Klein woordenboek Nederlands-Spaans en vv met 592553 woorden

Ga naar woordenboek Spaans-Nederlands; Ir a diccionario español-holandés.

Klik op de eerste letter van het gezochte Nederlandse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter. Maar... LET OP!!!
Elija el primer carácter de la palabra holandesa buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter. Pero... OJO!!!

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

17-11-2008: Witwassen, bedrijfsspionage, prostitiebezoek, chantage en contacten met de onderwereld. Dat was volgens de directiechauffeur de cultuur aan de top van het Bouwfonds.

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M NO P Q R S T U V W X Y Z

2e ,-a b c d e f ghij k l m n op q r s t u v w x z

3e_ a b d e f g h ij k l m n o p r s t u v w z

4e- bc d e fg h i jk mo p s tu v w z

5e .. aa af al av

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
OP ..... OP_AVzVolgende/ Siguiente -->

Nederlands/holandésSpaans/español
opvoorzetsel vz
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Aan
Bij
Naar
Tegen
Tot
Voor
  hhyponiemen:
-----------
acht slaan op
achter op
achterop
afkomen op
ankerop
bergop
boven op
bovenop
buitenop
daarbovenop
daarop
dol op
dolst op
doller op
doodop
dubbelop
erbovenop
eronderop
erop
ertegenop
fokop
geen peil kunnen trekken op
gelijkop
hangop
hardop
herop
hierop
hogerop
klimop
kom op
kop op
lierop
luidop
middenop
nierop
onderop
opduvelen
rechtop
rij-op
schrokop
slokop
stroomop
tegenop
vanop
verderop
volop
voorop
waarop
zich storten op
  rafgeleide woorden:
------------------
1-op-1
1-op-1-gesprek
als een vis op het droge
altijd op hetzelfde aanbeeld slaan
bloed-op-bloedcontact
een-op-een
een-op-eenbegeleiding
een-op-eencommunicatie
een-op-eencontact
een-op-eencontract
een-op-eentransport
een-op-eenversie
er is geen peil op te trekken
er recht op hebben
ervan op aan kunnen
geen peil op te trekken
hart-op-hart
huid-op-huidcontact
kindje-op-moeders-schoot
lik-op-stukbeleid
mond-op-mondbeademing
mond-op-mondreclame
nul op het rekest krijgen
op afroepbasis
op hol geslagen
op hol slaan
op interimbasis
op punt stellen
op sterven na dode
op sterven na dood
op tijd
op til zijn
op tilt
op touw zetten
op veler verzoek
op zoek
op-art
op-en-neer
op-en-top
op. cit.
opaarden
opademen
opaderen
opakkeren
opbaggeren
opbakken
opbalken
opbanken
opbaren
opbarsten
opbedelen
opbellen
opbergen
opbeuren
opbeurend
opbiechten
opbieden
opbijten
opbinden
opblauwen
opblazen
opbleken
opblijven
opbliksemen
opblinken
opbloei
opbloeien
opblokken
opbobbelen
opbod
opboeien
opboenen
opboeren
opboeten
opboksen
opbollen
opbomen
opbonjouren
opboren
opborrelen
opborstelen
opbotsen
opbouw
opbouwend
opbraak
opbrabbelen
opbraden
opbranden
opbrassen
opbreeuwen
opbreiden
opbreken
opbrengen
opbriesen
opbrouwen
opbruinen
opbruisen
opbuigen
opbuisen
opbulderen
opbulten
opbundelen
opcenten
opcentiem
opcentiemen
opcommanderen
opdagen
opdampen
opdansen
opdat
opdeinen
opdekken
opdelen
opdelven
opdeppen
opdichten
opdienen
opdiepen
opdiggelen
opdikken
opdikkend
opdirken
opdissen
opdoeken
opdoemen
opdoen
opdoffelen
opdoffen
opdokken
opdomen
opdonder
opdonderen
opdonkeren
opdooien
opdorsen
opdouwen
opdraaien
opdragen
opdraven
opdreggen
opdreunen
opdrijven
opdrillen
opdringen
opdringend
