Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

En un cigarillo se encuentran 4.000 sustancias tóxicas y se han identificado 69 que son cancerígenas

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ OP Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9a e fgh i j l o r st u y

3e ,bc d efg hi jk l m n oñpq r s t u v wxyz

4ea eio u

5e -b d ilm nr syz

6e- e io

7e _a _c _e _u a ai am an as

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
PAGAR ..... PAGARASzVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
pagarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojar
Retribuir
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
PagoPagué
PagasPagaste
PagaPagó
PagamosPagamos
PagáisPagasteis
PaganPagaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
PagaréíaPagaba
PagarásíasPagabas
PagaráíaPagaba
PagaremosíamosPagábamos
PagaréisíaisPagabais
PagaráníanPagaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
PaguePagara
PaguesPagaras
PaguePagara
PaguemosPagáramos
PaguéisPagarais
PaguenPagaran
FuturoPréterito imperfecto se
PagarePagase
PagaresPagases
PagarePagase
PagáremosPagásemos
PagareisPagaseis
PagarenPagasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Paga(tú)No pagues
Pague(usted)No pague
Paguemos(nosotros)No paguemos
Pagad(vosotros)No paguéis
Paguen(ustedes)No paguen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
PagadoPagando
1Aflojar
Retribuir
.
betalenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: be·ta·len
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
betalen - betaalde - betaald


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
dokkenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: dok·ken
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
dokken - dokte - gedokt


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
stortenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: stor·ten
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
storten - stortte - gestort


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
uitbetalenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: uit·be·ta·len
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
uitbetalen - betaalde uit - uitbetaald


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
uitkerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: uit·ke·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
uitkeren - keerde uit - uitgekeerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
voldoenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: vol·doen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
voldoen - voldeed - voldaan


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
2Costear
Sufragar
.
bekostigenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: be·kos·ti·gen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bekostigen - bekostigde - bekostigd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
  _infinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
bezoldigenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: be·zol·di·gen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bezoldigen - bezoldigde - bezoldigd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
pagar"pagar a plazos":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plazo'
afbetalenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: af·be·ta·len
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
afbetalen - betaalde af - afbetaald


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
pagar"pagar con tarjeta":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
pinnenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: pin·nen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
pinnen - pinde - gepind


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
pagar"pagar el suplemento":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
bijpassenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: bij·pas·sen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bijpassen - paste bij - bijgepast


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
pagar"pagar un suplemento":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
bijbetalenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: bij·be·ta·len
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bijbetalen - betaalde bij - bijbetaald


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
pagaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
1Aflojar
Retribuir
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
ik betaalde uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
Lettergrepen: ik be·taal·de uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitbetalen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaaldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betalen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
ik betaaldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betalen'
Lettergrepen: ik be·taal·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betalen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dokken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
ik dokteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dokken'
Lettergrepen: ik dok·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dokken').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
ik keerde uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
Lettergrepen: ik keer·de uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkeren').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze storttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'storten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
ik stortteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'storten'
Lettergrepen: ik stort·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Storten').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeedderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaba
Aflojara
Aflojase
Aflojé
Aflojó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
ik voldeedeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
Lettergrepen: ik vol·deed

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Voldoen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Costeaba
Costeara
Costease
Costeé
Costeó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Sufragaba
Sufragara
Sufragase
Sufragó
Sufragué
2Costear
Sufragar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekostigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Costeaba
Costeara
Costease
Costeé
Costeó
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Sufragaba
Sufragara
Sufragase
Sufragó
Sufragué
ik bekostigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
Lettergrepen: ik be·kos·tig·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bekostigen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariaba
Asalariara
Asalariase
Asalarié
Asalarió
Estipendiaba
Estipendiara
Estipendiase
Estipendié
Estipendió
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Remuneraba
Remunerara
Remunerase
Remuneré
Remuneró
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoldigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariaba
Asalariara
Asalariase
Asalarié
Asalarió
Estipendiaba
Estipendiara
Estipendiase
Estipendié
Estipendió
Pagaba
Pagase
Pagó
Pagué
Remuneraba
Remunerara
Remunerase
Remuneré
Remuneró
Retribuí
Retribuía
Retribuyera
Retribuyese
Retribuyó
ik bezoldigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
Lettergrepen: ik be·zol·dig·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bezoldigen').
  wn
pagarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojará
Aflojare
Pagare
Retribuirá
Retribuyere
1Aflojar
Retribuir
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal betalenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dokkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dokken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal stortenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'storten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbetalenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitkerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voldoenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
2Costear
Sufragar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bekostigenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
  _tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariará
Asalariare
Estipendiará
Estipendiare
Pagare
Remunerará
Remunerare
Retribuirá
Retribuyere
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bezoldigenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
pagara"pagara a plazos":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos   spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaba a plazos
Pagase a plazos
Pagó a plazos
Pagué a plazos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
  _"pagara a plazos":
primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar a plazos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaba a plazos
Pagase a plazos
Pagó a plazos
Pagué a plazos
ik betaalde afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
Lettergrepen: ik be·taal·de af

