Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Bilocación es pseudociencia, engaño, estafa o superstición

1e 0‑9 A BC D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a e f h i l mno r st u yz

3e a b c d ef g h i j lm n p q r s t uvwxyz

4e a b e i mop u

5ea e i l o r t u

6e- ñ r st

7e ci ct de dr

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
COMPACI ..... COMPADREVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
compacidadsustantivo
Plural es: compacidades

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compacidad'
, la  we  w
compactheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: com·pact·heid
Meervoud is: compactheden
, de
compacidad"compacidad local":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compacidad'
  local
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'local'
, la  w
lokale compactheidzelfstandig naamwoordsvorm zn
Lettergrepen: lo·ka·le com·pact·heid
, de  w
compacidadessustantivo plural de la palabra: compacidad

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compacidad'
  we  w
compacthedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: compactheid
Lettergrepen: com·pact·he·den
, de
compactaadjetivo femenino singular de la palabra: compacto

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compacto'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Compactas
Compacto
Compactos
Densa
Densas
Denso
Densos
1Compacto
Denso
.
dichtbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
dicht opeenbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: dicht op·een
dichteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Dicht
Lettergrepen: dich·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dicht').
  wn  w
2Compacto
Denso
.
compactbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: com·pact

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
compacteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Compact
Lettergrepen: com·pac·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Compact').
  wn  w
compactasadjetivo femenino plural de la palabra: compacto

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compacto'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Compacta
Compacto
Compactos
Densa
Densas
Denso
Densos
1Compacto
Denso
.
dichtbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
dicht opeenbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: dicht op·een
dichteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Dicht
Lettergrepen: dich·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dicht').
  wn  w
2Compacto
Denso
.
compactbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: com·pact

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
compacteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Compact
Lettergrepen: com·pac·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Compact').
  wn  w
compactoadjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compacto'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Compacta
Compactas
Compactos
Densa
Densas
Denso
Densos
1Denso.dichtbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
dicht opeenbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: dicht op·een
dichteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Dicht
Lettergrepen: dich·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dicht').
  wn  w
2Denso.compactbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: com·pact

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
compacteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Compact
Lettergrepen: com·pac·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Compact').
  wn  w
compactosadjetivo masculino plural de la palabra: compacto

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compacto'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Compacta
Compactas
Compacto
Densa
Densas
Denso
Densos
1Compacto
Denso
.
dichtbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
dicht opeenbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: dicht op·een
dichteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Dicht
Lettergrepen: dich·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dicht').
  wn  w
2Compacto
Denso
.
compactbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: com·pact

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
compacteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Compact
Lettergrepen: com·pac·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Compact').
  wn  w
compadecetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadezca
Lamenta
Lamente
Se apiada
Se apiade
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden metderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
¡compadece!imperativo singular del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apiadaos!
¡Apiádate!
¡Compadeced!
¡Lamenta!
¡Lamentad!
beklaag!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beklagen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
heb medelijden met!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'medelijden hebben met'
heb medelijden!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'medelijden hebben'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
¡compadeced!imperativo plural del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apiadaos!
¡Apiádate!
¡Compadece!
¡Lamenta!
¡Lamentad!
beklaag!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beklagen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
heb medelijden met!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'medelijden hebben met'
heb medelijden!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'medelijden hebben'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadecéissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadezcáis
Lamentáis
Lamentéis
Os apiadáis
Os apiadéis
jullie beklagentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie hebben medelijden mettweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie heb·ben me·de·lij·den met
jullie hebben medelijdentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie heb·ben me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadecemosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadezcamos
Lamentamos
Lamentemos
Nos apiadamos
Nos apiademos
wij/we beklageneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we hebben medelijden meteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we hebben medelijdeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadezcan
Lamentan
Lamenten
Se apiadan
Se apiaden
zij/ze beklagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze hebben medelijden metderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze hebben medelijdenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecerinfinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Apiadarse
Lamentar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
CompadezcoCompadecí
CompadecesCompadeciste
CompadeceCompadeció
CompadecemosCompadecimos
CompadecéisCompadecisteis
CompadecenCompadecieron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
CompadeceréíaCompadecía
CompadecerásíasCompadecías
CompadeceráíaCompadecía
CompadeceremosíamosCompadecíamos
CompadeceréisíaisCompadecíais
CompadeceráníanCompadecían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
CompadezcaCompadeciera
CompadezcasCompadecieras
CompadezcaCompadeciera
CompadezcamosCompadeciéramos
CompadezcáisCompadecierais
CompadezcanCompadecieran
FuturoPréterito imperfecto se
CompadeciereCompadeciese
CompadecieresCompadecieses
CompadeciereCompadeciese
CompadeciéremosCompadeciésemos
CompadeciereisCompadecieseis
CompadecierenCompadeciesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Compadece(tú)No compadezcas
Compadezca(usted)No compadezca
Compadezcamos(nosotros)No compadezcamos
Compadeced(vosotros)No compadezcáis
Compadezcan(ustedes)No compadezcan
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
CompadecidoCompadeciendo
beklagenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: be·kla·gen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
beklagen - beklaagde, bekloeg - beklaagd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
medelijden hebbenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: me·de·lij·den heb·ben
Verbuiging:
medelijden hebben - had medelijden - medelijden gehad


