Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, ideal para senderistas

1e 0‑9 A BC D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a e f h i l mno r st u yz

3e a b c d ef g h i j l mn p q r s t uvwxyz

4e _ a c d ef g i j l m n o q s t u v y

5ea e i l o r u

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
CONFABULVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
confabulatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabule
Conspira
Conspire
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweert samenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
¡confabula!imperativo singular del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Confabulad!
¡Conspira!
¡Conspirad!
zweer samen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'samenzweren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulara
Confabulase
Confabulé
Confabuló
Conspiraba
Conspirara
Conspirase
Conspiré
Conspiró
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer samenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulara
Confabulase
Confabulé
Confabuló
Conspiraba
Conspirara
Conspirase
Conspiré
Conspiró
ik zwoer sameneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zwoer sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabularais
Confabulaseis
Confabulasteis
Conspirabais
Conspirarais
Conspiraseis
Conspirasteis
jullie zwoeren samentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zwoe·ren sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulamos
Confabuláramos
Confabulásemos
Conspirábamos
Conspiramos
Conspiráramos
Conspirásemos
wij/we zwoeren sameneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabularan
Confabularon
Confabulasen
Conspiraban
Conspiraran
Conspiraron
Conspirasen
zij/ze zwoeren samenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabularas
Confabulases
Confabulaste
Conspirabas
Conspiraras
Conspirases
Conspiraste
jij/je zwoer samentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulaciónsustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabulación'
, la  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Colusión
1Colusión.geheime afspraakzelfstandig naamwoordsvorm zn
Lettergrepen: ge·hei·me af·spraak
, de
  _sustantivo
(Acción y efecto de confabular)
Esta palabra no tiene plural
  we
2.samenzwerenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: sa·men·zwe·ren
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
¡confabulad!imperativo plural del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Confabula!
¡Conspira!
¡Conspirad!
zweer samen!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'samenzweren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabuladaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabuladas
Confabulado
Confabulados
Conspirada
Conspiradas
Conspirado
Conspirados
samengezworenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: sa·men·ge·zwo·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabuladasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulada
Confabulado
Confabulados
Conspirada
Conspiradas
Conspirado
Conspirados
samengezworenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: sa·men·ge·zwo·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabuladoparticipio pasado del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulada
Confabuladas
Confabulados
Conspirada
Conspiradas
Conspirado
Conspirados
samengezworenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: sa·men·ge·zwo·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabuladosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulada
Confabuladas
Confabulado
Conspirada
Conspiradas
Conspirado
Conspirados
samengezworenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: sa·men·ge·zwo·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabuláissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabuléis
Conspiráis
Conspiréis
jullie zweren samentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zwe·ren sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulábamos
Confabuláramos
Confabulásemos
Confabulemos
Conspirábamos
Conspiramos
Conspiráramos
Conspirásemos
Conspiremos
wij/we zweren sameneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulábamos
Confabuláramos
Confabulásemos
Confabulemos
Conspirábamos
Conspiramos
Conspiráramos
Conspirásemos
Conspiremos
wij/we zwoeren sameneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulen
Conspiran
Conspiren
zij/ze zweren samenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulandogerundio del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conspirando
samenzwerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: sa·men·zwe·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabularinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conspirar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
ConfabuloConfabulé
ConfabulasConfabulaste
ConfabulaConfabuló
ConfabulamosConfabulamos
ConfabuláisConfabulasteis
ConfabulanConfabularon
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
ConfabularéíaConfabulaba
ConfabularásíasConfabulabas
ConfabularáíaConfabulaba
ConfabularemosíamosConfabulábamos
ConfabularéisíaisConfabulabais
ConfabularáníanConfabulaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
ConfabuleConfabulara
ConfabulesConfabularas
ConfabuleConfabulara
ConfabulemosConfabuláramos
ConfabuléisConfabularais
ConfabulenConfabularan
FuturoPréterito imperfecto se
ConfabulareConfabulase
ConfabularesConfabulases
ConfabulareConfabulase
ConfabuláremosConfabulásemos
ConfabulareisConfabulaseis
ConfabularenConfabulasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Confabula(tú)No confabules
Confabule(usted)No confabule
Confabulemos(nosotros)No confabulemos
Confabulad(vosotros)No confabuléis
Confabulen(ustedes)No confabulen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
ConfabuladoConfabulando
samenzwerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: sa·men·zwe·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
samenzweren - zwoer samen - samengezworen


