Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

h

i

jmn

o

p

r

s

u

vyz

3e

,-

a

b

c

d

e

f

g

hjk

l

m

n

o

pq

r

s

tu

v

xy

4e

a

c

e

f

g

i

l

m

-

p

qr

t

uy

5e

ne

oc

ol

on

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

DISNEA ..... DISONz

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	disneasustantivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disnea' , la  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Fatiga	1Fatiga.	kortademigheidzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: kort·ade·mig·heid , de  wn  w
	_sustantivo Plural es: disneas   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogo Sofocación	2Ahogo Sofocación.	zwoelheidzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: zwoel·heid Meervoud is: zwoelheden , de  wn  w
	disneassustantivo plural de la palabra: disnea Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disnea' , las  w  spalabras relacionadas: --------------------- Ahogos Sofocaciones		zwoelhedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: zwoelheid Lettergrepen: zwoel·he·den , de  wn
	disociatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocie		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dissocieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uiteen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	¡disocia!imperativo singular del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Disociad!		dissocieer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'dissociëren'   wn
			doe uiteen vallen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociara Disociase Disocié Disoció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uiteen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociara Disociase Disocié Disoció		ik deed uiteen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik deed uit·een val·len
	_tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociara Disociase Disocié Disoció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dissocieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociara Disociase Disocié Disoció		ik dissocieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik dis·so·ci·eer·de   wn
	disociabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociarais Disociaseis Disociasteis		jullie deden uiteen vallentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie de·den uit·een val·len
			jullie dissocieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie dis·so·ci·eer·den   wn
	disociábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociamos Disociáramos Disociásemos		wij/we deden uiteen valleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			wij/we dissocieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaran Disociaron Disociasen		zij/ze deden uiteen vallenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			zij/ze dissocieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaras Disociases Disociaste		jij/je deed uiteen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			jij/je dissocieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociaciónsustantivo Plural es: disociaciones Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociación' , la  we  wn  w		dissociatiezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: dis·so·ci·a·tie Meervoud is: dissociaties Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	_sustantivo (Acción y efecto de disociar) Plural es: disociaciones Esta palabra no tiene plural   we  wn  w		dissociërenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: dis·so·ci·e·ren Dit woord heeft geen meervoud , het  wn  w
	disociacionessustantivo plural de la palabra: disociación Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociación'   we  w		dissociatiesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: dissociatie Lettergrepen: dis·so·ci·a·ties Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dissociatie'). , de  wn  w
	¡disociad!imperativo plural del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Disocia!		dissocieer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'dissociëren'   wn
			doe uiteen vallen!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociadas Disociado Disociados		gedissocieerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ge·dis·so·ci·eerd   wn
			uiteen gedaan vallenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: uit·een ge·daan val·len
	disociadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociada Disociado Disociados		gedissocieerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ge·dis·so·ci·eerd   wn
			uiteen gedaan vallenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: uit·een ge·daan val·len
	disociadoparticipio pasado del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociada Disociadas Disociados		gedissocieerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ge·dis·so·ci·eerd   wn
			uiteen gedaan vallenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: uit·een ge·daan val·len
	disociadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociada Disociadas Disociado		gedissocieerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ge·dis·so·ci·eerd   wn
			uiteen gedaan vallenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: uit·een ge·daan val·len
	disociáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociéis		jullie dissociërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie dis·so·ci·e·ren   wn
			jullie doen uiteen vallentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie doen uit·een val·len
	disociamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociábamos Disociáramos Disociásemos Disociemos		wij/we deden uiteen valleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			wij/we dissocieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociábamos Disociáramos Disociásemos Disociemos		wij/we dissociëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			wij/we doen uiteen valleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocien		zij/ze dissociërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			zij/ze doen uiteen vallenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociandogerundio del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we		dissociërendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: dis·so·ci·e·rend   wn