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
medelijden hebben metwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: me·de·lij·den heb·ben met
Verbuiging:
medelijden hebben met - had medelijden met - medelijden gehad met

compadecerátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadeciere
Lamentará
Lamentare
Se apiadará
Se apiadare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beklagenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal medelijden hebben metderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal medelijden hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecerántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecieren
Lamentarán
Lamentaren
Se apiadarán
Se apiadaren
zij/ze zullen beklagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze zullen medelijden hebben metderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze zullen medelijden hebbenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecerássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecieres
Lamentarás
Lamentares
Te apiadarás
Te apiadares
jij/je zal beklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je zal medelijden hebben mettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je zal medelijden hebbentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadeceréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadeciere
Lamentare
Lamentaré
Me apiadare
Me apiadaré
ik zal beklageneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik zal be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
ik zal medelijden hebben meteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik zal me·de·lij·den heb·ben met
ik zal medelijden hebbeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik zal me·de·lij·den heb·ben

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadeceréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadeciereis
Lamentareis
Lamentaréis
Os apiadareis
Os apiadaréis
jullie zullen beklagentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie zullen medelijden hebben mettweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie zul·len me·de·lij·den heb·ben met
jullie zullen medelijden hebbentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie zul·len me·de·lij·den heb·ben

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadeceremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadeciéremos
Lamentaremos
Lamentáremos
Nos apiadaremos
Nos apiadáremos
wij/we zullen beklageneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we zullen medelijden hebben meteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we zullen medelijden hebbeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadeceríatercera persona singular condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentaría
Me apiadaría
Se apiadaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beklagenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentaría
Me apiadaría
Se apiadaría
ik zou beklageneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik zou be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentaría
Me apiadaría
Se apiadaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou medelijden hebben metderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
  _primera persona singular condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentaría
Me apiadaría
Se apiadaría
ik zou medelijden hebben meteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik zou me·de·lij·den heb·ben met
  _tercera persona singular condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentaría
Me apiadaría
Se apiadaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou medelijden hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
  _primera persona singular condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentaría
Me apiadaría
Se apiadaría
ik zou medelijden hebbeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik zou me·de·lij·den heb·ben

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadeceríaissegunda persona plural condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentaríais
Os apiadaríais
jullie zouden beklagentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie zouden medelijden hebben mettweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie zou·den me·de·lij·den heb·ben met
jullie zouden medelijden hebbentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie zou·den me·de·lij·den heb·ben

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadeceríamosprimera persona plural condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentaríamos
Nos apiadaríamos
wij/we zouden beklageneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we zouden medelijden hebben meteerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we zouden medelijden hebbeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadeceríantercera persona plural condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentarían
Se apiadarían
zij/ze zouden beklagenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze zouden medelijden hebben metderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze zouden medelijden hebbenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadeceríassegunda persona singular condicional del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Lamentarías
Te apiadarías
jij/je zou beklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je zou medelijden hebben mettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je zou medelijden hebbentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadezcas
Lamentas
Lamentes
Te apiadas
Te apiades
jij/je beklaagttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je hebt medelijden mettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je hebt medelijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecía
Compadeciera
Compadeciese
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
ik beklaagdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·klaag·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
ik bekloegeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·kloeg

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
ik had medelijden meteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik had me·de·lij·den met
ik had medelijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik had me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadecíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadeciera
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadeciera
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik beklaagdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·klaag·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadeciera
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekloegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadeciera
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik bekloegeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·kloeg