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
confabularatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaba
Confabulase
Confabulé
Confabuló
Conspiraba
Conspirara
Conspirase
Conspiré
Conspiró
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer samenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaba
Confabulase
Confabulé
Confabuló
Conspiraba
Conspirara
Conspirase
Conspiré
Conspiró
ik zwoer sameneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zwoer sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabularátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulare
Conspirará
Conspirare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal samenzwerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulabais
Confabulaseis
Confabulasteis
Conspirabais
Conspirarais
Conspiraseis
Conspirasteis
jullie zwoeren samentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zwoe·ren sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabuláramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulábamos
Confabulamos
Confabulásemos
Conspirábamos
Conspiramos
Conspiráramos
Conspirásemos
wij/we zwoeren sameneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaban
Confabularon
Confabulasen
Conspiraban
Conspiraran
Conspiraron
Conspirasen
zij/ze zwoeren samenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabularen
Conspirarán
Conspiraren
zij/ze zullen samenzwerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulabas
Confabulases
Confabulaste
Conspirabas
Conspiraras
Conspirases
Conspiraste
jij/je zwoer samentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulares
Conspirarás
Conspirares
jij/je zal samenzwerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulará
Confabularé
Conspirará
Conspirare
Conspiraré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal samenzwerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulará
Confabularé
Conspirará
Conspirare
Conspiraré
ik zal samenzwereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zal sa·men·zwe·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabularéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulare
Conspirare
Conspiraré
ik zal samenzwereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zal sa·men·zwe·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabularéis
Conspirareis
Conspiraréis
jullie zullen samenzwerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len sa·men·zwe·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabularéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulareis
Conspirareis
Conspiraréis
jullie zullen samenzwerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len sa·men·zwe·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabularemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabuláremos
Conspiraremos
Conspiráremos
wij/we zullen samenzwereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabuláremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabularemos
Conspiraremos
Conspiráremos
wij/we zullen samenzwereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabularán
Conspirarán
Conspiraren
zij/ze zullen samenzwerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabularás
Conspirarás
Conspirares
jij/je zal samenzwerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularíatercera persona singular condicional del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conspiraría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou samenzwerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conspiraría
ik zou samenzwereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zou sa·men·zwe·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabularíaissegunda persona plural condicional del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conspiraríais
jullie zouden samenzwerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den sa·men·zwe·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabularíamosprimera persona plural condicional del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conspiraríamos
wij/we zouden samenzwereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularíantercera persona plural condicional del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conspirarían
zij/ze zouden samenzwerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularíassegunda persona singular condicional del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conspirarías
jij/je zou samenzwerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabularontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaban
Confabularan
Confabulasen
Conspiraban
Conspiraran
Conspiraron
Conspirasen
zij/ze zwoeren samenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabules
Conspiras
Conspires
jij/je zweert samentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaba
Confabulara
Confabulé
Confabuló
Conspiraba
Conspirara
Conspirase
Conspiré
Conspiró
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer samenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaba
Confabulara
Confabulé
Confabuló
Conspiraba
Conspirara
Conspirase
Conspiré
Conspiró
ik zwoer sameneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zwoer sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulabais
Confabularais
Confabulasteis
Conspirabais
Conspirarais
Conspiraseis
Conspirasteis
jullie zwoeren samentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zwoe·ren sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulábamos
Confabulamos
Confabuláramos
Conspirábamos
Conspiramos
Conspiráramos
Conspirásemos
wij/we zwoeren sameneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaban
Confabularan
Confabularon
Conspiraban
Conspiraran
Conspiraron
Conspirasen
zij/ze zwoeren samenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulabas
Confabularas
Confabulaste
Conspirabas
Conspiraras
Conspirases
Conspiraste
jij/je zwoer samentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulabas
Confabularas
Confabulases
Conspirabas
Conspiraras
Conspirases
Conspiraste
jij/je zwoer samentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabulasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulabais
Confabularais
Confabulaseis
Conspirabais
Conspirarais
Conspiraseis
Conspirasteis
jullie zwoeren samentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zwoe·ren sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabuleprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabula
Confabulo
Conspira
Conspire
Conspiro
ik zweer sameneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zweer sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabula
Confabulo
Conspira
Conspire
Conspiro
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweert samenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabuléprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaba
Confabulara
Confabulase
Conspiraba
Conspirara
Conspirase
Conspiré
ik zwoer sameneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zwoer sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
¡confabule!imperativo singular del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Confabulen!
¡Conspire!
¡Conspiren!
zweert u samen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'samenzweren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabuléissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabuláis
Conspiráis
Conspiréis
jullie zweren samentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: jul·lie zwe·ren sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulamos
Conspiramos
Conspiremos
wij/we zweren sameneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
¡confabulemos!imperativo plural del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Conspiremos!
laten we samenzwerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: la·ten we sa·men·zwe·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulan
Conspiran
Conspiren
zij/ze zweren samenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
¡confabulen!imperativo plural del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Confabule!
¡Conspire!
¡Conspiren!
zweert u samen!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'samenzweren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulas
Conspiras
Conspires
jij/je zweert samentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
confabuloprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabule
Conspire
Conspiro
ik zweer sameneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'
Lettergrepen: ik zweer sa·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Samenzweren').
  wn
confabulótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'confabular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'confabular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Confabulaba
Confabulara
Confabulase
Conspiraba
Conspirara
Conspirase
Conspiró
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer samenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenzweren'

1e 0‑9 A BC D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a e f h i l mno r st u yz

3e a b c d ef g h i j l mn p q r s t uvwxyz

4e _ a c d ef g i j l m n o q s t u v y

5ea e i l o r u

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
CONFABULVolgende/ Siguiente -->

boven