buscar a":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
ik zou vergadereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaderen'
Lettergrepen: ik zou ver·ga·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergaderen').
  wn
  _"iría a buscar a":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afhalenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afhalen'
  _"iría a buscar a":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
ik zou afhaleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afhalen'
Lettergrepen: ik zou af·ha·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afhalen').
  wn
  _"iría a buscar a":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ophalenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ophalen'
  _"iría a buscar a":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'
ik zou ophaleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ophalen'
Lettergrepen: ik zou op·ha·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ophalen').
  wn
iría"iría a la deriva":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a la deriva'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  la
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'
  deriva
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivaría del rumbo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afdrijvenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdrijven'
  _"iría a la deriva":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a la deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivaría del rumbo
ik zou afdrijveneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdrijven'
Lettergrepen: ik zou af·drij·ven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afdrijven').
  wn
  _"iría a la deriva":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a la deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivaría del rumbo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou drijvenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'drijven'
  _"iría a la deriva":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a la deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivaría del rumbo
ik zou drijveneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'drijven'
Lettergrepen: ik zou drij·ven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Drijven').
  wn
  _"iría a la deriva":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a la deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivaría del rumbo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op drift zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op drift zijn'
  _"iría a la deriva":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a la deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivaría del rumbo
ik zou op drift zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op drift zijn'
Één lettergreep
iría"iría a ocupar":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a ocupar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  ocupar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ocupar'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou intrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'intrekken'
  _"iría a ocupar":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a ocupar'
ik zou intrekkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'intrekken'
Lettergrepen: ik zou in·trek·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Intrekken').
  wn
ik zou mijn intrek nemeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn intrek nemen'
Lettergrepen: ik zou mijn in·trek ne·men
ik zou mijn tenten opslaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn tenten opslaan'
Lettergrepen: ik zou mijn ten·ten op·slaan
  _"iría a ocupar":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a ocupar'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn intrek nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn intrek nemen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn tenten opslaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn tenten opslaan'
iría"iría a través de":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a través de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  través
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'través'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doorkomenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doorkomen'
  _"iría a través de":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a través de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesaría
ik zou doorkomeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doorkomen'
Lettergrepen: ik zou door·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doorkomen').
  wn
  _"iría a través de":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a través de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doormakenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doormaken'
  _"iría a través de":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a través de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesaría
ik zou doormakeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doormaken'
Lettergrepen: ik zou door·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doormaken').
  wn
  _"iría a través de":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir a través de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doortrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doortrekken'
  _"iría a través de":
primera persona singular condicional del verbo 'ir a través de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesaría
ik zou doortrekkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doortrekken'
Lettergrepen: ik zou door·trek·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doortrekken').
  wn
iría"iría de compras":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de compras'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  compras
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaan winkelenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan winkelen'
  _"iría de compras":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de compras'
ik zou gaan winkeleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan winkelen'
Lettergrepen: ik zou gaan win·ke·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
iría"iría de copas":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de copas'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  copas
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitgaan om iets te drinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitgaan om iets te drinken'
  _"iría de copas":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de copas'
ik zou uitgaan om iets te drinkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitgaan om iets te drinken'
Lettergrepen: ik zou uit·gaan om iets te drin·ken
iría"iría de juerga":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  juerga
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aan de rol zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aan de rol zijn'
  _"iría de juerga":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
ik zou aan de rol zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aan de rol zijn'
Één lettergreep
  _"iría de juerga":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou boemelenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'boemelen'
  _"iría de juerga":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
ik zou boemeleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'boemelen'
Lettergrepen: ik zou boe·me·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Boemelen').
  wn
  _"iría de juerga":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou brassenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'brassen'
  _"iría de juerga":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
ik zou brasseneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'brassen'
Lettergrepen: ik zou bras·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Brassen').
  wn
  _"iría de juerga":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou slempenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slempen'
  _"iría de juerga":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
ik zou slempeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slempen'
Lettergrepen: ik zou slem·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Slempen').
  wn
  _"iría de juerga":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitspattenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitspatten'
  _"iría de juerga":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
ik zou uitspatteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitspatten'
Lettergrepen: ik zou uit·spat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitspatten').
  wn
  _"iría de juerga":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zwijnenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwijnen'
  _"iría de juerga":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me desbordaría
Se desbordaría
ik zou zwijneneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwijnen'
Lettergrepen: ik zou zwij·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zwijnen').
  wn
iría"iría de vacaciones":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir de vacaciones'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  vacaciones
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou met vakantie gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met vakantie gaan'
  _"iría de vacaciones":
primera persona singular condicional del verbo 'ir de vacaciones'
ik zou met vakantie gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met vakantie gaan'
Lettergrepen: ik zou met va·kan·tie gaan
iría"iría delante":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir delante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  delante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'delante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me adelantaría
Precedería
Se adelantaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voor zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'
  _"iría delante":
primera persona singular condicional del verbo 'ir delante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me adelantaría
Precedería
Se adelantaría
ik zou voor zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Voor').