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afbetalen').
  wn
pagará"pagará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos   spalabras relacionadas:
---------------------
Pagare a plazos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afbetalenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
pagara"pagara con tarjeta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar con tarjeta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaba con tarjeta
Pagase con tarjeta
Pagó con tarjeta
Pagué con tarjeta
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pindederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
  _"pagara con tarjeta":
primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar con tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaba con tarjeta
Pagase con tarjeta
Pagó con tarjeta
Pagué con tarjeta
ik pindeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
Lettergrepen: ik pin·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pinnen').
  wn
pagará"pagará con tarjeta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar con tarjeta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagare con tarjeta
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pinnenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
pagara"pagara el suplemento":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar el suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaba el suplemento
Pagase el suplemento
Pagó el suplemento
Pagué el suplemento
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste bijderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
  _"pagara el suplemento":
primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar el suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaba el suplemento
Pagase el suplemento
Pagó el suplemento
Pagué el suplemento
ik paste bijeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
Lettergrepen: ik pas·te bij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bijpassen').
  wn
pagará"pagará el suplemento":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar el suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagare el suplemento
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijpassenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
pagara"pagara un suplemento":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar un suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaba un suplemento
Pagase un suplemento
Pagó un suplemento
Pagué un suplemento
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde bijderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'
  _"pagara un suplemento":
primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar un suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaba un suplemento
Pagase un suplemento
Pagó un suplemento
Pagué un suplemento
ik betaalde bijeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'
Lettergrepen: ik be·taal·de bij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bijbetalen').
  wn
pagará"pagará un suplemento":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar un suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagare un suplemento
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijbetalenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'
pagaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojabais
Aflojarais
Aflojaseis
Aflojasteis
Pagabais
Pagaseis
Pagasteis
Retribuíais
Retribuisteis
Retribuyerais
Retribuyeseis
1Aflojar
Retribuir
.
jullie betaalden uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
Lettergrepen: jul·lie be·taal·den uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitbetalen').
  wn
jullie betaaldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betalen'
Lettergrepen: jul·lie be·taal·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betalen').
  wn
jullie doktentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dokken'
Lettergrepen: jul·lie dok·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dokken').
  wn
jullie keerden uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
Lettergrepen: jul·lie keer·den uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkeren').
  wn
jullie storttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'storten'
Lettergrepen: jul·lie stort·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Storten').
  wn
jullie voldedentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
Lettergrepen: jul·lie vol·de·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Voldoen').
  wn
2Costear
Sufragar
.
jullie bekostigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
Lettergrepen: jul·lie be·kos·tig·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bekostigen').
  wn
  _segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariabais
Asalariarais
Asalariaseis
Asalariasteis
Estipendiabais
Estipendiarais
Estipendiaseis
Estipendiasteis
Pagabais
Pagaseis
Pagasteis
Remunerabais
Remunerarais
Remuneraseis
Remunerasteis
Retribuíais
Retribuisteis
Retribuyerais
Retribuyeseis
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
jullie bezoldigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
Lettergrepen: jul·lie be·zol·dig·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bezoldigen').
  wn
pagarais"pagarais a plazos":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos   spalabras relacionadas:
---------------------
Pagabais a plazos
Pagaseis a plazos
Pagasteis a plazos
jullie betaalden aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
Lettergrepen: jul·lie be·taal·den af