opdrinken
opdrogen
opdrommen
opdrossen
opdrukken
opduikelen
opduiken
opduvel
opduvelen
opduwen
opdwarrelen
opdweilen
opdwingen
opeen
opeens
opeisen
opelkander
openteren
opeten
opfietsen
opfladderen
opflakkeren
opfleuren
opflikken
opflikkeren
opflitsen
opfluiten
opfokken
opfretten
opfrissen
opfrommelen
opfruiten
opgaan
opgaand
opgalmen
opgang
opgaren
opgave
opgebruiken
opgeien
opgeilen
opgeld
opgeleide
opgemeld
opgetogen
opgeven
opgevet
opgieren
opgieten
opgisten
opglanzen
opglimmen
opgloeien
opgooien
opgrabbelen
opgraven
opgriffelen
opgrijpen
opgroeien
opgroeiend
opgroenen
ophagen
ophaken
ophakken
ophalen
ophandeling
ophanden
ophangen
ophappen
opharken
ophaspelen
ophebben
opheffen
ophelderen
ophelpen
ophemelen
ophengsten
opheuen
opheusden
ophielen
ophijsen
ophikken
ophitsen
ophoepelen
ophoesten
ophogen
ophokken
ophollen
ophopen
ophoren
ophouden
ophouwen
ophuiden
ophuppelen
ophutselen
ophypen
opjagen
opjarenstelling
opjuinen
opjutten
opkaarden
opkalanderen
opkalefateren
opkalfateren
opkalken
opkamer
opkammen
opkankeren
opkanten
opkappen
opkauwen
opkeren
opkielen
opkiemen
opkiepen
opkietelen
opkijken
opkikker
opkikkeren
opkisten
opkladden
opklamp
opklapbaren
opklappen
opklaren
opklateren
opklauteren
opkleden
opkleppen
opkleur
opklimmen
opklinken
opklooien
opkloppen
opklossen
opkluiven
opkluwenen
opknabbelen
opknallen
opknappen
opknijpen
opknippen
opknopen
opkoelen
opkoken
opkomen
opkomend
opkondigen
opkontje
opkooien
opkopen
opkorten
opkoteren
opkrabbelen
opkrabben
opkramen
opkrassen
opkrauwen
opkrijgen
opkrikken
opkrimpen
opkroezen
opkrommen
opkronkelen
opkroppen
opkruien
opkruinen
opkruipen
opkruisen
opkrullen
opkuieren
opkuifen
opkuipen
opkuisen
opkunnen
opkweken
opkwelmen
opkwikken
oplaag
oplaaien
opladen
oplader
oplage
opland
oplangen
oplappen
oplassen
oplaten
oplaveren
oplawaai
oplazer
oplazeren
oplebberen
opleggen
opleiden
oplengen
oplepelen
oplepperen
opleren
opletten
oplettend
opleuken
opleven
opleveren
oplezen
oplichten
oplieren
opligger
oplijnen
oplijsten
oplikken
oploden
oploeven
oplopen
oplopend
oplossen
oplossend
opluchten
opluiken
opluisteren
opluxen
opmaat
opmaken
opmalen
opmarchen
opmarcheren
opmars
opmerkbaar
opmerken
opmeten
opmetselen
opmieter
opmieteren
opmijten
opmoeten
opmogen
opmonteren
opnaaien
opnemen
opneuken
opneuker
opnieuw
opnoemen
opofferen
opontbieden
oponthoud
oppakken
oppalmen
oppassen
oppassend
oppensioenstelling
oppeppen
oppersen
opperst
oppeuzelen
oppiepen
oppijpen
oppikken
oppimpen
opplakken
opplant
oppleuren
opploegen
opplooibaar
opplooien
opplussen
oppoetsen
oppoken
oppolitoeren
oppompen
oppoppen
opporren
oppositie
oppotten
opprikkelen
opprikken
oppronken
opproppen
oppruimen
oppuilen
oppulveren
oppuntstellen
oppuntstelling
oprakelen
opraken
opramen
oprammeien
oprapen
oprecht
opredderen
opreep
opreiken
oprekenen
oprekken
oprennen
oprichten
oprijden
oprijgen
oprijten
oprijzen
oprillen
oprispen
oprit
opritsen
oprochelen
oproden
oproeien
oproepen
oproer
oproken
oprollen
opromen
oprommelen
opronden
oprooster
oproosteren
oprotten
opruien
opruiend
opruimen
oprukken
oprukkend
opruststelling
opruwen
opsalamander
opsalamanderen
opschaap
opschaften
opschakelen
opschalen
opscharrelen
opscharren
opschaven
opschellen
opschenken
opschepen
opscheppen
opscheren
opscherpen
opscherren
opscheuren