			uiteen doend vallenonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: uit·een doend val·len
	disociarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Disocio Disocié Disocias Disociaste Disocia Disoció Disociamos Disociamos Disociáis Disociasteis Disocian Disociaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Disociar é ía Disociaba Disociar ás ías Disociabas Disociar á ía Disociaba Disociar emos íamos Disociábamos Disociar éis íais Disociabais Disociar án ían Disociaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Disocie Disociara Disocies Disociaras Disocie Disociara Disociemos Disociáramos Disociéis Disociarais Disocien Disociaran Futuro Préterito imperfecto se Disociare Disociase Disociares Disociases Disociare Disociase Disociáremos Disociásemos Disociareis Disociaseis Disociaren Disociasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Disocia (tú) No disocies Disocie (usted) No disocie Disociemos (nosotros) No disociemos Disociad (vosotros) No disociéis Disocien (ustedes) No disocien Formas impersonales participio pasado     Gerundio Disociado Disociando		dissociërenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: dis·so·ci·e·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: dissociëren - dissocieerde - gedissocieerd   wn
			uiteen doen vallenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: uit·een doen val·len Verbuiging: uiteen doen vallen - deed uiteen vallen - uiteen gedaan vallen
	disociaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociase Disocié Disoció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uiteen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociase Disocié Disoció		ik deed uiteen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik deed uit·een val·len
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociase Disocié Disoció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dissocieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociase Disocié Disoció		ik dissocieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik dis·so·ci·eer·de   wn
	disociarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dissociërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uiteen doen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociabais Disociaseis Disociasteis		jullie deden uiteen vallentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie de·den uit·een val·len
			jullie dissocieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie dis·so·ci·eer·den   wn
	disociáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociábamos Disociamos Disociásemos		wij/we deden uiteen valleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			wij/we dissocieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaban Disociaron Disociasen		zij/ze deden uiteen vallenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			zij/ze dissocieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaren		zij/ze zullen dissociërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			zij/ze zullen uiteen doen vallenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociabas Disociases Disociaste		jij/je deed uiteen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			jij/je dissocieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociares		jij/je zal dissociërentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			jij/je zal uiteen doen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociará Disociaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dissociërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociará Disociaré		ik zal dissociëreneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik zal dis·so·ci·e·ren   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociará Disociaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uiteen doen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociará Disociaré		ik zal uiteen doen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik zal uit·een doen val·len
	disociaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociare		ik zal dissociëreneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik zal dis·so·ci·e·ren   wn
			ik zal uiteen doen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik zal uit·een doen val·len
	disociareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaréis		jullie zullen dissociërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie zul·len dis·so·ci·e·ren   wn
			jullie zullen uiteen doen vallentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie zul·len uit·een doen val·len
	disociaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociareis		jullie zullen dissociërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie zul·len dis·so·ci·e·ren   wn
			jullie zullen uiteen doen vallentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie zul·len uit·een doen val·len
	disociaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociáremos		wij/we zullen dissociëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			wij/we zullen uiteen doen valleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaremos		wij/we zullen dissociëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			wij/we zullen uiteen doen valleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociarán		zij/ze zullen dissociërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			zij/ze zullen uiteen doen vallenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociarás		jij/je zal dissociërentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			jij/je zal uiteen doen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociaríatercera persona singular condicional del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dissociërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'disociar'   we		ik zou dissociëreneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik zou dis·so·ci·e·ren   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'disociar'   we		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uiteen doen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'disociar'   we		ik zou uiteen doen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik zou uit·een doen val·len
	disociaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we		jullie zouden dissociërentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie zou·den dis·so·ci·e·ren   wn
			jullie zouden uiteen doen vallentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie zou·den uit·een doen val·len
	disociaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we		wij/we zouden dissociëreneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			wij/we zouden uiteen doen valleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociaríantercera persona plural condicional del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we		zij/ze zouden dissociërenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			zij/ze zouden uiteen doen vallenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociaríassegunda persona singular condicional del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we		jij/je zou dissociërentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			jij/je zou uiteen doen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaban Disociaran Disociasen		zij/ze deden uiteen vallenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			zij/ze dissocieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocies		jij/je dissocieerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			jij/je doet uiteen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociara Disocié Disoció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uiteen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociara Disocié Disoció		ik deed uiteen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik deed uit·een val·len
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociara Disocié Disoció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dissocieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociara Disocié Disoció		ik dissocieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik dis·so·ci·eer·de   wn
	disociaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociabais Disociarais Disociasteis		jullie deden uiteen vallentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie de·den uit·een val·len
			jullie dissocieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie dis·so·ci·eer·den   wn
	disociásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociábamos Disociamos Disociáramos		wij/we deden uiteen valleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			wij/we dissocieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaban Disociaran Disociaron		zij/ze deden uiteen vallenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			zij/ze dissocieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociabas Disociaras Disociaste		jij/je deed uiteen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			jij/je dissocieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociabas Disociaras Disociases		jij/je deed uiteen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			jij/je dissocieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disociasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociabais Disociarais Disociaseis		jullie deden uiteen vallentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie de·den uit·een val·len
			jullie dissocieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie dis·so·ci·eer·den   wn
	disocietercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocia Disocio		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dissocieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocia Disocio		ik dissocieereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik dis·so·ci·eer   wn
			ik doe uiteen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik doe uit·een val·len
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocia Disocio		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uiteen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociara Disociase		ik deed uiteen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik deed uit·een val·len
			ik dissocieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik dis·so·ci·eer·de   wn
	¡disocie!imperativo singular del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Disocien!		dissocieert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'dissociëren'   wn
			doet u uiteen vallen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociáis		jullie dissociërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: jul·lie dis·so·ci·e·ren   wn
			jullie doen uiteen vallentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: jul·lie doen uit·een val·len
	disociemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociamos		wij/we dissociëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			wij/we doen uiteen valleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	¡disociemos!imperativo plural del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'		laten we dissociërengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: la·ten we dis·so·ci·e·ren   wn
			laten we uiteen doen vallengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: la·ten we uit·een doen val·len
	disocientercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocian		zij/ze dissociërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			zij/ze doen uiteen vallenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	¡disocien!imperativo plural del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Disocie!		dissocieert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'dissociëren'   wn
			doet u uiteen vallen!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disociessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocias		jij/je dissocieerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
			jij/je doet uiteen vallentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
	disocioprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disocie		ik dissocieereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren' Lettergrepen: ik dis·so·ci·eer   wn
