Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

El humo que el fumador no traga y regala a sus vecinos es mucho más contaminante que el que se inhala

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l m n o p rs t u v wxy

4e _ a b c d e f gh i l m n o p q rs t u v

5ea e i o u

6e b c g r z

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DESHAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
deshabitadaadjetivo femenino singular de la palabra: deshabitado

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshabitado'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshabitadas
Deshabitado
Deshabitados
Desierta
Desiertas
Desierto
Desiertos
Despoblada
Despobladas
Despoblado
Despoblados
onbewoondbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: on·be·woond

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
onbewoondeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Onbewoond
Lettergrepen: on·be·woon·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onbewoond').
  wn
deshabitadasadjetivo femenino plural de la palabra: deshabitado

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshabitado'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshabitada
Deshabitado
Deshabitados
Desierta
Desiertas
Desierto
Desiertos
Despoblada
Despobladas
Despoblado
Despoblados
onbewoondbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: on·be·woond

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
onbewoondeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Onbewoond
Lettergrepen: on·be·woon·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onbewoond').
  wn
deshabitadoadjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshabitado'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshabitada
Deshabitadas
Deshabitados
Desierta
Desiertas
Desierto
Desiertos
Despoblada
Despobladas
Despoblado
Despoblados
onbewoondbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: on·be·woond

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
onbewoondeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Onbewoond
Lettergrepen: on·be·woon·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onbewoond').
  wn
deshabitadosadjetivo masculino plural de la palabra: deshabitado

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshabitado'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshabitada
Deshabitadas
Deshabitado
Desierta
Desiertas
Desierto
Desiertos
Despoblada
Despobladas
Despoblado
Despoblados
onbewoondbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: on·be·woond

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
onbewoondeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Onbewoond
Lettergrepen: on·be·woon·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onbewoond').
  wn
deshacetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshaga
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
¡deshaced!imperativo plural del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
1.haal uit elkaar!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
val uit elkaar!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.smelt!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'smelten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
deshacéissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshagáis
1.jullie halen uit elkaartweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
Lettergrepen: jul·lie ha·len uit el·kaar
2Desintegración
Desintegrar
.
jullie vallen uit elkaartweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
Lettergrepen: jul·lie val·len uit el·kaar
3.jullie smeltentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: jul·lie smel·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
deshacemosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshagamos
1.wij/we halen uit elkaareerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
wij/we vallen uit elkaareerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.wij/we smelteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
deshacentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshagan
1.zij/ze halen uit elkaarderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
zij/ze vallen uit elkaarderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.zij/ze smeltenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
¡deshaceos!imperativo plural del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Deshazte!
¡Desteñíos!
¡Destíñete!
geef af!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'afgeven'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
¡deshaceos de!"¡deshaceos de!":
imperativo plural del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembarazaos de!
¡Desembarázate de!
¡Deshazte de!
¡Desprendeos de!
¡Despréndete de!
ontdoe je van!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'zich ontdoen van'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshacerinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  w  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
DeshagoDeshice
DeshacesDeshiciste
DeshaceDeshizo
DeshacemosDeshicimos
DeshacéisDeshicisteis
DeshacenDeshicieron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
DesharéíaDeshacía
DesharásíasDeshacías
DesharáíaDeshacía
DesharemosíamosDeshacíamos
DesharéisíaisDeshacíais
DesharáníanDeshacían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
DeshagaDeshiciera
DeshagasDeshicieras
DeshagaDeshiciera
DeshagamosDeshiciéramos
DeshagáisDeshicierais
DeshaganDeshicieran
FuturoPréterito imperfecto se
DeshiciereDeshiciese
DeshicieresDeshicieses
DeshiciereDeshiciese
DeshiciéremosDeshiciésemos
DeshiciereisDeshicieseis
DeshicierenDeshiciesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Deshaz(tú)No deshagas
Deshaga(usted)No deshaga
Deshagamos(nosotros)No deshagamos
Deshaced(vosotros)No deshagáis
Deshagan(ustedes)No deshagan
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
DeshechoDeshaciendo
1.uit elkaar halenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: uit el·kaar ha·len
Verbuiging:
uit elkaar halen - haalden uit elkaar - uit elkaar gehaald

2Desintegración
Desintegrar
.
uit elkaar vallenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: uit el·kaar val·len
Verbuiging:
uit elkaar vallen - vielen uit elkaar - uit elkaar gevallen

3.smeltenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: smel·ten
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
smelten - smolt - gesmolten


