Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

-a

b

c

d

efgj

l

m

n

oñpq

r

s

tvwx

z

3e

,-

a

c

d

e

f

g

h

i

j

k

m

n

o

q

s

t

u

v

y

4e

a

eh

i

l

o

r

u

5e

-

ns

t

6e

da

de

di

do

en

er

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

INCIDA ..... INCIERTOS

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	incidaprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incide Incido		ik val opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incide Incido		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	¡incida!imperativo singular del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Incidan!		valt u op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vallen op' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidís		jullie vallen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidimos		wij/we vallen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	¡incidamos!imperativo plural del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'		laten we vallen opgebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: la·ten we val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Inciden		zij/ze vallen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	¡incidan!imperativo plural del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Incida!		valt u op!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vallen op' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incides		jij/je valt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incida		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	¡incide!imperativo singular del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Incidid!		val op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vallen op' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidan		zij/ze vallen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidenciasustantivo Plural es: incidencias Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidencia' , la  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Incidente		bijkomend gevalzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: bij·ko·mend ge·val , het  w
			incidentzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: in·ci·dent Meervoud is: incidenten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			voorvalzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: voor·val Verkleinwoord is: voorvalletje [voor·val·le·tje]], het Meervoud is: voorvallen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  we  w
	incidenciassustantivo plural de la palabra: incidencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidencia'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Incidentes		incidentenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: incident Lettergrepen: in·ci·den·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Incident'). , de  wn  w
			voorvallenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: voorval Lettergrepen: voor·val·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  we  w
	incidentaladjetivo singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidental'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Incidentales		incidenteelbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: in·ci·den·teel Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			incidenteleVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Incidenteel Lettergrepen: in·ci·den·te·le Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Incidenteel').   wn
	incidentalesadjetivo plural de la palabra: incidental Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidental'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Incidental		incidenteelbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: in·ci·den·teel Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			incidenteleVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Incidenteel Lettergrepen: in·ci·den·te·le Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Incidenteel').   wn
	incidentesustantivo Plural es: incidentes Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidente' , el  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Incidencia		incidentzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: in·ci·dent Meervoud is: incidenten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	Incidente"Incidente de Fachoda": Nombre (o por antonomasia) Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidente'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   Fachoda Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Fachoda'   w		Fashoda-incidenteigennaam (of antonomasie) en   w
			Fasjoda-incidenteigennaam (of antonomasie) en   w
	incidente"incidente nuclear": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidente'   nuclear Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nuclear'   w  spalabras relacionadas: --------------------- Accidente nuclar		kernrampzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: kern·ramp Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			nucleaire catastrofezelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: nu·cle·ai·re ca·tas·tro·fe   w
	incidente"incidente OVNI de Aurora": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidente'   OVNI Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ovni'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   Aurora Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aurora' , el  w		Aurora-incidentzelfstandig naamwoord zn , het  w
	incidente"incidente OVNI de Roswell": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidente'   OVNI Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ovni'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   Roswell Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Roswell' , el  w		Roswellincidentzelfstandig naamwoord zn , het  w
	incidentessustantivo plural de la palabra: incidente Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidente' , los  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Incidencias		incidentenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: incident Lettergrepen: in·ci·den·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Incident'). , de  wn  w
	incidessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidas		jij/je valt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidía Incidiera Incidiese		ik viel opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidí Incidiera Incidiese Incidió		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidí Incidiera Incidiese Incidió		ik viel opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidierais Incidieseis Incidisteis		jullie vielen optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie vie·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidiéramos Incidiésemos Incidimos		wij/we vielen opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidieran Incidieron Incidiesen		zij/ze vielen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidieras Incidieses Incidiste		jij/je viel optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	¡incidid!imperativo plural del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Incide!		val op!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vallen op' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incididaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incididas Incidido Incididos		gevallen oponregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: ge·val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incididasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidida Incidido Incididos		gevallen oponregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: ge·val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incididoparticipio pasado del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidida Incididas Incididos		gevallen oponregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: ge·val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incididosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidida Incididas Incidido		gevallen oponregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: ge·val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidiendogerundio del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we		vallend oponvoltooid deelwoord van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: val·lend op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidí Incidía Incidiese Incidió		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidí Incidía Incidiese Incidió		ik viel opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidíais Incidieseis Incidisteis		jullie vielen optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie vie·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidiéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidíamos Incidiésemos Incidimos		wij/we vielen opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidían Incidieron Incidiesen		zij/ze vielen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidías Incidieses Incidiste		jij/je viel optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidirá Incidiré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vallen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidirá Incidiré		ik zal vallen opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: ik zal val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidiereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidiréis		jullie zullen vallen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie zul·len val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidiéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidiremos		wij/we zullen vallen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidirán		zij/ze zullen vallen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidirás		