Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G HI J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d efgj l m n oñpqr s tvwx z

3e _ a be g i- r suvw

4e ku la on

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
IRKUTSK ..... IRONTONVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
IrkutskNombre (o por antonomasia)
ciudad del S de Rusia, en Asia, a orillas del río Angara, a 70 km del Lago Baikal.
  we  w
Irkoetskeigennaam (of antonomasie) en
  w
IrlandaNombre (o por antonomasia)
Un país que está indicado por la normativa ISO 3166-1 con el código de tres cifras: 372, el código de tres letras: IRL y el código de dos letras: IE.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA
  we  wn  w
Ierlandeigennaam (of antonomasie) en
Lettergrepen: Ier·land
Een land dat volgens ISO-norm ISO 3166-1 wordt aangeduid met een driecijferige landcode: 372, een drieletterige landcode: IRL en een tweeletterige landcode: IE.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w  f
Irlanda"Irlanda del Norte":
Nombre (o por antonomasia)
Irlanda del norte o Ulster, la parte del Reino Unido de Gran Bretaña e Irlanda del Norte que ocupa la porción NE de la isla de Irlanda; 14,200 km; capital: Belfast. Gentilicio: norirlandés.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irlanda'
  del
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'del'
  Norte
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'norte'
  we  w
Noord-Ierlandeigennaam (of antonomasie) en
Lettergrepen: Noord-Ier·land
  wn  w
irlandéssustantivo
Esta palabra no tiene plural
En el sentido de una lengua o familia de lenguas que está indicado por la normativa ISO 639-1 con el código de dos letras: ga.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irlandés'
, el  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Idioma irlandés
1.Ierszelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Dit woord heeft geen meervoud
In de betekenis van een taal die volgens ISO-norm ISO 639-1 wordt aangeduid met de tweeletterige taalcode in onderkast: ga.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  we  w
Iers-Gaelischzelfstandig naamwoord zn
Dit woord heeft geen meervoud
In de betekenis van een taal die volgens ISO-norm ISO 639-1 wordt aangeduid met de tweeletterige taalcode in onderkast: ga.
, het  w
  _sustantivo
Plural es: irlandeses
El habitante del país Irlanda con código: IE (ISO 3166-1).
  we  wn  w
2.Ierzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: Ieren
De inwoner van het land Ierland met landcode: IE (ISO 3166-1).

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  we  w
irlandésadjetivo masculino singular
El adjetivo que pertenece a: Irlanda.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irlandés'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Irlandesa
Irlandesas
Irlandeses
Iersbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep
Het bijvoeglijk naamwoord horend bij: Ierland.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
IerseVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Iers
Lettergrepen: Ier·se
Het bijvoeglijk naamwoord horend bij: Ierland.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ierland').
  wn  we  w
irlandesasustantivo
El habitante (femenina) del país Irlanda con código: IE (ISO 3166-1).

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irlandesa'
, la  we  w
Iersezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: Ier·se
De inwoonster van het land Ierland met landcode: IE (ISO 3166-1).

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ierland').
, de  wn  we  w
irlandesaadjetivo femenino singular de la palabra: irlandés
El adjetivo que pertenece a: Irlanda.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irlandés'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Irlandés
Irlandesas
Irlandeses
Iersbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep
Het bijvoeglijk naamwoord horend bij: Ierland.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
IerseVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Iers
Lettergrepen: Ier·se
Het bijvoeglijk naamwoord horend bij: Ierland.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ierland').
  wn  we  w
irlandesasadjetivo femenino plural de la palabra: irlandés
El adjetivo que pertenece a: Irlanda.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irlandés'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Irlandés
Irlandesa
Irlandeses
Iersbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep
Het bijvoeglijk naamwoord horend bij: Ierland.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
IerseVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Iers
Lettergrepen: Ier·se
Het bijvoeglijk naamwoord horend bij: Ierland.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ierland').
  wn  we  w
irlandesessustantivo plural de la palabra: irlandés
El habitante del país Irlanda con código: IE (ISO 3166-1).

