Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

f

i

j

o

pr

u

vwy

3e

-abcefgh

j

l

m

n

op

r

s

tuvwyz

4e

-

t

5e

an

pe

pi

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

HOSANNA ..... HOSPIz

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	hosannasustantivo Plural es: hosannas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hosanna' , el  we  w		hosannazelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ho·san·na Meervoud is: hosanna's Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	hosannassustantivo plural de la palabra: hosanna Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hosanna' , los  w		hosanna'sMeervoud van het zelfstandig naamwoord: hosanna Lettergrepen: ho·san·na's Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hosanna'). , de  wn  w
	hospedatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Aloja Aloje Hospede		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent gastvrijheid aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	¡hospeda!imperativo singular del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Aloja! ¡Alojad! ¡Hospedad!		verleen gastvrijheid aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaba Alojara Alojase Alojé Alojó Hospedara Hospedase Hospedé Hospedó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende gastvrijheid aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaba Alojara Alojase Alojé Alojó Hospedara Hospedase Hospedé Hospedó		ik verleende gastvrijheid aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik ver·leen·de gast·vrij·heid aan
	hospedabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojabais Alojarais Alojaseis Alojasteis Hospedarais Hospedaseis Hospedasteis		jullie verleenden gastvrijheid aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie ver·leen·den gast·vrij·heid aan
	hospedábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojábamos Alojamos Alojáramos Alojásemos Hospedamos Hospedáramos Hospedásemos		wij/we verleenden gastvrijheid aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaban Alojaran Alojaron Alojasen Hospedaran Hospedaron Hospedasen		zij/ze verleenden gastvrijheid aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojabas Alojaras Alojases Alojaste Hospedaras Hospedases Hospedaste		jij/je verleende gastvrijheid aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	¡hospedad!imperativo plural del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Aloja! ¡Alojad! ¡Hospeda!		verleen gastvrijheid aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- Alojada Alojadas Alojado Alojados Hospedadas Hospedado Hospedados		gastvrijheid verleend aanregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: gast·vrij·heid ver·leend aan
	hospedadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- Alojada Alojadas Alojado Alojados Hospedada Hospedado Hospedados		gastvrijheid verleend aanregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: gast·vrij·heid ver·leend aan
	hospedadoparticipio pasado del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojada Alojadas Alojado Alojados Hospedada Hospedadas Hospedados		gastvrijheid verleend aanregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: gast·vrij·heid ver·leend aan
	hospedadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- Alojada Alojadas Alojado Alojados Hospedada Hospedadas Hospedado		gastvrijheid verleend aanregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: gast·vrij·heid ver·leend aan
	hospedáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojáis Alojéis Hospedéis		jullie verlenen gastvrijheid aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie ver·le·nen gast·vrij·heid aan
	hospedajesustantivo Plural es: hospedajes Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedaje' , el  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Alojamiento		logieszelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: lo·gies Meervoud is: logiezen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn
			onderkomenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: on·der·ko·men Meervoud is: onderkomens Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn
	hospedajessustantivo plural de la palabra: hospedaje Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedaje'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Alojamientos		logiezenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: logies Lettergrepen: lo·gie·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logies'). , de  wn
			onderkomensMeervoud van het zelfstandig naamwoord: onderkomen Lettergrepen: on·der·ko·mens Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderkomen'). , de  wn
	hospedamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojábamos Alojamos Alojáramos Alojásemos Alojemos Hospedábamos Hospedáramos Hospedásemos Hospedemos		wij/we verleenden gastvrijheid aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojábamos Alojamos Alojáramos Alojásemos Alojemos Hospedábamos Hospedáramos Hospedásemos Hospedemos		wij/we verlenen gastvrijheid aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojan Alojen Hospeden		zij/ze verlenen gastvrijheid aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedandogerundio del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojando		gastvrijheid verlenend aanonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: gast·vrij·heid ver·le·nend aan
	hospedándomegerundio del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- Alojándome Alojándonos Alojándoos Alojándose Alojándote Estando convidado Hospedándonos Hospedándoos Hospedándose Hospedándote		logerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren' Lettergrepen: lo·ge·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
			te gast zijndonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'te gast zijn' Één lettergreep
	hospedándome donde"hospedándome donde": gerundio del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándonos donde Hospedándoos donde Hospedándose donde Hospedándote donde		logerend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren bij' Lettergrepen: lo·ge·rend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven bij' Lettergrepen: ver·blij·vend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándome en"hospedándome en": gerundio del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándonos en Hospedándoos en Hospedándose en Hospedándote en		logerend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren in' Lettergrepen: lo·ge·rend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven in' Lettergrepen: ver·blij·vend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándonosgerundio del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- Alojándome Alojándonos Alojándoos Alojándose Alojándote Estando convidado Hospedándome Hospedándoos Hospedándose Hospedándote		logerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren' Lettergrepen: lo·ge·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
