Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P QR S T U V W X Y Z ß

2e a de h i jm o s u y

3e _ a b c d e f g h i j l m n ñ o p qs t u v xy z

4e -a b c e f gi m o p q t u v

5ed gn s

6e a e i o u

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
RESIDVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
residatercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demora
Demore
Demoro
Reside
Resido
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demora
Demore
Demoro
Reside
Resido
ik resideereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik re·si·deer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demora
Demore
Demoro
Reside
Resido
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woontderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demora
Demore
Demoro
Reside
Resido
ik wooneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
¡resida!imperativo singular del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Demore!
¡Demoren!
¡Residan!
resideert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'resideren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
woont u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'wonen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoráis
Demoréis
Residís
jullie residerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie wonentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoramos
Demoremos
Residimos
wij/we residereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
wij/we woneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
¡residamos!imperativo plural del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Demoremos!
laten we residerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: la·ten we re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
laten we wonengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: la·ten we wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoran
Demoren
Residen
zij/ze residerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze wonenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
¡residan!imperativo plural del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Demore!
¡Demoren!
¡Resida!
resideert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'resideren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
woont u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'wonen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoras
Demores
Resides
jij/je resideerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je woonttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demora
Demore
Resida
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woontderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
¡reside!imperativo singular del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Demora!
¡Demorad!
¡Residid!
resideer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'resideren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
woon!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'wonen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoran
Demoren
Residan
zij/ze residerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze wonenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residenciasustantivo
Plural es: residencias

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residencia'
, la  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Paradero
1Paradero.verblijfplaatszelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ver·blijf·plaats
Meervoud is: verblijfplaatsen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn
2.residentiezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: re·si·den·tie
Meervoud is: residenties

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
  _sustantivo
(Acción y efecto de residir)
Esta palabra no tiene plural
  we  wn  w
3.residerenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: re·si·de·ren
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
wonenzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: wo·nen
Dit woord heeft geen meervoud

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
residencia"residencia de personas mayores":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residencia'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  personas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'persona'
  mayores
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'mayor'
, la  w
verpleeghuiszelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ver·pleeg·huis

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
verpleegtehuiszelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ver·pleeg·te·huis

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  w
residencialadjetivo singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residencial'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Residenciales
woon-bijvoeglijk naamwoord bn
residencialesadjetivo plural de la palabra: residencial

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residencial'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Residencial
woon-bijvoeglijk naamwoord bn
residenciassustantivo plural de la palabra: residencia

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residencia'
, las  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Paraderos
1.verblijfplaatsenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: verblijfplaats
Lettergrepen: ver·blijf·plaat·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verblijfplaats').
, de  wn
2.residentiesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: residentie
Lettergrepen: re·si·den·ties

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Residentie').
, de  wn  w
residenteadjetivo singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residente'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Residentes
residentbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: re·si·dent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
residentesadjetivo plural de la palabra: residente

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residente'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Residente
residentbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: re·si·dent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
residessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoras
Demores
Residas
jij/je resideerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je woonttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Residía
Residiera
Residiese
ik resideerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik re·si·deer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
ik woondeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ik woon·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residiera
Residiese
Residió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residiera
Residiese
Residió
ik resideerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik re·si·deer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residiera
Residiese
Residió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woondederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residiera
Residiese
Residió
ik woondeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ik woon·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabais
Demorarais
Demoraseis
Demorasteis
Residierais
Residieseis
Residisteis
jullie resideerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie re·si·deer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie woondentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie woon·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorábamos
Demoramos
Demoráramos
Demorásemos
Residiéramos
Residiésemos
Residimos
wij/we resideerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
wij/we woondeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraban
Demoraran
Demoraron
Demorasen
Residieran
Residieron
Residiesen
zij/ze resideerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze woondenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabas
Demoraras
Demorases
Demoraste
Residieras
Residieses
Residiste
jij/je resideerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je woondetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
¡residid!imperativo plural del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Demora!
¡Demorad!
¡Reside!
resideer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'resideren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
woon!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'wonen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
resididaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorada
Demoradas
Demorado
Demorados
Resididas
Residido
Resididos
geresideerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ge·re·si·deerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
gewoondregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ge·woond

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
resididasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorada
Demoradas
Demorado
Demorados
Residida
Residido
Resididos
geresideerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ge·re·si·deerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
gewoondregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ge·woond

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
resididoparticipio pasado del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorada
Demoradas
Demorado
Demorados
Residida
Resididas
Resididos
geresideerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ge·re·si·deerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
gewoondregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ge·woond