			ik doe uiteen valleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen' Lettergrepen: ik doe uit·een val·len
	disociótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'disociar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disociar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Disociaba Disociara Disociase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uiteen vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteen doen vallen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dissocieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dissociëren'
	disoluciónsustantivo (Acción y efecto de disolver) Esta palabra no tiene plural Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolución' , la  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Resolución Solución Solvencia		oplossenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: op·los·sen Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	disolución"disolución sobresaturada": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolución'   sobresaturada Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sobresaturado' , la  w		oververzadigde oplossingzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: over·ver·za·dig·de op·los·sing , de  w
	disolutaadjetivo femenino singular de la palabra: disoluto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disoluto'   spalabras relacionadas: --------------------- Crapulosa Crapulosas Crapuloso Crapulosos Disolutas Disoluto Disolutos		liederlijkbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: lie·der·lijk Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			liederlijkeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Liederlijk Lettergrepen: lie·der·lij·ke Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Liederlijk').   wn
			losbandigbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: los·ban·dig Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			losbandigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Losbandig Lettergrepen: los·ban·di·ge Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Losbandig').   wn
			zwijnachtigbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: zwijn·ach·tig   wn
			zwijnachtigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zwijnachtig Lettergrepen: zwijn·ach·ti·ge   wn
	disolutasadjetivo femenino plural de la palabra: disoluto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disoluto'   spalabras relacionadas: --------------------- Crapulosa Crapulosas Crapuloso Crapulosos Disoluta Disoluto Disolutos		liederlijkbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: lie·der·lijk Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			liederlijkeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Liederlijk Lettergrepen: lie·der·lij·ke Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Liederlijk').   wn
			losbandigbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: los·ban·dig Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			losbandigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Losbandig Lettergrepen: los·ban·di·ge Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Losbandig').   wn
			zwijnachtigbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: zwijn·ach·tig   wn
			zwijnachtigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zwijnachtig Lettergrepen: zwijn·ach·ti·ge   wn
	disolutosustantivo Plural es: disolutos 1. m. Hombre de poco juicio y asiento. 2. m. Hombre dado al libertinaje. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disoluto' , el  w  spalabras relacionadas: --------------------- Calavera Libertino		boemelaarzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: boe·me·laar Meervoud is: boemelaars Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			brasserzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: bras·ser Meervoud is: brassers , de  wn  w
			losbolzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: los·bol Meervoud is: losbollen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			zwabberzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: zwab·ber Verkleinwoord is: zwabbertje [zwab·ber·tje]], het Meervoud is: zwabbers Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			zwierbolzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: zwier·bol Meervoud is: zwierbollen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			zwijnzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Verkleinwoord is: zwijntje [zwijn·tje]], het Meervoud is: zwijnen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	disolutoadjetivo masculino singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disoluto'   spalabras relacionadas: --------------------- Crapulosa Crapulosas Crapuloso Crapulosos Disoluta Disolutas Disolutos		liederlijkbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: lie·der·lijk Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			liederlijkeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Liederlijk Lettergrepen: lie·der·lij·ke Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Liederlijk').   wn
			losbandigbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: los·ban·dig Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			losbandigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Losbandig Lettergrepen: los·ban·di·ge Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Losbandig').   wn
			zwijnachtigbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: zwijn·ach·tig   wn
			zwijnachtigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zwijnachtig Lettergrepen: zwijn·ach·ti·ge   wn
	disolutossustantivo plural de la palabra: disoluto 1. m. Hombre de poco juicio y asiento. 2. m. Hombre dado al libertinaje. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disoluto' , los  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Calaveras Libertinos		boemelaarsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: boemelaar Lettergrepen: boe·me·laars Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Boemelaar'). , de  wn  w