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afbetalen').
  wn
pagarais"pagarais con tarjeta":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar con tarjeta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagabais con tarjeta
Pagaseis con tarjeta
Pagasteis con tarjeta
jullie pindentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
Lettergrepen: jul·lie pin·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Pinnen').
  wn
pagarais"pagarais el suplemento":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar el suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagabais el suplemento
Pagaseis el suplemento
Pagasteis el suplemento
jullie pasten bijtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
Lettergrepen: jul·lie pas·ten bij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bijpassen').
  wn
pagarais"pagarais un suplemento":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar un suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagabais un suplemento
Pagaseis un suplemento
Pagasteis un suplemento
jullie betaalden bijtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'
Lettergrepen: jul·lie be·taal·den bij

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bijbetalen').
  wn
pagáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojábamos
Aflojamos
Aflojáramos
Aflojásemos
Pagábamos
Pagamos
Pagásemos
Retribuíamos
Retribuimos
Retribuyéramos
Retribuyésemos
1Aflojar
Retribuir
.
wij/we betaalden uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
wij/we betaaldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betalen'
wij/we dokteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dokken'
wij/we keerden uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
wij/we stortteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'storten'
wij/we voldedeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
2Costear
Sufragar
.
wij/we bekostigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
  _primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariábamos
Asalariamos
Asalariáramos
Asalariásemos
Estipendiábamos
Estipendiamos
Estipendiáramos
Estipendiásemos
Pagábamos
Pagamos
Pagásemos
Remunerábamos
Remuneramos
Remuneráramos
Remunerásemos
Retribuíamos
Retribuimos
Retribuyéramos
Retribuyésemos
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
wij/we bezoldigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
pagáramos"pagáramos a plazos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos   spalabras relacionadas:
---------------------
Pagábamos a plazos
Pagamos a plazos
Pagásemos a plazos
wij/we betaalden afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
pagáramos"pagáramos con tarjeta":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar con tarjeta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagábamos con tarjeta
Pagamos con tarjeta
Pagásemos con tarjeta
wij/we pindeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
pagáramos"pagáramos el suplemento":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar el suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagábamos el suplemento
Pagamos el suplemento
Pagásemos el suplemento
wij/we pasten bijeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
pagáramos"pagáramos un suplemento":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar un suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagábamos un suplemento
Pagamos un suplemento
Pagásemos un suplemento
wij/we betaalden bijeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'
pagarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojaban
Aflojaran
Aflojaron
Aflojasen
Pagaban
Pagaron
Pagasen
Retribuían
Retribuyeran
Retribuyeron
Retribuyesen
1Aflojar
Retribuir
.
zij/ze betaalden uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
zij/ze betaaldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betalen'
zij/ze doktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dokken'
zij/ze keerden uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
zij/ze storttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'storten'
zij/ze voldedenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
2Costear
Sufragar
.
zij/ze bekostigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
  _tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariaban
Asalariaran
Asalariaron
Asalariasen
Estipendiaban
Estipendiaran
Estipendiaron
Estipendiasen
Pagaban
Pagaron
Pagasen
Remuneraban
Remuneraran
Remuneraron
Remunerasen
Retribuían
Retribuyeran
Retribuyeron
Retribuyesen
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
zij/ze bezoldigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
pagarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'pagar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojarán
Aflojaren
Pagaren
Retribuirán
Retribuyeren
1Aflojar
Retribuir
.
zij/ze zullen betalenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betalen'
zij/ze zullen dokkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dokken'
zij/ze zullen stortenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'storten'
zij/ze zullen uitbetalenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
zij/ze zullen uitkerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
zij/ze zullen voldoenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
2Costear
Sufragar
.
zij/ze zullen bekostigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
  _tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariarán
Asalariaren
Estipendiarán
Estipendiaren
Pagaren
Remunerarán
Remuneraren
Retribuirán
Retribuyeren
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
zij/ze zullen bezoldigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
pagaran"pagaran a plazos":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos   spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaban a plazos
Pagaron a plazos
Pagasen a plazos
zij/ze betaalden afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
pagarán"pagarán a plazos":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'pagar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos   spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaren a plazos
zij/ze zullen afbetalenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
pagaran"pagaran con tarjeta":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar con tarjeta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaban con tarjeta
Pagaron con tarjeta
Pagasen con tarjeta
