Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bce fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e_ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,-a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e _b c d f g h ij l m p q r s t u vz

6ea n o r s u

7e l n r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
SE_ABAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
se"se abalance":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalance
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embista
Embiste
Se abalanza
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormt voorwaartsderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalancen":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalancen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embistan
Embisten
Se abalanzan
zij/ze stormen voorwaartsderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze werpen zich opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanza":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanza
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embista
Embiste
Se abalance
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormt voorwaartsderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzaba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestía
Embistiera
Embistiese
Embistió
Se abalanzara
Se abalanzase
Se abalanzó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormde voorwaartsderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzaban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestían
Embistieran
Embistieron
Embistiesen
Se abalanzaran
Se abalanzaron
Se abalanzasen
zij/ze stormden voorwaartsderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze wierpen zich opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embistan
Embisten
Se abalancen
zij/ze stormen voorwaartsderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze werpen zich opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestía
Embistiera
Embistiese
Embistió
Se abalanzaba
Se abalanzase
Se abalanzó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormde voorwaartsderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestirá
Embistiere
Se abalanzare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorwaarts stormenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich werpen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzaran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzaran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestían
Embistieran
Embistieron
Embistiesen
Se abalanzaban
Se abalanzaron
Se abalanzasen
zij/ze stormden voorwaartsderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze wierpen zich opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzarán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestirán
Embistieren
Se abalanzaren
zij/ze zullen voorwaarts stormenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze zullen zich werpen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestirá
Embistiere
Se abalanzará
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorwaarts stormenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich werpen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzaren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzaren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestirán
Embistieren
Se abalanzarán
zij/ze zullen voorwaarts stormenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze zullen zich werpen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzaría":
tercera persona singular condicional del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzaría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestiría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voorwaarts stormenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich werpen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzarían":
tercera persona plural condicional del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestirían
zij/ze zouden voorwaarts stormenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze zouden zich werpen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzaron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzaron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestían
Embistieran
Embistieron
Embistiesen
Se abalanzaban
Se abalanzaran
Se abalanzasen
zij/ze stormden voorwaartsderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze wierpen zich opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestía
Embistiera
Embistiese
Embistió
Se abalanzaba
Se abalanzara
Se abalanzó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormde voorwaartsderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestían
Embistieran
Embistieron
Embistiesen
Se abalanzaban
Se abalanzaran
Se abalanzaron
zij/ze stormden voorwaartsderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
zij/ze wierpen zich opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abalanzó":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abalanzó
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestía
Embistiera
Embistiese
Embistió
Se abalanzaba
Se abalanzara
Se abalanzase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormde voorwaartsderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
se"se abandona":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandona
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrenta
Amedrente
Desmaya
Desmaye
Se abandone
Se atemorice
Se atemoriza
Se desanima
Se desanime
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest de moedderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonaba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaba
Amedrentara
Amedrentase
Amedrentó
Desmayaba
Desmayara
Desmayase
Desmayó
Se abandonara
Se abandonase
Se abandonó
Se atemorizaba
Se atemorizara
Se atemorizase
Se atemorizó
Se desanimaba
Se desanimara
Se desanimase
Se desanimó
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor de moedderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonaban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaban
Amedrentaran
Amedrentaron
Amedrentasen
Desmayaban
Desmayaran
Desmayaron
Desmayasen
Se abandonaran
Se abandonaron
Se abandonasen
Se atemorizaban
Se atemorizaran
Se atemorizaron
Se atemorizasen
Se desanimaban
Se desanimaran
Se desanimaron
Se desanimasen
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze verloren de moedderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze verwaarloosden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze lieten zich beheersenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentan
Amedrenten
Desmayan
Desmayen
Se abandonen
Se atemoricen
Se atemorizan
Se desaniman
Se desanimen
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze verliezen de moedderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze verwaarlozen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze laten zich beheersenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaba
Amedrentara
Amedrentase
Amedrentó
Desmayaba
Desmayara
Desmayase
Desmayó
Se abandonaba
Se abandonase
Se abandonó
Se atemorizaba
Se atemorizara
Se atemorizase
Se atemorizó
Se desanimaba
Se desanimara
Se desanimase
Se desanimó
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor de moedderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentará
Amedrentare
Desmayará
Desmayare
Se abandonare
Se atemorizará
Se atemorizare
Se desanimará
Se desanimare
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal de moed verliezenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verwaarlozenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich laten beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonaran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonaran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaban
