Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

a

d

e

h

i

jm

o

s

u

y

3e

a

b

cd

ef

g

i

j

l

m

nopr

s

tvy

4e

e

i

l

o

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

RUB

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	RubénNombre (o por antonomasia)   we  w		Rubeneigennaam (of antonomasie) en Lettergrepen: Ru·ben   wn  w
	rubeolasustantivo (sustantivo). Enfermedad infecciosa causada por un virus, que se manifiesta por síntomas catarrales, fiebre y manchas rosadas en la piel. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubeola' , la  w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubéola		rodehondzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ro·de·hond Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	rubéolasustantivo (sustantivo). Enfermedad infecciosa causada por un virus, que se manifiesta por síntomas catarrales, fiebre y manchas rosadas en la piel. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubéola' , la  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubeola		rodehondzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ro·de·hond Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	rubísustantivo Plurales son: rubíes, rubís (sustantivo). Piedra preciosa de color rojo. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubí' , el  we  wn  w		robijnzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ro·bijn Verkleinwoord is: robijntje [ro·bijn·tje]], het Meervoud is: robijnen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	rubiasustantivo Plural es: rubias Nombres científicos son: Rubia peregrina, Rubia tinctorum Pez marino, de colores jaspeados en tonos rojizos, rosáceos y grises. De carne sabrosa y consistente, para sopas y guisos. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubia' , la  we  wn  w  Wl  f		krapzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Meervoud is: krappen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			medezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: me·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			meekrapzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: mee·krap Meervoud is: meekrappen Latijnse plantennaam is: Rubia tinctorum Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w  B  Ws  f
	rubiaadjetivo femenino singular de la palabra: rubio Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubio'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubias Rubio Rubios		blondbijvoeglijk naamwoord bn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			blondeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Blond Lettergrepen: blon·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blond').   wn  w
	rubia"rubia de tintes": locución sustantiva Nombre científico es: Rubia tinctorum Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubia'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   tintes Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tinte' , la  w  Wl  f		meekrapzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: mee·krap Latijnse plantennaam is: Rubia tinctorum Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w  B  Ws  f
	Rubiaceaesustantivo Esta palabra no tiene plural   w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubiáceas		sterbladigenfamiliezelfstandig naamwoord zn Dit woord heeft geen meervoud , de  w
	RubiaceaeNombre (o por antonomasia)   w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubiáceas		Rubiaceaeeigennaam (of antonomasie) en   w
	Rubiáceassustantivo Esta palabra no tiene plural   w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubiaceae		sterbladigenfamiliezelfstandig naamwoord zn Dit woord heeft geen meervoud , de  w
	RubiáceasNombre (o por antonomasia)   w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubiaceae		Rubiaceaeeigennaam (of antonomasie) en   w
	rubiassustantivo plural de la palabra: rubia Nombres científicos son: Rubia peregrina, Rubia tinctorum Pez marino, de colores jaspeados en tonos rojizos, rosáceos y grises. De carne sabrosa y consistente, para sopas y guisos. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubia' , las  we  wn  w  Wl  f		krappenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: krap Lettergrepen: krap·pen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Krap'). , de  w
			meekrappenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: meekrap Lettergrepen: mee·krap·pen Latijnse plantennaam is: Rubia tinctorum Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Meekrap'). , de  wn  w  B  Ws  f
	rubiasadjetivo femenino plural de la palabra: rubio Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubio'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubia Rubio Rubios		blondbijvoeglijk naamwoord bn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			blondeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Blond Lettergrepen: blon·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blond').   wn  w
