Klein woordenboek Nederlands-Spaans en vv met 592553 woorden

Ga naar woordenboek Spaans-Nederlands; Ir a diccionario español-holandés.

Klik op de eerste letter van het gezochte Nederlandse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter. Maar... LET OP!!!
Elija el primer carácter de la palabra holandesa buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter. Pero... OJO!!!

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, eiland van de eeuwige lente

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 a e fgh i j l n o r st u y

3e a e i o uyz

4e ,abc d e f - k l m npqr s t u v z

5e ge go hi hn i i- i_ ie is ju

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van PREGEL ..... PREJUz Volgende/ Siguiente -->

Nederlands/holandés Spaans/español

Pregeleigennaam (of antonomasie) en
  w  s verwante woorden:
---------------------
Pregolja PregelNombre (o por antonomasia)
  w
PregolaNombre (o por antonomasia)
  w
PregolyaNombre (o por antonomasia)
  w
Pregoljaeigennaam (of antonomasie) en
  w  s verwante woorden:
---------------------
Pregel PregelNombre (o por antonomasia)
  w
PregolaNombre (o por antonomasia)
  w
PregolyaNombre (o por antonomasia)
  w
prehistoriezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: pre·his·to·rie

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Voorgeschiedenis prehistoriasustantivo
Plural es: prehistorias

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'prehistoria'
, la  we  w
prehnietzelfstandig naamwoord zn
  w prehnitasustantivo
  w
preizelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Verkleinwoord is: preitje [prei·tje]], het
Latijnse plantennamen zijn: Allium ampeloprasum, Allium ampeloprasum var. porrum, Allium porrum, Allium porrum var. porrum

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  o  wn  w  B  Ws  s verwante woorden:
---------------------
Oerprei  hhyponiemen:
-----------
oerprei
winterprei
wintiprei
zomerprei  rafgeleide woorden:
------------------
ham-preisalade
prei-balletje
preibed
preibol
preimassa
preiplant
preiring
preischotel
preisoep
preistengel
preivlieg
preiwit  f 1. ajo"ajo porro":
locución sustantiva
Nombres científicos son: Allium album, Allium ampeloprasum, Allium ampeloprasum var. ampeloprasum, Allium ampeloprasum var. porrum, Allium candidissimum, Allium neapolitanum, Allium porrum

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ajo'
porro
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'porro'
, el  o  w  Wl  f
ajoporrosustantivo
Nombres científicos son: Allium ampeloprasum var. porrum, Allium porrum
  o  we  w  Wl  f
  _zelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Verkleinwoord is: preitje [prei·tje]], het
Meervoud is: preien
Latijnse plantennamen zijn: Allium ampeloprasum, Allium ampeloprasum var. porrum, Allium porrum, Allium porrum var. porrum

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  o  wn  w  B  Ws  hhyponiemen:
-----------
oerprei
winterprei
wintiprei
zomerprei  rafgeleide woorden:
------------------
ham-preisalade
prei-balletje
preibed
preibol
preimassa
preiplant
preiring
preischotel
preisoep
preistengel
preivlieg
preiwit 2. puerrosustantivo
Plural es: puerros
Nombres científicos son: Allium ampeloprasum, Allium ampeloprasum var. porrum, Allium porrum

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'puerro'
, el  o  wn  w  Wl  f
prei-balletjeszelfstandig naamwoord zn
, de pelotas"pelotas de puerro":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pelota'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
puerro
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'puerro'

prei met stroop en spekzelfstandig naamwoordsvorm zn
Één lettergreep
, de  o puerro"puerro con melaza y tocino":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'puerro'
con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
melaza
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'melaza'
y
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'y'
tocino
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tocino'
, el
preienMeervoud van het zelfstandig naamwoord: prei
Lettergrepen: prei·en
Latijnse plantennamen zijn: Allium ampeloprasum, Allium ampeloprasum var. porrum, Allium porrum, Allium porrum var. porrum

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Prei').
, de  o  wn  w  Ws  B  f puerrossustantivo plural de la palabra: puerro
Nombres científicos son: Allium ampeloprasum, Allium ampeloprasum var. porrum, Allium porrum