			brassersMeervoud van het zelfstandig naamwoord: brasser Lettergrepen: bras·sers , de  wn  w
			losbollenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: losbol Lettergrepen: los·bol·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Losbol'). , de  wn  w
			zwabbersMeervoud van het zelfstandig naamwoord: zwabber Lettergrepen: zwab·bers Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zwabber'). , de  wn  w
			zwierbollenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: zwierbol Lettergrepen: zwier·bol·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zwierbol'). , de  wn  w
			zwijnenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: zwijn Lettergrepen: zwij·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	disolutosadjetivo masculino plural de la palabra: disoluto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disoluto'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Crapulosa Crapulosas Crapuloso Crapulosos Disoluta Disolutas Disoluto		liederlijkbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: lie·der·lijk Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			liederlijkeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Liederlijk Lettergrepen: lie·der·lij·ke Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Liederlijk').   wn
			losbandigbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: los·ban·dig Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			losbandigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Losbandig Lettergrepen: los·ban·di·ge Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Losbandig').   wn
			zwijnachtigbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: zwijn·ach·tig   wn
			zwijnachtigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zwijnachtig Lettergrepen: zwijn·ach·ti·ge   wn
	disolváissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvéis Resolváis Resolvéis Solucionáis Solucionéis Solventáis Solventéis		jullie lossen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie los·sen op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvemos Resolvamos Resolvemos Solucionamos Solucionemos Solventamos Solventemos		wij/we lossen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	¡disolvamos!imperativo plural del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Resolvamos! ¡Solucionemos! ¡Solventemos!		laten we oplossengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: la·ten we op·los·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	¡disolved!imperativo plural del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Disuelve! ¡Resolved! ¡Resuelve! ¡Soluciona! ¡Solucionad! ¡Solventa! ¡Solventad!		los op!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'oplossen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvéissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolváis Resolváis Resolvéis Solucionáis Solucionéis Solventáis Solventéis		jullie lossen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie los·sen op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvemosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvamos Resolvamos Resolvemos Solucionamos Solucionemos Solventamos Solventemos		wij/we lossen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolventesustantivo Plural es: disolventes Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolvente' , el  we  w		oplosmiddelzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: op·los·mid·del Meervoud is: oplosmiddelen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	disolventessustantivo plural de la palabra: disolvente Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolvente'   we  w		oplosmiddelenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: oplosmiddel Lettergrepen: op·los·mid·de·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplosmiddel'). , de  wn  w
	disolverinfinitivo de un verbo Mezclar sustancias secas en un líquido hasta disolverlas (como, maicena, fécula de maíz, gelatina, etc.). Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Resolver Solucionar Solventar  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Disuelvo Disolví Disuelves Disolviste Disuelve Disolvió Disolvemos Disolvimos Disolvéis Disolvisteis Disuelven Disolvieron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Disolver é ía Disolvía Disolver ás ías Disolvías Disolver á ía Disolvía Disolver emos íamos Disolvíamos Disolver éis íais Disolvíais Disolver án ían Disolvían   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Disuelva Disolviera Disuelvas Disolvieras Disuelva Disolviera Disolvamos Disolviéramos Disolváis Disolvierais Disuelvan Disolvieran Futuro Préterito imperfecto se Disolviere Disolviese Disolvieres Disolvieses Disolviere Disolviese Disolviéremos Disolviésemos Disolviereis Disolvieseis Disolvieren Disolviesen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Disuelve (tú) No disuelvas Disuelva (usted) No disuelva Disolvamos (nosotros) No disolvamos Disolved (vosotros) No disolváis Disuelvan (ustedes) No disuelvan Formas impersonales participio pasado     Gerundio Disuelto Disolviendo		oplossenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: op·los·sen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: oplossen - loste op - opgelost Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	disolverátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolviere Resolverá Resolviere Solucionará Solucionare Solventará Solventare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oplossenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolverántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvieren Resolverán Resolvieren Solucionarán Solucionaren Solventarán Solventaren		zij/ze zullen oplossenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolverássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvieres Resolverás Resolvieres Solucionarás Solucionares Solventarás Solventares		jij/je zal oplossentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolveréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolviere Resolveré Resolviere Solucionare Solucionaré Solventare Solventaré		ik