Klein woordenboek Nederlands-Spaans en vv met 592553 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

2e

0‑9

a

e

fgh

i

j

l

n

o

r

st

u

y

3e

a

e

i

o

u

y

4e

c

e

n

o

s

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

PLI

Volgende/ Siguiente -->

	Nederlands/holandés		Spaans/español
	plichtzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Meervoud is: plichten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w  s verwante woorden: --------------------- Verplichting Zedelijke verplichting  hhyponiemen: ----------- aanbestedingsplicht aanbiedingsplicht aangifteplicht aanlandplicht aanmeldingsplicht aanvaardingsplicht aanwezigheidsplicht acceptatieplicht adviesplicht afnameplicht afschermplicht alimentatieplicht ambtsplicht antwoordplicht arbeidsplicht balansplicht belastingplicht beroepsplicht beschermingsplicht beslissingsplicht betaalplicht betalingsplicht beursplicht bevriezingsplicht bewaarplicht bewijsplicht biechtplicht biedplicht bijdrageplicht bijscholingsplicht broederplicht btw-plicht burenplicht burgerdienstplicht burgerplicht communicatieplicht compensatieplicht condoomplicht contracteerplicht christenplicht dienstplicht dijkplicht diplomaplicht discretieplicht doorgifteplicht draagplicht educatieplicht ereplicht etiketteringsplicht exhibitieplicht expeditieplicht factuurplicht familieplicht gastvrijheidsplicht gedogingsplicht gedoogplicht geheimhoudingsplicht geloofsplicht gewetensplicht godsdienstplicht gordelplicht groetplicht helmplicht herplantplicht herzieningsplicht hoorplicht huwelijksplicht identificatieplicht ijkplicht inburgeringsplicht informatieplicht inhoudingsplicht inschrijvingsplicht kaderplicht kamerplicht kentekenplicht kerkplicht kiesplicht kinderplicht klikplicht koopplicht krijgsplicht kwalificatieplicht leenplicht leer-werkplicht leerplicht legitimatieplicht leveringsplicht lidmaatschapsplicht lijkplicht loodsplicht mansplicht mededelingsplicht meldingsplicht meldplicht mensenplicht militieplicht moederplicht motiveringsplicht natuurplicht neutraliteitsplicht noodwachtplicht notificatieplicht onderbrengingsplicht onderhoudplicht onderhoudsplicht onderzoekplicht onderzoeksplicht openbaarmakingsplicht ophokplicht opkomstplicht opruimplicht ouderplicht paasplicht pensioenplicht premieplicht publicatieplicht rapportageplicht rechtsplicht reddingsplicht registratieplicht regresplicht ridderplicht ruimingsplicht saneringsplicht schadevergoedingsplicht scholingsplicht schoolplicht schouwplicht sollicitatieplicht speelplicht staatsplicht stelplicht stempelplicht stemplicht terugnameplicht tiendplicht toonplicht trainingsplicht uitwijkingsplicht vaarplicht vaccinatieplicht vaderplicht vastenplicht vazallenplicht veilplicht verantwoordingsplicht verdedigingsplicht verdragsplicht vergewisplicht vergoedingsplicht vergunningplicht vergunningsplicht verhaalplicht verhaalsplicht verhuisplicht verkoopplicht verschijningsplicht vervangingsplicht vervoersplicht verzekeringsplicht verzorgingsplicht visumplicht vormingsplicht vredesplicht vriendenplicht waalplicht waarschuwingsplicht weerplicht werkplicht wisselplicht woonplicht zondagsplicht zorgplicht zorgvuldigheidsplicht zwijgplicht  rafgeleide woorden: ------------------ aangifteplichtig accijnsplichtig beoordelingsplichtig cijnsplichtig eedplichtig garfplichtig militieplichtig mobilisatieplichtig patentplichtig plechtig plichtbesef plichtbetoon plichtbetrachting plichtbewust plichtbewuste plichtbreuk plichtelijk plichtenleer plichtezel plichtfobie plichtgebod plichtgetrouw plichtgetrouwe plichtgevoel plichtig plichtmatig plichtpleger plichtpleging plichtsbesef plichtsbetrachting plichtsbewust plichtsbewuste plichtsbewuster plichtsgetrouw plichtsgevoel plichtshalve plichtstuk plichtsvervulling plichtsverzaker plichtsverzuim plichtvaardig plichtvak plichtverband plichtvergeten plichtvervulling plichtverzaker plichtverzuim polderplichtig premieplichtig rekenplichtig renteplichtig rentplichtig schadeplichtig schatplichtig schuldplichtig schutterplichtig taksplichtig tribuutplichtig uitwijkplichtig verplichten verzekeringsplichtig wetplichtig zegelplichtig		cometidosustantivo Plural es: cometidos Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cometido' , el  we  wn  w
			debersustantivo Plural es: deberes Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber' , el  we  wn  w  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Debo Debí Debes Debiste Debe Debió Debemos Debimos Debéis Debisteis Deben Debieron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Deber é ía Debía Deber ás ías Debías Deber á ía Debía Deber emos íamos Debíamos Deber éis íais Debíais Deber án ían Debían   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Deba Debiera Debas Debieras Deba Debiera Debamos Debiéramos Debáis Debierais Deban Debieran Futuro Préterito imperfecto se Debiere Debiese Debieres Debieses Debiere Debiese Debiéremos Debiésemos Debiereis Debieseis Debieren Debiesen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Debe (tú) No debas Deba (usted) No deba Debamos (nosotros) No debamos Debed (vosotros) No debáis Deban (ustedes) No deban Formas impersonales participio pasado     Gerundio Debido Debiendo
			obligaciónsustantivo Plural es: obligaciones Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'obligación' , la  we  wn  w
	plichtenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: plicht Lettergrepen: plich·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plicht'). , de  wn  w  s verwante woorden: --------------------- Verplichtingen		cometidossustantivo plural de la palabra: cometido Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cometido'   we  w
			deberessustantivo plural de la palabra: deber Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber' , los  wn  w
			obligacionessustantivo plural de la palabra: obligación Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'obligación' , las  we  w
	plichtplegingzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: plicht·ple·ging Meervoud is: plichtplegingen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w  s verwante woorden: --------------------- Beleefdheid Compliment	1Beleefdheid Compliment.	cumplimientosustantivo Plural es: cumplimientos Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cumplimiento' , el  we  wn
		2Plechtigheid Solemniteit.	ceremoniasustantivo Plural es: ceremonias Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ceremonia' , la  we  wn  w
		3Compliment.	cortesíasustantivo Plural es: cortesías Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cortesía' , la  we  wn  w
			cumplidosustantivo Plural es: cumplidos Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cumplido' , el  we  wn  w
			enhorabuenasustantivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enhorabuena' , la  we  w
	plichtplegingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: plichtpleging Lettergrepen: plicht·ple·gin·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plichtpleging'). , de  wn  w  s verwante woorden: --------------------- Beleefdheden Complimenten	1.	cumplimientossustantivo plural de la palabra: cumplimiento Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cumplimiento' , los  we