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'puerro'
, los  o  we  w  Wl  f
preischotelzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: prei·scho·tel
, de  o plato"plato de puerro":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plato'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
puerro
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'puerro'
, el
preisselbeerzelfstandig naamwoord zn
Latijnse plantennaam is: Vaccinium vitis-idaea
, de  w  B  Ws  s verwante woorden:
---------------------
Airelle
Amerikaanse cranberry
Amerikaanse veenbes
Cranberry
Grote cranberry
Grote veenbes
Hondsbes
Lepeltjesheide
Moerasbes
Rode vossenbes
Veenbes
Vossenbes  f arándano"arándano rojo":
locución sustantiva
Nombres científicos son: Vaccinium macrocarpon, Vaccinium vitis-idaea

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'arándano'
rojo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rojo'
, el  o  wn  w  Wl  f
prejudiciezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: pre·ju·di·cie
Meervoud is: prejudicies

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  w  s verwante woorden:
---------------------
Vooringenomenheid
Vooroordeel
Vooropgezette mening prejuiciosustantivo
Plural es: prejuicios

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'prejuicio'
, el  we  wn  w
prejudicieer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'prejudiciëren'
  s verwante woorden:
---------------------
Anticipeer!
Loop vooruit op!
Loop vooruit! ¡anticipa!imperativo singular del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'

  _gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'prejudiciëren'
  s verwante woorden:
---------------------
Anticipeer!
Loop vooruit op!
Loop vooruit! ¡anticipad!imperativo plural del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'

ik prejudicieereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ik pre·ju·di·ci·eer
anticipeprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ik pre·ju·di·ci·eer
anticipoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
't prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
er prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: er pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: er pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: er pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ge prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ge pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ge pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ge pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
gij prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: gij pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: gij pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: gij pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
het prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: het pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: het pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: het pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
hij prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: hij pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: hij pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: hij pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ik prejudicieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ik pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabaprimera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ik pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparaprimera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipaseprimera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ik pre·ju·di·ci·eer·de
anticipéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
je prejudicieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: je pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: je pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: je pre·ju·di·ci·eer·de
anticipastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
jij prejudicieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jij pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jij pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jij pre·ju·di·ci·eer·de
anticipastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
men prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: men pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: men pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: men pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
u prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: u pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: u pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: u pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ze prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
zij prejudicieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eer·de
anticipabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eer·de
anticiparatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eer·de
anticipótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
jullie prejudicieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jul·lie pre·ju·di·ci·eer·den
anticipabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jul·lie pre·ju·di·ci·eer·den
anticiparaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jul·lie pre·ju·di·ci·eer·den
anticipasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
we prejudicieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: we pre·ju·di·ci·eer·den
anticipábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: we pre·ju·di·ci·eer·den
anticipáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
wij prejudicieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: wij pre·ju·di·ci·eer·den
anticipábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: wij pre·ju·di·ci·eer·den
anticipáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
anticipásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ze prejudicieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eer·den
anticipabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eer·den
anticiparantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eer·den
anticiparontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eer·den
anticipasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
zij prejudicieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eer·den
anticipabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eer·den
anticiparantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eer·den
anticiparontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eer·den
anticipasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
't prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
er prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: er pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: er pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ge prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ge pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ge pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
gij prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: gij pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: gij pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
het prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: het pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: het pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
hij prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: hij pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: hij pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
je prejudicieerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: je pre·ju·di·ci·eert
anticipassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: je pre·ju·di·ci·eert
anticipessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
jij prejudicieerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jij pre·ju·di·ci·eert
anticipassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jij pre·ju·di·ci·eert
anticipessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
men prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: men pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: men pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
u prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: u pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: u pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ze prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
zij prejudicieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eert
anticipatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·eert
anticipetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
prejudicieert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'prejudiciëren'
  s verwante woorden:
---------------------
Anticipeert u!
Loopt u vooruit op!
Loopt u vooruit! ¡anticipe!imperativo singular del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'

  _gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'prejudiciëren'
  s verwante woorden:
---------------------
Anticipeert u!
Loopt u vooruit op!
Loopt u vooruit! ¡anticipen!imperativo plural del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'

prejudiciërenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: pre·ju·di·ci·e·ren
Dit woord heeft geen meervoud
, het  s verwante woorden:
---------------------
Anticiperen
Vooruitlopen anticipaciónsustantivo
(Acción y efecto de anticipar)
Esta palabra no tiene plural

