Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A BC D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a e f h i l mno r st u yz

3e a b c d ef g h i jl m n p q r s t uvwxyz

4e ,-a bc e g i l m o pqtuvz

5e _b d gimnop r st

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
COLABVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
colabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cerní
Cernía
Cerniera
Cerniese
Cernió
Colara
Colase
Colé
Coló
Filtraba
Filtrara
Filtrase
Filtré
Filtró
Tamicé
Tamizaba
Tamizara
Tamizase
Tamizó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'filtreren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cerní
Cernía
Cerniera
Cerniese
Cernió
Colara
Colase
Colé
Coló
Filtraba
Filtrara
Filtrase
Filtré
Filtró
Tamicé
Tamizaba
Tamizara
Tamizase
Tamizó
ik filtreerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'filtreren'
Lettergrepen: ik fil·treer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Filtreren').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cerní
Cernía
Cerniera
Cerniese
Cernió
Colara
Colase
Colé
Coló
Filtraba
Filtrara
Filtrase
Filtré
Filtró
Tamicé
Tamizaba
Tamizara
Tamizase
Tamizó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeefdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeven'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cerní
Cernía
Cerniera
Cerniese
Cernió
Colara
Colase
Colé
Coló
Filtraba
Filtrara
Filtrase
Filtré
Filtró
Tamicé
Tamizaba
Tamizara
Tamizase
Tamizó
ik zeefdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeven'
Lettergrepen: ik zeef·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zeven').
  wn  we
colabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cerníais
Cernierais
Cernieseis
Cernisteis
Colarais
Colaseis
Colasteis
Filtrabais
Filtrarais
Filtraseis
Filtrasteis
Tamizabais
Tamizarais
Tamizaseis
Tamizasteis
jullie filtreerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'filtreren'
Lettergrepen: jul·lie fil·treer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Filtreren').
  wn
jullie zeefdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeven'
Lettergrepen: jul·lie zeef·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zeven').
  wn  we
colábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cerníamos
Cerniéramos
Cerniésemos
Cernimos
Colamos
Coláramos
Colásemos
Filtrábamos
Filtramos
Filtráramos
Filtrásemos
Tamizábamos
Tamizamos
Tamizáramos
Tamizásemos
wij/we filtreerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'filtreren'
wij/we zeefdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeven'
colabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cernían
Cernieran
Cernieron
Cerniesen
Colaran
Colaron
Colasen
Filtraban
Filtraran
Filtraron
Filtrasen
Tamizaban
Tamizaran
Tamizaron
Tamizasen
zij/ze filtreerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'filtreren'
zij/ze zeefdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeven'
colabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cernías
Cernieras
Cernieses
Cerniste
Colaras
Colases
Colaste
Filtrabas
Filtraras
Filtrases
Filtraste
Tamizabas
Tamizaras
Tamizases
Tamizaste
jij/je filtreerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'filtreren'
jij/je zeefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zeven'
colaboratercera persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabore
Coopera
Coopere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt meederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
¡colabora!imperativo singular del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colaborad!
¡Coopera!
¡Cooperad!
werk mee!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'meewerken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colabora"colabora con":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabore con
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt mee voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
¡colabora"¡colabora con!":
imperativo singular del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colaborad con!
werk mee voor!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'meewerken voor'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colabora"colabora en":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabore en
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt mee aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
¡colabora"¡colabora en!":
imperativo singular del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colaborad en!
werk mee aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'meewerken aan'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborara
Colaborase
Colaboré
Colaboró
Cooperaba
Cooperara
Cooperase
Cooperé
Cooperó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte meederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborara
Colaborase
Colaboré
Colaboró
Cooperaba
Cooperara
Cooperase
Cooperé
Cooperó
ik werkte meeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: ik werk·te mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboraba"colaboraba con":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborara con
Colaborase con
Colaboré con
Colaboró con
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte mee voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
  _"colaboraba con":
primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborara con
Colaborase con
Colaboré con
Colaboró con
ik werkte mee vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: ik werk·te mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraba"colaboraba en":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborara en
Colaborase en
Colaboré en
Colaboró en
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte mee aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
  _"colaboraba en":
primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborara en
Colaborase en
Colaboré en
Colaboró en
ik werkte mee aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: ik werk·te mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarais
Colaboraseis
Colaborasteis
Cooperabais
Cooperarais
Cooperaseis
Cooperasteis
jullie werkten meetweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborabais"colaborabais con":
segunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarais con
Colaboraseis con
Colaborasteis con
jullie werkten mee voortweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborabais"colaborabais en":
segunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarais en
Colaboraseis en
Colaborasteis en
jullie werkten mee aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboramos
Colaboráramos
Colaborásemos
Cooperábamos
Cooperamos
Cooperáramos
Cooperásemos
wij/we werkten meeeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborábamos"colaborábamos con":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboramos con
Colaboráramos con
Colaborásemos con
wij/we werkten mee vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborábamos"colaborábamos en":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboramos en
Colaboráramos en
Colaborásemos en
wij/we werkten mee aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraran
Colaboraron
Colaborasen
Cooperaban
Cooperaran
Cooperaron
Cooperasen
zij/ze werkten meederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboraban"colaboraban con":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraran con
Colaboraron con
Colaborasen con
zij/ze werkten mee voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboraban"colaboraban en":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraran en
Colaboraron en
Colaborasen en
zij/ze werkten mee aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraras
Colaborases
Colaboraste
Cooperabas
Cooperaras
Cooperases
Cooperaste
jij/je werkte meetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborabas"colaborabas con":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraras con
Colaborases con
Colaboraste con
jij/je werkte mee voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborabas"colaborabas en":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraras en
Colaborases en
Colaboraste en
jij/je werkte mee aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboraciónsustantivo
(Acción y efecto de colaborar)
Esta palabra no tiene plural