  _"iría delante":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir delante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me adelantaría
Precedería
Se adelantaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorafgaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'
  _"iría delante":
primera persona singular condicional del verbo 'ir delante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Me adelantaría
Precedería
Se adelantaría
ik zou voorafgaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'
Lettergrepen: ik zou voor·af·gaan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Voorafgaan').
  wn
iría"iría en autostop":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir en autostop'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  autostop
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'autostop'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een lift krijgenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een lift krijgen'
  _"iría en autostop":
primera persona singular condicional del verbo 'ir en autostop'
ik zou een lift krijgeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een lift krijgen'
Lettergrepen: ik zou een lift krij·gen
  _"iría en autostop":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir en autostop'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liftenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'liften'
  _"iría en autostop":
primera persona singular condicional del verbo 'ir en autostop'
ik zou lifteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'liften'
Lettergrepen: ik zou lif·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Liften').
  wn
iría"iría en vehículo":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  vehículo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
  _"iría en vehículo":
primera persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría
ik zou gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
  wn  we
  _"iría en vehículo":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou karrenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
  _"iría en vehículo":
primera persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría
ik zou karreneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
Lettergrepen: ik zou kar·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Karren').
  wn
  _"iría en vehículo":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
  _"iría en vehículo":
primera persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría
ik zou rijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
Lettergrepen: ik zou rij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rijden').
  wn
  _"iría en vehículo":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou varenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
  _"iría en vehículo":
primera persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iría
ik zou vareneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
Lettergrepen: ik zou va·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Varen').
  wn
iría"iría más allá":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir más allá'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  más
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'más'
  allá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'allá'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verder gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verder gaan'
  _"iría más allá":
primera persona singular condicional del verbo 'ir más allá'
ik zou verder gaaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verder gaan'
Lettergrepen: ik zou ver·der gaan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verder').
iría"iría por":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Buscaría
Cogería
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaan halenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan halen'
  _"iría por":
primera persona singular condicional del verbo 'ir por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Buscaría
Cogería
ik zou gaan haleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan halen'
Lettergrepen: ik zou gaan ha·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
  _"iría por":
tercera persona singular condicional del verbo 'ir por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Buscaría
Cogería
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou halenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen'
  _"iría por":
primera persona singular condicional del verbo 'ir por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Buscaría
Cogería
ik zou haleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen'
Lettergrepen: ik zou ha·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Halen').
  wn
iríaissegunda persona plural condicional del verbo 'ir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Os encaminaríais
1Encaminarse.jullie zouden je begeventweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich begeven'
Lettergrepen: jul·lie zou·den je be·ge·ven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Begeven').
jullie zouden lopentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lopen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den lo·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Lopen').
  wn  we
jullie zouden van stapel lopentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'van stapel lopen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den van sta·pel lo·pen
jullie zouden verlopentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlopen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ver·lo·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verlopen').
  wn
2Ir en vehículo.jullie zouden gaantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den gaan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
  wn  we
jullie zouden karrentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den kar·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Karren').
  wn
jullie zouden rijdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
Lettergrepen: jul·lie zou·den rij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rijden').
  wn
jullie zouden varentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den va·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Varen').
  wn
iríais"iríais a":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
jullie zouden gaan naartweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan naar'
Lettergrepen: jul·lie zou·den gaan naar

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
iríais"iríais a buscar a":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir a buscar a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  buscar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'buscar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
1.jullie zouden medebrengentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medebrengen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den me·de·bren·gen
  wn
jullie zouden meebrengentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meebrengen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den mee·bren·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meebrengen').
  wn
jullie zouden meenementweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meenemen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den mee·ne·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meenemen').
  wn
jullie zouden vergaderentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaderen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ver·ga·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergaderen').
  wn
2.jullie zouden afhalentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afhalen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den af·ha·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afhalen').
  wn
jullie zouden ophalentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ophalen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den op·ha·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ophalen').
  wn
iríais"iríais a la deriva":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir a la deriva'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  la
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'
  deriva
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivaríais del rumbo
jullie zouden afdrijventweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdrijven'
Lettergrepen: jul·lie zou·den af·drij·ven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afdrijven').
  wn
jullie zouden drijventweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'drijven'
Lettergrepen: jul·lie zou·den drij·ven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Drijven').