zal oplosseneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: ik zal op·los·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolveréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolviereis Resolveréis Resolviereis Solucionareis Solucionaréis Solventareis Solventaréis		jullie zullen oplossentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie zul·len op·los·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolveremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolviéremos Resolveremos Resolviéremos Solucionaremos Solucionáremos Solventaremos Solventáremos		wij/we zullen oplosseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolveríatercera persona singular condicional del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Resolvería Solucionaría Solventaría		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou oplossenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Resolvería Solucionaría Solventaría		ik zou oplosseneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: ik zou op·los·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolveríaissegunda persona plural condicional del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Resolveríais Solucionaríais Solventaríais		jullie zouden oplossentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie zou·den op·los·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolveríamosprimera persona plural condicional del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Resolveríamos Solucionaríamos Solventaríamos		wij/we zouden oplosseneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolveríantercera persona plural condicional del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Resolverían Solucionarían Solventarían		zij/ze zouden oplossenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolveríassegunda persona singular condicional del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Resolverías Solucionarías Solventarías		jij/je zou oplossentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvía Disolviera Disolviese Resolví Resolvía Resolviera Resolviese Solucionaba Solucionara Solucionase Solucioné Solventaba Solventara Solventase Solventé		ik loste opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: ik los·te op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolví Disolviera Disolviese Disolvió Resolví Resolvía Resolviera Resolviese Resolvió Solucionaba Solucionara Solucionase Solucioné Solucionó Solventaba Solventara Solventase Solventé Solventó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loste opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolví Disolviera Disolviese Disolvió Resolví Resolvía Resolviera Resolviese Resolvió Solucionaba Solucionara Solucionase Solucioné Solucionó Solventaba Solventara Solventase Solventé Solventó		ik loste opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: ik los·te op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvierais Disolvieseis Disolvisteis Resolvíais Resolvierais Resolvieseis Resolvisteis Solucionabais Solucionarais Solucionaseis Solucionasteis Solventabais Solventarais Solventaseis Solventasteis		jullie losten optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie los·ten op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolviéramos Disolviésemos Disolvimos Resolvíamos Resolviéramos Resolviésemos Resolvimos Solucionábamos Solucionamos Solucionáramos Solucionásemos Solventábamos Solventamos Solventáramos Solventásemos		wij/we losten opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvieran Disolvieron Disolviesen Resolvían Resolvieran Resolvieron Resolviesen Solucionaban Solucionaran Solucionaron Solucionasen Solventaban Solventaran Solventaron Solventasen		zij/ze losten opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvieras Disolvieses Disolviste Resolvías Resolvieras Resolvieses Resolviste Solucionabas Solucionaras Solucionases Solucionaste Solventabas Solventaras Solventases Solventaste		jij/je loste optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolviendogerundio del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Resolviendo Solucionando Solventando		oplossendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: op·los·send Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolví Disolvía Disolviese Disolvió Resolví Resolvía Resolviera Resolviese Resolvió Solucionaba Solucionara Solucionase Solucioné Solucionó Solventaba Solventara Solventase Solventé Solventó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loste opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolví Disolvía Disolviese Disolvió Resolví Resolvía Resolviera Resolviese Resolvió Solucionaba Solucionara Solucionase Solucioné Solucionó Solventaba Solventara Solventase Solventé Solventó		ik loste opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: ik los·te op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvíais Disolvieseis Disolvisteis Resolvíais Resolvierais Resolvieseis Resolvisteis Solucionabais Solucionarais Solucionaseis Solucionasteis Solventabais Solventarais Solventaseis Solventasteis		jullie losten optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie los·ten op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolviéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvíamos Disolviésemos Disolvimos Resolvíamos Resolviéramos Resolviésemos Resolvimos Solucionábamos Solucionamos Solucionáramos Solucionásemos Solventábamos Solventamos Solventáramos Solventásemos		wij/we losten opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvían Disolvieron Disolviesen Resolvían Resolvieran Resolvieron Resolviesen Solucionaban Solucionaran Solucionaron Solucionasen Solventaban Solventaran Solventaron Solventasen		zij/ze losten opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvías Disolvieses Disolviste Resolvías Resolvieras Resolvieses Resolviste Solucionabas Solucionaras Solucionases Solucionaste Solventabas Solventaras Solventases Solventaste		jij/je loste optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolverá Disolveré Resolverá Resolveré Resolviere Solucionará Solucionare Solucionaré