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaboración'
, la  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperación
1.meewerkenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: mee·wer·ken
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
  _sustantivo
Plural es: colaboraciones
  we  wn  w
2.medewerkingzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: me·de·wer·king

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
samenwerkingzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: sa·men·wer·king
Meervoud is: samenwerkingen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
colaboracionessustantivo plural de la palabra: colaboración

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaboración'
  we  w
samenwerkingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: samenwerking
Lettergrepen: sa·men·wer·kin·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerking').
, de  wn
¡colaborad!imperativo plural del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colabora!
¡Coopera!
¡Cooperad!
werk mee!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
¡colaborad"¡colaborad con!":
imperativo plural del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colabora con!
werk mee voor!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken voor'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
¡colaborad"¡colaborad en!":
imperativo plural del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colabora en!
werk mee aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken aan'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboradaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboradas
Colaborado
Colaborados
Cooperada
Cooperadas
Cooperado
Cooperados
meegewerktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: mee·ge·werkt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboradasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborada
Colaborado
Colaborados
Cooperada
Cooperadas
Cooperado
Cooperados
meegewerktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: mee·ge·werkt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboradoparticipio pasado del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborada
Colaboradas
Colaborados
Cooperada
Cooperadas
Cooperado
Cooperados
meegewerktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: mee·ge·werkt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborado"colaborado con":
participio pasado del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
meegewerkt voorregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: mee·ge·werkt voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborado"colaborado en":
participio pasado del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
meegewerkt aanregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: mee·ge·werkt aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboradorsustantivo
Plural es: colaboradores

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborador'
, el  wn  w
medewerkerzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: me·de·wer·ker
Meervoud is: medewerkers

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn
colaboradoradjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborador'
  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboradora
Colaboradoras
Colaboradores
medewerkendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: me·de·wer·kend
  wn
medewerkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Medewerkend
Lettergrepen: me·de·wer·ken·de
  wn
samenwerkendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: sa·men·wer·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerken').
  wn
samenwerkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Samenwerkend
Lettergrepen: sa·men·wer·ken·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerken').
  wn
colaboradoraadjetivo femenino singular de la palabra: colaborador