  wn
jullie zouden op drift zijntweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op drift zijn'
Lettergrepen: jul·lie zou·den op drift zijn
iríais"iríais a ocupar":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir a ocupar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  ocupar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ocupar'
jullie zouden intrekkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'intrekken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den in·trek·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Intrekken').
  wn
jullie zouden jullie intrek nementweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn intrek nemen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den jul·lie in·trek ne·men
jullie zouden jullie tenten opslaantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn tenten opslaan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den jul·lie ten·ten op·slaan
iríais"iríais a través de":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir a través de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  través
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'través'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesaríais
jullie zouden doorkomentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doorkomen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den door·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doorkomen').
  wn
jullie zouden doormakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doormaken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den door·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doormaken').
  wn
jullie zouden doortrekkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doortrekken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den door·trek·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doortrekken').
  wn
iríais"iríais de compras":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir de compras'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  compras
jullie zouden gaan winkelentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan winkelen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den gaan win·ke·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
iríais"iríais de copas":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir de copas'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  copas
jullie zouden uitgaan om iets te drinkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitgaan om iets te drinken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den uit·gaan om iets te drin·ken
iríais"iríais de juerga":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir de juerga'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  juerga
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Os desbordaríais
jullie zouden aan de rol zijntweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aan de rol zijn'
Lettergrepen: jul·lie zou·den aan de rol zijn
jullie zouden boemelentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'boemelen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den boe·me·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Boemelen').
  wn
jullie zouden brassentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'brassen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den bras·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Brassen').
  wn
jullie zouden slempentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slempen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den slem·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Slempen').
  wn
jullie zouden uitspattentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitspatten'
Lettergrepen: jul·lie zou·den uit·spat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitspatten').
  wn
jullie zouden zwijnentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwijnen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den zwij·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zwijnen').
  wn
iríais"iríais de vacaciones":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir de vacaciones'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  vacaciones
jullie zouden met vakantie gaantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met vakantie gaan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den met va·kan·tie gaan
iríais"iríais delante":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir delante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  delante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'delante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Os adelantaríais
Precederíais
jullie zouden voor zijntweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'
Lettergrepen: jul·lie zou·den voor zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Voor').
jullie zouden voorafgaantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den voor·af·gaan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Voorafgaan').
  wn
iríais"iríais en autostop":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir en autostop'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  autostop
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'autostop'
jullie zouden een lift krijgentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een lift krijgen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den een lift krij·gen
jullie zouden liftentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'liften'
Lettergrepen: jul·lie zou·den lif·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Liften').
  wn
iríais"iríais en vehículo":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir en vehículo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  vehículo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iríais
jullie zouden gaantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den gaan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
  wn  we
jullie zouden karrentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den kar·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Karren').
  wn
jullie zouden rijdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
Lettergrepen: jul·lie zou·den rij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rijden').
  wn
jullie zouden varentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den va·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Varen').
  wn
iríais"iríais más allá":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir más allá'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  más
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'más'
  allá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'allá'
jullie zouden verder gaantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verder gaan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ver·der gaan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verder').
iríais"iríais por":
segunda persona plural condicional del verbo 'ir por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Buscaríais
Cogeríais
jullie zouden gaan halentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan halen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den gaan ha·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
jullie zouden halentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ha·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Halen').
