Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

f

h

i

l

mn

o

r

st

u

yz

3e

a

b

c

d

ef

g

h

i

j

l

m

n

oñ

p

q

r

s

t

uvwxyz

4e

ae

i

lort

u

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

COPUL

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	copulatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copule		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze copuleertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	cópulasustantivo Plural es: cópulas (sustantivo). Copulación en los animales y en el ser humano. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cópula' , la  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Coito	1Coito.	bijslaapzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: bij·slaap Meervoud is: bijslapen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			coïtuszelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: co·i·tus Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	_sustantivo Plural es: cópulas   we  w	2.	koppelwerkwoordzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: kop·pel·werk·woord Meervoud is: koppelwerkwoorden Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	¡copula!imperativo singular del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Copulad!		copuleer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'copuleren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulara Copulase Copulé Copuló		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze copuleerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulara Copulase Copulé Copuló		ik copuleerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik co·pu·leer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copularais Copulaseis Copulasteis		jullie copuleerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie co·pu·leer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulamos Copuláramos Copulásemos		wij/we copuleerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copularan Copularon Copulasen		zij/ze copuleerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copularas Copulases Copulaste		jij/je copuleerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	¡copulad!imperativo plural del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Copula!		copuleer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'copuleren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuladaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Copuladas Copulado Copulados		gecopuleerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ge·co·pu·leerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuladasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Copulada Copulado Copulados		gecopuleerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ge·co·pu·leerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuladoparticipio pasado del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulada Copuladas Copulados		gecopuleerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ge·co·pu·leerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuladosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Copulada Copuladas Copulado		gecopuleerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ge·co·pu·leerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuláissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copuléis		jullie copulerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulábamos Copuláramos Copulásemos Copulemos		wij/we copuleerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulábamos Copuláramos Copulásemos Copulemos		wij/we copulereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulen		zij/ze copulerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulandogerundio del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn		copulerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: co·pu·le·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copularinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  w  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Copulo Copulé Copulas Copulaste Copula Copuló Copulamos Copulamos Copuláis Copulasteis Copulan Copularon Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Copular é ía Copulaba Copular ás ías Copulabas Copular á ía Copulaba Copular emos íamos Copulábamos Copular éis íais Copulabais Copular án ían Copulaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Copule Copulara Copules Copularas Copule Copulara Copulemos Copuláramos Copuléis Copularais Copulen Copularan Futuro Préterito imperfecto se Copulare Copulase Copulares Copulases Copulare Copulase Copuláremos Copulásemos Copulareis Copulaseis Copularen Copulasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Copula (tú) No copules Copule (usted) No copule Copulemos (nosotros) No copulemos Copulad (vosotros) No copuléis Copulen (ustedes) No copulen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Copulado Copulando		copulerenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: co·pu·le·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: copuleren - copuleerde - gecopuleerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	copularatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaba Copulase Copulé Copuló		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze copuleerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaba Copulase Copulé Copuló		ik copuleerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik co·pu·leer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copularátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal copulerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulabais Copulaseis Copulasteis		jullie copuleerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie co·pu·leer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuláramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulábamos Copulamos Copulásemos		wij/we copuleerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaban Copularon Copulasen		zij/ze copuleerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copularen		zij/ze zullen copulerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulabas Copulases Copulaste		jij/je copuleerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulares		jij/je zal copulerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulará Copularé		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal copulerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulará Copularé		ik zal copulereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik zal co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copularéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulare		ik zal copulereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik zal co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copularéis		jullie zullen copulerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie zul·len co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copularéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulareis		jullie zullen copulerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie zul·len co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copularemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copuláremos		wij/we zullen copulereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copuláremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copularemos		wij/we zullen copulereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copularán		zij/ze zullen copulerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copularás		jij/je zal copulerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularíatercera persona singular condicional del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou copulerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'copular'   we  wn		ik zou copulereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik zou co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copularíaissegunda persona plural condicional del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn		jullie zouden copulerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie zou·den co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copularíamosprimera persona plural condicional del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn		wij/we zouden copulereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularíantercera persona plural condicional del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn		zij/ze zouden copulerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularíassegunda persona singular condicional del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn		jij/je zou copulerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copularontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaban Copularan Copulasen		zij/ze copuleerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copules		jij/je copuleerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	cópulassustantivo plural de la palabra: cópula (sustantivo). Copulación en los animales y en el ser humano. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cópula' , las  w  spalabras relacionadas: --------------------- Coitos	1.	bijslapenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: bijslaap Lettergrepen: bij·sla·pen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	_sustantivo plural de la palabra: cópula   w	2.	koppelwerkwoordenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: koppelwerkwoord Lettergrepen: kop·pel·werk·woor·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Koppelwerkwoord'). , de  wn  w
	copulasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaba Copulara Copulé Copuló		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze copuleerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaba Copulara Copulé Copuló		ik copuleerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik co·pu·leer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulabais Copularais Copulasteis		jullie copuleerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie co·pu·leer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulábamos Copulamos Copuláramos		wij/we copuleerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaban Copularan Copularon		zij/ze copuleerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulabas Copularas Copulaste		jij/je copuleerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulabas Copularas Copulases		jij/je copuleerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copulasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulabais Copularais Copulaseis		jullie copuleerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie co·pu·leer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuletercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copula Copulo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze copuleertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copula Copulo		ik copuleereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik co·pu·leer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuléprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaba Copulara Copulase		ik copuleerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik co·pu·leer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	¡copule!imperativo singular del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Copulen!		copuleert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'copuleren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copuléissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copuláis		jullie copulerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: jul·lie co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulamos		wij/we copulereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	¡copulemos!imperativo plural del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'		laten we copulerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: la·ten we co·pu·le·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulan		zij/ze copulerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	¡copulen!imperativo plural del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Copule!		copuleert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'copuleren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulas		jij/je copuleerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'copuleren'
	copuloprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copule		ik copuleereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren' Lettergrepen: ik co·pu·leer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Copuleren').   wn
	copulótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'copular' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'copular'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Copulaba Copulara Copulase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze copuleerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'copuleren'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

f

h

i

l

mn

o

r

st

u

yz

3e

a

b

c

d

ef

g

h

i

j

l

m

n

oñ

p

q

r

s

t

uvwxyz

4e

ae

i

lort

u

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

COPUL

Volgende/ Siguiente -->

boven