Klein woordenboek Nederlands-Spaans en vv met 592553 woorden

Ga naar woordenboek Spaans-Nederlands; Ir a diccionario español-holandés.

Klik op de eerste letter van het gezochte Nederlandse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter. Maar... LET OP!!!
Elija el primer carácter de la palabra holandesa buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter. Pero... OJO!!!

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Wat is het toch fijn om in Tenerife te wonen

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 ae h i jmn o r st u v w yz

3e_ a b c d e f g hi k l m n o p r s t u v wxz

4e -a b d e g h ik l m n o p r st v w z

5e a i o

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DE_TVolgende/ Siguiente -->

Nederlands/holandésSpaans/español
de tanden op elkaar geklemdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: de tan·den op el·kaar ge·klemd
atenazadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we
atenazadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we
atenazadoparticipio pasado del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
atenazadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we
de tanden op elkaar klemmenwerkwoordsvorm ww
(woede of pijn)
Lettergrepen: de tan·den op el·kaar klem·men
Verbuiging:
de tanden op elkaar klemmen - klemden de tanden op elkaar - de tanden op elkaar geklemd

atenazarinfinitivo de un verbo
(por la ira o el dolor)

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
AtenazoAtenacé
AtenazasAtenazaste
AtenazaAtenazó
AtenazamosAtenazamos
AtenazáisAtenazasteis
AtenazanAtenazaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
AtenazaréíaAtenazaba
AtenazarásíasAtenazabas
AtenazaráíaAtenazaba
AtenazaremosíamosAtenazábamos
AtenazaréisíaisAtenazabais
AtenazaráníanAtenazaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
AtenaceAtenazara
AtenacesAtenazaras
AtenaceAtenazara
AtenacemosAtenazáramos
AtenacéisAtenazarais
AtenacenAtenazaran
FuturoPréterito imperfecto se
AtenazareAtenazase
AtenazaresAtenazases
AtenazareAtenazase
AtenazáremosAtenazásemos
AtenazareisAtenazaseis
AtenazarenAtenazasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Atenaza(tú)No atenaces
Atenace(usted)No atenace
Atenacemos(nosotros)No atenacemos
Atenazad(vosotros)No atenacéis
Atenacen(ustedes)No atenacen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
AtenazadoAtenazando
jullie zouden de tanden op elkaar klemmentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den de tan·den op el·kaar klem·men
atenazaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
jullie zullen de tanden op elkaar klemmentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
we zouden de tanden op elkaar klemmeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: we zou·den de tan·den op el·kaar klem·men
atenazaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
we zullen de tanden op elkaar klemmeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: we zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: we zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
wij zouden de tanden op elkaar klemmeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: wij zou·den de tan·den op el·kaar klem·men
atenazaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
wij zullen de tanden op elkaar klemmeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: wij zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: wij zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
ze zouden de tanden op elkaar klemmenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: ze zou·den de tan·den op el·kaar klem·men
atenazaríantercera persona plural condicional del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
ze zullen de tanden op elkaar klemmenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: ze zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: ze zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
zij zouden de tanden op elkaar klemmenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: zij zou·den de tan·den op el·kaar klem·men
atenazaríantercera persona plural condicional del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
zij zullen de tanden op elkaar klemmenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: zij zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tanden op elkaar klemmen'
Lettergrepen: zij zul·len de tan·den op el·kaar klem·men
atenazarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atenazar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atenazar'
  we  wn
de tango dansenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: de tan·go dan·sen
Verbuiging:
de tango dansen - danste de tango - de tango gedanst