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadeciera
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijden metderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadeciera
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik had medelijden meteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik had me·de·lij·den met
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadeciera
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadeciera
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik had medelijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik had me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadecíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecierais
Compadecieseis
Compadecisteis
Lamentabais
Lamentarais
Lamentaseis
Lamentasteis
Os apiadabais
Os apiadarais
Os apiadaseis
Os apiadasteis
jullie beklaagdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·klaag·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie bekloegentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·kloe·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie hadden medelijden mettweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie had·den me·de·lij·den met
jullie hadden medelijdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie had·den me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadecíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadeciéramos
Compadeciésemos
Compadecimos
Lamentábamos
Lamentamos
Lamentáramos
Lamentásemos
Nos apiadábamos
Nos apiadamos
Nos apiadáramos
Nos apiadásemos
wij/we beklaagdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we bekloegeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we hadden medelijden meteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we hadden medelijdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecieran
Compadecieron
Compadeciesen
Lamentaban
Lamentaran
Lamentaron
Lamentasen
Se apiadaban
Se apiadaran
Se apiadaron
Se apiadasen
zij/ze beklaagdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze bekloegenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze hadden medelijden metderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze hadden medelijdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecieras
Compadecieses
Compadeciste
Lamentabas
Lamentaras
Lamentases
Lamentaste
Te apiadabas
Te apiadaras
Te apiadases
Te apiadaste
jij/je beklaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je bekloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je had medelijden mettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je had medelijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecidas
Compadecido
Compadecidos
Lamentada
Lamentadas
Lamentado
Lamentados
beklaagdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: be·klaagd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
medelijden gehadonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: me·de·lij·den ge·had

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
medelijden gehad metonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: me·de·lij·den ge·had met
compadecidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecida
Compadecido
Compadecidos
Lamentada
Lamentadas
Lamentado
Lamentados
beklaagdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: be·klaagd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
medelijden gehadonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: me·de·lij·den ge·had

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
medelijden gehad metonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: me·de·lij·den ge·had met
compadecidoparticipio pasado del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecida
Compadecidas
Compadecidos
Lamentada
Lamentadas
Lamentado
Lamentados
beklaagdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: be·klaagd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
medelijden gehadonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: me·de·lij·den ge·had

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
medelijden gehad metonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: me·de·lij·den ge·had met
compadecidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecida
Compadecidas
Compadecido
Lamentada
Lamentadas
Lamentado
Lamentados
beklaagdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: be·klaagd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
medelijden gehadonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: me·de·lij·den ge·had

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
medelijden gehad metonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: me·de·lij·den ge·had met
compadeciendogerundio del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apiadándome
Apiadándonos
Apiadándoos
Apiadándose
Apiadándote
Lamentando
beklagendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: be·kla·gend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
medelijden hebbendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: me·de·lij·den heb·bend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
medelijden hebbend metonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: me·de·lij·den heb·bend met
compadecieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik beklaagdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·klaag·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekloegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik bekloegeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·kloeg

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijden metderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik had medelijden meteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik had me·de·lij·den met
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciese
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik had medelijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik had me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadecieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecíais
Compadecieseis
Compadecisteis
Lamentabais
Lamentarais
Lamentaseis
Lamentasteis
Os apiadabais
Os apiadarais
Os apiadaseis
Os apiadasteis
jullie beklaagdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·klaag·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie bekloegentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·kloe·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie hadden medelijden mettweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie had·den me·de·lij·den met
jullie hadden medelijdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie had·den me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadeciéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecíamos
Compadeciésemos
Compadecimos
Lamentábamos
Lamentamos
Lamentáramos
Lamentásemos
Nos apiadábamos
Nos apiadamos
Nos apiadáramos
Nos apiadásemos
wij/we beklaagdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we bekloegeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we hadden medelijden meteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we hadden medelijdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecían
Compadecieron
Compadeciesen
Lamentaban
Lamentaran
Lamentaron
Lamentasen
Se apiadaban
Se apiadaran
Se apiadaron
Se apiadasen
zij/ze beklaagdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze bekloegenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze hadden medelijden metderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze hadden medelijdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecías
Compadecieses
Compadeciste
Lamentabas
Lamentaras
Lamentases
Lamentaste
Te apiadabas
Te apiadaras
Te apiadases
Te apiadaste
jij/je beklaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je bekloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je had medelijden mettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je had medelijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecerá
Compadeceré
Lamentará
Lamentare
Lamentaré
Me apiadare
Me apiadaré
Se apiadará
Se apiadare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beklagenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecerá
Compadeceré
Lamentará
Lamentare
Lamentaré
Me apiadare
Me apiadaré
Se apiadará
Se apiadare
ik zal beklageneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik zal be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecerá
Compadeceré
Lamentará
Lamentare
Lamentaré
Me apiadare
Me apiadaré
Se apiadará
Se apiadare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal medelijden hebben metderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecerá
Compadeceré
Lamentará
Lamentare
Lamentaré
Me apiadare
Me apiadaré
Se apiadará
Se apiadare
ik zal medelijden hebben meteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik zal me·de·lij·den heb·ben met
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecerá
Compadeceré
Lamentará
Lamentare
Lamentaré
Me apiadare
Me apiadaré
Se apiadará
Se apiadare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal medelijden hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecerá
Compadeceré
Lamentará
Lamentare
Lamentaré
Me apiadare
Me apiadaré
Se apiadará
Se apiadare
ik zal medelijden hebbeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik zal me·de·lij·den heb·ben