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborador'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborador
Colaboradoras
Colaboradores
medewerkendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: me·de·wer·kend
  wn
medewerkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Medewerkend
Lettergrepen: me·de·wer·ken·de
  wn
samenwerkendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: sa·men·wer·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerken').
  wn
samenwerkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Samenwerkend
Lettergrepen: sa·men·wer·ken·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerken').
  wn
colaboradorasadjetivo femenino plural de la palabra: colaborador

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborador'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborador
Colaboradora
Colaboradores
medewerkendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: me·de·wer·kend
  wn
medewerkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Medewerkend
Lettergrepen: me·de·wer·ken·de
  wn
samenwerkendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: sa·men·wer·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerken').
  wn
samenwerkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Samenwerkend
Lettergrepen: sa·men·wer·ken·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerken').
  wn
colaboradoressustantivo plural de la palabra: colaborador

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborador'
  we  w
medewerkersMeervoud van het zelfstandig naamwoord: medewerker
Lettergrepen: me·de·wer·kers

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medewerker').
, de  wn
colaboradoresadjetivo masculino plural de la palabra: colaborador

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborador'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborador
Colaboradora
Colaboradoras
medewerkendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: me·de·wer·kend
  wn
medewerkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Medewerkend
Lettergrepen: me·de·wer·ken·de
  wn
samenwerkendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: sa·men·wer·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerken').
  wn
samenwerkendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Samenwerkend
Lettergrepen: sa·men·wer·ken·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenwerken').
  wn
colaboradosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborada
Colaboradas
Colaborado
Cooperada
Cooperadas
Cooperado
Cooperados
meegewerktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: mee·ge·werkt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboráissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboréis
Cooperáis
Cooperéis
jullie werken meetweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie wer·ken mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboráis"colaboráis con":
segunda persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboréis con
jullie werken mee voortweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie wer·ken mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboráis"colaboráis en":
segunda persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboréis en
jullie werken mee aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie wer·ken mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboramosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos
Colaboráramos
Colaborásemos
Colaboremos
Cooperábamos
Cooperamos
Cooperáramos
Cooperásemos
Cooperemos
wij/we werken meeeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos
Colaboráramos
Colaborásemos
Colaboremos
Cooperábamos
Cooperamos
Cooperáramos
Cooperásemos
Cooperemos
wij/we werkten meeeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboramos"colaboramos con":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos con
Colaboráramos con
Colaborásemos con
Colaboremos con
wij/we werken mee vooreerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
  _"colaboramos con":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos con
Colaboráramos con
Colaborásemos con
Colaboremos con
wij/we werkten mee vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboramos"colaboramos en":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos en
Colaboráramos en
Colaborásemos en
Colaboremos en
wij/we werken mee aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
  _"colaboramos en":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos en
Colaboráramos en
Colaborásemos en
Colaboremos en
wij/we werkten mee aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboren
Cooperan
Cooperen
zij/ze werken meederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboran"colaboran con":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboren con
zij/ze werken mee voorderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboran"colaboran en":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboren en
zij/ze werken mee aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborandogerundio del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperando
meewerkendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: mee·wer·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
colaborando"colaborando con":
gerundio del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
meewerkend vooronvoltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: mee·wer·kend voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborando"colaborando en":
gerundio del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
meewerkend aanonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: mee·wer·kend aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
ColaboroColaboré
ColaborasColaboraste
ColaboraColaboró
ColaboramosColaboramos
ColaboráisColaborasteis
ColaboranColaboraron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
ColaboraréíaColaboraba
ColaborarásíasColaborabas
ColaboraráíaColaboraba
ColaboraremosíamosColaborábamos
ColaboraréisíaisColaborabais
ColaboraráníanColaboraban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
ColaboreColaborara
ColaboresColaboraras
ColaboreColaborara
ColaboremosColaboráramos
ColaboréisColaborarais
ColaborenColaboraran
FuturoPréterito imperfecto se
ColaborareColaborase
ColaboraresColaborases
ColaborareColaborase
ColaboráremosColaborásemos
ColaborareisColaboraseis
ColaborarenColaborasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Colabora(tú)No colabores
Colabore(usted)No colabore
Colaboremos(nosotros)No colaboremos
Colaborad(vosotros)No colaboréis
Colaboren(ustedes)No colaboren
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
ColaboradoColaborando
meewerkenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: mee·wer·ken
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
meewerken - werkte mee - meegewerkt


