Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ OP Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a e fgh i jl o r st u y

3e ae i ouy

4e abcgi n otuvxy

5e o s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
PLEIVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
pleiotropiasustantivo
  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Pleiotropía
pleiotropiezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: plei·o·tro·pie

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  w
pleiotropíasustantivo
  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Pleiotropia
pleiotropiezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: plei·o·tro·pie

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  w
PleistocenoNombre (o por antonomasia)
(adjetivo, sustantivo). Dícese del primer período de la era cuaternaria y del terreno perteneciente a él, en el que aparecen ya restos fósiles humanos.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA
  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Diluvio
pleistoceeneigennaam (of antonomasie) en
Lettergrepen: pleis·to·ceen
Het geologisch tijdvak Pleistoceen (vroeger Diluvium genoemd) is een subperiode uit de geologische geschiedenis van de aarde tussen 2,588 Ma en 10.000 jaar geleden. Het Pleistoceen neemt het grootste deel van de sub-era Kwartair in beslag dat behoort tot de era Cenozoïcum. Het Pleistoceen volgt op het Plioceen en wordt opgevolgd door het Holoceen.

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
pleiteatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aboga
Abogue
Pleitee
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
¡pleitea!imperativo singular del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Aboga!
¡Abogad!
¡Pleitead!
pleit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'pleiten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaba
Abogara
Abogase
Abogó
Abogué
Pleiteara
Pleitease
Pleiteé
Pleiteó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleittederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaba
Abogara
Abogase
Abogó
Abogué
Pleiteara
Pleitease
Pleiteé
Pleiteó
ik pleitteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ik pleit·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogabais
Abogarais
Abogaseis
Abogasteis
Pleitearais
Pleiteaseis
Pleiteasteis
jullie pleittentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie pleit·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogábamos
Abogamos
Abogáramos
Abogásemos
Pleiteamos
Pleiteáramos
Pleiteásemos
wij/we pleitteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaban
Abogaran
Abogaron
Abogasen
Pleitearan
Pleitearon
Pleiteasen
zij/ze pleittenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogabas
Abogaras
Abogases
Abogaste
Pleitearas
Pleiteases
Pleiteaste
jij/je pleittetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
¡pleitead!imperativo plural del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Aboga!
¡Abogad!
¡Pleitea!
pleit!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'pleiten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogada
Abogadas
Abogado
Abogados
Pleiteadas
Pleiteado
Pleiteados
gepleitregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ge·pleit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogada
Abogadas
Abogado
Abogados
Pleiteada
Pleiteado
Pleiteados
gepleitregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ge·pleit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteadoparticipio pasado del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogada
Abogadas
Abogado
Abogados
Pleiteada
Pleiteadas
Pleiteados
gepleitregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ge·pleit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogada
Abogadas
Abogado
Abogados
Pleiteada
Pleiteadas
Pleiteado
gepleitregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ge·pleit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogáis
Aboguéis
Pleiteéis
jullie pleitentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogábamos
Abogamos
Abogáramos
Abogásemos
Aboguemos
Pleiteábamos
Pleiteáramos
Pleiteásemos
Pleiteemos
wij/we pleiteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogábamos
Abogamos
Abogáramos
Abogásemos
Aboguemos
Pleiteábamos
Pleiteáramos
Pleiteásemos
Pleiteemos
wij/we pleitteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogan
Aboguen
Pleiteen
zij/ze pleitenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteandogerundio del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogando
pleitendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: plei·tend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleitearinfinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
PleiteoPleiteé
PleiteasPleiteaste
PleiteaPleiteó
PleiteamosPleiteamos
PleiteáisPleiteasteis
PleiteanPleitearon
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
PleitearéíaPleiteaba
PleitearásíasPleiteabas
PleitearáíaPleiteaba
PleitearemosíamosPleiteábamos
PleitearéisíaisPleiteabais
PleitearáníanPleiteaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
PleiteePleiteara
PleiteesPleitearas
PleiteePleiteara
PleiteemosPleiteáramos
PleiteéisPleitearais
PleiteenPleitearan
FuturoPréterito imperfecto se
PleitearePleitease
PleitearesPleiteases
PleitearePleitease
PleiteáremosPleiteásemos
PleiteareisPleiteaseis
PleitearenPleiteasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Pleitea(tú)No pleitees
Pleitee(usted)No pleitee
Pleiteemos(nosotros)No pleiteemos
Pleitead(vosotros)No pleiteéis
Pleiteen(ustedes)No pleiteen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
PleiteadoPleiteando
pleitenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: plei·ten
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
pleiten - pleitte - gepleit