			te gast zijndonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'te gast zijn' Één lettergreep
	hospedándonos donde"hospedándonos donde": gerundio del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándome donde Hospedándoos donde Hospedándose donde Hospedándote donde		logerend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren bij' Lettergrepen: lo·ge·rend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven bij' Lettergrepen: ver·blij·vend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándonos en"hospedándonos en": gerundio del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándome en Hospedándoos en Hospedándose en Hospedándote en		logerend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren in' Lettergrepen: lo·ge·rend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven in' Lettergrepen: ver·blij·vend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándoosgerundio del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- Alojándome Alojándonos Alojándoos Alojándose Alojándote Estando convidado Hospedándome Hospedándonos Hospedándose Hospedándote		logerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren' Lettergrepen: lo·ge·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
			te gast zijndonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'te gast zijn' Één lettergreep
	hospedándoos donde"hospedándoos donde": gerundio del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándome donde Hospedándonos donde Hospedándose donde Hospedándote donde		logerend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren bij' Lettergrepen: lo·ge·rend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven bij' Lettergrepen: ver·blij·vend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándoos en"hospedándoos en": gerundio del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándome en Hospedándonos en Hospedándose en Hospedándote en		logerend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren in' Lettergrepen: lo·ge·rend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven in' Lettergrepen: ver·blij·vend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándosegerundio del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojándome Alojándonos Alojándoos Alojándose Alojándote Estando convidado Hospedándome Hospedándonos Hospedándoos Hospedándote		logerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren' Lettergrepen: lo·ge·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
			te gast zijndonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'te gast zijn' Één lettergreep
	hospedándose donde"hospedándose donde": gerundio del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándome donde Hospedándonos donde Hospedándoos donde Hospedándote donde		logerend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren bij' Lettergrepen: lo·ge·rend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven bij' Lettergrepen: ver·blij·vend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándose en"hospedándose en": gerundio del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándome en Hospedándonos en Hospedándoos en Hospedándote en		logerend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren in' Lettergrepen: lo·ge·rend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven in' Lettergrepen: ver·blij·vend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándotegerundio del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- Alojándome Alojándonos Alojándoos Alojándose Alojándote Estando convidado Hospedándome Hospedándonos Hospedándoos Hospedándose		logerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren' Lettergrepen: lo·ge·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
			te gast zijndonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'te gast zijn' Één lettergreep
	hospedándote donde"hospedándote donde": gerundio del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándome donde Hospedándonos donde Hospedándoos donde Hospedándose donde		logerend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren bij' Lettergrepen: lo·ge·rend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend bijonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven bij' Lettergrepen: ver·blij·vend bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedándote en"hospedándote en": gerundio del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- Hospedándome en Hospedándonos en Hospedándoos en Hospedándose en		logerend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'logeren in' Lettergrepen: lo·ge·rend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijvend inonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'verblijven in' Lettergrepen: ver·blij·vend in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	¡hospedaos!imperativo plural del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Alojaos! ¡Alójate! ¡Está convidado! ¡Estad convidado! ¡Hospédate!		ben te gast!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te gast zijn'
			logeer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
	¡hospedaos donde!"¡hospedaos donde!": imperativo plural del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospédate donde!		logeer bij!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren bij' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijf bij!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verblijven bij' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	¡hospedaos en!"¡hospedaos en!": imperativo plural del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospédate en!		logeer in!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren in' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijf in!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verblijven in' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojar  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Hospedo Hospedé Hospedas Hospedaste Hospeda Hospedó Hospedamos Hospedamos Hospedáis Hospedasteis Hospedan Hospedaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Hospedar é ía Hospedaba Hospedar ás ías Hospedabas Hospedar á ía Hospedaba Hospedar emos íamos Hospedábamos Hospedar éis íais Hospedabais Hospedar án ían Hospedaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Hospede Hospedara Hospedes Hospedaras Hospede Hospedara Hospedemos Hospedáramos Hospedéis Hospedarais Hospeden Hospedaran Futuro Préterito imperfecto se Hospedare Hospedase Hospedares Hospedases Hospedare Hospedase Hospedáremos Hospedásemos Hospedareis Hospedaseis Hospedaren Hospedasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Hospeda (tú) No hospedes Hospede (usted) No hospede Hospedemos (nosotros) No hospedemos Hospedad (vosotros) No hospedéis Hospeden (ustedes) No hospeden Formas impersonales participio pasado     Gerundio Hospedado Hospedando		gastvrijheid verlenen aanwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: gast·vrij·heid ver·le·nen aan Verbuiging: gastvrijheid verlenen aan - verleende gastvrijheid aan - gastvrijheid verleend aan
	hospedaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaba Alojara Alojase Alojé Alojó Hospedaba Hospedase Hospedé Hospedó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende gastvrijheid aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaba Alojara Alojase Alojé Alojó Hospedaba Hospedase Hospedé Hospedó		ik verleende gastvrijheid aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik ver·leen·de gast·vrij·heid aan
	hospedarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojará Alojare Hospedare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gastvrijheid verlenen aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojabais Alojarais Alojaseis Alojasteis Hospedabais Hospedaseis Hospedasteis		jullie verleenden gastvrijheid aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie ver·leen·den gast·vrij·heid aan
	hospedáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojábamos Alojamos Alojáramos Alojásemos Hospedábamos Hospedamos Hospedásemos		wij/we verleenden gastvrijheid aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaban Alojaran Alojaron Alojasen Hospedaban Hospedaron Hospedasen		zij/ze verleenden gastvrijheid aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojarán Alojaren Hospedaren		zij/ze zullen gastvrijheid verlenen aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojabas Alojaras Alojases Alojaste Hospedabas Hospedases Hospedaste		jij/je verleende gastvrijheid aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojarás Alojares Hospedares		jij/je zal gastvrijheid verlenen aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojará Alojare Alojaré Hospedará Hospedaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gastvrijheid verlenen aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojará Alojare Alojaré Hospedará Hospedaré		ik zal gastvrijheid verlenen aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik zal gast·vrij·heid ver·le·nen aan
	hospedaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojare Alojaré Hospedare		ik zal gastvrijheid verlenen aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik zal gast·vrij·heid ver·le·nen aan
	hospedareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojareis Alojaréis Hospedaréis		jullie zullen gastvrijheid verlenen aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie zul·len gast·vrij·heid ver·le·nen aan
	hospedaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojareis Alojaréis Hospedareis		jullie zullen gastvrijheid verlenen aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie zul·len gast·vrij·heid ver·le·nen aan
	hospedaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaremos Alojáremos Hospedáremos		wij/we zullen gastvrijheid verlenen aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaremos Alojáremos Hospedaremos		wij/we zullen gastvrijheid verlenen aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojarán Alojaren Hospedarán		zij/ze zullen gastvrijheid verlenen aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojarás Alojares Hospedarás		jij/je zal gastvrijheid verlenen aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedaríatercera persona singular condicional del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaría		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gastvrijheid verlenen aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	_primera persona singular condicional del verbo 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaría		ik zou gastvrijheid verlenen aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik zou gast·vrij·heid ver·le·nen aan
	hospedaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaríais		jullie zouden gastvrijheid verlenen aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie zou·den gast·vrij·heid ver·le·nen aan
	hospedaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaríamos		wij/we zouden gastvrijheid verlenen aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedaríantercera persona plural condicional del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojarían		zij/ze zouden gastvrijheid verlenen aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedaríassegunda persona singular condicional del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojarías		jij/je zou gastvrijheid verlenen aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaban Alojaran Alojaron Alojasen Hospedaban Hospedaran Hospedasen		zij/ze verleenden gastvrijheid aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedarseinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojarse Estar convidado  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Me hospedo Me hospedé Te hospedas Te hospedaste Se hospeda Se hospedó Nos hospedamos Nos hospedamos Os hospedáis Os hospedasteis Se hospedan Se hospedaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Me hospedar é ía Me hospedaba Te hospedar ás ías Te hospedabas Se hospedar á ía Se hospedaba Nos hospedar emos íamos Nos hospedábamos Os hospedar éis íais Os hospedabais Se hospedar án ían Se hospedaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Me hospede Me hospedara Te hospedes Te hospedaras Se hospede Se hospedara Nos hospedemos Nos hospedáramos Os hospedéis Os hospedarais Se hospeden Se hospedaran Futuro Préterito imperfecto se Me hospedare Me hospedase Te hospedares Te hospedases Se hospedare Se hospedase Nos hospedáremos Nos hospedásemos Os hospedareis Os hospedaseis Se hospedaren Se hospedasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Hospédate (tú) No te hospedes Hospédese (usted) No se hospede Hospedémonos (nosotros) No nos hospedemos Hospedaos (vosotros) No os hospedéis Hospédense (ustedes) No se hospeden Formas impersonales participio pasado     Gerundio Hospedado Hospedándome,... etc.		logerenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: lo·ge·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: logeren - logeerde - gelogeerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			te gast zijnwerkwoordsvorm ww Één lettergreep Verbuiging: te gast zijn - was te gast - te gast geweest
