Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e a d e h i jm o s u y

3e _ a b c d e f g h i j l m n ñ o p q s t u v xy z

4e b c dgj l n -

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van REAPARECE ..... REAUMUR Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

reaparecetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparezca hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terugderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

¡reaparece!imperativo singular del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Reapareced! kom terug!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'terugkomen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
¡reapareced!imperativo plural del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Reaparece! kom terug!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'terugkomen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecéissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparezcáis jullie komen terugtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie ko·men te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecemosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparezcamos wij/we komen terugeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparezcan zij/ze komen terugderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecerinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
Presente Préterito indefinido
Reaparezco Reaparecí
Reapareces Reapareciste
Reaparece Reapareció
Reaparecemos Reaparecimos
Reaparecéis Reaparecisteis
Reaparecen Reaparecieron
Futuro/Condicional Préterito imperfecto
Reaparecer é ía Reaparecía
Reaparecer ás ías Reaparecías
Reaparecer á ía Reaparecía
Reaparecer emos íamos Reaparecíamos
Reaparecer éis íais Reaparecíais
Reaparecer án ían Reaparecían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
Presente Préterito imperfect ra
Reaparezca Reapareciera
Reaparezcas Reaparecieras
Reaparezca Reapareciera
Reaparezcamos Reapareciéramos
Reaparezcáis Reaparecierais
Reaparezcan Reaparecieran
Futuro Préterito imperfecto se
Reapareciere Reapareciese
Reaparecieres Reaparecieses
Reapareciere Reapareciese
Reapareciéremos Reapareciésemos
Reapareciereis Reaparecieseis
Reaparecieren Reapareciesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativo negativo
Reaparece (tú) No reaparezcas
Reaparezca (usted) No reaparezca
Reaparezcamos (nosotros) No reaparezcamos
Reapareced (vosotros) No reaparezcáis
Reaparezcan (ustedes) No reaparezcan
Formas impersonales
participio pasado     Gerundio
Reaparecido Reapareciendo
terugkomenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: te·rug·ko·men
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
terugkomen - kwam terug - teruggekomen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
reaparecerátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reapareciere hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkomenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecerántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecieren zij/ze zullen terugkomenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecerássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecieres jij/je zal terugkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reapareceréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reapareciere ik zal terugkomeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik zal te·rug·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareceréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reapareciereis jullie zullen terugkomentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len te·rug·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareceremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reapareciéremos wij/we zullen terugkomeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reapareceríatercera persona singular condicional del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugkomenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

  _primera persona singular condicional del verbo 'reaparecer'
  we  wn ik zou terugkomeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik zou te·rug·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareceríaissegunda persona plural condicional del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn jullie zouden terugkomentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den te·rug·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareceríamosprimera persona plural condicional del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn wij/we zouden terugkomeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reapareceríantercera persona plural condicional del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn zij/ze zouden terugkomenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reapareceríassegunda persona singular condicional del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn jij/je zou terugkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparezcas jij/je komt terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecía
Reapareciera
Reapareciese ik kwam terugeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik kwam te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecí
Reapareciera
Reapareciese
Reapareció hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terugderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecí
Reapareciera
Reapareciese
Reapareció ik kwam terugeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik kwam te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecierais
Reaparecieseis
Reaparecisteis jullie kwamen terugtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie kwa·men te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reapareciéramos
Reapareciésemos
Reaparecimos wij/we kwamen terugeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecieran
Reaparecieron
Reapareciesen zij/ze kwamen terugderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecieras
Reaparecieses
Reapareciste jij/je kwam terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecidas
Reaparecido
Reaparecidos teruggekomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: te·rug·ge·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecida
Reaparecido
Reaparecidos teruggekomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: te·rug·ge·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecidoparticipio pasado del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecida
Reaparecidas
Reaparecidos teruggekomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: te·rug·ge·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecida
Reaparecidas
Reaparecido teruggekomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: te·rug·ge·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareciendogerundio del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn terugkomendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: te·rug·ko·mend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecí
Reaparecía
Reapareciese
Reapareció hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terugderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecí
Reaparecía
Reapareciese
Reapareció ik kwam terugeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik kwam te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecíais
Reaparecieseis
Reaparecisteis jullie kwamen terugtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie kwa·men te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareciéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecíamos
Reapareciésemos
Reaparecimos wij/we kwamen terugeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecían
Reaparecieron
Reapareciesen zij/ze kwamen terugderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecías
Reaparecieses
Reapareciste jij/je kwam terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecerá
Reapareceré hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkomenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecerá
Reapareceré ik zal terugkomeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik zal te·rug·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareciereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reapareceréis jullie zullen terugkomentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len te·rug·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareciéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reapareceremos wij/we zullen terugkomeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecerán zij/ze zullen terugkomenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecerás jij/je zal terugkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecían
Reaparecieran
Reapareciesen zij/ze kwamen terugderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reapareciesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecí
Reaparecía
Reapareciera
Reapareció hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terugderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecí
Reaparecía
Reapareciera
Reapareció ik kwam terugeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik kwam te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparecieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecíais
Reaparecierais
Reaparecisteis jullie kwamen terugtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie kwa·men te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reapareciésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecíamos
Reapareciéramos
Reaparecimos wij/we kwamen terugeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reapareciesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecían
Reaparecieran
Reaparecieron zij/ze kwamen terugderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reapareciesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecías
Reaparecieras
Reapareciste jij/je kwam terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecíamos
Reapareciéramos
Reapareciésemos wij/we kwamen terugeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reapareciótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecía
Reapareciera
Reapareciese hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terugderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecías
Reaparecieras
Reaparecieses jij/je kwam terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparecisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecíais
Reaparecierais
Reaparecieseis jullie kwamen terugtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie kwa·men te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparezcaprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparece
Reaparezco ik kom terugeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik kom te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparece
Reaparezco hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terugderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

¡reaparezca!imperativo singular del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Reaparezcan! komt u terug!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'terugkomen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparezcáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecéis jullie komen terugtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: jul·lie ko·men te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparezcamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecemos wij/we komen terugeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

¡reaparezcamos!imperativo plural del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
laten we terugkomengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: la·ten we te·rug·ko·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparezcantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparecen zij/ze komen terugderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

¡reaparezcan!imperativo plural del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Reaparezca! komt u terug!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'terugkomen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaparezcassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reapareces jij/je komt terugtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'

reaparezcoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'reaparecer'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reaparecer'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Reaparezca ik kom terugeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'terugkomen'
Lettergrepen: ik kom te·rug

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Terugkomen').
  wn
reaperturasustantivo
Plural es: reaperturas

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reapertura'
, la  wn heropeningzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: her·ope·ning
Meervoud is: heropeningen
, de  wn
reaperturassustantivo plural de la palabra: reapertura

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reapertura'
heropeningenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: heropening
Lettergrepen: her·ope·nin·gen
, de  wn
RéaumurNombre (o por antonomasia)
  w Réaumureigennaam (of antonomasie) en
Lettergrepen: Ré·au·mur

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e a d e h i jm o s u y

3e _ a b c d e f g h i j l m n ñ o p q s t u v xy z

4e b c dgj l n -

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van REAPARECE ..... REAUMUR Volgende/ Siguiente -->