  wn
iríamosprimera persona plural condicional del verbo 'ir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos encaminaríamos
1Encaminarse.wij/we zouden ons begeveneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich begeven'
wij/we zouden lopeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lopen'
wij/we zouden van stapel lopeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'van stapel lopen'
wij/we zouden verlopeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlopen'
2Ir en vehículo.wij/we zouden gaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
wij/we zouden karreneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
wij/we zouden rijdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
wij/we zouden vareneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
iríamos"iríamos a":
primera persona plural condicional del verbo 'ir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
wij/we zouden gaan naareerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan naar'
iríamos"iríamos a buscar a":
primera persona plural condicional del verbo 'ir a buscar a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  buscar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'buscar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
1.wij/we zouden medebrengeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medebrengen'
wij/we zouden meebrengeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meebrengen'
wij/we zouden meenemeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meenemen'
wij/we zouden vergadereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaderen'
2.wij/we zouden afhaleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afhalen'
wij/we zouden ophaleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ophalen'
iríamos"iríamos a la deriva":
primera persona plural condicional del verbo 'ir a la deriva'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  la
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'
  deriva
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivaríamos del rumbo
wij/we zouden afdrijveneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdrijven'
wij/we zouden drijveneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'drijven'
wij/we zouden op drift zijneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op drift zijn'
iríamos"iríamos a ocupar":
primera persona plural condicional del verbo 'ir a ocupar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  ocupar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ocupar'
wij/we zouden intrekkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'intrekken'
wij/we zouden onze intrek nemeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn intrek nemen'
wij/we zouden onze tenten opslaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn tenten opslaan'
iríamos"iríamos a través de":
primera persona plural condicional del verbo 'ir a través de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  través
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'través'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesaríamos
wij/we zouden doorkomeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doorkomen'
wij/we zouden doormakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doormaken'
wij/we zouden doortrekkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doortrekken'
iríamos"iríamos de compras":
primera persona plural condicional del verbo 'ir de compras'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  compras
wij/we zouden gaan winkeleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan winkelen'
iríamos"iríamos de copas":
primera persona plural condicional del verbo 'ir de copas'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  copas
wij/we zouden uitgaan om iets te drinkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitgaan om iets te drinken'
iríamos"iríamos de juerga":
primera persona plural condicional del verbo 'ir de juerga'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  juerga
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos desbordaríamos
wij/we zouden aan de rol zijneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aan de rol zijn'
wij/we zouden boemeleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'boemelen'
wij/we zouden brasseneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'brassen'
wij/we zouden slempeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slempen'
wij/we zouden uitspatteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitspatten'
wij/we zouden zwijneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwijnen'
iríamos"iríamos de vacaciones":
primera persona plural condicional del verbo 'ir de vacaciones'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  vacaciones
wij/we zouden met vakantie gaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met vakantie gaan'
iríamos"iríamos delante":
primera persona plural condicional del verbo 'ir delante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  delante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'delante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos adelantaríamos
Precederíamos
wij/we zouden voor zijneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'
wij/we zouden voorafgaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'
iríamos"iríamos en autostop":
primera persona plural condicional del verbo 'ir en autostop'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  autostop
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'autostop'
wij/we zouden een lift krijgeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een lift krijgen'
wij/we zouden lifteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'liften'
iríamos"iríamos en vehículo":
primera persona plural condicional del verbo 'ir en vehículo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  vehículo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Iríamos
wij/we zouden gaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
wij/we zouden karreneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
wij/we zouden rijdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
wij/we zouden vareneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
iríamos"iríamos más allá":
primera persona plural condicional del verbo 'ir más allá'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  más
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'más'
  allá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'allá'
wij/we zouden verder gaaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verder gaan'
iríamos"iríamos por":
primera persona plural condicional del verbo 'ir por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Buscaríamos
Cogeríamos
wij/we zouden gaan haleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan halen'
wij/we zouden haleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen'
iríantercera persona plural condicional del verbo 'ir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encaminarían
1Encaminarse.zij/ze zouden zich begevenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich begeven'
zij/ze zouden lopenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lopen'
zij/ze zouden van stapel lopenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'van stapel lopen'
zij/ze zouden verlopenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlopen'
2Ir en vehículo.zij/ze zouden gaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
zij/ze zouden karrenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
zij/ze zouden rijdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
zij/ze zouden varenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
irían"irían a":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
zij/ze zouden gaan naarderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan naar'
irían"irían a buscar a":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir a buscar a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  buscar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'buscar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
1.zij/ze zouden medebrengenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medebrengen'
zij/ze zouden meebrengenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meebrengen'
zij/ze zouden meenemenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meenemen'
zij/ze zouden vergaderenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaderen'
2.zij/ze zouden afhalenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afhalen'
zij/ze zouden ophalenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ophalen'
irían"irían a la deriva":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir a la deriva'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  la
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'
  deriva
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivarían del rumbo
zij/ze zouden afdrijvenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdrijven'
zij/ze zouden drijvenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'drijven'
zij/ze zouden op drift zijnderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op drift zijn'
irían"irían a ocupar":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir a ocupar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  ocupar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ocupar'
zij/ze zouden hun intrek nemenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn intrek nemen'
zij/ze zouden hun tenten opslaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn tenten opslaan'
zij/ze zouden intrekkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'intrekken'
irían"irían a través de":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir a través de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  través
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'través'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesarían
zij/ze zouden doorkomenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doorkomen'
zij/ze zouden doormakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doormaken'
zij/ze zouden doortrekkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doortrekken'
irían"irían de compras":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir de compras'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  compras
zij/ze zouden gaan winkelenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan winkelen'
