Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

-ab

c

d

ef

g

hi

j

k

l

m

n

o

p

q

r

s

t

u

v

w

x

y

z

3e

_

a

c

d

e

f

g

hi

j

l

m

n

o

r

s

t

u

v

z

4e

a

e

i

l

o

r

u

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

ENFLAQUE

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	enflaquecetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgace Adelgaza Enflaquezca		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermagertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	¡enflaquece!imperativo singular del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Adelgaza! ¡Adelgazad! ¡Enflaqueced!		vermager!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vermageren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	¡enflaqueced!imperativo plural del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Adelgaza! ¡Adelgazad! ¡Enflaquece!		vermager!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vermageren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecéissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacéis Adelgazáis Enflaquezcáis		jullie vermagerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecemosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacemos Adelgazamos Enflaquezcamos		wij/we vermagereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacen Adelgazan Enflaquezcan		zij/ze vermagerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecerinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazar  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Enflaquezco Enflaquecí Enflaqueces Enflaqueciste Enflaquece Enflaqueció Enflaquecemos Enflaquecimos Enflaquecéis Enflaquecisteis Enflaquecen Enflaquecieron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Enflaquecer é ía Enflaquecía Enflaquecer ás ías Enflaquecías Enflaquecer á ía Enflaquecía Enflaquecer emos íamos Enflaquecíamos Enflaquecer éis íais Enflaquecíais Enflaquecer án ían Enflaquecían   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Enflaquezca Enflaqueciera Enflaquezcas Enflaquecieras Enflaquezca Enflaqueciera Enflaquezcamos Enflaqueciéramos Enflaquezcáis Enflaquecierais Enflaquezcan Enflaquecieran Futuro Préterito imperfecto se Enflaqueciere Enflaqueciese Enflaquecieres Enflaquecieses Enflaqueciere Enflaqueciese Enflaqueciéremos Enflaqueciésemos Enflaqueciereis Enflaquecieseis Enflaquecieren Enflaqueciesen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Enflaquece (tú) No enflaquezcas Enflaquezca (usted) No enflaquezca Enflaquezcamos (nosotros) No enflaquezcamos Enflaqueced (vosotros) No enflaquezcáis Enflaquezcan (ustedes) No enflaquezcan Formas impersonales participio pasado     Gerundio Enflaquecido Enflaqueciendo		vermagerenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: ver·ma·ge·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: vermageren - vermagerde - vermagerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
	enflaquecerátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazará Adelgazare Enflaqueciere		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermagerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecerántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazarán Adelgazaren Enflaquecieren		zij/ze zullen vermagerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecerássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazarás Adelgazares Enflaquecieres		jij/je zal vermagerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaqueceréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazare Adelgazaré Enflaqueciere		ik zal vermagereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik zal ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueceréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazareis Adelgazaréis Enflaqueciereis		jullie zullen vermagerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie zul·len ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueceremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaremos Adelgazáremos Enflaqueciéremos		wij/we zullen vermagereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaqueceríatercera persona singular condicional del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaría		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vermagerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaría		ik zou vermagereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik zou ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueceríaissegunda persona plural condicional del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaríais		jullie zouden vermagerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie zou·den ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueceríamosprimera persona plural condicional del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaríamos		wij/we zouden vermagereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaqueceríantercera persona plural condicional del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazarían		zij/ze zouden vermagerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaqueceríassegunda persona singular condicional del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazarías		jij/je zou vermagerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgaces Adelgazas Enflaquezcas		jij/je vermagerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacé Adelgazaba Adelgazara Adelgazase Enflaquecía Enflaqueciera Enflaqueciese		ik vermagerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik ver·ma·ger·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacé Adelgazaba Adelgazara Adelgazase Adelgazó Enflaquecí Enflaqueciera Enflaqueciese Enflaqueció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermagerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacé Adelgazaba Adelgazara Adelgazase Adelgazó Enflaquecí Enflaqueciera Enflaqueciese Enflaqueció		ik vermagerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik ver·ma·ger·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazabais Adelgazarais Adelgazaseis Adelgazasteis Enflaquecierais Enflaquecieseis Enflaquecisteis		jullie vermagerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie ver·ma·ger·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazábamos Adelgazamos Adelgazáramos Adelgazásemos Enflaqueciéramos Enflaqueciésemos Enflaquecimos		wij/we vermagerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaban Adelgazaran Adelgazaron Adelgazasen Enflaquecieran Enflaquecieron Enflaqueciesen		zij/ze vermagerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazabas Adelgazaras Adelgazases Adelgazaste Enflaquecieras Enflaquecieses Enflaqueciste		jij/je vermagerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazada Adelgazadas Adelgazado Adelgazados Enflaquecidas Enflaquecido Enflaquecidos		vermagerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ver·ma·gerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazada Adelgazadas Adelgazado Adelgazados Enflaquecida Enflaquecido Enflaquecidos		vermagerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ver·ma·gerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecidoparticipio pasado del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazada Adelgazadas Adelgazado Adelgazados Enflaquecida Enflaquecidas Enflaquecidos		vermagerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ver·ma·gerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazada Adelgazadas Adelgazado Adelgazados Enflaquecida Enflaquecidas Enflaquecido		vermagerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ver·ma·gerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueciendogerundio del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazando		vermagerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ver·ma·ge·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacé Adelgazaba Adelgazara Adelgazase Adelgazó Enflaquecí Enflaquecía Enflaqueciese Enflaqueció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermagerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacé Adelgazaba Adelgazara Adelgazase Adelgazó Enflaquecí Enflaquecía Enflaqueciese Enflaqueció		ik vermagerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik ver·ma·ger·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazabais Adelgazarais Adelgazaseis Adelgazasteis Enflaquecíais Enflaquecieseis Enflaquecisteis		jullie vermagerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie ver·ma·ger·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueciéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazábamos Adelgazamos Adelgazáramos Adelgazásemos Enflaquecíamos Enflaqueciésemos Enflaquecimos		wij/we vermagerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaban Adelgazaran Adelgazaron Adelgazasen Enflaquecían Enflaquecieron Enflaqueciesen		zij/ze vermagerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazabas Adelgazaras Adelgazases Adelgazaste Enflaquecías Enflaquecieses Enflaqueciste		jij/je vermagerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazará Adelgazare Adelgazaré Enflaquecerá Enflaqueceré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vermagerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazará Adelgazare Adelgazaré Enflaquecerá Enflaqueceré		ik zal vermagereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik zal ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueciereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazareis Adelgazaréis Enflaqueceréis		jullie zullen vermagerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie zul·len ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueciéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaremos Adelgazáremos Enflaqueceremos		wij/we zullen vermagereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazarán Adelgazaren Enflaquecerán		zij/ze zullen vermagerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazarás Adelgazares Enflaquecerás		jij/je zal vermagerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaban Adelgazaran Adelgazaron Adelgazasen Enflaquecían Enflaquecieran Enflaqueciesen		zij/ze vermagerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaqueciesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacé Adelgazaba Adelgazara Adelgazase Adelgazó Enflaquecí Enflaquecía Enflaqueciera Enflaqueció		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermagerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacé Adelgazaba Adelgazara Adelgazase Adelgazó Enflaquecí Enflaquecía Enflaqueciera Enflaqueció		ik vermagerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik ver·ma·ger·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquecieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazabais Adelgazarais Adelgazaseis Adelgazasteis Enflaquecíais Enflaquecierais Enflaquecisteis		jullie vermagerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie ver·ma·ger·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaqueciésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazábamos Adelgazamos Adelgazáramos Adelgazásemos Enflaquecíamos Enflaqueciéramos Enflaquecimos		wij/we vermagerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaqueciesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaban Adelgazaran Adelgazaron Adelgazasen Enflaquecían Enflaquecieran Enflaquecieron		zij/ze vermagerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaqueciesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazabas Adelgazaras Adelgazases Adelgazaste Enflaquecías Enflaquecieras Enflaqueciste		jij/je vermagerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazábamos Adelgazamos Adelgazáramos Adelgazásemos Enflaquecíamos Enflaqueciéramos Enflaqueciésemos		wij/we vermagerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaqueciótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazaba Adelgazara Adelgazase Adelgazó Enflaquecía Enflaqueciera Enflaqueciese		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermagerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazabas Adelgazaras Adelgazases Adelgazaste Enflaquecías Enflaquecieras Enflaquecieses		jij/je vermagerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquecisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgazabais Adelgazarais Adelgazaseis Adelgazasteis Enflaquecíais Enflaquecierais Enflaquecieseis		jullie vermagerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie ver·ma·ger·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquezcatercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgace Adelgaza Adelgazo Enflaquece Enflaquezco		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermagertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgace Adelgaza Adelgazo Enflaquece Enflaquezco		ik vermagereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik ver·ma·ger Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	¡enflaquezca!imperativo singular del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Adelgace! ¡Adelgacen! ¡Enflaquezcan!		vermagert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vermageren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquezcáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacéis Adelgazáis Enflaquecéis		jullie vermagerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: jul·lie ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquezcamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacemos Adelgazamos Enflaquecemos		wij/we vermagereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	¡enflaquezcamos!imperativo plural del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Adelgacemos!		laten we vermagerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: la·ten we ver·ma·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquezcantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgacen Adelgazan Enflaquecen		zij/ze vermagerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	¡enflaquezcan!imperativo plural del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Adelgace! ¡Adelgacen! ¡Enflaquezca!		vermagert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vermageren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we
	enflaquezcassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgaces Adelgazas Enflaqueces		jij/je vermagerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vermageren'
	enflaquezcoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'enflaquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enflaquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Adelgace Adelgazo Enflaquezca		ik vermagereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vermageren' Lettergrepen: ik ver·ma·ger Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vermageren').   wn  we

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

-ab

c

d

ef

g

hi

j

k

l

m

n

o

p

q

r

s

t

u

v

w

x

y

z

3e

_

a

c

d

e

f

g

hi

j

l

m

n

o

r

s

t

u

v

z

4e

a

e

i

l

o

r

u

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

ENFLAQUE

Volgende/ Siguiente -->

boven