Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Alfredo Astiz fue uno de los torturadores más eficientes de la dictadura militar de Argentina.

1e 0‑9 A B C D E F GH I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9a e f i j o pr u vwy

3e -ab c def g ij l m np r s tuvwy z

4e aei l r

5ea cd el t

6e _ i m n s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
HABIAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
habíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Hube
Hubiera
Hubiese
Hubo
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hadderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'hebben'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Hube
Hubiera
Hubiese
Hubo
ik hadeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'hebben'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hebben').
  wn  we
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Hube
Hubiera
Hubiese
Hubo
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wasderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Hube
Hubiera
Hubiese
Hubo
ik waseerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wassen').
  wn
había"había de menos":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  menos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
  _"había de menos":
primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik scheeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ik scheel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
  _"había de menos":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absentderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
  _"había de menos":
primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik was absenteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ik was ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
  _"había de menos":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezigderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
  _"había de menos":
primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik was afwezigeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: ik was af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
habíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Hubierais
Hubieseis
Hubisteis
1.jullie haddentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'hebben'
Lettergrepen: jul·lie had·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hebben').
  wn  we
2.jullie warentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Waren').
  wn
habíais"habíais de menos":
segunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  menos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabais
Faltarais
Faltaseis
Faltasteis
Hubierais de menos
Hubieseis de menos
Hubisteis de menos
jullie scheeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie scheel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
jullie waren absenttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie waren afwezigtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
habíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Hubiéramos
Hubiésemos
Hubimos
1.wij/we haddeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'hebben'
2.wij/we wareneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
habíamos"habíamos de menos":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  menos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltamos
Faltáramos
Faltásemos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we scheeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
wij/we waren absenteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we waren afwezigeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
habíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Hubieran
Hubieron
Hubiesen
1.zij/ze haddenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'hebben'
2.zij/ze warenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
habían"habían de menos":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  menos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaban
Faltaran
Faltaron
Faltasen
Hubieran de menos
Hubieron de menos
Hubiesen de menos
zij/ze scheeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
zij/ze waren absentderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze waren afwezigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
habíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Hubieras
Hubieses
Hubiste
1.jij/je hadtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'hebben'
2.jij/je wastweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn'
habías"habías de menos":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'haber de menos'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'haber'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  menos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'menos'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabas
Faltaras
Faltases
Faltaste
Hubieras de menos
Hubieses de menos
Hubiste de menos
jij/je scheeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
jij/je was absenttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je was afwezigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'

1e 0‑9 A B C D E F GH I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9a e f i j o pr u vwy

3e -ab c def g ij l m np r s tuvwy z

4e aei l r

5ea cd el t

6e _ i m n s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
HABIAVolgende/ Siguiente -->

boven