	hospedarse donde"hospedarse donde": locución verbal Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'		logeren bijwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: lo·ge·ren bij Verbuiging: logeren bij - logeerde bij - gelogeerd bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijven bijwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: ver·blij·ven bij Verbuiging: verblijven bij - verbleef bij - verbleven bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedarse en"hospedarse en": locución verbal Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'		logeren inwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: lo·ge·ren in Verbuiging: logeren in - logeerde in - gelogeerd in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijven inwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: ver·blij·ven in Verbuiging: verblijven in - verbleef in - verbleven in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojas Alojes Hospedes		jij/je verleent gastvrijheid aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaba Alojara Alojase Alojé Alojó Hospedaba Hospedara Hospedé Hospedó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende gastvrijheid aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaba Alojara Alojase Alojé Alojó Hospedaba Hospedara Hospedé Hospedó		ik verleende gastvrijheid aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik ver·leen·de gast·vrij·heid aan
	hospedaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojabais Alojarais Alojaseis Alojasteis Hospedabais Hospedarais Hospedasteis		jullie verleenden gastvrijheid aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie ver·leen·den gast·vrij·heid aan
	hospedásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojábamos Alojamos Alojáramos Alojásemos Hospedábamos Hospedamos Hospedáramos		wij/we verleenden gastvrijheid aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaban Alojaran Alojaron Alojasen Hospedaban Hospedaran Hospedaron		zij/ze verleenden gastvrijheid aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojabas Alojaras Alojases Alojaste Hospedabas Hospedaras Hospedaste		jij/je verleende gastvrijheid aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojabas Alojaras Alojases Alojaste Hospedabas Hospedaras Hospedases		jij/je verleende gastvrijheid aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojabais Alojarais Alojaseis Alojasteis Hospedabais Hospedarais Hospedaseis		jullie verleenden gastvrijheid aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie ver·leen·den gast·vrij·heid aan
	¡hospédate!imperativo singular del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Alojaos! ¡Alójate! ¡Está convidado! ¡Estad convidado! ¡Hospedaos!		ben te gast!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'te gast zijn'
			logeer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'logeren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
	¡hospédate donde!"¡hospédate donde!": imperativo singular del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospedaos donde!		logeer bij!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'logeren bij' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijf bij!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verblijven bij' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	¡hospédate en!"¡hospédate en!": imperativo singular del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospedaos en!		logeer in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'logeren in' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijf in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verblijven in' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedeprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Aloja Aloje Alojo Hospeda Hospedo		ik verleen gastvrijheid aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik ver·leen gast·vrij·heid aan
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Aloja Aloje Alojo Hospeda Hospedo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent gastvrijheid aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaba Alojara Alojase Alojé Hospedaba Hospedara Hospedase		ik verleende gastvrijheid aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik ver·leen·de gast·vrij·heid aan
	¡hospede!imperativo singular del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Aloje! ¡Alojen! ¡Hospeden!		verleent u gastvrijheid aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospedéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojáis Alojéis Hospedáis		jullie verlenen gastvrijheid aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: jul·lie ver·le·nen gast·vrij·heid aan
	¡hospedémonos!imperativo plural del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Alojémonos! ¡Estemos convidado!		laten we logerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren' Lettergrepen: la·ten we lo·ge·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
			laten we te gast zijngebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te gast zijn' Lettergrepen: la·ten we te gast zijn
	¡hospedémonos donde!"¡hospedémonos donde!": imperativo plural del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'		laten we logeren bijgebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren bij' Lettergrepen: la·ten we lo·ge·ren bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			laten we verblijven bijgebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verblijven bij' Lettergrepen: la·ten we ver·blij·ven bij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	¡hospedémonos en!"¡hospedémonos en!": imperativo plural del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'		laten we logeren ingebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren in' Lettergrepen: la·ten we lo·ge·ren in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			laten we verblijven ingebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verblijven in' Lettergrepen: la·ten we ver·blij·ven in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojamos Alojemos Hospedamos		wij/we verlenen gastvrijheid aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	¡hospedemos!imperativo plural del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Alojemos!		laten we gastvrijheid verlenen aangebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: la·ten we gast·vrij·heid ver·le·nen aan
	hospedentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojan Alojen Hospedan		zij/ze verlenen gastvrijheid aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	¡hospeden!imperativo plural del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Aloje! ¡Alojen! ¡Hospede!		verleent u gastvrijheid aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	¡hospédense!imperativo plural del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Alójense! ¡Alójese! ¡Esté convidado! ¡Estén convidado! ¡Hospédese!		is u te gast!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te gast zijn'
			logeert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
