Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bce fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e_ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,- a b c d e f gh i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i ou

6e b m n

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
SE_HUVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
se"se hubiera":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hubiera
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se comportaba
Se comportara
Se comportase
Se comportó
Se conducía
Se condujera
Se condujese
Se condujo
Se había
Se hubiese
Se hubo
Se portaba
Se portara
Se portase
Se portó
Se trataba
Se tratara
Se tratase
Se trató
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met iemand aan de stokderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met iemandderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
se"se hubieran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hubieran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se comportaban
Se comportaran
Se comportaron
Se comportasen
Se conducían
Se condujeran
Se condujeron
Se condujesen
Se habían
Se hubieron
Se hubiesen
Se portaban
Se portaran
Se portaron
Se portasen
Se trataban
Se trataran
Se trataron
Se tratasen
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
zij/ze gedroegen zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.zij/ze kregen het met iemand aan de stokderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.zij/ze maten zich met iemandderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
se"se hubiere":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hubiere
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se comportará
Se comportare
Se conducirá
Se condujere
Se habrá
Se portará
Se portare
Se tratará
Se tratare
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich gedragenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal het met iemand aan de stok krijgenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich met iemand metenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
se"se hubieren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hubieren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se comportarán
Se comportaren
Se conducirán
Se condujeren
Se habrán
Se portarán
Se portaren
Se tratarán
Se trataren
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
zij/ze zullen zich gedragenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.zij/ze zullen het met iemand aan de stok krijgenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.zij/ze zullen zich met iemand metenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
se"se hubieron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hubieron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se comportaban
Se comportaran
Se comportaron
Se comportasen
Se conducían
Se condujeran
Se condujeron
Se condujesen
Se habían
Se hubieran
Se hubiesen
Se portaban
Se portaran
Se portaron
Se portasen
Se trataban
Se trataran
Se trataron
Se tratasen
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
zij/ze gedroegen zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.zij/ze kregen het met iemand aan de stokderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.zij/ze maten zich met iemandderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
se"se hubiese":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hubiese
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se comportaba
Se comportara
Se comportase
Se comportó
Se conducía
Se condujera
Se condujese
Se condujo
Se había
Se hubiera
Se hubo
Se portaba
Se portara
Se portase
Se portó
Se trataba
Se tratara
Se tratase
Se trató
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met iemand aan de stokderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met iemandderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
se"se hubiesen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hubiesen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se comportaban
Se comportaran
Se comportaron
Se comportasen
Se conducían
Se condujeran
Se condujeron
Se condujesen
Se habían
Se hubieran
Se hubieron
Se portaban
Se portaran
Se portaron
Se portasen
Se trataban
Se trataran
Se trataron
Se tratasen
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
zij/ze gedroegen zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.zij/ze kregen het met iemand aan de stokderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.zij/ze maten zich met iemandderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
se"se hubo":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'haberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hubo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se comportaba
Se comportara
Se comportase
Se comportó
Se conducía
Se condujera
Se condujese
Se condujo
Se había
Se hubiera
Se hubiese
Se portaba
Se portara
Se portase
Se portó
Se trataba
Se tratara
Se tratase
Se trató
1Comportarse
Conducirse
Portarse
Tratarse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich gedragen'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met iemand aan de stokderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'het met iemand aan de stok krijgen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met iemandderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich met iemand meten'
se"se humedece":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedece
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedezca
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt vochtigderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecen":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedezcan
zij/ze worden vochtigderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecerá":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecerá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedeciere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vochtig wordenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecerán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecerán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecieren
zij/ze zullen vochtig wordenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecería":
tercera persona singular condicional del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecería
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vochtig wordenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecerían":
tercera persona plural condicional del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecerían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
zij/ze zouden vochtig wordenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecía":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedeciera
Se humedeciese
Se humedeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd vochtigderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecían":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecieran
Se humedecieron
Se humedeciesen
zij/ze werden vochtigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedeciera":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedeciera
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecía
Se humedeciese
Se humedeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd vochtigderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecieran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecieran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecían
Se humedecieron
Se humedeciesen
zij/ze werden vochtigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedeciere":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedeciere
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecerá
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vochtig wordenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecieren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecieren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecerán
zij/ze zullen vochtig wordenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedecieron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedecieron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecían
Se humedecieran
Se humedeciesen
zij/ze werden vochtigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedeciese":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedeciese
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecía
Se humedeciera
Se humedeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd vochtigderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedeciesen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedeciesen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecían
Se humedecieran
Se humedecieron
zij/ze werden vochtigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedeció":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedeció
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecía
Se humedeciera
Se humedeciese
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd vochtigderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedezca":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedezca
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedece
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt vochtigderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humedezcan":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'humedecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humedezcan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humedecen
zij/ze worden vochtigderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vochtig worden'