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
deshacerseinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desteñirse
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
Me deshagoMe deshice
Te deshacesTe deshiciste
Se deshaceSe deshizo
Nos deshacemosNos deshicimos
Os deshacéisOs deshicisteis
Se deshacenSe deshicieron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
Me desharéíaMe deshacía
Te desharásíasTe deshacías
Se desharáíaSe deshacía
Nos desharemosíamosNos deshacíamos
Os desharéisíaisOs deshacíais
Se desharáníanSe deshacían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
Me deshagaMe deshiciera
Te deshagasTe deshicieras
Se deshagaSe deshiciera
Nos deshagamosNos deshiciéramos
Os deshagáisOs deshicierais
Se deshaganSe deshicieran
FuturoPréterito imperfecto se
Me deshiciereMe deshiciese
Te deshicieresTe deshicieses
Se deshiciereSe deshiciese
Nos deshiciéremosNos deshiciésemos
Os deshiciereisOs deshicieseis
Se deshicierenSe deshiciesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Deshazte(tú)No te deshagas
Deshágase(usted)No se deshaga
Deshagámonos(nosotros)No nos deshagamos
Deshaceos(vosotros)No os deshagáis
Desháganse(ustedes)No se deshagan
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
DeshechoDeshaciéndome,... etc.
afgevenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: af·ge·ven
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
afgeven - gaf af - afgegeven


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
deshacerse de"deshacerse de":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazarse de
Desprenderse de
zich ontdoen vanwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: zich ont·doen van
Verbuiging:
zich ontdoen van - ontdeed zich van - zich ontdaan van


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
zich ontdoen vanwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: zich ont·doen van
Verbuiging:
zich ontdoen van - ontdeed zich van - zich ontdaan van


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshacessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshagas
jij/je smelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
deshacíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshice
Deshiciera
Deshiciese
Deshizo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smoltderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshice
Deshiciera
Deshiciese
Deshizo
ik smolteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
deshacíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshicierais
Deshicieseis
Deshicisteis
1.jullie haalden uit elkaartweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
Lettergrepen: jul·lie haal·den uit el·kaar
2Desintegración
Desintegrar
.
jullie vielen uit elkaartweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
Lettergrepen: jul·lie vie·len uit el·kaar
3.jullie smoltentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: jul·lie smol·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
deshacíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshiciéramos
Deshiciésemos
Deshicimos
1.wij/we haalden uit elkaareerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
wij/we vielen uit elkaareerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.wij/we smolteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
deshacíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshicieran
Deshicieron
Deshiciesen
1.zij/ze haalden uit elkaarderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
zij/ze vielen uit elkaarderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.zij/ze smoltenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
deshacíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshicieras
Deshicieses
Deshiciste
jij/je smolttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
deshaciendogerundio del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn
smeltendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: smel·tend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
deshaciéndomegerundio del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshaciéndonos
Deshaciéndoos
Deshaciéndose
Deshaciéndote
Destiñéndome
Destiñéndonos
Destiñéndoos
Destiñéndose
Destiñéndote
afgevendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'afgeven'
Lettergrepen: af·ge·vend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
deshaciéndome de"deshaciéndome de":
gerundio del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazándome de
Desprendiéndome de
me ontdoend vanonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich ontdoen van'
Lettergrepen: me ont·doend van

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshaciéndonosgerundio del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshaciéndome
Deshaciéndoos
Deshaciéndose
Deshaciéndote
Destiñéndome
Destiñéndonos
Destiñéndoos
Destiñéndose
Destiñéndote
afgevendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'afgeven'
Lettergrepen: af·ge·vend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
deshaciéndonos de"deshaciéndonos de":
gerundio del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazándonos de
Desprendiéndonos de
ons ontdoend vanonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich ontdoen van'
Lettergrepen: ons ont·doend van

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshaciéndoosgerundio del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshaciéndome
Deshaciéndonos
Deshaciéndose
Deshaciéndote
Destiñéndome
Destiñéndonos
Destiñéndoos
Destiñéndose
Destiñéndote
afgevendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'afgeven'
Lettergrepen: af·ge·vend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
deshaciéndoos de"deshaciéndoos de":
gerundio del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazándoos de
Desembarazándote de
Deshaciéndote de
Desprendiéndoos de
Desprendiéndote de
je ontdoend vanonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich ontdoen van'
Lettergrepen: je ont·doend van

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshaciéndosegerundio del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshaciéndome
Deshaciéndonos
Deshaciéndoos
Deshaciéndote
Destiñéndome
Destiñéndonos
Destiñéndoos
Destiñéndose
Destiñéndote
afgevendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'afgeven'
Lettergrepen: af·ge·vend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
deshaciéndose de"deshaciéndose de":
gerundio del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazándose de
Desprendiéndose de
zich ontdoend vanonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich ontdoen van'
Lettergrepen: zich ont·doend van

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshaciéndotegerundio del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshaciéndome
Deshaciéndonos
Deshaciéndoos
Deshaciéndose
Destiñéndome
Destiñéndonos
Destiñéndoos
Destiñéndose
Destiñéndote
afgevendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'afgeven'
Lettergrepen: af·ge·vend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
deshaciéndote de"deshaciéndote de":
gerundio del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazándoos de
Desembarazándote de
Deshaciéndoos de
Desprendiéndoos de
Desprendiéndote de
je ontdoend vanonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich ontdoen van'
Lettergrepen: je ont·doend van

