Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, ideal para senderistas

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bce fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e_ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,-a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e _ b c d f g h ij l m p q r s tu vz

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
SE_AUSENTVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
se"se ausenta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausenta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausente
Se va
Se vaya
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat wegderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentaba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentara
Se ausentase
Se ausentó
Se fue
Se fuera
Se fuese
Se iba
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrokderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentaban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentaran
Se ausentaron
Se ausentasen
Se fueran
Se fueron
Se fuesen
Se iban
zij/ze gingen wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
zij/ze vertrokkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze verwijderden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausenten
Se van
Se vayan
zij/ze gaan wegderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
zij/ze vertrekkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze verwijderen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentaba
Se ausentase
Se ausentó
Se fue
Se fuera
Se fuese
Se iba
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrokderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentare
Se fuere
Se irá
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verwijderenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weggaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
se"se ausentaran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentaran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentaban
Se ausentaron
Se ausentasen
Se fueran
Se fueron
Se fuesen
Se iban
zij/ze gingen wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
zij/ze vertrokkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze verwijderden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentarán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentaren
Se fueren
Se irán
zij/ze zullen vertrekkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze zullen zich verwijderenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
zij/ze zullen weggaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
se"se ausentare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentará
Se fuere
Se irá
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verwijderenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weggaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
se"se ausentaren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentaren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentarán
Se fueren
Se irán
zij/ze zullen vertrekkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze zullen zich verwijderenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
zij/ze zullen weggaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
se"se ausentaría":
tercera persona singular condicional del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentaría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se iría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich verwijderenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weggaanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
se"se ausentarían":
tercera persona plural condicional del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se irían
zij/ze zouden vertrekkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze zouden zich verwijderenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
zij/ze zouden weggaanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
se"se ausentaron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentaron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentaban
Se ausentaran
Se ausentasen
Se fueran
Se fueron
Se fuesen
Se iban
zij/ze gingen wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
zij/ze vertrokkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze verwijderden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentaba
Se ausentara
Se ausentó
Se fue
Se fuera
Se fuese
Se iba
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrokderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentaban
Se ausentaran
Se ausentaron
Se fueran
Se fueron
Se fuesen
Se iban
zij/ze gingen wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
zij/ze vertrokkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze verwijderden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausente":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausente
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausente'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausenta
Se va
Se vaya
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat wegderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausenten":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausenten
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentan
Se van
Se vayan
zij/ze gaan wegderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
zij/ze vertrekkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
zij/ze verwijderen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'
se"se ausentó":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ausentarse'
(verbo pronominal). Separarse alguien de una persona o lugar, especialmente del lugar en que se reside. SIN. Partir, alejarse, viajar.
ANT. Presentarse, estar presente.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  ausentó
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ausentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ausentaba
Se ausentara
Se ausentase
Se fue
Se fuera
Se fuese
Se iba
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'weggaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrokderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vertrekken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwijderen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bce fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e_ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,-a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e _ b c d f g h ij l m p q r s tu vz

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
SE_AUSENTVolgende/ Siguiente -->

boven