se"se humilla":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humilla
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encoge
Se encoja
Se humille
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigt zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humilla ante":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humilla
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humille ante
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigt zich voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillaba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogía
Se encogiera
Se encogiese
Se encogió
Se humillara
Se humillase
Se humilló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillaba ante":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillara ante
Se humillase ante
Se humilló ante
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigde zich voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillaban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogían
Se encogieran
Se encogieron
Se encogiesen
Se humillaran
Se humillaron
Se humillasen
zij/ze verootmoedigden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillaban ante":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillaran ante
Se humillaron ante
Se humillasen ante
zij/ze verootmoedigden zich voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogen
Se encojan
Se humillen
zij/ze verootmoedigen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillan ante":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillen ante
zij/ze verootmoedigen zich voorderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogía
Se encogiera
Se encogiese
Se encogió
Se humillaba
Se humillase
Se humilló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogerá
Se encogiere
Se humillare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verootmoedigenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillara ante":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillaba ante
Se humillase ante
Se humilló ante
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigde zich voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillará ante":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillare ante
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verootmoedigen voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillaran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogían
Se encogieran
Se encogieron
Se encogiesen
Se humillaban
Se humillaron
Se humillasen
zij/ze verootmoedigden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillarán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogerán
Se encogieren
Se humillaren
zij/ze zullen zich verootmoedigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillaran ante":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillaban ante
Se humillaron ante
Se humillasen ante
zij/ze verootmoedigden zich voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillarán ante":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillaren ante
zij/ze zullen zich verootmoedigen voorderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogerá
Se encogiere
Se humillará
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verootmoedigenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillare ante":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillará ante
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verootmoedigen voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillaren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogerán
Se encogieren
Se humillarán
zij/ze zullen zich verootmoedigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillaren ante":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillarán ante
zij/ze zullen zich verootmoedigen voorderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillaría":
tercera persona singular condicional del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogería
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich verootmoedigenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillaría ante":
tercera persona singular condicional del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich verootmoedigen voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillarían":
tercera persona plural condicional del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogerían
zij/ze zouden zich verootmoedigenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillarían ante":
tercera persona plural condicional del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
zij/ze zouden zich verootmoedigen voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillaron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogían
Se encogieran
Se encogieron
Se encogiesen
Se humillaban
Se humillaran
Se humillasen
zij/ze verootmoedigden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillaron ante":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillaron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillaban ante
Se humillaran ante
Se humillasen ante
zij/ze verootmoedigden zich voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogía
Se encogiera
Se encogiese
Se encogió
Se humillaba
Se humillara
Se humilló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillase ante":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillaba ante
Se humillara ante
Se humilló ante
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigde zich voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogían
Se encogieran
Se encogieron
Se encogiesen
Se humillaban
Se humillaran
Se humillaron
zij/ze verootmoedigden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillasen ante":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillaban ante
Se humillaran ante
Se humillaron ante
zij/ze verootmoedigden zich voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humille":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humille
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encoge
Se encoja
Se humilla
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigt zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humille ante":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humille
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humilla ante
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigt zich voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humillen":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogen
Se encojan
Se humillan
zij/ze verootmoedigen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humillen ante":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humillen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillan ante
zij/ze verootmoedigen zich voorderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se humilló":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'humillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humilló
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se encogía
Se encogiera
Se encogiese
Se encogió
Se humillaba
Se humillara
Se humillase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen'
se"se humilló ante":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'humillarse ante'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  humilló
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'humillar'
  ante
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ante'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se humillaba ante
Se humillara ante
Se humillase ante
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verootmoedigde zich voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verootmoedigen voor'
se"se hunda":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hunda
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hunde
Se suma
Se sume
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiept zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaatderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzinktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt wegderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neerderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich neerderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwijktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundan":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hunden
Se suman
Se sumen
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze verdiepen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze vergaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze verzinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zinken wegderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze dalen neerderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze laten zich neerderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze bezwijkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hunde":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hunde
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hunda
Se suma
Se sume
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiept zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaatderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzinktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt wegderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neerderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich neerderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwijktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hunden":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hunden