		2.	ceremoniassustantivo plural de la palabra: ceremonia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ceremonia' , las  we  w
		3.	cortesíassustantivo plural de la palabra: cortesía Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cortesía' , las  we  w
			cumplidossustantivo plural de la palabra: cumplido Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cumplido' , los  we  w
	Pliensbachieneigennaam (of antonomasie) en   w		PliensbachianoNombre (o por antonomasia)   w
	Plinius de Oudereeigennaam (of antonomasie) en (23-79), Romeins geleerde, beschreef natuurverschijnselen.   w		Plinius de"Plinius de Oudere": Nombre (o por antonomasia) Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   Oudere
	plintzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Meervoud is: plinten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w  s verwante woorden: --------------------- Gording  hhyponiemen: ----------- boegplint tegelplint vloerplint  rafgeleide woorden: ------------------ plintalliantie plintconvector plintkast plintkoker plintladder plinttegel plintverwarming plintwerk plintwoning		plintosustantivo Plural es: plintos Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plinto' , el  we  w
	plintenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: plint Lettergrepen: plin·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plint'). , de  wn  w  s verwante woorden: --------------------- Gordingen Gordings		plintossustantivo plural de la palabra: plinto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plinto' , los  we  w
	plioceeneigennaam (of antonomasie) en Lettergrepen: pli·o·ceen Het Plioceen (Grieks: 'het nieuwere') is een tijdperk in de geologische tijdschaal, dat duurde van 5,332 tot 2,588 miljoen jaar geleden (Ma). Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w		PliocenoNombre (o por antonomasia) (adjetivo, sustantivo). Dícese del último período de la era terciaria, durante el cual casi alcanzan su configuración actual los continentes, océanos y mares. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA   w
	plisseer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		¡plisa!imperativo singular del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'
	_gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		¡plisad!imperativo plural del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'
	ik plisseereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		pliseprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	't plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	er plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: er plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: er plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: er plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ge plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	gij plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: gij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: gij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: gij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	het plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: het plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: het plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: het plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	hij plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: hij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: hij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: hij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ik plisseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabaprimera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaraprimera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisaseprimera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		pliséprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	je plisseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: je plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: je plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: je plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	jij plisseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	men plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: men plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: men plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: men plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	u plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: u plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: u plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: u plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ze plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	zij plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	jullie plisseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	we plisseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: we plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: we plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	wij plisseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: wij plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: wij plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
			plisásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ze plisseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	zij plisseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	't plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	er plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: er plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: er plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ge plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	gij plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: gij plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: gij plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	het plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: het plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: het plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	hij plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: hij plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: hij plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	je plisseerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: je plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: je plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	jij plisseerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jij plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jij plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	men plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: men plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: men plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	u plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: u plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: u plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ze plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	zij plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·seert Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	plisseert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		¡plise!imperativo singular del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'