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipación'
, la  we  wn  w
prejudiciërenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: pre·ju·di·ci·e·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
prejudiciëren - prejudicieerde - geprejudicieerd

  s verwante woorden:
---------------------
Anticiperen
Vooruitlopen
Vooruitlopen op anticiparinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
Presente Préterito indefinido
Anticipo Anticipé
Anticipas Anticipaste
Anticipa Anticipó
Anticipamos Anticipamos
Anticipáis Anticipasteis
Anticipan Anticiparon
Futuro/Condicional Préterito imperfecto
Anticipar é ía Anticipaba
Anticipar ás ías Anticipabas
Anticipar á ía Anticipaba
Anticipar emos íamos Anticipábamos
Anticipar éis íais Anticipabais
Anticipar án ían Anticipaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
Presente Préterito imperfect ra
Anticipe Anticipara
Anticipes Anticiparas
Anticipe Anticipara
Anticipemos Anticipáramos
Anticipéis Anticiparais
Anticipen Anticiparan
Futuro Préterito imperfecto se
Anticipare Anticipase
Anticipares Anticipases
Anticipare Anticipase
Anticipáremos Anticipásemos
Anticipareis Anticipaseis
Anticiparen Anticipasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativo negativo
Anticipa (tú) No anticipes
Anticipe (usted) No anticipe
Anticipemos (nosotros) No anticipemos
Anticipad (vosotros) No anticipéis
Anticipen (ustedes) No anticipen
Formas impersonales
participio pasado     Gerundio
Anticipado Anticipando

't zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
't zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
er zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: er zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: er zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
er zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: er zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ge zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ge zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ge zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
ge zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ge zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
gij zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: gij zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: gij zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
gij zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: gij zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
het zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: het zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: het zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
het zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: het zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
hij zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: hij zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: hij zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
hij zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: hij zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ik zal prejudiciëreneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ik zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticipareprimera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ik zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ik zou prejudiciëreneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ik zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíaprimera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
je zal prejudiciërentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: je zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: je zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
je zou prejudiciërentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: je zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíassegunda persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
jij zal prejudiciërentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jij zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jij zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
jij zou prejudiciërentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jij zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíassegunda persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
jullie prejudiciërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jul·lie pre·ju·di·ci·e·ren
anticipáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jul·lie pre·ju·di·ci·e·ren
anticipéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
jullie zouden prejudiciërentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíaissegunda persona plural condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
jullie zullen prejudiciërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticipareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
men zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: men zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: men zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
men zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: men zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
u zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: u zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: u zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
u zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: u zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
we prejudiciëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: we pre·ju·di·ci·e·ren
anticipamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: we pre·ju·di·ci·e·ren
anticipemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
we zouden prejudiciëreneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: we zou·den pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíamosprimera persona plural condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
we zullen prejudiciëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: we zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: we zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticipáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
wij prejudiciëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: wij pre·ju·di·ci·e·ren
anticipamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: wij pre·ju·di·ci·e·ren
anticipemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
wij zouden prejudiciëreneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: wij zou·den pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíamosprimera persona plural condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
wij zullen prejudiciëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: wij zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: wij zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticipáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ze prejudiciërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·e·ren
anticipantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze pre·ju·di·ci·e·ren
anticipentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ze zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
ze zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ze zouden prejudiciërenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze zou·den pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíantercera persona plural condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
ze zullen prejudiciërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: ze zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
zij prejudiciërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·e·ren
anticipantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij pre·ju·di·ci·e·ren
anticipentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
zij zal prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij zal pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  wn
zij zou prejudiciërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij zou pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíatercera persona singular condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
zij zouden prejudiciërenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij zou·den pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparíantercera persona plural condicional del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
zij zullen prejudiciërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: zij zul·len pre·ju·di·ci·e·ren
anticiparentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
prejudiciërendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'prejudiciëren'
Lettergrepen: pre·ju·di·ci·e·rend
  s verwante woorden:
---------------------
Anticiperend
Vooruitlopend
Vooruitlopend op anticipandogerundio del verbo 'anticipar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'anticipar'
  we  wn
prejudiciesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: prejudicie
Lettergrepen: pre·ju·di·cies

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Prejudicie').
, de  w  s verwante woorden:
---------------------
Vooringenomenheden
Vooroordelen prejuiciossustantivo plural de la palabra: prejuicio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'prejuicio'
, los  we  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 a e fgh i j l n o r st u y

3e a e i o uyz

4e ,abc d e f - k l m npqr s t u v z

5e ge go hi hn i i- i_ ie is ju

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van PREGEL ..... PREJUz Volgende/ Siguiente -->