	rubidiosustantivo Esta palabra no tiene plural Elemento químico con el número atómico: 37 y símbolo: Rb. Este elemento tiene un masa atómica de: 85,4678 g/mol, una densidad a 20°C de: 1,53 g/cm3, un punto de fusión de: 39 °C, un punto de ebullición de: 688 °C y fue descubierto en el año 1861 por Bunsen y Kirchhoff. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubidio' , el  we  wn  w		rubidiumzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ru·bi·di·um Dit woord heeft geen meervoud Scheikundig element met atoomnummer: 37 en symbool: Rb. Dit element heeft een atoommassa van: 85,4678 g/mol, een dichtheid bij 20°C van: 1,53 g/cm3, een smeltpunt van: 39 °C, een kookpunt van: 688 °C en werd ontdekt in het jaar 1861 door Bunsen. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	rubielsustantivo (sustantivo). Nombre común de un pez marino de carne blanca muy estimada; es de color rojizo por el lomo y plateado por el vientre y llega a medir hasta 20 cm de largo (Pagellus erithrinus). SIN. Breca. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubiel' , el  w  spalabras relacionadas: --------------------- Pagel		rode zeebrasemzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: ro·de zee·bra·sem , de  w
	rubíessustantivo plural de la palabra: rubí (sustantivo). Piedra preciosa de color rojo. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubí' , los  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubís		robijnenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: robijn Lettergrepen: ro·bij·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	rubillasustantivo Nombre científico es: Asperula odorata Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubilla' , la  w  Wl  spalabras relacionadas: --------------------- Asperilla olorosa		lievevrouwebedstrozelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: lie·ve·vrou·we·bed·stro Latijnse plantennamen zijn: Asperula odorata, Galium odoratum Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  o  wn  w  B  Ws
	rubiosustantivo Pez marino, de colores jaspeados en tonos rojizos, rosáceos y grises. De carne sabrosa y consistente, para sopas y guisos. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubio' , el  we  wn	1.	(gestreepte) poonzelfstandig naamwoordsvorm zn
			gestreepte poonzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: ge·streep·te poon , de  w
	_sustantivo Plural es: rubios Pez marino, de colores jaspeados en tonos rojizos, rosáceos y grises. De carne sabrosa y consistente, para sopas y guisos.   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Perlón	2Perlón.	poonzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Meervoud is: ponen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  o  wn  w
	rubioadjetivo masculino singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubio'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubia Rubias Rubios		blondbijvoeglijk naamwoord bn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			blondeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Blond Lettergrepen: blon·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blond').   wn  w
	rubiossustantivo plural de la palabra: rubio Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubio' , los  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Perlones		ponenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: poon Lettergrepen: po·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Poon'). , de  wn  w
	rubiosadjetivo masculino plural de la palabra: rubio Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubio'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubia Rubias Rubio		blondbijvoeglijk naamwoord bn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			blondeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Blond Lettergrepen: blon·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blond').   wn  w
	rubíssustantivo plural de la palabra: rubí (sustantivo). Piedra preciosa de color rojo. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubí'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Rubíes		robijnenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: robijn Lettergrepen: ro·bij·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	rubiscosustantivo   w  spalabras relacionadas: --------------------- 5-bisfosfato carboxilasa oxigenasa Ribulosa-1		ribulose 1-5 bifosfaat carboxylase oxygenasezelfstandig naamwoordsvorm zn , de  w
			rubiscozelfstandig naamwoord zn   w
	rubixantinasustantivo   w  spalabras relacionadas: --------------------- E161d		E161dzelfstandig naamwoord zn   w
			rubixanthinezelfstandig naamwoord zn   w
	rublosustantivo Plural es: rublos (sustantivo). Unidad monetaria de Rusia y de otras repúblicas de la antigua URSS. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rublo' , el  we  w		roebelzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: roe·bel Meervoud is: roebels Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	rublo"rublo bielorruso": locución sustantiva La moneda (divisa) de Bielorrusia que tiene, por la normativa ISO 4217, el código de tres letras: BYN. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rublo'   bielorruso Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bielorruso' , el  w		Wit-Russische roebelzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: Wit-Rus·si·sche roe·bel De valuta van Wit-Rusland die volgens norm ISO 4217 wordt aangeduid met de drieletterige valutacode: BYN. , de  wn  w