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundan
Se suman
Se sumen
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze verdiepen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze vergaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze verzinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zinken wegderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze dalen neerderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze laten zich neerderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze bezwijkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundía":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundiera
Se hundiese
Se hundió
Se sumía
Se sumiera
Se sumiese
Se sumió
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiepte zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergingderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezweekderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundían":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundieran
Se hundieron
Se hundiesen
Se sumían
Se sumieran
Se sumieron
Se sumiesen
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze verdiepten zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze vergingenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze verzonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zonken wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze daalden neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze lieten zich neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze bezwekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundiera":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundiera
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundía
Se hundiese
Se hundió
Se sumía
Se sumiera
Se sumiese
Se sumió
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiepte zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergingderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezweekderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundieran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundieran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundían
Se hundieron
Se hundiesen
Se sumían
Se sumieran
Se sumieron
Se sumiesen
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze verdiepten zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze vergingenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze verzonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zonken wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze daalden neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze lieten zich neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze bezwekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundiere":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundiere
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundirá
Se sumiere
Se sumirá
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verdiependerde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wegzinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerdalenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich neerlatenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bezwijkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundieren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundieren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundirán
Se sumieren
Se sumirán
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze zullen zich verdiependerde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze zullen vergaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze zullen verzinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zullen wegzinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zullen zinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze zullen neerdalenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze zullen zich neerlatenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze zullen bezwijkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundieron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundieron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundían
Se hundieran
Se hundiesen
Se sumían
Se sumieran
Se sumieron
Se sumiesen
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze verdiepten zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze vergingenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze verzonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zonken wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze daalden neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze lieten zich neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze bezwekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundiese":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundiese
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundía
Se hundiera
Se hundió
Se sumía
Se sumiera
Se sumiese
Se sumió
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiepte zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergingderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezweekderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundiesen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundiesen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundían
Se hundieran
Se hundieron
Se sumían
Se sumieran
Se sumieron
Se sumiesen
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze verdiepten zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze vergingenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze verzonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zonken wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze daalden neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze lieten zich neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze bezwekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundió":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundió
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundía
Se hundiera
Se hundiese
Se sumía
Se sumiera
Se sumiese
Se sumió
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiepte zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergingderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zich neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezweekderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundirá":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundirá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundiere
Se sumiere
Se sumirá
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verdiependerde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wegzinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerdalenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich neerlatenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bezwijkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundirán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundirán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se hundieren
Se sumieren
Se sumirán
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze zullen zich verdiependerde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze zullen vergaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze zullen verzinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zullen wegzinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zullen zinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze zullen neerdalenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze zullen zich neerlatenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze zullen bezwijkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundiría":
tercera persona singular condicional del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundiría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se sumiría
1Hundimiento
Sumirse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich verdiependerde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verzinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegzinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou neerdalenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich neerlatenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bezwijkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'
se"se hundirían":
tercera persona plural condicional del verbo 'hundirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  hundirían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hundir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se sumirían
1Hundimiento
Sumirse
.
zij/ze zouden zich verdiependerde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verdiepen'
zij/ze zouden vergaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergaan'
zij/ze zouden verzinkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzinken'
zij/ze zouden wegzinkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzinken'
zij/ze zouden zinkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
2Desplomarse
Hundimiento
.
zij/ze zouden neerdalenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerdalen'
zij/ze zouden zich neerlatenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich neerlaten'
3Hundimiento.zij/ze zouden bezwijkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezwijken'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bce fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e_ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,- a b c d e f gh i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i ou

6e b m n

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
SE_HUVolgende/ Siguiente -->

arriba