opschieten
opschijnen
opschik
opschikken
opschilderen
opschoeien
opschoffelen
opschokken
opscholen
opschommelen
opschonen
opschooien
opschoppen
opschorsen
opschorten
opschrabben
opschransen
opschrapen
opschreeuwen
opschrift
opschrijven
opschrikken
opschrobben
opschroeven
opschrokken
opschudden
opschuieren
opschuilen
opschuimen
opschuiven
opschuren
opschutten
opseisen
opseksen
opsieren
opsinjoren
opsjezen
opsjorren
opsjouwen
opslaan
opslabberen
opslag
opslatten
opslechten
opslepen
opsleuren
opslibben
opslijpen
opslijten
opslikken
opslingeren
opslingering
opslobberen
opsloffen
opslokken
opslomen
opslorpen
opsloven
opsluipen
opsluiten
opslurpen
opsmelten
opsmeren
opsmergelen
opsmikkelen
opsmoezen
opsmukken
opsmullen
opsnappen
opsnellen
opsneukelen
opsnijden
opsnoeien
opsnoepen
opsnorken
opsnorren
opsnuffelen
opsnuiven
opsodemieter
opsodemieteren
opsodemietertje
opsoevereinen
opsolferen
opsommen
opsouperen
opspalken
opspannen
opsparen
opspatten
opspelden
opspelen
opsperren
opspeuren
opspicen
opspieden
opspieën
opspijkeren
opspinnen
opspitsen
opspitten
opspleten
opsplijten
opsplitsen
opspoelen
opsporen
opspraak
opspreiden
opspreken
opspringen
opspruiten
opspuiten
opspuwen
opstaan
opstaand
opstal
opstaller
opstampen
opstand
opstangen
opstap
opstapelen
opstapje
opstaren
opstart
opstarten
opsteigeren
opsteken
opstekend
opstelten
opstellen
opstemmen
opstevenen
opstijgen
opstijgend
opstijven
opstikken
opstoepen
opstoepje
opstoffen
opstoken
opstomen
opstommelen
opstoot
opstootje
opstoppen
opstormen
opstorten
opstouwen
opstoven
opstralen
opstreven
opstrijden
opstrijken
opstromen
opstrompelen
opstropen
opstroppen
opstuiken
opstuiten
opstuiven
opsturen
opstutten
opstuwen
opsukkelen
optafelen
optakelen
optanden
optarnen
optassen
optasten
optater
optateren
optekenen
optellen
opteren
optiefen
optikken
optillen
optimmeren
optocht
optoddiken
optoetsen
optomen
optooien
optoppen
optorenen
optornen
optransformeren
optrappen
optrede
optredend
optrekken
optrippelen
optroeven
optrommelen
optuieren
optuigen
optutten
optyfen
opvaarten
opvallen
opvallend
opvangen
opvaren
opvatten
opvegen
opveilen
opveren
opverven
opvieren
opvijlen
opvijzelen
opvijzen
opvissen
opvlammen
opvlassen
opvlechten
opvliegen
opvliegend
opvlijden
opvlijmen
opvloeien
opvloeken
opvoeden
opvoedend
opvoederen
opvoegen
opvoeren
opvolgen
opvolgend
opvorderen
opvouwen
opvragen
opvreten
opvriezen
opvrijen
opvrolijken
opvullen
opwaaien
opwaaiend
opwaarderen
opwaarts
opwachten
opwandelen
opwarmen
opwassen
opwater
opweek
opwegen
opwekken
opwekkend
opwellen
opwentelen
opwerken
opwerpen
opwervelen
opwetten
opwiegen
opwieken
opwikkelen
opwillen
opwinden
opwindend
opwippen
opwisselen
opwoelen
opwrijven
opwroeten
opzadelen
opzagen
opzakken
opzamelen
opzanden
opzaniken
opzeggen
opzeilen
opzenden
opzetten
opzicht
opzichter
opzichtig
opzichzelf
opzien
opzij
opzitten
opzoden
opzoeken
opzoeten
opzolderen
opzomeren
opzomerfeest
opzoomeren
opzouten
opzuigen
opzuipen
opzuiveren
opzwaai
opzwabberen
opzwalpen
opzwelgen
opzwellen
opzwemmen
opzwepen
opzwepend
opzweren
opzwoegen
opzwoeren
rij-op-rij-af-schip
rij-op-rij-afboot
rij-op-rij-afschip
samen-op-wegkerk
slag op de mookerheide
sleutel-op-de-deur
sloeg op hol
tot op heden
vrij-op-naamprijs
zwart-op-wit
1Aan
Bij
Naar
Tegen
Tot
Voor
.
aPreposición

