Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bc e fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e _ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,- a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e _ b c d f g h ij l m nñ p q r s t u vz

6e a e i l r

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met SE_AFAN Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

se"se afana":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afana
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afane 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobt zich afderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant zich zeer inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht lichamelijk arbeidderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant zich inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeftderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanaba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanara
Se afanase
Se afanó 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobde zich afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich zeer inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte lichamelijk arbeidderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanaban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanaran
Se afanaron
Se afanasen 1. zij/ze tobden zich afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze spanden zich zeer inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zwoegdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze verrichtten lichamelijk arbeidderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze poogdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze spanden zich inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze streefdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanen 1. zij/ze tobben zich afderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze spannen zich zeer inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zwoegenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze verrichten lichamelijk arbeidderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze pogenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze spannen zich inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze strevenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanaba
Se afanase
Se afanó 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobde zich afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich zeer inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte lichamelijk arbeidderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanare 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aftobbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich zeer inspannenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zwoegenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lichamelijk arbeid verrichtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich inspannenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pogenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal strevenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanaran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanaran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanaban
Se afanaron
Se afanasen 1. zij/ze tobden zich afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze spanden zich zeer inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zwoegdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze verrichtten lichamelijk arbeidderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze poogdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze spanden zich inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze streefdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanarán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanaren 1. zij/ze zullen zich aftobbenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze zullen zich zeer inspannenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zullen zwoegenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze zullen lichamelijk arbeid verrichtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze zullen zich inspannenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze zullen pogenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze zullen strevenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanará 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich aftobbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich zeer inspannenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zwoegenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lichamelijk arbeid verrichtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich inspannenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal pogenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal strevenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanaren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanaren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanarán 1. zij/ze zullen zich aftobbenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze zullen zich zeer inspannenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zullen zwoegenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze zullen lichamelijk arbeid verrichtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze zullen zich inspannenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze zullen pogenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze zullen strevenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanaría":
tercera persona singular condicional del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanaría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich aftobbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich zeer inspannenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zwoegenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou lichamelijk arbeid verrichtenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich inspannenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou pogenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou strevenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanarían":
tercera persona plural condicional del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
1. zij/ze zouden zich aftobbenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze zouden zich zeer inspannenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zouden zwoegenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze zouden lichamelijk arbeid verrichtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze zouden zich inspannenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze zouden pogenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze zouden strevenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanaron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanaron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanaban
Se afanaran
Se afanasen 1. zij/ze tobden zich afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze spanden zich zeer inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zwoegdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze verrichtten lichamelijk arbeidderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze poogdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze spanden zich inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze streefdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanaba
Se afanara
Se afanó 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobde zich afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich zeer inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte lichamelijk arbeidderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanaban
Se afanaran
Se afanaron 1. zij/ze tobden zich afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze spanden zich zeer inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zwoegdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze verrichtten lichamelijk arbeidderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze poogdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze spanden zich inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze streefdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afane":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afane
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afana 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobt zich afderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant zich zeer inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht lichamelijk arbeidderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant zich inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeftderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanen":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanan 1. zij/ze tobben zich afderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. zij/ze spannen zich zeer inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

zij/ze zwoegenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. zij/ze verrichten lichamelijk arbeidderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. zij/ze pogenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pogen'

zij/ze spannen zich inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

zij/ze strevenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'streven'

se"se afanó":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'afanarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
afanó
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'afanar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se afanaba
Se afanara
Se afanase 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tobde zich afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aftobben'

2Bregar. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich zeer inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich zeer inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zwoegen'

3. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte lichamelijk arbeidderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'lichamelijk arbeid verrichten'

4Esforzar
Esforzarse. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande zich inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich inspannen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bc e fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e _ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,- a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e _ b c d f g h ij l m nñ p q r s t u vz

6e a e i l r

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met SE_AFAN Volgende/ Siguiente -->