bailar"bailar el tango":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
't zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
't zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
er zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: er zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: er zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
er zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: er zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
ge zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ge zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ge zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
ge zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ge zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
gij zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: gij zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: gij zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
gij zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: gij zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
het zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: het zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: het zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
het zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: het zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
hij zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: hij zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: hij zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
hij zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: hij zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
ik zal de tango danseneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ik zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ik zal de tan·go dan·sen
bailaré"bailaré el tango":
primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
ik zou de tango danseneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ik zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
primera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
je zal de tango dansentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: je zal de tan·go dan·sen
bailarás"bailarás el tango":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: je zal de tan·go dan·sen
bailares"bailares el tango":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
je zou de tango dansentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: je zou de tan·go dan·sen
bailarías"bailarías el tango":
segunda persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
jij zal de tango dansentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: jij zal de tan·go dan·sen
bailarás"bailarás el tango":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: jij zal de tan·go dan·sen
bailares"bailares el tango":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
jij zou de tango dansentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: jij zou de tan·go dan·sen
bailarías"bailarías el tango":
segunda persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
jullie zouden de tango dansentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den de tan·go dan·sen
bailaríais"bailaríais el tango":
segunda persona plural condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
jullie zullen de tango dansentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de tan·go dan·sen
bailareis"bailareis el tango":
segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de tan·go dan·sen
bailaréis"bailaréis el tango":
segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
men zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: men zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: men zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
men zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: men zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
u zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: u zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: u zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
u zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: u zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
we zouden de tango danseneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: we zou·den de tan·go dan·sen
bailaríamos"bailaríamos el tango":
primera persona plural condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
we zullen de tango danseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: we zul·len de tan·go dan·sen
bailaremos"bailaremos el tango":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: we zul·len de tan·go dan·sen
bailáremos"bailáremos el tango":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
wij zouden de tango danseneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: wij zou·den de tan·go dan·sen
bailaríamos"bailaríamos el tango":
primera persona plural condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
wij zullen de tango danseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: wij zul·len de tan·go dan·sen
bailaremos"bailaremos el tango":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: wij zul·len de tan·go dan·sen
bailáremos"bailáremos el tango":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
ze zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ze zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ze zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
ze zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ze zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
ze zouden de tango dansenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ze zou·den de tan·go dan·sen
bailarían"bailarían el tango":
tercera persona plural condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
ze zullen de tango dansenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ze zul·len de tan·go dan·sen
bailarán"bailarán el tango":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: ze zul·len de tan·go dan·sen
bailaren"bailaren el tango":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
zij zal de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: zij zal de tan·go dan·sen
bailará"bailará el tango":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: zij zal de tan·go dan·sen
bailare"bailare el tango":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
zij zou de tango dansenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: zij zou de tan·go dan·sen
bailaría"bailaría el tango":
tercera persona singular condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
zij zouden de tango dansenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: zij zou·den de tan·go dan·sen
bailarían"bailarían el tango":
tercera persona plural condicional del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
zij zullen de tango dansenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: zij zul·len de tan·go dan·sen
bailarán"bailarán el tango":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: zij zul·len de tan·go dan·sen
bailaren"bailaren el tango":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
de tango dansendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: de tan·go dan·send
bailando"bailando el tango":
gerundio del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
de tango gedanstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'de tango dansen'
Lettergrepen: de tan·go ge·danst
bailado"bailado el tango":
participio pasado del verbo 'bailar el tango'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bailar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  tango
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tango'
de titel hebbenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: de ti·tel heb·ben
Verbuiging:
de titel hebben - had de titel - de titel gehad

titularseinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
Me tituloMe titulé
Te titulasTe titulaste
Se titulaSe tituló
Nos titulamosNos titulamos
Os tituláisOs titulasteis
Se titulanSe titularon
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
Me titularéíaMe titulaba
Te titularásíasTe titulabas
Se titularáíaSe titulaba
Nos titularemosíamosNos titulábamos
Os titularéisíaisOs titulabais
Se titularáníanSe titulaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
Me tituleMe titulara
Te titulesTe titularas
Se tituleSe titulara
Nos titulemosNos tituláramos
Os tituléisOs titularais
Se titulenSe titularan
FuturoPréterito imperfecto se
Me titulareMe titulase
Te titularesTe titulases
Se titulareSe titulase
Nos tituláremosNos titulásemos
Os titulareisOs titulaseis
Se titularenSe titulasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Titúlate(tú)No te titules
Titúlese(usted)No se titule
Titulémonos(nosotros)No nos titulemos
Titulaos(vosotros)No os tituléis
Titúlense(ustedes)No se titulen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
TituladoTitulándome,... etc.
't zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
't zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
er zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: er zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: er zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
er zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: er zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
ge zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ge zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ge zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
ge zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ge zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
gij zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: gij zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: gij zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
gij zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: gij zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
het zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: het zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: het zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
het zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: het zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
hij zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: hij zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: hij zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
hij zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: hij zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
ik zal de titel hebbeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ik zal de ti·tel heb·ben
me"me titulare":
primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'me'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ik zal de ti·tel heb·ben
me"me titularé":
primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'me'
  titularé
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
ik zou de titel hebbeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ik zou de ti·tel heb·ben
me"me titularía":
primera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'me'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
je zal de titel hebbentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: je zal de ti·tel heb·ben
te"te titularás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  titularás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: je zal de ti·tel heb·ben
te"te titulares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  titulares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
je zou de titel hebbentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: je zou de ti·tel heb·ben
te"te titularías":
segunda persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  titularías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
jij zal de titel hebbentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: jij zal de ti·tel heb·ben
te"te titularás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  titularás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: jij zal de ti·tel heb·ben
te"te titulares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  titulares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
jij zou de titel hebbentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: jij zou de ti·tel heb·ben
te"te titularías":
segunda persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  titularías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
jullie zouden de titel hebbentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: jul·lie zou·den de ti·tel heb·ben
os"os titularíais":
segunda persona plural condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'os'
  titularíais
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
jullie zullen de titel hebbentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de ti·tel heb·ben
os"os titulareis":
segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'os'
  titulareis
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de ti·tel heb·ben
os"os titularéis":
segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'os'
  titularéis
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
men zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: men zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: men zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
men zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: men zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
u zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: u zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: u zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
u zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: u zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
we zouden de titel hebbeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: we zou·den de ti·tel heb·ben
nos"nos titularíamos":
primera persona plural condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  titularíamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
we zullen de titel hebbeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: we zul·len de ti·tel heb·ben
nos"nos titularemos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  titularemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: we zul·len de ti·tel heb·ben
nos"nos tituláremos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  tituláremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
wij zouden de titel hebbeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: wij zou·den de ti·tel heb·ben
nos"nos titularíamos":
primera persona plural condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  titularíamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
wij zullen de titel hebbeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: wij zul·len de ti·tel heb·ben
nos"nos titularemos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  titularemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: wij zul·len de ti·tel heb·ben
nos"nos tituláremos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  tituláremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
ze zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ze zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ze zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
ze zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ze zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
ze zouden de titel hebbenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ze zou·den de ti·tel heb·ben
se"se titularían":
tercera persona plural condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
ze zullen de titel hebbenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ze zul·len de ti·tel heb·ben
se"se titularán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: ze zul·len de ti·tel heb·ben
se"se titularen":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
zij zal de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: zij zal de ti·tel heb·ben
se"se titulará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: zij zal de ti·tel heb·ben
se"se titulare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titulare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
zij zou de titel hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: zij zou de ti·tel heb·ben
se"se titularía":
tercera persona singular condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
zij zouden de titel hebbenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: zij zou·den de ti·tel heb·ben
se"se titularían":
tercera persona plural condicional del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
zij zullen de titel hebbenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: zij zul·len de ti·tel heb·ben
se"se titularán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: zij zul·len de ti·tel heb·ben
se"se titularen":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  titularen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
de titel hebbendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: de ti·tel heb·bend
titulándomegerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
titulándonosgerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
titulándoosgerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
titulándosegerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we
titulándotegerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
de top bereikenwerkwoordsvorm ww
(van een berg)
Lettergrepen: de top be·rei·ken
Verbuiging:
de top bereiken - bereikte de top - de top bereikt

encumbrarinfinitivo de un verbo
(del monte)