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irlandés'
, los  we  w
IerenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: ier
Lettergrepen: Ie·ren
De inwoner van het land Ierland met landcode: IE (ISO 3166-1).

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ier').
, de  wn  w
irlandesesadjetivo masculino plural de la palabra: irlandés
El adjetivo que pertenece a: Irlanda.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irlandés'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Irlandés
Irlandesa
Irlandesas
Iersbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep
Het bijvoeglijk naamwoord horend bij: Ierland.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
IerseVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Iers
Lettergrepen: Ier·se
Het bijvoeglijk naamwoord horend bij: Ierland.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ierland').
  wn  we  w
ironíasustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironía'
, la  we  wn  w
ironiezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: iro·nie

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
irónicaadjetivo femenino singular de la palabra: irónico

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irónico'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Irónicas
Irónico
Irónicos
ironischbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: iro·nisch

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
ironischeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Ironisch
Lettergrepen: iro·ni·sche

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironisch').
  wn  w
irónicamenteadverbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irónicamente'
  w
ironisch genoegbijwoordsvorm bw
Lettergrepen: iro·nisch ge·noeg
irónicasadjetivo femenino plural de la palabra: irónico

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irónico'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Irónica
Irónico
Irónicos
ironischbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: iro·nisch

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
ironischeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Ironisch
Lettergrepen: iro·ni·sche

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironisch').
  wn  w
ironicetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironiza
Ironizo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ironiseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironiza
Ironizo
ik ironiseereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik iro·ni·seer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironicéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaba
Ironizara
Ironizase
ik ironiseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik iro·ni·seer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
¡ironice!imperativo singular del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Ironicen!
ironiseert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'ironiseren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironicéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizáis
jullie ironiserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironicemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizamos
wij/we ironisereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
¡ironicemos!imperativo plural del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
laten we ironiserengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: la·ten we iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironicentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizan
zij/ze ironiserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
¡ironicen!imperativo plural del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Ironice!
ironiseert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'ironiseren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironicessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizas
jij/je ironiseerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
irónicoadjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irónico'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Irónica
Irónicas
Irónicos
ironischbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: iro·nisch

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
ironischeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Ironisch
Lettergrepen: iro·ni·sche

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironisch').
  wn  w
irónicosadjetivo masculino plural de la palabra: irónico

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irónico'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Irónica
Irónicas
Irónico
ironischbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: iro·nisch

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
ironischeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Ironisch
Lettergrepen: iro·ni·sche

