Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l m n o p rs t u v wxy

4e _ a b c d e f g h i l m no p q rs t u v

5eb cd l rx

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DESOBVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
desobedecetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedezca
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamt nietderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
¡desobedece!imperativo singular del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desobedeced!
gehoorzaam niet!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'niet gehoorzamen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
¡desobedeced!imperativo plural del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desobedece!
gehoorzaam niet!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'niet gehoorzamen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecéissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedezcáis
jullie gehoorzamen niettweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie ge·hoor·za·men niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecemosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedezcamos
wij/we gehoorzamen nieteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedezcan
zij/ze gehoorzamen nietderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecerinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
DesobedezcoDesobedecí
DesobedecesDesobedeciste
DesobedeceDesobedeció
DesobedecemosDesobedecimos
DesobedecéisDesobedecisteis
DesobedecenDesobedecieron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
DesobedeceréíaDesobedecía
DesobedecerásíasDesobedecías
DesobedeceráíaDesobedecía
DesobedeceremosíamosDesobedecíamos
DesobedeceréisíaisDesobedecíais
DesobedeceráníanDesobedecían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
DesobedezcaDesobedeciera
DesobedezcasDesobedecieras
DesobedezcaDesobedeciera
DesobedezcamosDesobedeciéramos
DesobedezcáisDesobedecierais
DesobedezcanDesobedecieran
FuturoPréterito imperfecto se
DesobedeciereDesobedeciese
DesobedecieresDesobedecieses
DesobedeciereDesobedeciese
DesobedeciéremosDesobedeciésemos
DesobedeciereisDesobedecieseis
DesobedecierenDesobedeciesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Desobedece(tú)No desobedezcas
Desobedezca(usted)No desobedezca
Desobedezcamos(nosotros)No desobedezcamos
Desobedeced(vosotros)No desobedezcáis
Desobedezcan(ustedes)No desobedezcan
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
DesobedecidoDesobedeciendo
niet gehoorzamenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: niet ge·hoor·za·men
Verbuiging:
niet gehoorzamen - gehoorzaamde niet - niet gehoorzaamd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecerátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedeciere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal niet gehoorzamenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecerántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecieren
zij/ze zullen niet gehoorzamenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecerássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecieres
jij/je zal niet gehoorzamentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedeceréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedeciere
ik zal niet gehoorzameneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik zal niet ge·hoor·za·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeceréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedeciereis
jullie zullen niet gehoorzamentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len niet ge·hoor·za·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeceremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedeciéremos
wij/we zullen niet gehoorzameneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedeceríatercera persona singular condicional del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou niet gehoorzamenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'desobedecer'
  we  wn
ik zou niet gehoorzameneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik zou niet ge·hoor·za·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeceríaissegunda persona plural condicional del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn
jullie zouden niet gehoorzamentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den niet ge·hoor·za·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeceríamosprimera persona plural condicional del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn
wij/we zouden niet gehoorzameneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedeceríantercera persona plural condicional del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn
zij/ze zouden niet gehoorzamenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedeceríassegunda persona singular condicional del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn
jij/je zou niet gehoorzamentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedezcas
jij/je gehoorzaamt niettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecía
Desobedeciera
Desobedeciese
ik gehoorzaamde nieteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik ge·hoor·zaam·de niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecí
Desobedeciera
Desobedeciese
Desobedeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde nietderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecí
Desobedeciera
Desobedeciese
Desobedeció
ik gehoorzaamde nieteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik ge·hoor·zaam·de niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecierais
Desobedecieseis
Desobedecisteis
jullie gehoorzaamden niettweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie ge·hoor·zaam·den niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedeciéramos
Desobedeciésemos
Desobedecimos
wij/we gehoorzaamden nieteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecieran
Desobedecieron
Desobedeciesen
zij/ze gehoorzaamden nietderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecieras
Desobedecieses
Desobedeciste
jij/je gehoorzaamde niettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecidas
Desobedecido
Desobedecidos
niet gehoorzaamdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: niet ge·hoor·zaamd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecida
Desobedecido
Desobedecidos
niet gehoorzaamdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: niet ge·hoor·zaamd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecidoparticipio pasado del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecida