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
colaborar"colaborar con":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
meewerken voorwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: mee·wer·ken voor
Verbuiging:
meewerken voor - werkte mee voor - meegewerkt voor


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborar"colaborar en":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
meewerken aanwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: mee·wer·ken aan
Verbuiging:
meewerken aan - werkte mee aan - meegewerkt aan


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba
Colaborase
Colaboré
Colaboró
Cooperaba
Cooperara
Cooperase
Cooperé
Cooperó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte meederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba
Colaborase
Colaboré
Colaboró
Cooperaba
Cooperara
Cooperase
Cooperé
Cooperó
ik werkte meeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: ik werk·te mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborare
Cooperará
Cooperare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meewerkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborara"colaborara con":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba con
Colaborase con
Colaboré con
Colaboró con
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte mee voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
  _"colaborara con":
primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba con
Colaborase con
Colaboré con
Colaboró con
ik werkte mee vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: ik werk·te mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborará"colaborará con":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborare con
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meewerken voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborara"colaborara en":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba en
Colaborase en
Colaboré en
Colaboró en
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte mee aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
  _"colaborara en":
primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba en
Colaborase en
Colaboré en
Colaboró en
ik werkte mee aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: ik werk·te mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborará"colaborará en":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborare en
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meewerken aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboraraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais
Colaboraseis
Colaborasteis
Cooperabais
Cooperarais
Cooperaseis
Cooperasteis
jullie werkten meetweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborarais"colaborarais con":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais con
Colaboraseis con
Colaborasteis con
jullie werkten mee voortweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborarais"colaborarais en":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais en
Colaboraseis en
Colaborasteis en
jullie werkten mee aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboráramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos
Colaboramos
Colaborásemos
Cooperábamos
Cooperamos
Cooperáramos
Cooperásemos
wij/we werkten meeeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboráramos"colaboráramos con":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos con
Colaboramos con
Colaborásemos con
wij/we werkten mee vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboráramos"colaboráramos en":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos en
Colaboramos en
Colaborásemos en
wij/we werkten mee aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban
Colaboraron
Colaborasen
Cooperaban
Cooperaran
Cooperaron
Cooperasen
zij/ze werkten meederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraren
Cooperarán
Cooperaren
zij/ze zullen meewerkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboraran"colaboraran con":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban con
Colaboraron con
Colaborasen con
zij/ze werkten mee voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborarán"colaborarán con":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraren con
zij/ze zullen meewerken voorderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboraran"colaboraran en":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban en
Colaboraron en
Colaborasen en
zij/ze werkten mee aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborarán"colaborarán en":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraren en
zij/ze zullen meewerken aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas
Colaborases
Colaboraste
Cooperabas
Cooperaras
Cooperases
Cooperaste
jij/je werkte meetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborares
Cooperarás
Cooperares
jij/je zal meewerkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboraras"colaboraras con":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas con
Colaborases con
Colaboraste con
jij/je werkte mee voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborarás"colaborarás con":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborares con
jij/je zal meewerken voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboraras"colaboraras en":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas en
Colaborases en
Colaboraste en
jij/je werkte mee aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborarás"colaborarás en":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborares en
jij/je zal meewerken aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboraretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborará
Colaboraré
Cooperará
Cooperare
Cooperaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meewerkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborará
Colaboraré
Cooperará
Cooperare
Cooperaré
ik zal meewerkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: ik zal mee·wer·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboraréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborare
Cooperare
Cooperaré
ik zal meewerkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: ik zal mee·wer·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborare"colaborare con":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborará con
Colaboraré con
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meewerken voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
  _"colaborare con":
primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborará con
Colaboraré con
ik zal meewerken vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: ik zal mee·wer·ken voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraré"colaboraré con":
primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborare con
ik zal meewerken vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: ik zal mee·wer·ken voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborare"colaborare en":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborará en
Colaboraré en
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meewerken aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
  _"colaborare en":
primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborará en
Colaboraré en
ik zal meewerken aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: ik zal mee·wer·ken aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraré"colaboraré en":
primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborare en
ik zal meewerken aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: ik zal mee·wer·ken aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraréis
Cooperareis
Cooperaréis