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
resididosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorada
Demoradas
Demorado
Demorados
Residida
Resididas
Residido
geresideerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ge·re·si·deerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
gewoondregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ge·woond

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiendogerundio del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorando
residerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: re·si·de·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
wonendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: wo·nend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residía
Residiese
Residió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residía
Residiese
Residió
ik resideerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik re·si·deer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residía
Residiese
Residió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woondederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residía
Residiese
Residió
ik woondeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ik woon·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabais
Demorarais
Demoraseis
Demorasteis
Residíais
Residieseis
Residisteis
jullie resideerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie re·si·deer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie woondentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie woon·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorábamos
Demoramos
Demoráramos
Demorásemos
Residíamos
Residiésemos
Residimos
wij/we resideerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
wij/we woondeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraban
Demoraran
Demoraron
Demorasen
Residían
Residieron
Residiesen
zij/ze resideerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze woondenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabas
Demoraras
Demorases
Demoraste
Residías
Residieses
Residiste
jij/je resideerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je woondetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorará
Demorare
Demoraré
Residirá
Residiré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal residerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorará
Demorare
Demoraré
Residirá
Residiré
ik zal residereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik zal re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorará
Demorare
Demoraré
Residirá
Residiré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorará
Demorare
Demoraré
Residirá
Residiré
ik zal woneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ik zal wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorareis
Demoraréis
Residiréis
jullie zullen residerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie zullen wonentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraremos
Demoráremos
Residiremos
wij/we zullen residereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
wij/we zullen woneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarán
Demoraren
Residirán
zij/ze zullen residerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze zullen wonenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarás
Demorares
Residirás
jij/je zal residerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je zal wonentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraban
Demoraran
Demoraron
Demorasen
Residían
Residieran
Residiesen
zij/ze resideerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze woondenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residiesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residía
Residiera
Residió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residía
Residiera
Residió
ik resideerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik re·si·deer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residía
Residiera
Residió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woondederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoré
Demoró
Residí
Residía
Residiera
Residió
ik woondeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ik woon·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabais
Demorarais
Demoraseis
Demorasteis
Residíais
Residierais
Residisteis
jullie resideerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie re·si·deer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie woondentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie woon·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorábamos
Demoramos
Demoráramos
Demorásemos
Residíamos
Residiéramos
Residimos
wij/we resideerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
wij/we woondeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residiesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraban
Demoraran
Demoraron
Demorasen
Residían
Residieran
Residieron
zij/ze resideerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze woondenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residiesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabas
Demoraras
Demorases
Demoraste
Residías
Residieras
Residiste
jij/je resideerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je woondetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorábamos
Demoramos
Demoráramos
Demorásemos
Demoremos
Residamos
Residíamos
Residiéramos
Residiésemos
wij/we resideerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorábamos
Demoramos
Demoráramos
Demorásemos
Demoremos
Residamos
Residíamos
Residiéramos
Residiésemos
wij/we residereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
wij/we woneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorábamos
Demoramos
Demoráramos
Demorásemos
Demoremos
Residamos
Residíamos
Residiéramos
Residiésemos
wij/we woondeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residiótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraba
Demorara
Demorase
Demoró
Residía
Residiera
Residiese
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woondederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residirinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
ResidoResidí
ResidesResidiste
ResideResidió
ResidimosResidimos
ResidísResidisteis
ResidenResidieron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
ResidiréíaResidía
ResidirásíasResidías
ResidiráíaResidía
ResidiremosíamosResidíamos
ResidiréisíaisResidíais
ResidiráníanResidían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
ResidaResidiera
ResidasResidieras
ResidaResidiera
ResidamosResidiéramos
ResidáisResidierais
ResidanResidieran
FuturoPréterito imperfecto se
ResidiereResidiese
ResidieresResidieses
ResidiereResidiese
ResidiéremosResidiésemos
ResidiereisResidieseis
ResidierenResidiesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Reside(tú)No residas
Resida(usted)No resida
Residamos(nosotros)No residamos
Residid(vosotros)No residáis
Residan(ustedes)No residan
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
ResididoResidiendo
residerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: re·si·de·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
resideren - resideerde - geresideerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
wonenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: wo·nen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
wonen - woonde - gewoond