Desobedecidas
Desobedecidos
niet gehoorzaamdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: niet ge·hoor·zaamd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecida
Desobedecidas
Desobedecido
niet gehoorzaamdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: niet ge·hoor·zaamd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeciendogerundio del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn
niet gehoorzamendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: niet ge·hoor·za·mend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecí
Desobedecía
Desobedeciese
Desobedeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde nietderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecí
Desobedecía
Desobedeciese
Desobedeció
ik gehoorzaamde nieteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik ge·hoor·zaam·de niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecíais
Desobedecieseis
Desobedecisteis
jullie gehoorzaamden niettweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie ge·hoor·zaam·den niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeciéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecíamos
Desobedeciésemos
Desobedecimos
wij/we gehoorzaamden nieteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecían
Desobedecieron
Desobedeciesen
zij/ze gehoorzaamden nietderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecías
Desobedecieses
Desobedeciste
jij/je gehoorzaamde niettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecerá
Desobedeceré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal niet gehoorzamenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecerá
Desobedeceré
ik zal niet gehoorzameneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik zal niet ge·hoor·za·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeciereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedeceréis
jullie zullen niet gehoorzamentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len niet ge·hoor·za·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeciéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedeceremos
wij/we zullen niet gehoorzameneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecerán
zij/ze zullen niet gehoorzamenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecerás
jij/je zal niet gehoorzamentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecían
Desobedecieran
Desobedeciesen
zij/ze gehoorzaamden nietderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedeciesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecí
Desobedecía
Desobedeciera
Desobedeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde nietderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecí
Desobedecía
Desobedeciera
Desobedeció
ik gehoorzaamde nieteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik ge·hoor·zaam·de niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedecieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecíais
Desobedecierais
Desobedecisteis
jullie gehoorzaamden niettweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie ge·hoor·zaam·den niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedeciésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecíamos
Desobedeciéramos
Desobedecimos
wij/we gehoorzaamden nieteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedeciesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecían
Desobedecieran
Desobedecieron
zij/ze gehoorzaamden nietderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedeciesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecías
Desobedecieras
Desobedeciste
jij/je gehoorzaamde niettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecíamos
Desobedeciéramos
Desobedeciésemos
wij/we gehoorzaamden nieteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedeciótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecía
Desobedeciera
Desobedeciese
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde nietderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecías
Desobedecieras
Desobedecieses
jij/je gehoorzaamde niettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedecisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecíais
Desobedecierais
Desobedecieseis
jullie gehoorzaamden niettweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie ge·hoor·zaam·den niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedezcaprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedece
Desobedezco
ik gehoorzaam nieteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik ge·hoor·zaam niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedece
Desobedezco
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamt nietderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
¡desobedezca!imperativo singular del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desobedezcan!
gehoorzaamt u niet!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'niet gehoorzamen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedezcáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecéis
jullie gehoorzamen niettweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: jul·lie ge·hoor·za·men niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedezcamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecemos
wij/we gehoorzamen nieteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
¡desobedezcamos!imperativo plural del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
laten we niet gehoorzamengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: la·ten we niet ge·hoor·za·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedezcantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedecen
zij/ze gehoorzamen nietderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
¡desobedezcan!imperativo plural del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desobedezca!
gehoorzaamt u niet!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'niet gehoorzamen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedezcassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedeces
jij/je gehoorzaamt niettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
desobedezcoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'desobedecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobedecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desobedezca
ik gehoorzaam nieteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'niet gehoorzamen'
Lettergrepen: ik ge·hoor·zaam niet