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadeciereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadeceréis
Lamentareis
Lamentaréis
Os apiadareis
Os apiadaréis
jullie zullen beklagentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie zullen medelijden hebben mettweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie zul·len me·de·lij·den heb·ben met
jullie zullen medelijden hebbentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie zul·len me·de·lij·den heb·ben

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadeciéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadeceremos
Lamentaremos
Lamentáremos
Nos apiadaremos
Nos apiadáremos
wij/we zullen beklageneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we zullen medelijden hebben meteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we zullen medelijden hebbeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecerán
Lamentarán
Lamentaren
Se apiadarán
Se apiadaren
zij/ze zullen beklagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze zullen medelijden hebben metderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze zullen medelijden hebbenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecerás
Lamentarás
Lamentares
Te apiadarás
Te apiadares
jij/je zal beklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je zal medelijden hebben mettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je zal medelijden hebbentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecían
Compadecieran
Compadeciesen
Lamentaban
Lamentaran
Lamentaron
Lamentasen
Se apiadaban
Se apiadaran
Se apiadaron
Se apiadasen
zij/ze beklaagdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze bekloegenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze hadden medelijden metderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze hadden medelijdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadeciesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciera
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciera
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik beklaagdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·klaag·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciera
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekloegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciera
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik bekloegeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·kloeg

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciera
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijden metderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciera
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik had medelijden meteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik had me·de·lij·den met
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciera
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecí
Compadecía
Compadeciera
Compadeció
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamenté
Lamentó
Me apiadaba
Me apiadara
Me apiadase
Me apiadé
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
ik had medelijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik had me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadecieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecíais
Compadecierais
Compadecisteis
Lamentabais
Lamentarais
Lamentaseis
Lamentasteis
Os apiadabais
Os apiadarais
Os apiadaseis
Os apiadasteis
jullie beklaagdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·klaag·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie bekloegentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·kloe·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie hadden medelijden mettweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie had·den me·de·lij·den met
jullie hadden medelijdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie had·den me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadeciésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecíamos
Compadeciéramos
Compadecimos
Lamentábamos
Lamentamos
Lamentáramos
Lamentásemos
Nos apiadábamos
Nos apiadamos
Nos apiadáramos
Nos apiadásemos
wij/we beklaagdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we bekloegeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we hadden medelijden meteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we hadden medelijdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadeciesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecían
Compadecieran
Compadecieron
Lamentaban
Lamentaran
Lamentaron
Lamentasen
Se apiadaban
Se apiadaran
Se apiadaron
Se apiadasen
zij/ze beklaagdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze bekloegenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze hadden medelijden metderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze hadden medelijdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadeciesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecías
Compadecieras
Compadeciste
Lamentabas
Lamentaras
Lamentases
Lamentaste
Te apiadabas
Te apiadaras
Te apiadases
Te apiadaste
jij/je beklaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je bekloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je had medelijden mettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je had medelijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecíamos
Compadeciéramos
Compadeciésemos
Lamentábamos
Lamentamos
Lamentáramos
Lamentásemos
Nos apiadábamos
Nos apiadamos
Nos apiadáramos
Nos apiadásemos
wij/we beklaagdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we bekloegeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we hadden medelijden meteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we hadden medelijdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadeciótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecía
Compadeciera
Compadeciese
Lamentaba
Lamentara
Lamentase
Lamentó
Se apiadaba
Se apiadara
Se apiadase
Se apiadó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekloegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijden metderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecías
Compadecieras
Compadecieses
Lamentabas
Lamentaras
Lamentases
Lamentaste
Te apiadabas
Te apiadaras
Te apiadases
Te apiadaste
jij/je beklaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je bekloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je had medelijden mettweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je had medelijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadecisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecíais
Compadecierais
Compadecieseis
Lamentabais
Lamentarais
Lamentaseis
Lamentasteis
Os apiadabais
Os apiadarais
Os apiadaseis
Os apiadasteis
jullie beklaagdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·klaag·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie bekloegentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·kloe·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie hadden medelijden mettweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie had·den me·de·lij·den met
jullie hadden medelijdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie had·den me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadezcatercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadece
Compadezco
Lamenta
Lamente
Lamento
Me apiade
Me apiado
Se apiada
Se apiade
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadece
Compadezco
Lamenta
Lamente
Lamento
Me apiade
Me apiado
Se apiada
Se apiade
ik beklaageerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·klaag