	rublo"rublo ruso": locución sustantiva La moneda (divisa) de Rusia que tiene, por la normativa ISO 4217, el código de tres letras: RUB. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rublo'   ruso Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruso' , el  w		Russische roebelzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: Rus·si·sche roe·bel De valuta van Rusland die volgens norm ISO 4217 wordt aangeduid met de drieletterige valutacode: RUB. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rusland'). , de  wn  we  w
	rublossustantivo plural de la palabra: rublo (sustantivo). Unidad monetaria de Rusia y de otras repúblicas de la antigua URSS. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rublo' , los  we  w		roebelsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: roebel Lettergrepen: roe·bels Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Roebel'). , de  wn  w
	ruborsustantivo Plural es: rubores Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubor' , el  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Bochorno		bloszelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Verkleinwoord is: blosje [blos·je]], het Meervoud is: blossen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			kleurzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Verkleinwoord is: kleurtje [kleur·tje]], het Meervoud is: kleuren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  we  w
			roodzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Meervoud is: roden Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  we  w  f
	ruboressustantivo plural de la palabra: rubor Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'rubor' , los  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Bochornos		blossenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: blos Lettergrepen: blos·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blos'). , de  wn  w
			kleurenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: kleur Lettergrepen: kleu·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  we  w
			rodenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: rood Lettergrepen: ro·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rood'). , de  wn  w
	ruboriceprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboriza Ruborizo Sonroja Sonroje Sonrojea Sonrojee Sonrojeo Sonrojo		ik doe blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik doe blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboriza Ruborizo Sonroja Sonroje Sonrojea Sonrojee Sonrojeo Sonrojo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruboricéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaba Ruborizara Ruborizase Sonrojaba Sonrojara Sonrojase Sonrojé Sonrojeaba Sonrojeara Sonrojease Sonrojeé		ik deed blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik deed blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	¡ruborice!imperativo singular del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ruboricen! ¡Sonroje! ¡Sonrojee! ¡Sonrojeen! ¡Sonrojen!		doet u blozen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'doen blozen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruboricéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizáis Sonrojáis Sonrojeáis Sonrojeéis Sonrojéis		jullie doen blozentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	¡ruboricémonos!imperativo plural del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Encendámonos! ¡Sonrojeémonos! ¡Sonrojémonos!	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	laten we blozengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blozen' Lettergrepen: la·ten we blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	laten we zich schamengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'zich schamen' Lettergrepen: la·ten we zich scha·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruboricemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizamos Sonrojamos Sonrojeamos Sonrojeemos Sonrojemos		wij/we doen blozeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	¡ruboricemos!imperativo plural del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Sonrojeemos! ¡Sonrojemos!		laten we doen blozengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: la·ten we doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruboricentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizan Sonrojan Sonrojean Sonrojeen Sonrojen		zij/ze doen blozenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	¡ruboricen!imperativo plural del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ruborice! ¡Sonroje! ¡Sonrojee! ¡Sonrojeen! ¡Sonrojen!		doet u blozen!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'doen blozen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	¡ruborícense!imperativo plural del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Enciéndanse! ¡Enciéndase! ¡Ruborícese! ¡Sonrojéense! ¡Sonrojéese! ¡Sonrójense! ¡Sonrójese!	