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
pleitearatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaba
Abogara
Abogase
Abogó
Abogué
Pleiteaba
Pleitease
Pleiteé
Pleiteó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleittederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaba
Abogara
Abogase
Abogó
Abogué
Pleiteaba
Pleitease
Pleiteé
Pleiteó
ik pleitteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ik pleit·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleitearátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogará
Abogare
Pleiteare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pleitenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogabais
Abogarais
Abogaseis
Abogasteis
Pleiteabais
Pleiteaseis
Pleiteasteis
jullie pleittentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie pleit·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogábamos
Abogamos
Abogáramos
Abogásemos
Pleiteábamos
Pleiteamos
Pleiteásemos
wij/we pleitteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaban
Abogaran
Abogaron
Abogasen
Pleiteaban
Pleitearon
Pleiteasen
zij/ze pleittenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogarán
Abogaren
Pleitearen
zij/ze zullen pleitenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogabas
Abogaras
Abogases
Abogaste
Pleiteabas
Pleiteases
Pleiteaste
jij/je pleittetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogarás
Abogares
Pleiteares
jij/je zal pleitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogará
Abogare
Abogaré
Pleiteará
Pleitearé
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pleitenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogará
Abogare
Abogaré
Pleiteará
Pleitearé
ik zal pleiteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ik zal plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleitearéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogare
Abogaré
Pleiteare
ik zal pleiteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ik zal plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogareis
Abogaréis
Pleitearéis
jullie zullen pleitentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleitearéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogareis
Abogaréis
Pleiteareis
jullie zullen pleitentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleitearemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaremos
Abogáremos
Pleiteáremos
wij/we zullen pleiteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaremos
Abogáremos
Pleitearemos
wij/we zullen pleiteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogarán
Abogaren
Pleitearán
zij/ze zullen pleitenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogarás
Abogares
Pleitearás
jij/je zal pleitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearíatercera persona singular condicional del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou pleitenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
  _primera persona singular condicional del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaría
ik zou pleiteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ik zou plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleitearíaissegunda persona plural condicional del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaríais
jullie zouden pleitentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie zou·den plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleitearíamosprimera persona plural condicional del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaríamos
wij/we zouden pleiteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearíantercera persona plural condicional del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogarían
zij/ze zouden pleitenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearíassegunda persona singular condicional del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogarías
jij/je zou pleitentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitearontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaban
Abogaran
Abogaron
Abogasen
Pleiteaban
Pleitearan
Pleiteasen
zij/ze pleittenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogas
Abogues
Pleitees
jij/je pleittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaba
Abogara
Abogase
Abogó
Abogué
Pleiteaba
Pleiteara
Pleiteé
Pleiteó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleittederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaba
Abogara
Abogase
Abogó
Abogué
Pleiteaba
Pleiteara
Pleiteé
Pleiteó
ik pleitteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ik pleit·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogabais
Abogarais
Abogaseis
Abogasteis
Pleiteabais
Pleitearais
Pleiteasteis
jullie pleittentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie pleit·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogábamos
Abogamos
Abogáramos
Abogásemos
Pleiteábamos
Pleiteamos
Pleiteáramos
wij/we pleitteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaban
Abogaran
Abogaron
Abogasen
Pleiteaban
Pleitearan
Pleitearon
zij/ze pleittenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogabas
Abogaras
Abogases
Abogaste
Pleiteabas
Pleitearas
Pleiteaste
jij/je pleittetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogabas
Abogaras
Abogases
Abogaste
Pleiteabas
Pleitearas
Pleiteases
jij/je pleittetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogabais
Abogarais
Abogaseis
Abogasteis
Pleiteabais
Pleitearais
Pleiteaseis
jullie pleittentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie pleit·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aboga
Abogo
Abogue
Pleitea
Pleiteo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aboga
Abogo
Abogue
Pleitea
Pleiteo
ik pleiteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaba
Abogara
Abogase
Abogué
Pleiteaba
Pleiteara
Pleitease
ik pleitteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: ik pleit·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
¡pleitee!imperativo singular del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Abogue!
¡Aboguen!
¡Pleiteen!
pleit u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'pleiten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogáis
Aboguéis
Pleiteáis
jullie pleitentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: jul·lie plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogamos
Aboguemos
Pleiteamos
wij/we pleiteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
¡pleiteemos!imperativo plural del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Aboguemos!
laten we pleitengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'pleiten'
Lettergrepen: la·ten we plei·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogan
Aboguen
Pleitean
zij/ze pleitenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
¡pleiteen!imperativo plural del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Abogue!
¡Aboguen!
¡Pleitee!
pleit u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'pleiten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogas
Abogues
Pleiteas
jij/je pleittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleiteoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogo
Abogue
Pleitee
ik pleiteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pleiten').
  wn
pleiteótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'pleitear'
(verbo transitivo). Contender, litigar judicialmente.
FAM. Pleiteante.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleitear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abogaba
Abogara
Abogase
Abogó
Pleiteaba
Pleiteara
Pleitease
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleittederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pleiten'
pleitosustantivo
Plural es: pleitos

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleito'
, el  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Queja
aanklachtzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: aan·klacht
Meervoud is: aanklachten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
beklagzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: be·klag

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
klachtzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: klachten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
pleitossustantivo plural de la palabra: pleito

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pleito'
, los  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Quejas
aanklachtenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: aanklacht
Lettergrepen: aan·klach·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklacht').
, de  wn  w
klachtenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: klacht
Lettergrepen: klach·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Klacht').
, de  wn  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ OP Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a e fgh i jl o r st u y

3e ae i ouy

4e abcgi n otuvxy

5e o s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
PLEIVolgende/ Siguiente -->

arriba