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Niet').
desobedienciasustantivo
Plural es: desobediencias

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobediencia'
, la  we  w
ongehoorzaamheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: on·ge·hoor·zaam·heid
Meervoud is: ongehoorzaamheden

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn
desobedienciassustantivo plural de la palabra: desobediencia

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobediencia'
  we  w
ongehoorzaamhedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: ongehoorzaamheid
Lettergrepen: on·ge·hoor·zaam·he·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ongehoorzaamheid').
, de  wn
desobstruíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracé
Desembarazaba
Desembarazara
Desembarazase
Desobstruía
Desobstruyera
Desobstruyese
Desocupaba
Desocupara
Desocupase
Desocupé
ik maakte vrijeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: ik maak·te vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracé
Desembarazaba
Desembarazara
Desembarazase
Desembarazó
Desobstruí
Desobstruyera
Desobstruyese
Desobstruyó
Desocupaba
Desocupara
Desocupase
Desocupé
Desocupó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vrijderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracé
Desembarazaba
Desembarazara
Desembarazase
Desembarazó
Desobstruí
Desobstruyera
Desobstruyese
Desobstruyó
Desocupaba
Desocupara
Desocupase
Desocupé
Desocupó
ik maakte vrijeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: ik maak·te vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazabais
Desembarazarais
Desembarazaseis
Desembarazasteis
Desobstruisteis
Desobstruyerais
Desobstruyeseis
Desocupabais
Desocuparais
Desocupaseis
Desocupasteis
jullie maakten vrijtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie maak·ten vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazábamos
Desembarazamos
Desembarazáramos
Desembarazásemos
Desobstruimos
Desobstruyéramos
Desobstruyésemos
Desocupábamos
Desocupamos
Desocupáramos
Desocupásemos
wij/we maakten vrijeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaban
Desembarazaran
Desembarazaron
Desembarazasen
Desobstruyeran
Desobstruyeron
Desobstruyesen
Desocupaban
Desocuparan
Desocuparon
Desocupasen
zij/ze maakten vrijderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazabas
Desembarazaras
Desembarazases
Desembarazaste
Desobstruiste
Desobstruyeras
Desobstruyeses
Desocupabas
Desocuparas
Desocupases
Desocupaste
jij/je maakte vrijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
¡desobstruid!imperativo plural del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembaraza!
¡Desembarazad!
¡Desobstruye!
¡Desocupa!
¡Desocupad!
maak vrij!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vrijmaken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazada
Desembarazadas
Desembarazado
Desembarazados
Desobstruidas
Desobstruido
Desobstruidos
Desocupada
Desocupadas
Desocupado
Desocupados
vrijgemaaktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: vrij·ge·maakt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
desobstruidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazada
Desembarazadas
Desembarazado
Desembarazados
Desobstruida
Desobstruido
Desobstruidos
Desocupada
Desocupadas
Desocupado
Desocupados
vrijgemaaktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: vrij·ge·maakt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
desobstruidoparticipio pasado del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazada
Desembarazadas
Desembarazado
Desembarazados
Desobstruida
Desobstruidas
Desobstruidos
Desocupada
Desocupadas
Desocupado
Desocupados
vrijgemaaktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: vrij·ge·maakt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
desobstruidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazada
Desembarazadas
Desembarazado
Desembarazados
Desobstruida
Desobstruidas
Desobstruido
Desocupada
Desocupadas
Desocupado
Desocupados
vrijgemaaktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: vrij·ge·maakt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
desobstruimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracemos
Desembarazábamos
Desembarazamos
Desembarazáramos
Desembarazásemos
Desobstruíamos
Desobstruyamos
Desobstruyéramos
Desobstruyésemos
Desocupábamos
Desocupamos
Desocupáramos
Desocupásemos
Desocupemos
wij/we maakten vrijeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracemos
Desembarazábamos
Desembarazamos
Desembarazáramos
Desembarazásemos
Desobstruíamos
Desobstruyamos
Desobstruyéramos
Desobstruyésemos
Desocupábamos
Desocupamos
Desocupáramos
Desocupásemos
Desocupemos
wij/we maken vrijeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruirinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazar
Desocupar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
DesobstruyoDesobstruí
DesobstruyesDesobstruiste
DesobstruyeDesobstruyó
DesobstruimosDesobstruimos
DesobstruísDesobstruisteis
DesobstruyenDesobstruyeron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
DesobstruiréíaDesobstruía
DesobstruirásíasDesobstruías
DesobstruiráíaDesobstruía
DesobstruiremosíamosDesobstruíamos
DesobstruiréisíaisDesobstruíais
DesobstruiráníanDesobstruían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
DesobstruyaDesobstruyera
DesobstruyasDesobstruyeras
DesobstruyaDesobstruyera
DesobstruyamosDesobstruyéramos
DesobstruyáisDesobstruyerais
DesobstruyanDesobstruyeran
FuturoPréterito imperfecto se
DesobstruyereDesobstruyese
DesobstruyeresDesobstruyeses
DesobstruyereDesobstruyese
DesobstruyéremosDesobstruyésemos
DesobstruyereisDesobstruyeseis
DesobstruyerenDesobstruyesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Desobstruye(tú)No desobstruyas
Desobstruya(usted)No desobstruya
Desobstruyamos(nosotros)No desobstruyamos
Desobstruid(vosotros)No desobstruyáis
Desobstruyan(ustedes)No desobstruyan
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
DesobstruidoDesobstruyendo
vrijmakenwerkwoord (infinitief) ww
(o.a. van wegen))
Lettergrepen: vrij·ma·ken
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
vrijmaken - maakte vrij - vrijgemaakt