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
ik heb medelijden meteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik heb me·de·lij·den met
ik heb medelijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik heb me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadece
Compadezco
Lamenta
Lamente
Lamento
Me apiade
Me apiado
Se apiada
Se apiade
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden metderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
¡compadezca!imperativo singular del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apiádense!
¡Apiádese!
¡Compadezcan!
¡Lamente!
¡Lamenten!
beklaagt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beklagen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
heeft u medelijden met!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'medelijden hebben met'
heeft u medelijden!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'medelijden hebben'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadezcáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecéis
Lamentáis
Lamentéis
Os apiadáis
Os apiadéis
jullie beklagentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: jul·lie be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
jullie hebben medelijden mettweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: jul·lie heb·ben me·de·lij·den met
jullie hebben medelijdentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: jul·lie heb·ben me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadezcamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecemos
Lamentamos
Lamentemos
Nos apiadamos
Nos apiademos
wij/we beklageneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
wij/we hebben medelijden meteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
wij/we hebben medelijdeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
¡compadezcamos!imperativo plural del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apiadémonos!
¡Lamentemos!
laten we beklagengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: la·ten we be·kla·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
laten we medelijden hebbengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: la·ten we me·de·lij·den heb·ben

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
laten we medelijden hebben metgebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: la·ten we me·de·lij·den heb·ben met
compadezcantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadecen
Lamentan
Lamenten
Se apiadan
Se apiaden
zij/ze beklagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
zij/ze hebben medelijden metderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
zij/ze hebben medelijdenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
¡compadezcan!imperativo plural del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apiádense!
¡Apiádese!
¡Compadezca!
¡Lamente!
¡Lamenten!
beklaagt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beklagen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
heeft u medelijden met!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'medelijden hebben met'
heeft u medelijden!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'medelijden hebben'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadezcassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadeces
Lamentas
Lamentes
Te apiadas
Te apiades
jij/je beklaagttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
jij/je hebt medelijden mettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
jij/je hebt medelijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
compadezcoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'compadecer'
(verbo transitivo). Sentir o inspirar compasión. SIN. Condolerse, apiadarse, lamentar, sentir lástima.
OBS. v.irreg.; modelo conocer.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Compadezca
Lamente
Lamento
Me apiade
Me apiado
ik beklaageerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklagen'
Lettergrepen: ik be·klaag

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklagen').
  wn
ik heb medelijden meteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben met'
Lettergrepen: ik heb me·de·lij·den met
ik heb medelijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'medelijden hebben'
Lettergrepen: ik heb me·de·lij·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Medelijden').
compadresustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'compadre'
, el  we  w
gevaderzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ge·va·der
, het

1e 0‑9 A BC D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a e f h i l mno r st u yz

3e a b c d ef g h i j lm n p q r s t uvwxyz

4e a b e i mop u

5ea e i l o r t u

6e- ñ r st

7e ci ct de dr

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
COMPACI ..... COMPADREVolgende/ Siguiente -->

boven