Solventará Solventare Solventaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oplossenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolverá Disolveré Resolverá Resolveré Resolviere Solucionará Solucionare Solucionaré Solventará Solventare Solventaré		ik zal oplosseneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: ik zal op·los·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolviereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolveréis Resolveréis Resolviereis Solucionareis Solucionaréis Solventareis Solventaréis		jullie zullen oplossentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie zul·len op·los·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolviéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolveremos Resolveremos Resolviéremos Solucionaremos Solucionáremos Solventaremos Solventáremos		wij/we zullen oplosseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolverán Resolverán Resolvieren Solucionarán Solucionaren Solventarán Solventaren		zij/ze zullen oplossenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolverás Resolverás Resolvieres Solucionarás Solucionares Solventarás Solventares		jij/je zal oplossentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvían Disolvieran Disolviesen Resolvían Resolvieran Resolvieron Resolviesen Solucionaban Solucionaran Solucionaron Solucionasen Solventaban Solventaran Solventaron Solventasen		zij/ze losten opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolviesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolví Disolvía Disolviera Disolvió Resolví Resolvía Resolviera Resolviese Resolvió Solucionaba Solucionara Solucionase Solucioné Solucionó Solventaba Solventara Solventase Solventé Solventó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loste opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolví Disolvía Disolviera Disolvió Resolví Resolvía Resolviera Resolviese Resolvió Solucionaba Solucionara Solucionase Solucioné Solucionó Solventaba Solventara Solventase Solventé Solventó		ik loste opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: ik los·te op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolvieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvíais Disolvierais Disolvisteis Resolvíais Resolvierais Resolvieseis Resolvisteis Solucionabais Solucionarais Solucionaseis Solucionasteis Solventabais Solventarais Solventaseis Solventasteis		jullie losten optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie los·ten op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disolviésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvíamos Disolviéramos Disolvimos Resolvíamos Resolviéramos Resolviésemos Resolvimos Solucionábamos Solucionamos Solucionáramos Solucionásemos Solventábamos Solventamos Solventáramos Solventásemos		wij/we losten opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolviesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvían Disolvieran Disolvieron Resolvían Resolvieran Resolvieron Resolviesen Solucionaban Solucionaran Solucionaron Solucionasen Solventaban Solventaran Solventaron Solventasen		zij/ze losten opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolviesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvías Disolvieras Disolviste Resolvías Resolvieras Resolvieses Resolviste Solucionabas Solucionaras Solucionases Solucionaste Solventabas Solventaras Solventases Solventaste		jij/je loste optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvíamos Disolviéramos Disolviésemos Resolvíamos Resolviéramos Resolviésemos Resolvimos Solucionábamos Solucionamos Solucionáramos Solucionásemos Solventábamos Solventamos Solventáramos Solventásemos		wij/we losten opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolviótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvía Disolviera Disolviese Resolvía Resolviera Resolviese Resolvió Solucionaba Solucionara Solucionase Solucionó Solventaba Solventara Solventase Solventó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loste opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvías Disolvieras Disolvieses Resolvías Resolvieras Resolvieses Resolviste Solucionabas Solucionaras Solucionases Solucionaste Solventabas Solventaras Solventases Solventaste		jij/je loste optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen'
	disolvisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'disolver' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disolver'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Disolvíais Disolvierais Disolvieseis Resolvíais Resolvierais Resolvieseis Resolvisteis Solucionabais Solucionarais Solucionaseis Solucionasteis Solventabais Solventarais Solventaseis Solventasteis		jullie losten optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oplossen' Lettergrepen: jul·lie los·ten op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oplossen').   wn
	disonanciasustantivo Plural es: disonancias Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disonancia' , la  we  wn  w		dissonantiezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: dis·so·nan·tie Meervoud is: dissonanties Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	disonancia"disonancia cognitiva": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disonancia'   cognitiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cognitiva' , la  w		cognitieve dissonantiezelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: cog·ni·tie·ve dis·so·nan·tie , de  w
	disonanciassustantivo plural de la palabra: disonancia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'disonancia' , las  we  w		dissonantiesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: dissonantie Lettergrepen: dis·so·nan·ties Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dissonantie'). , de  wn  w

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

h

i

jmn

o

p

r

s

u

vyz

3e

,-

a

b

c

d

e

f

g

hjk

l

m

n

o

pq

r

s

tu

v

xy

4e

a

c

e

f

g

i

l

m

-

p

qr

t

uy

5e

ne

oc

ol

on

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

DISNEA ..... DISONz

Volgende/ Siguiente -->

boven