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	bloost u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blozen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	schaamt u zich!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'zich schamen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruboricessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizas Sonrojas Sonrojeas Sonrojees Sonrojes		jij/je doet blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	¡ruborícese!imperativo singular del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Enciéndanse! ¡Enciéndase! ¡Ruborícense! ¡Sonrojéense! ¡Sonrojéese! ¡Sonrójense! ¡Sonrójese!	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	bloost u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'blozen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	schaamt u zich!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'zich schamen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruborizatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborice Sonroja Sonroje Sonrojea Sonrojee		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	¡ruboriza!imperativo singular del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ruborizad! ¡Sonroja! ¡Sonrojad! ¡Sonrojea! ¡Sonrojead!		doe blozen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'doen blozen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricé Ruborizara Ruborizase Ruborizó Sonrojaba Sonrojara Sonrojase Sonrojé Sonrojeaba Sonrojeara Sonrojease Sonrojeé Sonrojeó Sonrojó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricé Ruborizara Ruborizase Ruborizó Sonrojaba Sonrojara Sonrojase Sonrojé Sonrojeaba Sonrojeara Sonrojease Sonrojeé Sonrojeó Sonrojó		ik deed blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik deed blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizarais Ruborizaseis Ruborizasteis Sonrojabais Sonrojarais Sonrojaseis Sonrojasteis Sonrojeabais Sonrojearais Sonrojeaseis Sonrojeasteis		jullie deden blozentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie de·den blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizamos Ruborizáramos Ruborizásemos Sonrojábamos Sonrojamos Sonrojáramos Sonrojásemos Sonrojeábamos Sonrojeamos Sonrojeáramos Sonrojeásemos		wij/we deden blozeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaran Ruborizaron Ruborizasen Sonrojaban Sonrojaran Sonrojaron Sonrojasen Sonrojeaban Sonrojearan Sonrojearon Sonrojeasen		zij/ze deden blozenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaras Ruborizases Ruborizaste Sonrojabas Sonrojaras Sonrojases Sonrojaste Sonrojeabas Sonrojearas Sonrojeases Sonrojeaste		jij/je deed blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	¡ruborizad!imperativo plural del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Ruboriza! ¡Sonroja! ¡Sonrojad! ¡Sonrojea! ¡Sonrojead!		doe blozen!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'doen blozen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizadas Ruborizado Ruborizados Sonrojada Sonrojadas Sonrojado Sonrojados Sonrojeada Sonrojeadas Sonrojeado Sonrojeados		gedaan blozenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ge·daan blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizada Ruborizado Ruborizados Sonrojada Sonrojadas Sonrojado Sonrojados Sonrojeada Sonrojeadas Sonrojeado Sonrojeados		gedaan blozenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ge·daan blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizadoparticipio pasado del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizada Ruborizadas Ruborizados Sonrojada Sonrojadas Sonrojado Sonrojados Sonrojeada Sonrojeadas Sonrojeado Sonrojeados		gedaan blozenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ge·daan blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizada Ruborizadas Ruborizado Sonrojada Sonrojadas Sonrojado Sonrojados Sonrojeada Sonrojeadas Sonrojeado Sonrojeados		gedaan blozenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ge·daan blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricéis Sonrojáis Sonrojeáis Sonrojeéis Sonrojéis		jullie doen blozentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricemos Ruborizábamos Ruborizáramos Ruborizásemos Sonrojábamos Sonrojamos Sonrojáramos Sonrojásemos Sonrojeábamos Sonrojeamos Sonrojeáramos Sonrojeásemos Sonrojeemos Sonrojemos		wij/we deden blozeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricemos Ruborizábamos Ruborizáramos Ruborizásemos Sonrojábamos Sonrojamos Sonrojáramos Sonrojásemos Sonrojeábamos Sonrojeamos Sonrojeáramos Sonrojeásemos Sonrojeemos Sonrojemos		wij/we doen blozeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricen Sonrojan Sonrojean Sonrojeen Sonrojen		zij/ze doen blozenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizandogerundio del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Sonrojando Sonrojeando		doend blozenonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: doend blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizándomegerundio del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- Encendiéndome Encendiéndonos Encendiéndoos Encendiéndose Encendiéndote Ruborizándonos Ruborizándoos Ruborizándose Ruborizándote Sonrojándome Sonrojándonos Sonrojándoos Sonrojándose Sonrojándote Sonrojeándome Sonrojeándonos Sonrojeándoos Sonrojeándose Sonrojeándote	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	blozendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'blozen' Lettergrepen: blo·zend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	me schamendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich schamen' Lettergrepen: me scha·mend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruborizándonosgerundio del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- Encendiéndome Encendiéndonos Encendiéndoos Encendiéndose Encendiéndote Ruborizándome Ruborizándoos Ruborizándose Ruborizándote Sonrojándome Sonrojándonos Sonrojándoos Sonrojándose Sonrojándote Sonrojeándome Sonrojeándonos Sonrojeándoos Sonrojeándose Sonrojeándote	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	blozendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'blozen' Lettergrepen: blo·zend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	ons schamendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich schamen' Lettergrepen: ons scha·mend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruborizándoosgerundio del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- Encendiéndome Encendiéndonos Encendiéndoos Encendiéndose Encendiéndote Ruborizándome Ruborizándonos Ruborizándose Ruborizándote Sonrojándome Sonrojándonos Sonrojándoos Sonrojándose Sonrojándote Sonrojeándome Sonrojeándonos Sonrojeándoos Sonrojeándose Sonrojeándote	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	blozendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'blozen' Lettergrepen: blo·zend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	je schamendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich schamen' Lettergrepen: je scha·mend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruborizándosegerundio del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Encendiéndome Encendiéndonos Encendiéndoos Encendiéndose Encendiéndote Ruborizándome Ruborizándonos Ruborizándoos Ruborizándote Sonrojándome Sonrojándonos Sonrojándoos Sonrojándose Sonrojándote Sonrojeándome Sonrojeándonos Sonrojeándoos Sonrojeándose Sonrojeándote	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	blozendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'blozen' Lettergrepen: blo·zend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	zich schamendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich schamen' Lettergrepen: zich scha·mend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruborizándotegerundio del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- Encendiéndome Encendiéndonos Encendiéndoos Encendiéndose Encendiéndote Ruborizándome Ruborizándonos Ruborizándoos Ruborizándose Sonrojándome Sonrojándonos Sonrojándoos Sonrojándose Sonrojándote Sonrojeándome Sonrojeándonos Sonrojeándoos Sonrojeándose Sonrojeándote	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	blozendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'blozen' Lettergrepen: blo·zend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	je schamendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zich schamen' Lettergrepen: je scha·mend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	¡ruborizaos!imperativo plural del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Encendeos! ¡Enciéndete! ¡Ruborízate! ¡Sonrojaos! ¡Sonrójate! ¡Sonrojeaos! ¡Sonrojéate!	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	bloos!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blozen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	schaam je!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'zich schamen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruborizarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Sonrojar Sonrojear  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Ruborizo Ruboricé Ruborizas Ruborizaste Ruboriza Ruborizó Ruborizamos Ruborizamos Ruborizáis Ruborizasteis Ruborizan Ruborizaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Ruborizar é ía Ruborizaba Ruborizar ás ías Ruborizabas Ruborizar á ía Ruborizaba Ruborizar emos íamos Ruborizábamos Ruborizar éis íais Ruborizabais Ruborizar án ían Ruborizaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Ruborice Ruborizara Ruborices Ruborizaras Ruborice Ruborizara Ruboricemos Ruborizáramos Ruboricéis Ruborizarais Ruboricen Ruborizaran Futuro Préterito imperfecto se Ruborizare Ruborizase Ruborizares Ruborizases Ruborizare Ruborizase Ruborizáremos Ruborizásemos Ruborizareis Ruborizaseis Ruborizaren Ruborizasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Ruboriza (tú) No ruborices Ruborice (usted) No ruborice Ruboricemos (nosotros) No ruboricemos Ruborizad (vosotros) No ruboricéis Ruboricen (ustedes) No ruboricen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Ruborizado Ruborizando		doen blozenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: doen blo·zen Verbuiging: doen blozen - deed blozen - gedaan blozen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricé Ruborizaba Ruborizase Ruborizó Sonrojaba Sonrojara Sonrojase Sonrojé Sonrojeaba Sonrojeara Sonrojease Sonrojeé Sonrojeó Sonrojó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricé Ruborizaba Ruborizase Ruborizó Sonrojaba Sonrojara Sonrojase Sonrojé Sonrojeaba Sonrojeara Sonrojease Sonrojeé Sonrojeó Sonrojó		ik deed blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik deed blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizare Sonrojará Sonrojare Sonrojeará Sonrojeare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizabais Ruborizaseis Ruborizasteis Sonrojabais Sonrojarais Sonrojaseis Sonrojasteis Sonrojeabais Sonrojearais Sonrojeaseis Sonrojeasteis		jullie deden blozentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie de·den blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizábamos Ruborizamos Ruborizásemos Sonrojábamos Sonrojamos Sonrojáramos Sonrojásemos Sonrojeábamos Sonrojeamos Sonrojeáramos Sonrojeásemos		wij/we deden blozeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaban Ruborizaron Ruborizasen Sonrojaban Sonrojaran Sonrojaron Sonrojasen Sonrojeaban Sonrojearan Sonrojearon Sonrojeasen		zij/ze deden blozenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaren Sonrojarán Sonrojaren Sonrojearán Sonrojearen		zij/ze zullen doen blozenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizabas Ruborizases Ruborizaste Sonrojabas Sonrojaras Sonrojases Sonrojaste Sonrojeabas Sonrojearas Sonrojeases Sonrojeaste		jij/je deed blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizares Sonrojarás Sonrojares Sonrojearás Sonrojeares		jij/je zal doen blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizará Ruborizaré Sonrojará Sonrojare Sonrojaré Sonrojeará Sonrojeare Sonrojearé		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizará Ruborizaré Sonrojará Sonrojare Sonrojaré Sonrojeará Sonrojeare Sonrojearé		ik zal doen blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik zal doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizare Sonrojare Sonrojaré Sonrojeare Sonrojearé		ik zal doen blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik zal doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaréis Sonrojareis Sonrojaréis Sonrojeareis Sonrojearéis		jullie zullen doen blozentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie zul·len doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizareis Sonrojareis Sonrojaréis Sonrojeareis Sonrojearéis		jullie zullen doen blozentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie zul·len doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizáremos Sonrojaremos Sonrojáremos Sonrojearemos Sonrojeáremos		wij/we zullen doen blozeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaremos Sonrojaremos Sonrojáremos Sonrojearemos Sonrojeáremos		wij/we zullen doen blozeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizarán Sonrojarán Sonrojaren Sonrojearán Sonrojearen		zij/ze zullen doen blozenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizarás Sonrojarás Sonrojares Sonrojearás Sonrojeares		jij/je zal doen blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizaríatercera persona singular condicional del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Sonrojaría Sonrojearía		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou doen blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Sonrojaría Sonrojearía		ik zou doen blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik zou doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Sonrojaríais Sonrojearíais		jullie zouden doen blozentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie zou·den doen blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Sonrojaríamos Sonrojearíamos		wij/we zouden doen blozeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizaríantercera persona plural condicional del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Sonrojarían Sonrojearían		zij/ze zouden doen blozenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizaríassegunda persona singular condicional del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Sonrojarías Sonrojearías		jij/je zou doen blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaban Ruborizaran Ruborizasen Sonrojaban Sonrojaran Sonrojaron Sonrojasen Sonrojeaban Sonrojearan Sonrojearon Sonrojeasen		zij/ze deden blozenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizarseinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Encenderse Sonrojarse Sonrojearse  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Me ruborizo Me ruboricé Te ruborizas Te ruborizaste Se ruboriza Se ruborizó Nos ruborizamos Nos ruborizamos Os ruborizáis Os ruborizasteis Se ruborizan Se ruborizaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Me ruborizar é ía Me ruborizaba