jullie zullen meewerkentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len mee·wer·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboraréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborareis
Cooperareis
Cooperaréis
jullie zullen meewerkentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len mee·wer·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborareis"colaborareis con":
segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraréis con
jullie zullen meewerken voortweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie zul·len mee·wer·ken voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraréis"colaboraréis con":
segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborareis con
jullie zullen meewerken voortweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie zul·len mee·wer·ken voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborareis"colaborareis en":
segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraréis en
jullie zullen meewerken aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie zul·len mee·wer·ken aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraréis"colaboraréis en":
segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborareis en
jullie zullen meewerken aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie zul·len mee·wer·ken aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboráremos
Cooperaremos
Cooperáremos
wij/we zullen meewerkeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboráremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraremos
Cooperaremos
Cooperáremos
wij/we zullen meewerkeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboraremos"colaboraremos con":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboráremos con
wij/we zullen meewerken vooreerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboráremos"colaboráremos con":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraremos con
wij/we zullen meewerken vooreerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboraremos"colaboraremos en":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboráremos en
wij/we zullen meewerken aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboráremos"colaboráremos en":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraremos en
wij/we zullen meewerken aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarán
Cooperarán
Cooperaren
zij/ze zullen meewerkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboraren"colaboraren con":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarán con
zij/ze zullen meewerken voorderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboraren"colaboraren en":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarán en
zij/ze zullen meewerken aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboraressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarás
Cooperarás
Cooperares
jij/je zal meewerkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborares"colaborares con":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarás con
jij/je zal meewerken voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborares"colaborares en":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborarás en
jij/je zal meewerken aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboraríatercera persona singular condicional del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meewerkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
  _primera persona singular condicional del verbo 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperaría
ik zou meewerkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: ik zou mee·wer·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboraría"colaboraría con":
tercera persona singular condicional del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meewerken voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
  _"colaboraría con":
primera persona singular condicional del verbo 'colaborar con'
ik zou meewerken vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: ik zou mee·wer·ken voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraría"colaboraría en":
tercera persona singular condicional del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meewerken aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
  _"colaboraría en":
primera persona singular condicional del verbo 'colaborar en'
ik zou meewerken aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: ik zou mee·wer·ken aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraríaissegunda persona plural condicional del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperaríais
jullie zouden meewerkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den mee·wer·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboraríais"colaboraríais con":
segunda persona plural condicional del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
jullie zouden meewerken voortweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie zou·den mee·wer·ken voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraríais"colaboraríais en":
segunda persona plural condicional del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
jullie zouden meewerken aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den mee·wer·ken aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraríamosprimera persona plural condicional del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperaríamos
wij/we zouden meewerkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboraríamos"colaboraríamos con":
primera persona plural condicional del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
wij/we zouden meewerken vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboraríamos"colaboraríamos en":
primera persona plural condicional del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
wij/we zouden meewerken aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboraríantercera persona plural condicional del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperarían
zij/ze zouden meewerkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborarían"colaborarían con":
tercera persona plural condicional del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
zij/ze zouden meewerken voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborarían"colaborarían en":
tercera persona plural condicional del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
zij/ze zouden meewerken aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboraríassegunda persona singular condicional del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cooperarías
jij/je zou meewerkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborarías"colaborarías con":
segunda persona singular condicional del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
jij/je zou meewerken voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborarías"colaborarías en":
segunda persona singular condicional del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
jij/je zou meewerken aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban
Colaboraran
Colaborasen
Cooperaban
Cooperaran
Cooperaron
Cooperasen
zij/ze werkten meederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboraron"colaboraron con":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban con
Colaboraran con
Colaborasen con
zij/ze werkten mee voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboraron"colaboraron en":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban en
Colaboraran en
Colaborasen en
zij/ze werkten mee aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabores
Cooperas
Cooperes
jij/je werkt meetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboras"colaboras con":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabores con