jij/je zal vallen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidían Incidieran Incidiesen		zij/ze vielen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidiesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidí Incidía Incidiera Incidió		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidí Incidía Incidiera Incidió		ik viel opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidíais Incidierais Incidisteis		jullie vielen optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie vie·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidiésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidíamos Incidiéramos Incidimos		wij/we vielen opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidiesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidían Incidieran Incidieron		zij/ze vielen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidiesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidías Incidieras Incidiste		jij/je viel optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidimosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidamos Incidíamos Incidiéramos Incidiésemos		wij/we vallen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidamos Incidíamos Incidiéramos Incidiésemos		wij/we vielen opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidiótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidía Incidiera Incidiese		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidirinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Incido Incidí Incides Incidiste Incide Incidió Incidimos Incidimos Incidís Incidisteis Inciden Incidieron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Incidir é ía Incidía Incidir ás ías Incidías Incidir á ía Incidía Incidir emos íamos Incidíamos Incidir éis íais Incidíais Incidir án ían Incidían   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Incida Incidiera Incidas Incidieras Incida Incidiera Incidamos Incidiéramos Incidáis Incidierais Incidan Incidieran Futuro Préterito imperfecto se Incidiere Incidiese Incidieres Incidieses Incidiere Incidiese Incidiéremos Incidiésemos Incidiereis Incidieseis Incidieren Incidiesen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Incide (tú) No incidas Incida (usted) No incida Incidamos (nosotros) No incidamos Incidid (vosotros) No incidáis Incidan (ustedes) No incidan Formas impersonales participio pasado     Gerundio Incidido Incidiendo		vallen opwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: val·len op Verbuiging: vallen op - viel op - gevallen op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidirátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidiere		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vallen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidirántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidieren		zij/ze zullen vallen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidirássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidieres		jij/je zal vallen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidiréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidiere		ik zal vallen opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: ik zal val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidiréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidiereis		jullie zullen vallen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie zul·len val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidiremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidiéremos		wij/we zullen vallen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidiríatercera persona singular condicional del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vallen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	_primera persona singular condicional del verbo 'incidir'   we		ik zou vallen opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: ik zou val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidiríaissegunda persona plural condicional del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we		jullie zouden vallen optweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie zou·den val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vallen').   wn
	incidiríamosprimera persona plural condicional del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we		wij/we zouden vallen opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidiríantercera persona plural condicional del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we		zij/ze zouden vallen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidiríassegunda persona singular condicional del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we		jij/je zou vallen optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidíssegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidáis		jullie vallen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie val·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidías Incidieras Incidieses		jij/je viel optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op'
	incidisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incidíais Incidierais Incidieseis		jullie vielen optweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Lettergrepen: jul·lie vie·len op Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	incidoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'incidir' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incidir'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Incida		ik val opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vallen op' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opvallen').   wn
	inciensosustantivo Nombre científico es: Boswellia carterii Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incienso' , el  we  wn  w  Wl  spalabras relacionadas: --------------------- Olibano	1.	olibanumzelfstandig naamwoord zn Latijnse plantennaam is: Boswellia carterii   w
		2.	wierookzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: wie·rook Latijnse plantennamen zijn: Boswellia carterii, Boswellia serrata Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w  Ws
	inciertaadjetivo femenino singular de la palabra: incierto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incierto'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Aleatoria Aleatorias Aleatorio Aleatorios Ambigua Ambiguas Ambiguo Ambiguos Azarosa Azarosas Azaroso Azarosos Dudosa Dudosas Dudoso Dudosos Inciertas Incierto Inciertos Indecisa Indecisas Indeciso Indecisos Insegura Inseguras Inseguro Inseguros Problemática Problemáticas Problemático Problemáticos Revuelta Revueltas Revuelto Revueltos Turbia Turbias Turbio Turbios		onzekerbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: on·ze·ker Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			onzekereVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Onzeker Lettergrepen: on·ze·ke·re Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onzeker').   wn
	inciertasadjetivo femenino plural de la palabra: incierto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incierto'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Aleatoria Aleatorias Aleatorio Aleatorios Ambigua Ambiguas Ambiguo Ambiguos Azarosa Azarosas Azaroso Azarosos Dudosa Dudosas Dudoso Dudosos Incierta Incierto Inciertos Indecisa Indecisas Indeciso Indecisos Insegura Inseguras Inseguro Inseguros Problemática Problemáticas Problemático Problemáticos Revuelta Revueltas Revuelto Revueltos Turbia Turbias Turbio Turbios		onzekerbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: on·ze·ker Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			onzekereVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Onzeker Lettergrepen: on·ze·ke·re Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onzeker').   wn
	inciertoadjetivo masculino singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incierto'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Aleatoria Aleatorias Aleatorio Aleatorios Ambigua Ambiguas Ambiguo Ambiguos Azarosa Azarosas Azaroso Azarosos Dudosa Dudosas Dudoso Dudosos Incierta Inciertas Inciertos Indecisa Indecisas Indeciso Indecisos Insegura Inseguras Inseguro Inseguros Problemática Problemáticas Problemático Problemáticos Revuelta Revueltas Revuelto Revueltos Turbia Turbias Turbio Turbios		onzekerbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: on·ze·ker Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			onzekereVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Onzeker Lettergrepen: on·ze·ke·re Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onzeker').   wn
	inciertosadjetivo masculino plural de la palabra: incierto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'incierto'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Aleatoria Aleatorias Aleatorio Aleatorios Ambigua Ambiguas Ambiguo Ambiguos Azarosa Azarosas Azaroso Azarosos Dudosa Dudosas Dudoso Dudosos Incierta Inciertas Incierto Indecisa Indecisas Indeciso Indecisos Insegura Inseguras Inseguro Inseguros Problemática Problemáticas Problemático Problemáticos Revuelta Revueltas Revuelto Revueltos Turbia Turbias Turbio Turbios		onzekerbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: on·ze·ker Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			onzekereVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Onzeker Lettergrepen: on·ze·ke·re Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onzeker').   wn

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

-a

b

c

d

efgj

l

m

n

oñpq

r

s

tvwx

z

3e

,-

a

c

d

e

f

g

h

i

j

k

m

n

o

q

s

t

u

v

y

4e

a

eh

i

l

o

r

u

5e

-

ns

t

6e

da

de

di

do

en

er

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

INCIDA ..... INCIERTOS

Volgende/ Siguiente -->

boven