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironisch').
  wn  w
ironizatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironice
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ironiseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
¡ironiza!imperativo singular del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Ironizad!
ironiseer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'ironiseren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicé
Ironizara
Ironizase
Ironizó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ironiseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicé
Ironizara
Ironizase
Ironizó
ik ironiseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik iro·ni·seer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizarais
Ironizaseis
Ironizasteis
jullie ironiseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie iro·ni·seer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizamos
Ironizáramos
Ironizásemos
wij/we ironiseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaran
Ironizaron
Ironizasen
zij/ze ironiseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaras
Ironizases
Ironizaste
jij/je ironiseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
¡ironizad!imperativo plural del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Ironiza!
ironiseer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'ironiseren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizadas
Ironizado
Ironizados
geïroniseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ge·iro·ni·seerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizada
Ironizado
Ironizados
geïroniseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ge·iro·ni·seerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizadoparticipio pasado del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizada
Ironizadas
Ironizados
geïroniseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ge·iro·ni·seerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizada
Ironizadas
Ironizado
geïroniseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ge·iro·ni·seerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicéis
jullie ironiserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicemos
Ironizábamos
Ironizáramos
Ironizásemos
wij/we ironiseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicemos
Ironizábamos
Ironizáramos
Ironizásemos
wij/we ironisereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicen
zij/ze ironiserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizandogerundio del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we
ironiserendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: iro·ni·se·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  w  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
IronizoIronicé
IronizasIronizaste
IronizaIronizó
IronizamosIronizamos
IronizáisIronizasteis
IronizanIronizaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
IronizaréíaIronizaba
IronizarásíasIronizabas
IronizaráíaIronizaba
IronizaremosíamosIronizábamos
IronizaréisíaisIronizabais
IronizaráníanIronizaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
IroniceIronizara
IronicesIronizaras
IroniceIronizara
IronicemosIronizáramos
IronicéisIronizarais
IronicenIronizaran
FuturoPréterito imperfecto se
IronizareIronizase
IronizaresIronizases
IronizareIronizase
IronizáremosIronizásemos
IronizareisIronizaseis
IronizarenIronizasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Ironiza(tú)No ironices
Ironice(usted)No ironice
Ironicemos(nosotros)No ironicemos
Ironizad(vosotros)No ironicéis
Ironicen(ustedes)No ironicen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
IronizadoIronizando
ironiserenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: iro·ni·se·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
ironiseren - ironiseerde - geïroniseerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
ironizaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicé
Ironizaba
Ironizase
Ironizó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ironiseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicé
Ironizaba
Ironizase
Ironizó
ik ironiseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik iro·ni·seer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ironiserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizabais
Ironizaseis
Ironizasteis
jullie ironiseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie iro·ni·seer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizábamos
Ironizamos
Ironizásemos
wij/we ironiseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaban
Ironizaron
Ironizasen
zij/ze ironiseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaren
zij/ze zullen ironiserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizabas
Ironizases
Ironizaste
jij/je ironiseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizares
jij/je zal ironiserentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizará
Ironizaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ironiserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizará
Ironizaré
ik zal ironisereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik zal iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizare
ik zal ironisereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik zal iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaréis
jullie zullen ironiserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizareis
jullie zullen ironiserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizáremos
wij/we zullen ironisereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaremos
wij/we zullen ironisereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizarán
zij/ze zullen ironiserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizarás
jij/je zal ironiserentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizaríatercera persona singular condicional del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ironiserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'ironizar'
  we
ik zou ironisereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik zou iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we
jullie zouden ironiserentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den iro·ni·se·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we
wij/we zouden ironisereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizaríantercera persona plural condicional del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we
zij/ze zouden ironiserenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizaríassegunda persona singular condicional del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we
jij/je zou ironiserentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaban
Ironizaran
Ironizasen
zij/ze ironiseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironices
jij/je ironiseerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicé
Ironizaba
Ironizara
Ironizó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ironiseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironicé
Ironizaba
Ironizara
Ironizó
ik ironiseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik iro·ni·seer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizabais
Ironizarais
Ironizasteis
jullie ironiseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie iro·ni·seer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizábamos
Ironizamos
Ironizáramos
wij/we ironiseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaban
Ironizaran
Ironizaron
zij/ze ironiseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizabas
Ironizaras
Ironizaste
jij/je ironiseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizabas
Ironizaras
Ironizases
jij/je ironiseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
ironizasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizabais
Ironizarais
Ironizaseis
jullie ironiseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: jul·lie iro·ni·seer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironice
ik ironiseereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
Lettergrepen: ik iro·ni·seer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ironiseren').
ironizótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ironizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ironizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ironizaba
Ironizara
Ironizase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ironiseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ironiseren'
IrontonNombre (o por antonomasia)
(pronunciación local: /áironton/), ciudad del S del estado de Ohio (Estados Unidos), a orillas del río Ohio; Fue fundada en 1848.
  w
Irontoneigennaam (of antonomasie) en
  w

1e 0‑9 A B C D E F G HI J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d efgj l m n oñpqr s tvwx z

3e _ a be g i- r suvw

4e ku la on

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
IRKUTSK ..... IRONTONVolgende/ Siguiente -->

arriba