Amedrentaran
Amedrentaron
Amedrentasen
Desmayaban
Desmayaran
Desmayaron
Desmayasen
Se abandonaban
Se abandonaron
Se abandonasen
Se atemorizaban
Se atemorizaran
Se atemorizaron
Se atemorizasen
Se desanimaban
Se desanimaran
Se desanimaron
Se desanimasen
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze verloren de moedderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze verwaarloosden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze lieten zich beheersenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonarán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentarán
Amedrentaren
Desmayarán
Desmayaren
Se abandonaren
Se atemorizarán
Se atemorizaren
Se desanimarán
Se desanimaren
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze zullen de moed verliezenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze zullen zich verwaarlozenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze zullen zich laten beheersenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentará
Amedrentare
Desmayará
Desmayare
Se abandonará
Se atemorizará
Se atemorizare
Se desanimará
Se desanimare
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal de moed verliezenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verwaarlozenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich laten beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonaren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonaren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentarán
Amedrentaren
Desmayarán
Desmayaren
Se abandonarán
Se atemorizarán
Se atemorizaren
Se desanimarán
Se desanimaren
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze zullen de moed verliezenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze zullen zich verwaarlozenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze zullen zich laten beheersenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonaría":
tercera persona singular condicional del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonaría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaría
Desmayaría
Se atemorizaría
Se desanimaría
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou de moed verliezenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich verwaarlozenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich laten beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonarían":
tercera persona plural condicional del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentarían
Desmayarían
Se atemorizarían
Se desanimarían
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze zouden de moed verliezenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze zouden zich verwaarlozenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze zouden zich laten beheersenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonaron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonaron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaban
Amedrentaran
Amedrentaron
Amedrentasen
Desmayaban
Desmayaran
Desmayaron
Desmayasen
Se abandonaban
Se abandonaran
Se abandonasen
Se atemorizaban
Se atemorizaran
Se atemorizaron
Se atemorizasen
Se desanimaban
Se desanimaran
Se desanimaron
Se desanimasen
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze verloren de moedderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze verwaarloosden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze lieten zich beheersenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaba
Amedrentara
Amedrentase
Amedrentó
Desmayaba
Desmayara
Desmayase
Desmayó
Se abandonaba
Se abandonara
Se abandonó
Se atemorizaba
Se atemorizara
Se atemorizase
Se atemorizó
Se desanimaba
Se desanimara
Se desanimase
Se desanimó
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor de moedderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaban
Amedrentaran
Amedrentaron
Amedrentasen
Desmayaban
Desmayaran
Desmayaron
Desmayasen
Se abandonaban
Se abandonaran
Se abandonaron
Se atemorizaban
Se atemorizaran
Se atemorizaron
Se atemorizasen
Se desanimaban
Se desanimaran
Se desanimaron
Se desanimasen
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze verloren de moedderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze verwaarloosden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze lieten zich beheersenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandone":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandone
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrenta
Amedrente
Desmaya
Desmaye
Se abandona
Se atemorice
Se atemoriza
Se desanima
Se desanime
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest de moedderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonen":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentan
Amedrenten
Desmayan
Desmayen
Se abandonan
Se atemoricen
Se atemorizan
Se desaniman
Se desanimen
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
zij/ze verliezen de moedderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.zij/ze verwaarlozen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.zij/ze laten zich beheersenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abandonó":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abandonó
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentaba
Amedrentara
Amedrentase
Amedrentó
Desmayaba
Desmayara
Desmayase
Desmayó
Se abandonaba
Se abandonara
Se abandonase
Se atemorizaba
Se atemorizara
Se atemorizase
Se atemorizó
Se desanimaba
Se desanimara
Se desanimase
Se desanimó
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor de moedderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich beheersenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
se"se abarquilla":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquilla
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquille
Se enarca
Se enarque
Se ladea
Se ladee
Se tuerce
Se tuerza
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt kromderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrompelt ineenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slinktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrompeltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillaba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillara
Se abarquillase
Se abarquilló
Se enarcaba
Se enarcara
Se enarcase
Se enarcó
Se ladeaba
Se ladeara
Se ladease
Se ladeó
Se torcía
Se torciera
Se torciese
Se torció
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok kromderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrompelde ineenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrompeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillaban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillaran
Se abarquillaron
Se abarquillasen
Se enarcaban
Se enarcaran
Se enarcaron
Se enarcasen
Se ladeaban
Se ladearan
Se ladearon
Se ladeasen
Se torcían
Se torcieran
Se torcieron
Se torciesen
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze trokken kromderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze schrompelden ineenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze slonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze verschrompeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillen
Se enarcan
Se enarquen
Se ladean
Se ladeen
Se tuercen
Se tuerzan
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze trekken kromderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze schrompelen ineenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze slinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze verschrompelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillaba
Se abarquillase
Se abarquilló
Se enarcaba