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  we  wn  w
haciaPreposición

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hacia'
  we  wn  w
2Uit
Van
.
dePreposición

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  we  wn  w
de"de entre":
locución preposicional

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  entre
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'entre'
desdePreposición

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desde'
  we  wn  w
3Binnen
In
Per
Te
.
dentro de"dentro de":
locución preposicional
1. loc. prepos. U. para indicar el término de un período de tiempo visto desde la perspectiva del presente. Dentro de dos meses.
2. loc. prepos. En el interior de un espacio real o imaginario. Dentro de un cajón, de una ciudad, del corazón, del alma.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la expresión 'dentro de' que está descrito en la palabra 'dentro'
  we  w
enPreposición

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  we  wn  w
4Aan.encima de"encima de":
locución preposicional
1. loc. prepos. En la parte superior de algo. Encima de la cama.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la expresión 'encima de' que está descrito en la palabra 'encima'
sobrePreposición

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sobre'
  we  wn  w
op ... nabijwoordsvorm bw
  s verwante woorden:
---------------------
Behalve
Bij uitzondering
Uitgezonderd
exceptoadverbio
(adverbio, adverbial, conjunción, conjuntivo, -a). A excepción de, sin, fuera de [no tengo nada que hacer e. ir de compras].
FAM. Exceptuar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'excepto'
  we  wn  w
menosadverbio
(adverbio, adverbial, conjunción, conjuntivo, -a). A excepción de, sin, fuera de [no tengo nada que hacer e. ir de compras].
FAM. Exceptuar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'menos'
  we  wn  w
op aandrang vanvoorzetselvorm vz
Lettergrepen: op aan·drang van
  s verwante woorden:
---------------------
Op verzoek van
a instancias de"a instancias de":
locución preposicional
1. loc. prepos. A ruegos de, a petición de.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la expresión 'a instancias de' que está descrito en la palabra 'instancia'
op aanraden vanvoorzetselvorm vz
Lettergrepen: op aan·ra·den van
por"por consejo de":
locución preposicional

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  consejo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'consejo'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
op afbetaling gekochtonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: op af·be·ta·ling ge·kocht
comprado"comprado a plazos":
participio pasado del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
op afbetaling kopenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: op af·be·ta·ling ko·pen
Verbuiging:
op afbetaling kopen - kocht op afbetaling - op afbetaling gekocht