	¡hospédense donde!"¡hospédense donde!": imperativo plural del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospédese donde!		logeert u bij!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren bij' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijft u bij!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verblijven bij' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	¡hospédense en!"¡hospédense en!": imperativo plural del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospédese en!		logeert u in!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'logeren in' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijft u in!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verblijven in' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospederíasustantivo Plural es: hospederías Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedería' , la  w  spalabras relacionadas: --------------------- Mansión Posada		herbergzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: her·berg Meervoud is: herbergen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			logementzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: lo·ge·ment Meervoud is: logementen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  we  w
	hospederíassustantivo plural de la palabra: hospedería Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedería' , las  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Mansiones Posadas		herbergenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: herberg Lettergrepen: her·ber·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			logementenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: logement Lettergrepen: lo·ge·men·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logement'). , de  wn  w
	hospedessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojas Alojes Hospedas		jij/je verleent gastvrijheid aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	¡hospédese!imperativo singular del verbo 'hospedarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Alójense! ¡Alójese! ¡Esté convidado! ¡Estén convidado! ¡Hospédense!		is u te gast!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'te gast zijn'
			logeert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'logeren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').   wn
	¡hospédese donde!"¡hospédese donde!": imperativo singular del verbo 'hospedarse donde' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'donde'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospédense donde!		logeert u bij!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'logeren bij' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijft u bij!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verblijven bij' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	¡hospédese en!"¡hospédese en!": imperativo singular del verbo 'hospedarse en' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospédense en!		logeert u in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'logeren in' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Logeren').
			verblijft u in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verblijven in' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijven').
	hospedoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Aloje Alojo Hospede		ik verleen gastvrijheid aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan' Lettergrepen: ik ver·leen gast·vrij·heid aan
	hospedótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospedar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospedar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Alojaba Alojara Alojase Alojó Hospedaba Hospedara Hospedase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende gastvrijheid aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gastvrijheid verlenen aan'
	hospiciosustantivo Plural es: hospicios Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospicio' , el  we  w		hospitiumzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: hos·pi·ti·um Meervouden zijn: hospitia, hospitiums Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	hospiciossustantivo plural de la palabra: hospicio Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospicio' , los  we  w		hospitiaMeervoud van het zelfstandig naamwoord: hospitium Lettergrepen: hos·pi·tia Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitium'). , de  wn  w
			hospitiumsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: hospitium Lettergrepen: hos·pi·ti·ums Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitium'). , de  wn  w
	hospitalsustantivo Plural es: hospitales Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospital' , el  we  wn  w		gasthuiszelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: gast·huis Meervoud is: gasthuizen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			hospitaalzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: hos·pi·taal Verkleinwoord is: hospitaaltje [hos·pi·taal·tje]], het Meervoud is: hospitalen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			ziekenhuiszelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: zie·ken·huis Meervoud is: ziekenhuizen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  we  w
	hospital"hospital de campaña": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospital'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   campaña Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'campaña' , el  w		veldhospitaalzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: veld·hos·pi·taal Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	Hospital"Hospital de la Pitié-Salpêtrière": Nombre (o por antonomasia) Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospital'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   Pitié-Salpêtrière   w		Hôpital de la Salpêtrièreeigennaam (of antonomasie) en   w
	hospitalariaadjetivo femenino singular de la palabra: hospitalario Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalario'   wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalarias Hospitalario Hospitalarios		gastvrijbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: gast·vrij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			gastvrijeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Gastvrij Lettergrepen: gast·vrije Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gastvrij').   wn
	hospitalariasadjetivo femenino plural de la palabra: hospitalario Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalario'   wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalaria Hospitalario Hospitalarios		gastvrijbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: gast·vrij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			gastvrijeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Gastvrij Lettergrepen: gast·vrije Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gastvrij').   wn
	hospitalarioadjetivo masculino singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalario'   wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalaria Hospitalarias Hospitalarios		gastvrijbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: gast·vrij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			gastvrijeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Gastvrij Lettergrepen: gast·vrije Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gastvrij').   wn