jij/je werkt mee voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboras"colaboras en":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabores en
jij/je werkt mee aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba
Colaborara
Colaboré
Colaboró
Cooperaba
Cooperara
Cooperase
Cooperé
Cooperó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte meederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba
Colaborara
Colaboré
Colaboró
Cooperaba
Cooperara
Cooperase
Cooperé
Cooperó
ik werkte meeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: ik werk·te mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborase"colaborase con":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba con
Colaborara con
Colaboré con
Colaboró con
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte mee voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
  _"colaborase con":
primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba con
Colaborara con
Colaboré con
Colaboró con
ik werkte mee vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: ik werk·te mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborase"colaborase en":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba en
Colaborara en
Colaboré en
Colaboró en
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte mee aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
  _"colaborase en":
primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba en
Colaborara en
Colaboré en
Colaboró en
ik werkte mee aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: ik werk·te mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais
Colaborarais
Colaborasteis
Cooperabais
Cooperarais
Cooperaseis
Cooperasteis
jullie werkten meetweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboraseis"colaboraseis con":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais con
Colaborarais con
Colaborasteis con
jullie werkten mee voortweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboraseis"colaboraseis en":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais en
Colaborarais en
Colaborasteis en
jullie werkten mee aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos
Colaboramos
Colaboráramos
Cooperábamos
Cooperamos
Cooperáramos
Cooperásemos
wij/we werkten meeeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborásemos"colaborásemos con":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos con
Colaboramos con
Colaboráramos con
wij/we werkten mee vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborásemos"colaborásemos en":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborábamos en
Colaboramos en
Colaboráramos en
wij/we werkten mee aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban
Colaboraran
Colaboraron
Cooperaban
Cooperaran
Cooperaron
Cooperasen
zij/ze werkten meederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborasen"colaborasen con":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban con
Colaboraran con
Colaboraron con
zij/ze werkten mee voorderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborasen"colaborasen en":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraban en
Colaboraran en
Colaboraron en
zij/ze werkten mee aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas
Colaboraras
Colaboraste
Cooperabas
Cooperaras
Cooperases
Cooperaste
jij/je werkte meetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaborases"colaborases con":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas con
Colaboraras con
Colaboraste con
jij/je werkte mee voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaborases"colaborases en":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas en
Colaboraras en
Colaboraste en
jij/je werkte mee aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas
Colaboraras
Colaborases
Cooperabas
Cooperaras
Cooperases
Cooperaste
jij/je werkte meetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboraste"colaboraste con":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas con
Colaboraras con
Colaborases con
jij/je werkte mee voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboraste"colaboraste en":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabas en
Colaboraras en
Colaborases en
jij/je werkte mee aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaborasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais
Colaborarais
Colaboraseis
Cooperabais
Cooperarais
Cooperaseis
Cooperasteis
jullie werkten meetweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborasteis"colaborasteis con":
segunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais con
Colaborarais con
Colaboraseis con
jullie werkten mee voortweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborasteis"colaborasteis en":
segunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaborabais en
Colaborarais en
Colaboraseis en
jullie werkten mee aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie werk·ten mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboreprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabora
Colaboro
Coopera
Coopere
Coopero
ik werk meeeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabora
Colaboro
Coopera
Coopere
Coopero
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt meederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboréprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba
Colaborara
Colaborase
Cooperaba
Cooperara
Cooperase
Cooperé
ik werkte meeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: ik werk·te mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
¡colabore!imperativo singular del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colaboren!
¡Coopere!
¡Cooperen!
werkt u mee!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'meewerken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colabore"colabore con":
primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabora con
Colaboro con
ik werk mee vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  _"colabore con":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabora con
Colaboro con
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt mee voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboré"colaboré con":
primera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba con
Colaborara con
Colaborase con
ik werkte mee vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: ik werk·te mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
¡colabore"¡colabore con!":
imperativo singular del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colaboren con!
werkt u mee voor!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'meewerken voor'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colabore"colabore en":
primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabora en
Colaboro en
ik werk mee aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  _"colabore en":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabora en
Colaboro en
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt mee aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboré"colaboré en":
primera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba en
Colaborara en
Colaborase en
ik werkte mee aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: ik werk·te mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
¡colabore"¡colabore en!":
imperativo singular del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colaboren en!
werkt u mee aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'meewerken aan'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboréissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboráis
Cooperáis
Cooperéis
jullie werken meetweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: jul·lie wer·ken mee