Se enarcara
Se enarcase
Se enarcó
Se ladeaba
Se ladeara
Se ladease
Se ladeó
Se torcía
Se torciera
Se torciese
Se torció
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok kromderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrompelde ineenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrompeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillare
Se enarcará
Se enarcare
Se ladeará
Se ladeare
Se torcerá
Se torciere
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kromtrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ineenschrompelenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschrompelenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillaran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillaran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillaban
Se abarquillaron
Se abarquillasen
Se enarcaban
Se enarcaran
Se enarcaron
Se enarcasen
Se ladeaban
Se ladearan
Se ladearon
Se ladeasen
Se torcían
Se torcieran
Se torcieron
Se torciesen
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze trokken kromderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze schrompelden ineenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze slonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze verschrompeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillarán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillaren
Se enarcarán
Se enarcaren
Se ladearán
Se ladearen
Se torcerán
Se torcieren
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze zullen kromtrekkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze zullen ineenschrompelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze zullen slinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze zullen verschrompelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillará
Se enarcará
Se enarcare
Se ladeará
Se ladeare
Se torcerá
Se torciere
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kromtrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ineenschrompelenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschrompelenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillaren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillaren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillarán
Se enarcarán
Se enarcaren
Se ladearán
Se ladearen
Se torcerán
Se torcieren
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze zullen kromtrekkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze zullen ineenschrompelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze zullen slinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze zullen verschrompelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillaría":
tercera persona singular condicional del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillaría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se enarcaría
Se ladearía
Se torcería
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kromtrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ineenschrompelenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou slinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verschrompelenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillarían":
tercera persona plural condicional del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se enarcarían
Se ladearían
Se torcerían
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze zouden kromtrekkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze zouden ineenschrompelenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze zouden slinkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze zouden verschrompelenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillaron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillaron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillaban
Se abarquillaran
Se abarquillasen
Se enarcaban
Se enarcaran
Se enarcaron
Se enarcasen
Se ladeaban
Se ladearan
Se ladearon
Se ladeasen
Se torcían
Se torcieran
Se torcieron
Se torciesen
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze trokken kromderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze schrompelden ineenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze slonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze verschrompeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillaba
Se abarquillara
Se abarquilló
Se enarcaba
Se enarcara
Se enarcase
Se enarcó
Se ladeaba
Se ladeara
Se ladease
Se ladeó
Se torcía
Se torciera
Se torciese
Se torció
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok kromderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrompelde ineenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrompeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillaban
Se abarquillaran
Se abarquillaron
Se enarcaban
Se enarcaran
Se enarcaron
Se enarcasen
Se ladeaban
Se ladearan
Se ladearon
Se ladeasen
Se torcían
Se torcieran
Se torcieron
Se torciesen
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze trokken kromderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze schrompelden ineenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze slonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze verschrompeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquille":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquille
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquilla
Se enarca
Se enarque
Se ladea
Se ladee
Se tuerce
Se tuerza
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt kromderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrompelt ineenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slinktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrompeltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquillen":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquillen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillan
Se enarcan
Se enarquen
Se ladean
Se ladeen
Se tuercen
Se tuerzan
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
zij/ze trekken kromderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
zij/ze schrompelen ineenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
zij/ze slinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
zij/ze verschrompelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abarquilló":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abarquilló
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abarquillaba
Se abarquillara
Se abarquillase
Se enarcaba
Se enarcara
Se enarcase
Se enarcó
Se ladeaba
Se ladeara
Se ladease
Se ladeó
Se torcía
Se torciera
Se torciese
Se torció
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok kromderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrompelde ineenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrompeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
se"se abastece":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastece
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastezca
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet zich van het nodigederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecen":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastezcan
zij/ze voorzien zich van het nodigederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecerá":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecerá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abasteciere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich van het nodige voorzienderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecerán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecerán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecieren
zij/ze zullen zich van het nodige voorzienderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecería":
