Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C DE F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 -ab c d ef g hi j k l mn o p q r s t u v w x y z

3e _ a c d e f g hi j lm n o r s t u v z

4ea ei o u

5e dnr s

6e c i q

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
ENMARVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
enmarcatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encaja
Encaje
Enmarque
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijst inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
¡enmarca!imperativo singular del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Encaja!
¡Encajad!
¡Enmarcad!
lijst in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'inlijsten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaba
Encajara
Encajase
Encajé
Encajó
Enmarcara
Enmarcase
Enmarcó
Enmarqué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijstte inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaba
Encajara
Encajase
Encajé
Encajó
Enmarcara
Enmarcase
Enmarcó
Enmarqué
ik lijstte ineerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: ik lijst·te in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajabais
Encajarais
Encajaseis
Encajasteis
Enmarcarais
Enmarcaseis
Enmarcasteis
jullie lijstten intweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie lijst·ten in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajábamos
Encajamos
Encajáramos
Encajásemos
Enmarcamos
Enmarcáramos
Enmarcásemos
wij/we lijstten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaban
Encajaran
Encajaron
Encajasen
Enmarcaran
Enmarcaron
Enmarcasen
zij/ze lijstten inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajabas
Encajaras
Encajases
Encajaste
Enmarcaras
Enmarcases
Enmarcaste
jij/je lijstte intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
¡enmarcad!imperativo plural del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Encaja!
¡Encajad!
¡Enmarca!
lijst in!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'inlijsten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajada
Encajadas
Encajado
Encajados
Enmarcadas
Enmarcado
Enmarcados
ingelijstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: in·ge·lijst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajada
Encajadas
Encajado
Encajados
Enmarcada
Enmarcado
Enmarcados
ingelijstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: in·ge·lijst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcadoparticipio pasado del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajada
Encajadas
Encajado
Encajados
Enmarcada
Enmarcadas
Enmarcados
ingelijstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: in·ge·lijst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajada
Encajadas
Encajado
Encajados
Enmarcada
Enmarcadas
Enmarcado
ingelijstregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: in·ge·lijst

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajáis
Encajéis
Enmarquéis
jullie lijsten intweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie lijs·ten in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajábamos
Encajamos
Encajáramos
Encajásemos
Encajemos
Enmarcábamos
Enmarcáramos
Enmarcásemos
Enmarquemos
wij/we lijsten ineerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajábamos
Encajamos
Encajáramos
Encajásemos
Encajemos
Enmarcábamos
Enmarcáramos
Enmarcásemos
Enmarquemos
wij/we lijstten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajan
Encajen
Enmarquen
zij/ze lijsten inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcandogerundio del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajando
inlijstendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: in·lijs·tend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
EnmarcoEnmarqué
EnmarcasEnmarcaste
EnmarcaEnmarcó
EnmarcamosEnmarcamos
EnmarcáisEnmarcasteis
EnmarcanEnmarcaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
EnmarcaréíaEnmarcaba
EnmarcarásíasEnmarcabas
EnmarcaráíaEnmarcaba
EnmarcaremosíamosEnmarcábamos
EnmarcaréisíaisEnmarcabais
EnmarcaráníanEnmarcaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
EnmarqueEnmarcara
EnmarquesEnmarcaras
EnmarqueEnmarcara
EnmarquemosEnmarcáramos
EnmarquéisEnmarcarais
EnmarquenEnmarcaran
FuturoPréterito imperfecto se
EnmarcareEnmarcase
EnmarcaresEnmarcases
EnmarcareEnmarcase
EnmarcáremosEnmarcásemos
EnmarcareisEnmarcaseis
EnmarcarenEnmarcasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Enmarca(tú)No enmarques
Enmarque(usted)No enmarque
Enmarquemos(nosotros)No enmarquemos
Enmarcad(vosotros)No enmarquéis
Enmarquen(ustedes)No enmarquen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
EnmarcadoEnmarcando
inlijstenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: in·lijs·ten
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
inlijsten - lijstte in - ingelijst