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboréis"colaboréis con":
segunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboráis con
jullie werken mee voortweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: jul·lie wer·ken mee voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboréis"colaboréis en":
segunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboráis en
jullie werken mee aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: jul·lie wer·ken mee aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboremosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboramos
Cooperamos
Cooperemos
wij/we werken meeeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
¡colaboremos!imperativo plural del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Cooperemos!
laten we meewerkengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken'
Lettergrepen: la·ten we mee·wer·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboremos"colaboremos con":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboramos con
wij/we werken mee vooreerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
¡colaboremos"¡colaboremos con!":
imperativo plural del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
laten we meewerken voorgebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken voor'
Lettergrepen: la·ten we mee·wer·ken voor

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboremos"colaboremos en":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboramos en
wij/we werken mee aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
¡colaboremos"¡colaboremos en!":
imperativo plural del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
laten we meewerken aangebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken aan'
Lettergrepen: la·ten we mee·wer·ken aan

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaborentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboran
Cooperan
Cooperen
zij/ze werken meederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
¡colaboren!imperativo plural del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colabore!
¡Coopere!
¡Cooperen!
werkt u mee!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaboren"colaboren con":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboran con
zij/ze werken mee voorderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
¡colaboren"¡colaboren con!":
imperativo plural del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colabore con!
werkt u mee voor!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken voor'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboren"colaboren en":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboran en
zij/ze werken mee aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
¡colaboren"¡colaboren en!":
imperativo plural del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Colabore en!
werkt u mee aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'meewerken aan'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboressegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboras
Cooperas
Cooperes
jij/je werkt meetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colabores"colabores con":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboras con
jij/je werkt mee voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colabores"colabores en":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboras en
jij/je werkt mee aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
colaboroprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabore
Coopere
Coopero
ik werk meeeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
  wn
colaborótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba
Colaborara
Colaborase
Cooperaba
Cooperara
Cooperase
Cooperó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte meederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken'
colaboro"colaboro con":
primera persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabore con
ik werk mee vooreerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboró"colaboró con":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba con
Colaborara con
Colaborase con
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte mee voorderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken voor'
colaboro"colaboro en":
primera persona singular presente de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colabore en
ik werk mee aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meewerken').
colaboró"colaboró en":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'colaborar en'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'colaborar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Colaboraba en
Colaborara en
Colaborase en
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte mee aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'meewerken aan'

1e 0‑9 A BC D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a e f h i l mno r st u yz

3e a b c d ef g h i jl m n p q r s t uvwxyz

4e ,-a bc e g i l m o pqtuvz

5e _b d gimnop r st

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
COLABVolgende/ Siguiente -->

boven