comprar"comprar a plazos":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plazo'
't zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
't zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
er zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: er zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: er zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
er zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: er zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
ge zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ge zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ge zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
ge zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ge zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
gij zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: gij zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: gij zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
gij zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: gij zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
het zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: het zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: het zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
het zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: het zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
hij zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: hij zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: hij zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
hij zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: hij zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
ik zal op afbetaling kopeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ik zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ik zal op af·be·ta·ling ko·pen
compraré"compraré a plazos":
primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
ik zou op afbetaling kopeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ik zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
primera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
je zal op afbetaling kopentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: je zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprarás"comprarás a plazos":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: je zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprares"comprares a plazos":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
je zou op afbetaling kopentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: je zou op af·be·ta·ling ko·pen
comprarías"comprarías a plazos":
segunda persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
jij zal op afbetaling kopentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: jij zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprarás"comprarás a plazos":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: jij zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprares"comprares a plazos":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
jij zou op afbetaling kopentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: jij zou op af·be·ta·ling ko·pen
comprarías"comprarías a plazos":
segunda persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
jullie zouden op afbetaling kopentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den op af·be·ta·ling ko·pen
compraríais"compraríais a plazos":
segunda persona plural condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
jullie zullen op afbetaling kopentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
comprareis"comprareis a plazos":
segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
compraréis"compraréis a plazos":
segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
men zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: men zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: men zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
men zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: men zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
u zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: u zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: u zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
u zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: u zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
we zouden op afbetaling kopeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: we zou·den op af·be·ta·ling ko·pen
compraríamos"compraríamos a plazos":
primera persona plural condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
we zullen op afbetaling kopeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: we zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
compraremos"compraremos a plazos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: we zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
compráremos"compráremos a plazos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
wij zouden op afbetaling kopeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: wij zou·den op af·be·ta·ling ko·pen
compraríamos"compraríamos a plazos":
primera persona plural condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
wij zullen op afbetaling kopeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: wij zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
compraremos"compraremos a plazos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: wij zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
compráremos"compráremos a plazos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
ze zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ze zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ze zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
ze zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ze zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
ze zouden op afbetaling kopenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ze zou·den op af·be·ta·ling ko·pen
comprarían"comprarían a plazos":
tercera persona plural condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
ze zullen op afbetaling kopenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ze zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
comprarán"comprarán a plazos":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: ze zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
compraren"compraren a plazos":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
zij zal op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: zij zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprará"comprará a plazos":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: zij zal op af·be·ta·ling ko·pen
comprare"comprare a plazos":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
zij zou op afbetaling kopenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: zij zou op af·be·ta·ling ko·pen
compraría"compraría a plazos":
tercera persona singular condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
zij zouden op afbetaling kopenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: zij zou·den op af·be·ta·ling ko·pen
comprarían"comprarían a plazos":
tercera persona plural condicional del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
zij zullen op afbetaling kopenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: zij zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
comprarán"comprarán a plazos":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: zij zul·len op af·be·ta·ling ko·pen
compraren"compraren a plazos":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
op afbetaling kopendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'op afbetaling kopen'
Lettergrepen: op af·be·ta·ling ko·pend
comprando"comprando a plazos":
gerundio del verbo 'comprar a plazos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comprar'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  plazos
op alle manierenbijwoordsvorm bw
Lettergrepen: op al·le ma·nie·ren
1.en"en todos conceptos":
locución adverbial

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  todos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'todo'
  conceptos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'concepto'
2Alleszins
In het begin
Op alle wijzen
.
de"de todos modos":
locución adverbial

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  todos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'todo'
  modos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'modo'
op alle wijzenbijwoordsvorm bw
Lettergrepen: op al·le wij·zen
1.en"en todos conceptos":
locución adverbial

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  todos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'todo'
  conceptos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'concepto'
2Alleszins
In het begin
Op alle manieren
.
de"de todos modos":
locución adverbial

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  todos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'todo'
  modos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'modo'
op avontuur belustbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: op avon·tuur be·lust
  s verwante woorden:
---------------------
Avontuurlijk
Avontuurlijke
aventureraadjetivo femenino singular de la palabra: aventurero

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aventurero'
  w
aventurerasadjetivo femenino plural de la palabra: aventurero

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aventurero'
  w
aventureroadjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aventurero'
  wn  w
aventurerosadjetivo masculino plural de la palabra: aventurero

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aventurero'
  we  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M NO P Q R S T U V W X Y Z

2e ,-a b c d e f ghij k l m n op q r s t u v w x z

3e_ a b d e f g h ij k l m n o p r s t u v w z

4e- bc d e fg h i jk mo p s tu v w z

5e .. aa af al av

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
OP ..... OP_AVzVolgende/ Siguiente -->

arriba