Te ruborizar ás ías Te ruborizabas Se ruborizar á ía Se ruborizaba Nos ruborizar emos íamos Nos ruborizábamos Os ruborizar éis íais Os ruborizabais Se ruborizar án ían Se ruborizaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Me ruborice Me ruborizara Te ruborices Te ruborizaras Se ruborice Se ruborizara Nos ruboricemos Nos ruborizáramos Os ruboricéis Os ruborizarais Se ruboricen Se ruborizaran Futuro Préterito imperfecto se Me ruborizare Me ruborizase Te ruborizares Te ruborizases Se ruborizare Se ruborizase Nos ruborizáremos Nos ruborizásemos Os ruborizareis Os ruborizaseis Se ruborizaren Se ruborizasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Ruborízate (tú) No te ruborices Ruborícese (usted) No se ruborice Ruboricémonos (nosotros) No nos ruboricemos Ruborizaos (vosotros) No os ruboricéis Ruborícense (ustedes) No se ruboricen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Ruborizado Ruborizándome,... etc.	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	blozenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: blo·zen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: blozen - bloosde - gebloosd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	zich schamenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: zich scha·men Verbuiging: zich schamen - schaamde zich - zich geschaamd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
			zich schamenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: zich scha·men Verbuiging: zich schamen - schaamde zich - zich geschaamd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruborizassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborices Sonrojas Sonrojeas Sonrojees Sonrojes		jij/je doet blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricé Ruborizaba Ruborizara Ruborizó Sonrojaba Sonrojara Sonrojase Sonrojé Sonrojeaba Sonrojeara Sonrojease Sonrojeé Sonrojeó Sonrojó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruboricé Ruborizaba Ruborizara Ruborizó Sonrojaba Sonrojara Sonrojase Sonrojé Sonrojeaba Sonrojeara Sonrojease Sonrojeé Sonrojeó Sonrojó		ik deed blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik deed blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizabais Ruborizarais Ruborizasteis Sonrojabais Sonrojarais Sonrojaseis Sonrojasteis Sonrojeabais Sonrojearais Sonrojeaseis Sonrojeasteis		jullie deden blozentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie de·den blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizábamos Ruborizamos Ruborizáramos Sonrojábamos Sonrojamos Sonrojáramos Sonrojásemos Sonrojeábamos Sonrojeamos Sonrojeáramos Sonrojeásemos		wij/we deden blozeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaban Ruborizaran Ruborizaron Sonrojaban Sonrojaran Sonrojaron Sonrojasen Sonrojeaban Sonrojearan Sonrojearon Sonrojeasen		zij/ze deden blozenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizabas Ruborizaras Ruborizaste Sonrojabas Sonrojaras Sonrojases Sonrojaste Sonrojeabas Sonrojearas Sonrojeases Sonrojeaste		jij/je deed blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizabas Ruborizaras Ruborizases Sonrojabas Sonrojaras Sonrojases Sonrojaste Sonrojeabas Sonrojearas Sonrojeases Sonrojeaste		jij/je deed blozentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'
	ruborizasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizabais Ruborizarais Ruborizaseis Sonrojabais Sonrojarais Sonrojaseis Sonrojasteis Sonrojeabais Sonrojearais Sonrojeaseis Sonrojeasteis		jullie deden blozentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: jul·lie de·den blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	¡ruborízate!imperativo singular del verbo 'ruborizarse' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Encendeos! ¡Enciéndete! ¡Ruborizaos! ¡Sonrojaos! ¡Sonrójate! ¡Sonrojeaos! ¡Sonrojéate!	1Encenderse Sonrojarse Sonrojearse.	bloos!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'blozen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blozen').   wn
		2Avergonzarse Avergonzarse de.	schaam je!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'zich schamen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schamen').
	ruborizoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborice Sonroje Sonrojee Sonrojeo Sonrojo		ik doe blozeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen' Lettergrepen: ik doe blo·zen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
	ruborizótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ruborizar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ruborizar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Ruborizaba Ruborizara Ruborizase Sonrojaba Sonrojara Sonrojase Sonrojeaba Sonrojeara Sonrojease Sonrojeó Sonrojó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed blozenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen blozen'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

a

d

e

h

i

jm

o

s

u

y

3e

a

b

cd

ef

g

i

j

l

m

nopr

s

tvy

4e

e

i

l

o

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

RUB

Volgende/ Siguiente -->

boven