	_gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		¡plisen!imperativo plural del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'
	plisserenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: plis·se·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: plisseren - plisseerde - geplisseerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w		plisarinfinitivo de un verbo (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Pliso Plisé Plisas Plisaste Plisa Plisó Plisamos Plisamos Plisáis Plisasteis Plisan Plisaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Plisar é ía Plisaba Plisar ás ías Plisabas Plisar á ía Plisaba Plisar emos íamos Plisábamos Plisar éis íais Plisabais Plisar án ían Plisaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Plise Plisara Plises Plisaras Plise Plisara Plisemos Plisáramos Pliséis Plisarais Plisen Plisaran Futuro Préterito imperfecto se Plisare Plisase Plisares Plisases Plisare Plisase Plisáremos Plisásemos Plisareis Plisaseis Plisaren Plisasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Plisa (tú) No plises Plise (usted) No plise Plisemos (nosotros) No plisemos Plisad (vosotros) No pliséis Plisen (ustedes) No plisen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Plisado Plisando
	't zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	't zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	er zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: er zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: er zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	er zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: er zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ge zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ge zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	gij zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: gij zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: gij zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	gij zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: gij zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	het zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: het zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: het zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	het zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: het zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	hij zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: hij zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: hij zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	hij zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: hij zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ik zal plissereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisareprimera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ik zou plissereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríaprimera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	je zal plisserentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: je zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: je zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	je zou plisserentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: je zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríassegunda persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	jij zal plisserentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jij zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jij zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	jij zou plisserentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jij zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríassegunda persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	jullie plisserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		pliséissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	jullie zouden plisserentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie zou·den plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	jullie zullen plisserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	men zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: men zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: men zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	men zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: men zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	u zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: u zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: u zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	u zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: u zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	we plissereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: we plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: we plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	we zouden plissereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: we zou·den plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	we zullen plissereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: we zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: we zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	wij plissereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: wij plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: wij plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	wij zouden plissereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: wij zou·den plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	wij zullen plissereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: wij zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: wij zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ze plisserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ze zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ze zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ze zouden plisserenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze zou·den plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríantercera persona plural condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	ze zullen plisserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ze zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	zij plisserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	zij zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	zij zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	zij zouden plisserenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij zou·den plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisaríantercera persona plural condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	zij zullen plisserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	_derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: zij zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn
	plisserendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: plis·se·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn		plisandogerundio del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

2e

0‑9

a

e

fgh

i

j

l

n

o

r

st

u

y

3e

a

e

i

o

u

y

4e

c

e

n

o

s

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

PLI

Volgende/ Siguiente -->

boven