tercera persona singular condicional del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecería
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich van het nodige voorzienderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecerían":
tercera persona plural condicional del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecerían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
zij/ze zouden zich van het nodige voorzienderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecía":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abasteciera
Se abasteciese
Se abasteció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag zich van het nodigederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecían":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecieran
Se abastecieron
Se abasteciesen
zij/ze voorzagen zich van het nodigederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abasteciera":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abasteciera
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecía
Se abasteciese
Se abasteció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag zich van het nodigederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecieran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecieran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecían
Se abastecieron
Se abasteciesen
zij/ze voorzagen zich van het nodigederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abasteciere":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abasteciere
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecerá
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich van het nodige voorzienderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecieren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecieren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecerán
zij/ze zullen zich van het nodige voorzienderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastecieron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastecieron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecían
Se abastecieran
Se abasteciesen
zij/ze voorzagen zich van het nodigederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abasteciese":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abasteciese
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecía
Se abasteciera
Se abasteció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag zich van het nodigederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abasteciesen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abasteciesen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecían
Se abastecieran
Se abastecieron
zij/ze voorzagen zich van het nodigederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abasteció":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abasteció
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecía
Se abasteciera
Se abasteciese
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag zich van het nodigederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastezca":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastezca
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastece
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet zich van het nodigederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abastezcan":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abastezcan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abastecen
zij/ze voorzien zich van het nodigederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
se"se abatata":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatata
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatate
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatataba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatataba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatatara
Se abatatase
Se abatató
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatataban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatataban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatataran
Se abatataron
Se abatatasen
zij/ze schaamdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatatan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatatan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abataten
zij/ze schamenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatatara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatatara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatataba
Se abatatase
Se abatató
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatatará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatatará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatatare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schamenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatataran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatataran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatataban
Se abatataron
Se abatatasen
zij/ze schaamdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatatarán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatatarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatataren
zij/ze zullen schamenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatatare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatatare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatatará
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schamenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatataren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatataren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatatarán
zij/ze zullen schamenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatataría":
tercera persona singular condicional del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatataría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schamenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatatarían":
tercera persona plural condicional del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatatarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
zij/ze zouden schamenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatataron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatataron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatataban
Se abatataran
Se abatatasen
zij/ze schaamdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatatase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatatase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatataba
Se abatatara
Se abatató
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatatasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatatasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatataban
Se abatataran
Se abatataron
zij/ze schaamdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatate":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatate
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatata
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abataten":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abataten
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatatan
zij/ze schamenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
se"se abatató":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  abatató
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se abatataba
Se abatatara
Se abatatase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaamdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bce fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e_ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,-a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e _b c d f g h ij l m p q r s t u vz

6ea n o r s u

7e l n r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
SE_ABAVolgende/ Siguiente -->

arriba