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
EncumbroEncumbré
EncumbrasEncumbraste
EncumbraEncumbró
EncumbramosEncumbramos
EncumbráisEncumbrasteis
EncumbranEncumbraron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
EncumbraréíaEncumbraba
EncumbrarásíasEncumbrabas
EncumbraráíaEncumbraba
EncumbraremosíamosEncumbrábamos
EncumbraréisíaisEncumbrabais
EncumbraráníanEncumbraban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
EncumbreEncumbrara
EncumbresEncumbraras
EncumbreEncumbrara
EncumbremosEncumbráramos
EncumbréisEncumbrarais
EncumbrenEncumbraran
FuturoPréterito imperfecto se
EncumbrareEncumbrase
EncumbraresEncumbrases
EncumbrareEncumbrase
EncumbráremosEncumbrásemos
EncumbrareisEncumbraseis
EncumbrarenEncumbrasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Encumbra(tú)No encumbres
Encumbre(usted)No encumbre
Encumbremos(nosotros)No encumbremos
Encumbrad(vosotros)No encumbréis
Encumbren(ustedes)No encumbren
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
EncumbradoEncumbrando
't zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
't zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
er zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: er zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: er zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
er zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: er zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
ge zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ge zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ge zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
ge zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ge zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
gij zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: gij zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: gij zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
gij zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: gij zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
het zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: het zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: het zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
het zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: het zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
hij zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: hij zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: hij zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
hij zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: hij zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
ik zal de top bereikeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ik zal de top be·rei·ken
encumbrareprimera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ik zal de top be·rei·ken
encumbraréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
ik zou de top bereikeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ik zou de top be·rei·ken
encumbraríaprimera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
je zal de top bereikentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: je zal de top be·rei·ken
encumbrarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: je zal de top be·rei·ken
encumbraressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
je zou de top bereikentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: je zou de top be·rei·ken
encumbraríassegunda persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
jij zal de top bereikentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: jij zal de top be·rei·ken
encumbrarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: jij zal de top be·rei·ken
encumbraressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
jij zou de top bereikentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: jij zou de top be·rei·ken
encumbraríassegunda persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
jullie zouden de top bereikentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den de top be·rei·ken
encumbraríaissegunda persona plural condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
jullie zullen de top bereikentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de top be·rei·ken
encumbrareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de top be·rei·ken
encumbraréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
men zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: men zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: men zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
men zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: men zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
u zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: u zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: u zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
u zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: u zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
we zouden de top bereikeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: we zou·den de top be·rei·ken
encumbraríamosprimera persona plural condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
we zullen de top bereikeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: we zul·len de top be·rei·ken
encumbraremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: we zul·len de top be·rei·ken
encumbráremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
wij zouden de top bereikeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: wij zou·den de top be·rei·ken
encumbraríamosprimera persona plural condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
wij zullen de top bereikeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: wij zul·len de top be·rei·ken
encumbraremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: wij zul·len de top be·rei·ken
encumbráremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
ze zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ze zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ze zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
ze zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ze zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
ze zouden de top bereikenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ze zou·den de top be·rei·ken
encumbraríantercera persona plural condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
ze zullen de top bereikenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ze zul·len de top be·rei·ken
encumbrarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: ze zul·len de top be·rei·ken
encumbrarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
zij zal de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: zij zal de top be·rei·ken
encumbrarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: zij zal de top be·rei·ken
encumbraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
zij zou de top bereikenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: zij zou de top be·rei·ken
encumbraríatercera persona singular condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
zij zouden de top bereikenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: zij zou·den de top be·rei·ken
encumbraríantercera persona plural condicional del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
zij zullen de top bereikenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: zij zul·len de top be·rei·ken
encumbrarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: zij zul·len de top be·rei·ken
encumbrarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
de top bereikendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: de top be·rei·kend
encumbrandogerundio del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
de top bereiktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'de top bereiken'
Lettergrepen: de top be·reikt
encumbradaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
encumbradasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
encumbradoparticipio pasado del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we
encumbradosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'encumbrar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'encumbrar'
  we

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 ae h i jmn o r st u v w yz

3e_ a b c d e f g hi k l m n o p r s t u v wxz

4e -a b d e g h ik l m n o p r st v w z

5e a i o

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DE_TVolgende/ Siguiente -->

arriba