zij/ze pindenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
pagarán"pagarán con tarjeta":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'pagar con tarjeta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaren con tarjeta
zij/ze zullen pinnenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
pagaran"pagaran el suplemento":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar el suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaban el suplemento
Pagaron el suplemento
Pagasen el suplemento
zij/ze pasten bijderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
pagarán"pagarán el suplemento":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'pagar el suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaren el suplemento
zij/ze zullen bijpassenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
pagaran"pagaran un suplemento":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar un suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaban un suplemento
Pagaron un suplemento
Pagasen un suplemento
zij/ze betaalden bijderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'
pagarán"pagarán un suplemento":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'pagar un suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagaren un suplemento
zij/ze zullen bijbetalenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'
pagarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojabas
Aflojaras
Aflojases
Aflojaste
Pagabas
Pagases
Pagaste
Retribuías
Retribuiste
Retribuyeras
Retribuyeses
1Aflojar
Retribuir
.
jij/je betaalde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
jij/je betaaldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betalen'
jij/je doktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dokken'
jij/je keerde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
jij/je storttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'storten'
jij/je voldeedtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
2Costear
Sufragar
.
jij/je bekostigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
  _segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariabas
Asalariaras
Asalariases
Asalariaste
Estipendiabas
Estipendiaras
Estipendiases
Estipendiaste
Pagabas
Pagases
Pagaste
Remunerabas
Remuneraras
Remunerases
Remuneraste
Retribuías
Retribuiste
Retribuyeras
Retribuyeses
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
jij/je bezoldigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
pagarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aflojarás
Aflojares
Pagares
Retribuirás
Retribuyeres
1Aflojar
Retribuir
.
jij/je zal betalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betalen'
jij/je zal dokkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dokken'
jij/je zal stortentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'storten'
jij/je zal uitbetalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitbetalen'
jij/je zal uitkerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkeren'
jij/je zal voldoentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voldoen'
2Costear
Sufragar
.
jij/je zal bekostigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bekostigen'
  _segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar'
(verbo transitivo). Fijar o pagar salario a una persona.
FAM. Asalariado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Asalariarás
Asalariares
Estipendiarás
Estipendiares
Pagares
Remunerarás
Remunerares
Retribuirás
Retribuyeres
3Asalariar
Estipendiar
Remunerar
Retribuir
.
jij/je zal bezoldigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezoldigen'
pagaras"pagaras a plazos":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos   spalabras relacionadas:
---------------------
Pagabas a plazos
Pagases a plazos
Pagaste a plazos
jij/je betaalde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
pagarás"pagarás a plazos":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos   spalabras relacionadas:
---------------------
Pagares a plazos
jij/je zal afbetalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afbetalen'
pagaras"pagaras con tarjeta":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar con tarjeta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagabas con tarjeta
Pagases con tarjeta
Pagaste con tarjeta
jij/je pindetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
pagarás"pagarás con tarjeta":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar con tarjeta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  tarjeta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tarjeta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagares con tarjeta
jij/je zal pinnentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pinnen'
pagaras"pagaras el suplemento":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar el suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagabas el suplemento
Pagases el suplemento
Pagaste el suplemento
jij/je paste bijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
pagarás"pagarás el suplemento":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar el suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  el
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'el'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagares el suplemento
jij/je zal bijpassentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bijpassen'
pagaras"pagaras un suplemento":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'pagar un suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagabas un suplemento
Pagases un suplemento
Pagaste un suplemento
jij/je betaalde bijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'
pagarás"pagarás un suplemento":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'pagar un suplemento'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pagar'
  un
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'un'
  suplemento
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suplemento'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Pagares un suplemento
jij/je zal bijbetalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bijbetalen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ OP Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9a e fgh i j l o r st u y

3e ,bc d efg hi jk l m n oñpq r s t u v wxyz

4ea eio u

5e -b d ilm nr syz

6e- e io

7e _a _c _e _u a ai am an as

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
PAGAR ..... PAGARASzVolgende/ Siguiente -->

boven