	hospitalariosadjetivo masculino plural de la palabra: hospitalario Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalario'   wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalaria Hospitalarias Hospitalario		gastvrijbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: gast·vrij Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			gastvrijeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Gastvrij Lettergrepen: gast·vrije Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gastvrij').   wn
	hospitalessustantivo plural de la palabra: hospital Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospital' , los  we  wn  w		gasthuizenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: gasthuis Lettergrepen: gast·hui·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gasthuis'). , de  wn  w
			hospitalenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: hospitaal Lettergrepen: hos·pi·ta·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaal'). , de  wn  w
			ziekenhuizenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: ziekenhuis Lettergrepen: zie·ken·hui·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ziekenhuis'). , de  wn  w
	hospitalicetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitaliza Hospitalizo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hospitaliseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitaliza Hospitalizo		ik hospitaliseereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik hos·pi·ta·li·seer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalicéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaba Hospitalizara Hospitalizase		ik hospitaliseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik hos·pi·ta·li·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	¡hospitalice!imperativo singular del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospitalicen!		hospitaliseert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'hospitaliseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalicéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizáis		jullie hospitaliserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalicemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizamos		wij/we hospitalisereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	¡hospitalicemos!imperativo plural del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'		laten we hospitaliserengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: la·ten we hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalicentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizan		zij/ze hospitaliserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	¡hospitalicen!imperativo plural del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospitalice!		hospitaliseert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'hospitaliseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalicessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizas		jij/je hospitaliseerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalidadsustantivo Plural es: hospitalidades Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalidad' , la  we  wn  w		gastvrijheidzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: gast·vrij·heid Meervoud is: gastvrijheden Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			hospitaliteitzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: hos·pi·ta·li·teit Meervoud is: hospitaliteiten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	hospitalidadessustantivo plural de la palabra: hospitalidad Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalidad' , las  we  w		gastvrijhedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: gastvrijheid Lettergrepen: gast·vrij·he·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gastvrijheid'). , de  wn  w
			hospitaliteitenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: hospitaliteit Lettergrepen: hos·pi·ta·li·tei·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliteit'). , de  wn  w
	hospitalizatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalice		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hospitaliseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	¡hospitaliza!imperativo singular del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospitalizad!		hospitaliseer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'hospitaliseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicé Hospitalizara Hospitalizase Hospitalizó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hospitaliseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicé Hospitalizara Hospitalizase Hospitalizó		ik hospitaliseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik hos·pi·ta·li·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizarais Hospitalizaseis Hospitalizasteis		jullie hospitaliseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie hos·pi·ta·li·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizamos Hospitalizáramos Hospitalizásemos		wij/we hospitaliseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaran Hospitalizaron Hospitalizasen		zij/ze hospitaliseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaras Hospitalizases Hospitalizaste		jij/je hospitaliseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	¡hospitalizad!imperativo plural del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Hospitaliza!		hospitaliseer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'hospitaliseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizadas Hospitalizado Hospitalizados		gehospitaliseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ge·hos·pi·ta·li·seerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizada Hospitalizado Hospitalizados		gehospitaliseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ge·hos·pi·ta·li·seerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizadoparticipio pasado del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizada Hospitalizadas Hospitalizados		gehospitaliseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ge·hos·pi·ta·li·seerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizada Hospitalizadas Hospitalizado		gehospitaliseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ge·hos·pi·ta·li·seerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicéis		jullie hospitaliserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicemos Hospitalizábamos Hospitalizáramos Hospitalizásemos		wij/we hospitaliseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicemos Hospitalizábamos Hospitalizáramos Hospitalizásemos		wij/we hospitalisereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicen		zij/ze hospitaliserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizandogerundio del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn		hospitaliserendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: hos·pi·ta·li·se·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Hospitalizo Hospitalicé Hospitalizas Hospitalizaste Hospitaliza Hospitalizó Hospitalizamos Hospitalizamos Hospitalizáis Hospitalizasteis Hospitalizan Hospitalizaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Hospitalizar é ía Hospitalizaba Hospitalizar ás ías Hospitalizabas Hospitalizar á ía Hospitalizaba Hospitalizar emos íamos Hospitalizábamos Hospitalizar éis íais Hospitalizabais Hospitalizar án ían Hospitalizaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Hospitalice Hospitalizara Hospitalices Hospitalizaras Hospitalice Hospitalizara Hospitalicemos Hospitalizáramos Hospitalicéis Hospitalizarais Hospitalicen Hospitalizaran Futuro Préterito imperfecto se Hospitalizare Hospitalizase Hospitalizares Hospitalizases Hospitalizare Hospitalizase Hospitalizáremos Hospitalizásemos Hospitalizareis Hospitalizaseis Hospitalizaren Hospitalizasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Hospitaliza (tú) No hospitalices Hospitalice (usted) No hospitalice Hospitalicemos (nosotros) No hospitalicemos Hospitalizad (vosotros) No hospitalicéis Hospitalicen (ustedes) No hospitalicen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Hospitalizado Hospitalizando		hospitaliserenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: hos·pi·ta·li·se·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: hospitaliseren - hospitaliseerde - gehospitaliseerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	hospitalizaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicé Hospitalizaba Hospitalizase Hospitalizó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hospitaliseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicé Hospitalizaba Hospitalizase Hospitalizó		ik hospitaliseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik hos·pi·ta·li·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hospitaliserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizabais Hospitalizaseis Hospitalizasteis		jullie hospitaliseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie hos·pi·ta·li·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizábamos Hospitalizamos Hospitalizásemos		wij/we hospitaliseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaban Hospitalizaron Hospitalizasen		zij/ze hospitaliseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaren		zij/ze zullen hospitaliserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizabas Hospitalizases Hospitalizaste		jij/je hospitaliseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizares		jij/je zal hospitaliserentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizará Hospitalizaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hospitaliserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizará Hospitalizaré		ik zal hospitalisereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik zal hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizare		ik zal hospitalisereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik zal hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaréis		jullie zullen hospitaliserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie zul·len hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizareis		jullie zullen hospitaliserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie zul·len hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizáremos		wij/we zullen hospitalisereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaremos		wij/we zullen hospitalisereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizarán		zij/ze zullen hospitaliserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizarás		jij/je zal hospitaliserentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizaríatercera persona singular condicional del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hospitaliserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'hospitalizar'   we  wn		ik zou hospitalisereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik zou hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn		jullie zouden hospitaliserentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie zou·den hos·pi·ta·li·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn		wij/we zouden hospitalisereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizaríantercera persona plural condicional del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn		zij/ze zouden hospitaliserenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizaríassegunda persona singular condicional del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn		jij/je zou hospitaliserentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaban Hospitalizaran Hospitalizasen		zij/ze hospitaliseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalices		jij/je hospitaliseerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicé Hospitalizaba Hospitalizara Hospitalizó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hospitaliseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalicé Hospitalizaba Hospitalizara Hospitalizó		ik hospitaliseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik hos·pi·ta·li·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizabais Hospitalizarais Hospitalizasteis		jullie hospitaliseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie hos·pi·ta·li·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizábamos Hospitalizamos Hospitalizáramos		wij/we hospitaliseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaban Hospitalizaran Hospitalizaron		zij/ze hospitaliseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizabas Hospitalizaras Hospitalizaste		jij/je hospitaliseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizabas Hospitalizaras Hospitalizases		jij/je hospitaliseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'
	hospitalizasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizabais Hospitalizarais Hospitalizaseis		jullie hospitaliseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: jul·lie hos·pi·ta·li·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalice		ik hospitaliseereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren' Lettergrepen: ik hos·pi·ta·li·seer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hospitaliseren').   wn
	hospitalizótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'hospitalizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hospitalizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Hospitalizaba Hospitalizara Hospitalizase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hospitaliseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hospitaliseren'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

f

i

j

o

pr

u

vwy

3e

-abcefgh

j

l

m

n

op

r

s

tuvwyz

4e

-

t

5e

an

pe

pi

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

HOSANNA ..... HOSPIz

Volgende/ Siguiente -->

boven