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshagatercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshace
Deshago
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'smelten'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshace
Deshago
ik smelteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
¡deshaga!imperativo singular del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Deshagan!
smelt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'smelten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
deshagáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshacéis
1.jullie halen uit elkaartweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
Lettergrepen: jul·lie ha·len uit el·kaar
2Desintegración
Desintegrar
.
jullie vallen uit elkaartweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
Lettergrepen: jul·lie val·len uit el·kaar
3.jullie smeltentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: jul·lie smel·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
¡deshagámonos!imperativo plural del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Destiñámonos!
laten we afgevengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'afgeven'
Lettergrepen: la·ten we af·ge·ven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
¡deshagámonos de!"¡deshagámonos de!":
imperativo plural del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembaracémonos de!
¡Desprendámonos de!
laten we zich ontdoen vangebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'zich ontdoen van'
Lettergrepen: la·ten we zich ont·doen van

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshagamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshacemos
1.wij/we halen uit elkaareerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
wij/we vallen uit elkaareerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.wij/we smelteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'smelten'
¡deshagamos!imperativo plural del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
1.laten we uit elkaar halengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uit elkaar halen'
Lettergrepen: la·ten we uit el·kaar ha·len
2Desintegración
Desintegrar
.
laten we uit elkaar vallengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
Lettergrepen: la·ten we uit el·kaar val·len
3.laten we smeltengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: la·ten we smel·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
deshagantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshacen
1.zij/ze halen uit elkaarderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
zij/ze vallen uit elkaarderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.zij/ze smeltenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'smelten'
¡deshagan!imperativo plural del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
1.haalt u uit elkaar!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
valt u uit elkaar!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.smelt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'smelten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
¡desháganse!imperativo plural del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Deshágase!
¡Destíñanse!
¡Destíñase!
geeft u af!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'afgeven'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
¡desháganse de!"¡desháganse de!":
imperativo plural del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembarácense de!
¡Desembarácese de!
¡Deshágase de!
¡Despréndanse de!
¡Despréndase de!
ontdoet u zich van!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'zich ontdoen van'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshagassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshaces
jij/je smelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'smelten'
¡deshágase!imperativo singular del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desháganse!
¡Destíñanse!
¡Destíñase!
geeft u af!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'afgeven'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
¡deshágase de!"¡deshágase de!":
imperativo singular del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembarácense de!
¡Desembarácese de!
¡Desháganse de!
¡Despréndanse de!
¡Despréndase de!
ontdoet u zich van!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'zich ontdoen van'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').
deshagoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshaga
ik smelteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
desharátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshiciere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal smeltenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
desharántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshicieren
1.zij/ze zullen uit elkaar halenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
zij/ze zullen uit elkaar vallenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.zij/ze zullen smeltenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
desharássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshicieres
jij/je zal smeltentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
desharéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshiciere
ik zal smelteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: ik zal smel·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
desharéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshiciereis
1.jullie zullen uit elkaar halentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len uit el·kaar ha·len
2Desintegración
Desintegrar
.
jullie zullen uit elkaar vallentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len uit el·kaar val·len
3.jullie zullen smeltentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len smel·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
desharemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Deshiciéremos
1.wij/we zullen uit elkaar haleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
wij/we zullen uit elkaar valleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.wij/we zullen smelteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
desharíatercera persona singular condicional del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smeltenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
  _primera persona singular condicional del verbo 'deshacer'
  we  wn
ik zou smelteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: ik zou smel·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
desharíaissegunda persona plural condicional del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn
1.jullie zouden uit elkaar halentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den uit el·kaar ha·len
2Desintegración
Desintegrar
.
jullie zouden uit elkaar vallentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den uit el·kaar val·len
3.jullie zouden smeltentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
Lettergrepen: jul·lie zou·den smel·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
desharíamosprimera persona plural condicional del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn
1.wij/we zouden uit elkaar haleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
wij/we zouden uit elkaar valleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.wij/we zouden smelteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
desharíantercera persona plural condicional del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn
1.zij/ze zouden uit elkaar halenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar halen'
2Desintegración
Desintegrar
.
zij/ze zouden uit elkaar vallenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uit elkaar vallen'
3.zij/ze zouden smeltenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
desharíassegunda persona singular condicional del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  we  wn
jij/je zou smeltentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'smelten'
¡deshaz!imperativo singular del verbo 'deshacer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Deshaced!
smelt!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'smelten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Smelten').
  wn
¡deshazte!imperativo singular del verbo 'deshacerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deshacer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Deshaceos!
¡Desteñíos!
¡Destíñete!
geef af!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'afgeven'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgeven').
  wn
¡deshazte de!"¡deshazte de!":
imperativo singular del verbo 'deshacerse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembarazaos de!
¡Desembarázate de!
¡Deshaceos de!
¡Desprendeos de!
¡Despréndete de!
ontdoe je van!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'zich ontdoen van'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontdoen van').

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l m n o p rs t u v wxy

4e _ a b c d e f gh i l m n o p q rs t u v

5ea e i o u

6e b c g r z

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DESHAVolgende/ Siguiente -->

arriba