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
desobstruirátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazará
Desembarazare
Desobstruyere
Desocupará
Desocupare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vrijmakenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruirántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazarán
Desembarazaren
Desobstruyeren
Desocuparán
Desocuparen
zij/ze zullen vrijmakenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruirássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazarás
Desembarazares
Desobstruyeres
Desocuparás
Desocupares
jij/je zal vrijmakentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruiréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazare
Desembarazaré
Desobstruyere
Desocupare
Desocuparé
ik zal vrijmakeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: ik zal vrij·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrijmaken').
  wn  we
desobstruiréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazareis
Desembarazaréis
Desobstruyereis
Desocupareis
Desocuparéis
jullie zullen vrijmakentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len vrij·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrijmaken').
  wn  we
desobstruiremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaremos
Desembarazáremos
Desobstruyéremos
Desocuparemos
Desocupáremos
wij/we zullen vrijmakeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruiríatercera persona singular condicional del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaría
Desocuparía
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vrijmakenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
  _primera persona singular condicional del verbo 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaría
Desocuparía
ik zou vrijmakeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: ik zou vrij·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrijmaken').
  wn  we
desobstruiríaissegunda persona plural condicional del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaríais
Desocuparíais
jullie zouden vrijmakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den vrij·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrijmaken').
  wn  we
desobstruiríamosprimera persona plural condicional del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaríamos
Desocuparíamos
wij/we zouden vrijmakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruiríantercera persona plural condicional del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazarían
Desocuparían
zij/ze zouden vrijmakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruiríassegunda persona singular condicional del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazarías
Desocuparías
jij/je zou vrijmakentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruíssegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracéis
Desembarazáis
Desobstruyáis
Desocupáis
Desocupéis
jullie maken vrijtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie ma·ken vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazabas
Desembarazaras
Desembarazases
Desembarazaste
Desobstruías
Desobstruyeras
Desobstruyeses
Desocupabas
Desocuparas
Desocupases
Desocupaste
jij/je maakte vrijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazabais
Desembarazarais
Desembarazaseis
Desembarazasteis
Desobstruíais
Desobstruyerais
Desobstruyeseis
Desocupabais
Desocuparais
Desocupaseis
Desocupasteis
jullie maakten vrijtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie maak·ten vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyaprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarace
Desembaraza
Desembarazo
Desobstruye
Desobstruyo
Desocupa
Desocupe
Desocupo
ik maak vrijeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarace
Desembaraza
Desembarazo
Desobstruye
Desobstruyo
Desocupa
Desocupe
Desocupo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vrijderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
¡desobstruya!imperativo singular del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembarace!
¡Desembaracen!
¡Desobstruyan!
¡Desocupe!
¡Desocupen!
maakt u vrij!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vrijmaken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracéis
Desembarazáis
Desobstruís
Desocupáis
Desocupéis
jullie maken vrijtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie ma·ken vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracemos
Desembarazamos
Desobstruimos
Desocupamos
Desocupemos
wij/we maken vrijeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
¡desobstruyamos!imperativo plural del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembaracemos!
¡Desocupemos!
laten we vrijmakengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: la·ten we vrij·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrijmaken').
  wn  we
desobstruyantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracen
Desembarazan
Desobstruyen
Desocupan
Desocupen
zij/ze maken vrijderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
¡desobstruyan!imperativo plural del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembarace!
¡Desembaracen!
¡Desobstruya!
¡Desocupe!
¡Desocupen!
maakt u vrij!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vrijmaken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaraces
Desembarazas
Desobstruyes
Desocupas
Desocupes
jij/je maakt vrijtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarace
Desembaraza
Desobstruya
Desocupa
Desocupe
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vrijderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
¡desobstruye!imperativo singular del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desembaraza!
¡Desembarazad!
¡Desobstruid!
¡Desocupa!
¡Desocupad!
maak vrij!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vrijmaken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracen
Desembarazan
Desobstruyan
Desocupan
Desocupen
zij/ze maken vrijderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyendogerundio del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazando
Desocupando
vrijmakendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: vrij·ma·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrijmaken').
  wn  we
desobstruyeratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracé
Desembarazaba
Desembarazara
Desembarazase
Desembarazó
Desobstruí
Desobstruía
Desobstruyese
Desobstruyó
Desocupaba
Desocupara
Desocupase
Desocupé
Desocupó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vrijderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracé
Desembarazaba
Desembarazara
Desembarazase
Desembarazó
Desobstruí
Desobstruía
Desobstruyese
Desobstruyó
Desocupaba
Desocupara
Desocupase
Desocupé
Desocupó
ik maakte vrijeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: ik maak·te vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyeraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazabais
Desembarazarais
Desembarazaseis
Desembarazasteis
Desobstruíais
Desobstruisteis
Desobstruyeseis
Desocupabais
Desocuparais
Desocupaseis
Desocupasteis
jullie maakten vrijtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie maak·ten vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazábamos
Desembarazamos
Desembarazáramos
Desembarazásemos
Desobstruíamos
Desobstruimos
Desobstruyésemos
Desocupábamos
Desocupamos
Desocupáramos
Desocupásemos
wij/we maakten vrijeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyerantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaban
Desembarazaran
Desembarazaron
Desembarazasen
Desobstruían
Desobstruyeron
Desobstruyesen
Desocupaban
Desocuparan
Desocuparon
Desocupasen
zij/ze maakten vrijderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyerassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazabas
Desembarazaras
Desembarazases
Desembarazaste
Desobstruías
Desobstruiste
Desobstruyeses
Desocupabas
Desocuparas
Desocupases
Desocupaste
jij/je maakte vrijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyeretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazará
Desembarazare
Desembarazaré
Desobstruirá
Desobstruiré
Desocupará
Desocupare
Desocuparé
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vrijmakenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazará
Desembarazare
Desembarazaré
Desobstruirá
Desobstruiré
Desocupará
Desocupare
Desocuparé
ik zal vrijmakeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: ik zal vrij·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrijmaken').
  wn  we
desobstruyereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazareis
Desembarazaréis
Desobstruiréis
Desocupareis
Desocuparéis
jullie zullen vrijmakentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len vrij·ma·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrijmaken').
  wn  we
desobstruyéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaremos
Desembarazáremos
Desobstruiremos
Desocuparemos
Desocupáremos
wij/we zullen vrijmakeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyerentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazarán
Desembarazaren
Desobstruirán
Desocuparán
Desocuparen
zij/ze zullen vrijmakenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyeressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazarás
Desembarazares
Desobstruirás
Desocuparás
Desocupares
jij/je zal vrijmakentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyerontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaban
Desembarazaran
Desembarazaron
Desembarazasen
Desobstruían
Desobstruyeran
Desobstruyesen
Desocupaban
Desocuparan
Desocuparon
Desocupasen
zij/ze maakten vrijderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaraces
Desembarazas
Desobstruyas
Desocupas
Desocupes
jij/je maakt vrijtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracé
Desembarazaba
Desembarazara
Desembarazase
Desembarazó
Desobstruí
Desobstruía
Desobstruyera
Desobstruyó
Desocupaba
Desocupara
Desocupase
Desocupé
Desocupó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vrijderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembaracé
Desembarazaba
Desembarazara
Desembarazase
Desembarazó
Desobstruí
Desobstruía
Desobstruyera
Desobstruyó
Desocupaba
Desocupara
Desocupase
Desocupé
Desocupó
ik maakte vrijeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: ik maak·te vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyeseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazabais
Desembarazarais
Desembarazaseis
Desembarazasteis
Desobstruíais
Desobstruisteis
Desobstruyerais
Desocupabais
Desocuparais
Desocupaseis
Desocupasteis
jullie maakten vrijtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Lettergrepen: jul·lie maak·ten vrij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazábamos
Desembarazamos
Desembarazáramos
Desembarazásemos
Desobstruíamos
Desobstruimos
Desobstruyéramos
Desocupábamos
Desocupamos
Desocupáramos
Desocupásemos
wij/we maakten vrijeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaban
Desembarazaran
Desembarazaron
Desembarazasen
Desobstruían
Desobstruyeran
Desobstruyeron
Desocupaban
Desocuparan
Desocuparon
Desocupasen
zij/ze maakten vrijderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazabas
Desembarazaras
Desembarazases
Desembarazaste
Desobstruías
Desobstruiste
Desobstruyeras
Desocupabas
Desocuparas
Desocupases
Desocupaste
jij/je maakte vrijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
desobstruyoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarace
Desembarazo
Desobstruya
Desocupe
Desocupo
ik maak vrijeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vrij').
  wn  we
desobstruyótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'desobstruir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desobstruir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Desembarazaba
Desembarazara
Desembarazase
Desembarazó
Desobstruía
Desobstruyera
Desobstruyese
Desocupaba
Desocupara
Desocupase
Desocupó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vrijderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijmaken'

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l m n o p rs t u v wxy

4e _ a b c d e f g h i l m no p q rs t u v

5eb cd l rx

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DESOBVolgende/ Siguiente -->

arriba