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
residirátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorará
Demorare
Residiere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal residerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residirántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarán
Demoraren
Residieren
zij/ze zullen residerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze zullen wonenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residirássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarás
Demorares
Residieres
jij/je zal residerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je zal wonentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residiréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorare
Demoraré
Residiere
ik zal residereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik zal re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
ik zal woneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ik zal wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorareis
Demoraréis
Residiereis
jullie zullen residerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie zullen wonentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraremos
Demoráremos
Residiéremos
wij/we zullen residereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
wij/we zullen woneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residiríatercera persona singular condicional del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou residerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraría
ik zou residereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik zou re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraría
ik zou woneneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: ik zou wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiríaissegunda persona plural condicional del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraríais
jullie zouden residerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie zouden wonentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residiríamosprimera persona plural condicional del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoraríamos
wij/we zouden residereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
wij/we zouden woneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residiríantercera persona plural condicional del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarían
zij/ze zouden residerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
zij/ze zouden wonenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residiríassegunda persona singular condicional del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorarías
jij/je zou residerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je zou wonentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residíssegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demoráis
Demoréis
Residáis
jullie residerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie re·si·de·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie wonentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie wo·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabas
Demoraras
Demorases
Demoraste
Residías
Residieras
Residieses
jij/je resideerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
jij/je woondetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
residisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demorabais
Demorarais
Demoraseis
Demorasteis
Residíais
Residierais
Residieseis
jullie resideerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: jul·lie re·si·deer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
jullie woondentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Lettergrepen: jul·lie woon·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'residir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Demore
Demoro
Resida
ik resideereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'resideren'
Lettergrepen: ik re·si·deer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resideren').
  wn
ik wooneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wonen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wonen').
  wn
residualadjetivo singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residual'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Residuales
overblijvendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: over·blij·vend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Overblijven').
  wn  w
overblijvendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Overblijvend
Lettergrepen: over·blij·ven·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Overblijven').
  wn  w
resterendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: res·te·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resteren').
  wn
resterendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Resterend
Lettergrepen: res·te·ren·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resteren').
  wn
residualesadjetivo plural de la palabra: residual

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residual'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Residual
overblijvendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: over·blij·vend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Overblijven').
  wn  w
overblijvendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Overblijvend
Lettergrepen: over·blij·ven·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Overblijven').
  wn  w
resterendbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: res·te·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resteren').
  wn
resterendeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Resterend
Lettergrepen: res·te·ren·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Resteren').
  wn
residuosustantivo
Plural es: residuos

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residuo'
, el  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Detrito
Resto
Retal
Retazo
Sobrante
1Detrito
Resto
Retal
Retazo
Sobrante
.
overblijfselzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: over·blijf·sel
Verkleinwoord is: overblijfseltje [over·blijf·sel·tje]], het
Meervouden zijn: overblijfselen, overblijfsels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
overschotzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: over·schot
Meervoud is: overschotten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
restzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: resten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
2.afbraakproductzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: af·braak·pro·duct
Meervoud is: afbraakproducten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
bezinkselzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: be·zink·sel
Meervoud is: bezinksels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
residuzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: re·si·du
Meervouden zijn: residu's, residuen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
residuo"residuo radiactivo":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residuo'
  radiactivo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'radiactivo'
, el  w
radioactief afvalzelfstandig naamwoordsvorm zn
Lettergrepen: ra·dio·ac·tief af·val
  w
residuossustantivo plural de la palabra: residuo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residuo'
, los  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Detritos
Restos
Retales
Retazos
Sobrantes
1.overblijfselenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: overblijfsel
Lettergrepen: over·blijf·se·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Overblijfsel').
, de  wn  w
overblijfselsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: overblijfsel
Lettergrepen: over·blijf·sels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Overblijfsel').
, de  wn  w
overschottenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: overschot
Lettergrepen: over·schot·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Overschot').
, de  wn  w
restenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: rest
Lettergrepen: res·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
2.afbraakproductenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: afbraakproduct
Lettergrepen: af·braak·pro·duc·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afbraakproduct').
, de  wn  w
bezinkselsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: bezinksel
Lettergrepen: be·zink·sels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bezinksel').
, de  wn  w
residu'sMeervoud van het zelfstandig naamwoord: residu
Lettergrepen: re·si·du's

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Residu').
, de  wn  w
residuenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: residu
Lettergrepen: re·si·du·en

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Residu').
, de  wn  w
residuos"residuos sólidos":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residuo'
  sólidos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sólido'
, los  w
huisvuilzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: huis·vuil

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P QR S T U V W X Y Z ß

2e a de h i jm o s u y

3e _ a b c d e f g h i j l m n ñ o p qs t u v xy z

4e -a b c e f gi m o p q t u v

5ed gn s

6e a e i o u

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
RESIDVolgende/ Siguiente -->

boven