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
enmarcaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaba
Encajara
Encajase
Encajé
Encajó
Enmarcaba
Enmarcase
Enmarcó
Enmarqué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijstte inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaba
Encajara
Encajase
Encajé
Encajó
Enmarcaba
Enmarcase
Enmarcó
Enmarqué
ik lijstte ineerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: ik lijst·te in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajará
Encajare
Enmarcare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inlijstenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajabais
Encajarais
Encajaseis
Encajasteis
Enmarcabais
Enmarcaseis
Enmarcasteis
jullie lijstten intweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie lijst·ten in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajábamos
Encajamos
Encajáramos
Encajásemos
Enmarcábamos
Enmarcamos
Enmarcásemos
wij/we lijstten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaban
Encajaran
Encajaron
Encajasen
Enmarcaban
Enmarcaron
Enmarcasen
zij/ze lijstten inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajarán
Encajaren
Enmarcaren
zij/ze zullen inlijstenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajabas
Encajaras
Encajases
Encajaste
Enmarcabas
Enmarcases
Enmarcaste
jij/je lijstte intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajarás
Encajares
Enmarcares
jij/je zal inlijstentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajará
Encajare
Encajaré
Enmarcará
Enmarcaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inlijstenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajará
Encajare
Encajaré
Enmarcará
Enmarcaré
ik zal inlijsteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: ik zal in·lijs·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajare
Encajaré
Enmarcare
ik zal inlijsteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: ik zal in·lijs·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajareis
Encajaréis
Enmarcaréis
jullie zullen inlijstentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len in·lijs·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajareis
Encajaréis
Enmarcareis
jullie zullen inlijstentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len in·lijs·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaremos
Encajáremos
Enmarcáremos
wij/we zullen inlijsteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaremos
Encajáremos
Enmarcaremos
wij/we zullen inlijsteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajarán
Encajaren
Enmarcarán
zij/ze zullen inlijstenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajarás
Encajares
Enmarcarás
jij/je zal inlijstentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcaríatercera persona singular condicional del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inlijstenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
  _primera persona singular condicional del verbo 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaría
ik zou inlijsteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: ik zou in·lijs·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaríais
jullie zouden inlijstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie zou·den in·lijs·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaríamos
wij/we zouden inlijsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcaríantercera persona plural condicional del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajarían
zij/ze zouden inlijstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcaríassegunda persona singular condicional del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajarías
jij/je zou inlijstentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaban
Encajaran
Encajaron
Encajasen
Enmarcaban
Enmarcaran
Enmarcasen
zij/ze lijstten inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajas
Encajes
Enmarques
jij/je lijst intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaba
Encajara
Encajase
Encajé
Encajó
Enmarcaba
Enmarcara
Enmarcó
Enmarqué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijstte inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaba
Encajara
Encajase
Encajé
Encajó
Enmarcaba
Enmarcara
Enmarcó
Enmarqué
ik lijstte ineerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: ik lijst·te in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajabais
Encajarais
Encajaseis
Encajasteis
Enmarcabais
Enmarcarais
Enmarcasteis
jullie lijstten intweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie lijst·ten in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajábamos
Encajamos
Encajáramos
Encajásemos
Enmarcábamos
Enmarcamos
Enmarcáramos
wij/we lijstten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaban
Encajaran
Encajaron
Encajasen
Enmarcaban
Enmarcaran
Enmarcaron
zij/ze lijstten inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajabas
Encajaras
Encajases
Encajaste
Enmarcabas
Enmarcaras
Enmarcaste
jij/je lijstte intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajabas
Encajaras
Encajases
Encajaste
Enmarcabas
Enmarcaras
Enmarcases
jij/je lijstte intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarcasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajabais
Encajarais
Encajaseis
Encajasteis
Enmarcabais
Enmarcarais
Enmarcaseis
jullie lijstten intweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie lijst·ten in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encaje
Encajo
Enmarque
ik lijst ineerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarcótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaba
Encajara
Encajase
Encajó
Enmarcaba
Enmarcara
Enmarcase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijstte inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
enmarinada forma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'enmarinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aliñada
Aliñadas
Aliñado
Aliñados
Dejado en adobo
Enmarinadas
Enmarinado
Enmarinados
gemarineerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'marineren'
Lettergrepen: ge·ma·ri·neerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Marineren').
  wn
enmarinadas forma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'enmarinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aliñada
Aliñadas
Aliñado
Aliñados
Dejado en adobo
Enmarinada
Enmarinado
Enmarinados
gemarineerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'marineren'
Lettergrepen: ge·ma·ri·neerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Marineren').
  wn
enmarinado participio pasado del verbo 'enmarinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aliñada
Aliñadas
Aliñado
Aliñados
Dejado en adobo
Enmarinada
Enmarinadas
Enmarinados
gemarineerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'marineren'
Lettergrepen: ge·ma·ri·neerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Marineren').
  wn
enmarinados forma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'enmarinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aliñada
Aliñadas
Aliñado
Aliñados
Dejado en adobo
Enmarinada
Enmarinadas
Enmarinado
gemarineerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'marineren'
Lettergrepen: ge·ma·ri·neerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Marineren').
  wn
enmarinando gerundio del verbo 'enmarinar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aliñando
Dejando en adobo
marinerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'marineren'
Lettergrepen: ma·ri·ne·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Marineren').
  wn
enmarinarinfinitivo de un verbo

Poner géneros, generalmente carnes o pescados, en compañía de vino, hierbas aromáticas, etc, para conservarlos, aromatizarlos o ablandarlos. La palabra hace referencia al agua marina utilizada antiguamente para este fin.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Aliñar
Dejar en adobo
marinerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: ma·ri·ne·ren

Het laten weken van sommige vlees en vissoorten in een zekere oplossing van water, azijn, wijn, melk e. d. Dit weekvocht noemt men marinade.
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
marineren - marineerde - gemarineerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
enmarquetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encaja
Encaje
Encajo
Enmarca
Enmarco
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijst inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encaja
Encaje
Encajo
Enmarca
Enmarco
ik lijst ineerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarquéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajaba
Encajara
Encajase
Encajé
Enmarcaba
Enmarcara
Enmarcase
ik lijstte ineerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: ik lijst·te in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
¡enmarque!imperativo singular del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Encaje!
¡Encajen!
¡Enmarquen!
lijst u in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'inlijsten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarquéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajáis
Encajéis
Enmarcáis
jullie lijsten intweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: jul·lie lijs·ten in

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarquemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajamos
Encajemos
Enmarcamos
wij/we lijsten ineerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
¡enmarquemos!imperativo plural del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Encajemos!
laten we inlijstengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'inlijsten'
Lettergrepen: la·ten we in·lijs·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarquentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajan
Encajen
Enmarcan
zij/ze lijsten inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'
¡enmarquen!imperativo plural del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Encaje!
¡Encajen!
¡Enmarque!
lijst u in!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'inlijsten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inlijsten').
  wn
enmarquessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'enmarcar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'enmarcar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Encajas
Encajes
Enmarcas
jij/je lijst intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inlijsten'

1e 0‑9 A B C DE F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 -ab c d ef g hi j k l mn o p q r s t u v w x y z

3e _ a c d e f g hi j lm n o r s t u v z

4ea ei o u

5e dnr s

6e c i q

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
ENMARVolgende/ Siguiente -->

boven