irían"irían de copas":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir de copas'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  copas
zij/ze zouden uitgaan om iets te drinkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitgaan om iets te drinken'
irían"irían de juerga":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir de juerga'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  juerga
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se desbordarían
zij/ze zouden aan de rol zijnderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aan de rol zijn'
zij/ze zouden boemelenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'boemelen'
zij/ze zouden brassenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'brassen'
zij/ze zouden slempenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slempen'
zij/ze zouden uitspattenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitspatten'
zij/ze zouden zwijnenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwijnen'
irían"irían de vacaciones":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir de vacaciones'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  vacaciones
zij/ze zouden met vakantie gaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met vakantie gaan'
irían"irían delante":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir delante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  delante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'delante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Precederían
Se adelantarían
zij/ze zouden voor zijnderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'
zij/ze zouden voorafgaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'
irían"irían en autostop":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir en autostop'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  autostop
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'autostop'
zij/ze zouden een lift krijgenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een lift krijgen'
zij/ze zouden liftenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'liften'
irían"irían en vehículo":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir en vehículo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  vehículo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Irían
zij/ze zouden gaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
zij/ze zouden karrenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
zij/ze zouden rijdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
zij/ze zouden varenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
irían"irían más allá":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir más allá'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  más
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'más'
  allá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'allá'
zij/ze zouden verder gaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verder gaan'
irían"irían por":
tercera persona plural condicional del verbo 'ir por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Buscarían
Cogerían
zij/ze zouden gaan halenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan halen'
zij/ze zouden halenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen'
iríassegunda persona singular condicional del verbo 'ir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Te encaminarías
1Encaminarse.jij/je zou je begeventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich begeven'
jij/je zou lopentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lopen'
jij/je zou van stapel lopentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'van stapel lopen'
jij/je zou verlopentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlopen'
2Ir en vehículo.jij/je zou gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
jij/je zou karrentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
jij/je zou rijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
jij/je zou varentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
irías"irías a":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
jij/je zou gaan naartweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan naar'
irías"irías a buscar a":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir a buscar a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  buscar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'buscar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
1.jij/je zou medebrengentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medebrengen'
jij/je zou meebrengentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meebrengen'
jij/je zou meenementweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meenemen'
jij/je zou vergaderentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaderen'
2.jij/je zou afhalentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afhalen'
jij/je zou ophalentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ophalen'
irías"irías a la deriva":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir a la deriva'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  la
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'
  deriva
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deriva'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Derivarías del rumbo
jij/je zou afdrijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdrijven'
jij/je zou drijventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'drijven'
jij/je zou op drift zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op drift zijn'
irías"irías a ocupar":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir a ocupar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  ocupar
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ocupar'
jij/je zou intrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'intrekken'
jij/je zou jouw intrek nementweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn intrek nemen'
jij/je zou jouw tenten opslaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn tenten opslaan'
irías"irías a través de":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir a través de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  través
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'través'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Atravesarías
jij/je zou doorkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doorkomen'
jij/je zou doormakentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doormaken'
jij/je zou doortrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doortrekken'
irías"irías de compras":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir de compras'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  compras
jij/je zou gaan winkelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan winkelen'
irías"irías de copas":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir de copas'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  copas
jij/je zou uitgaan om iets te drinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitgaan om iets te drinken'
irías"irías de juerga":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir de juerga'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  juerga
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juerga'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desbordarías
jij/je zou aan de rol zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aan de rol zijn'
jij/je zou boemelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'boemelen'
jij/je zou brassentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'brassen'
jij/je zou slempentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slempen'
jij/je zou uitspattentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitspatten'
jij/je zou zwijnentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwijnen'
irías"irías de vacaciones":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir de vacaciones'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  vacaciones
jij/je zou met vakantie gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'met vakantie gaan'
irías"irías delante":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir delante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  delante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'delante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Precederías
Te adelantarías
jij/je zou voor zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zijn'
jij/je zou voorafgaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorafgaan'
irías"irías en autostop":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir en autostop'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  autostop
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'autostop'
jij/je zou een lift krijgentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een lift krijgen'
jij/je zou liftentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'liften'
irías"irías en vehículo":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir en vehículo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  vehículo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vehículo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Irías
jij/je zou gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan'
jij/je zou karrentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'karren'
jij/je zou rijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijden'
jij/je zou varentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'varen'
irías"irías más allá":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir más allá'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  más
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'más'
  allá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'allá'
jij/je zou verder gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verder gaan'
irías"irías por":
segunda persona singular condicional del verbo 'ir por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ir'
  por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Buscarías
Cogerías
jij/je zou gaan halentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gaan halen'
jij/je zou halentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen'

1e 0‑9 A B C D E F G HI J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d efgj l m n oñpqr s tvwx z

3e _ a be gi klo r suvw

4ea ds

5e _ i m n s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
IRIAVolgende/ Siguiente -->

arriba