Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T UV W X Y Z ß

2e _ a ce h i l o u xy

3e _ a c d g hi j l m n o r st vz

4ea eio

5e b d i m n r s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
VETAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
vetasustantivo
Plural es: vetas

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'veta'
, la  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Banda
Estría
Filón
Lista
Raya
Tira
aderzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Verkleinwoord is: adertje [ader·tje]], het
Meervouden zijn: aderen, aders

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
bandzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: banden

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
nerfzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: nerven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
reepzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: repen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
streepzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Verkleinwoord is: streepje [streep·je]], het
Meervoud is: strepen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
strookzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: stroken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
wapenbalkzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: wa·pen·balk
Meervoud is: wapenbalken
, de  w
vetatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pone el veto
Ponga el veto
Vete
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto uit overderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto uitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
¡veta!imperativo singular del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Pon el veto!
¡Poned el veto!
¡Vetad!
spreek jullie veto uit over!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
spreek jullie veto uit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetabaprimera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponía el veto
Puse el veto
Pusiera el veto
Pusiese el veto
Puso el veto
Vetara
Vetase
Veté
Vetó
ik sprak mijn veto uit overeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: ik sprak mijn ve·to uit over
ik sprak mijn veto uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: ik sprak mijn ve·to uit
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponía el veto
Puse el veto
Pusiera el veto
Pusiese el veto
Puso el veto
Vetara
Vetase
Veté
Vetó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak zijn veto uit overderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak zijn veto uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poníais el veto
Pusierais el veto
Pusieseis el veto
Pusisteis el veto
Vetarais
Vetaseis
Vetasteis
jullie spraken jullie veto uit overtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: jul·lie spra·ken jul·lie ve·to uit over
jullie spraken jullie veto uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: jul·lie spra·ken jul·lie ve·to uit
vetábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poníamos el veto
Pusiéramos el veto
Pusiésemos el veto
Pusimos el veto
Vetamos
Vetáramos
Vetásemos
wij/we spraken onze veto uit overeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
wij/we spraken onze veto uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponían el veto
Pusieran el veto
Pusieron el veto
Pusiesen el veto
Vetaran
Vetaron
Vetasen
zij/ze spraken hun veto uit overderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
zij/ze spraken hun veto uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponías el veto
Pusieras el veto
Pusieses el veto
Pusiste el veto
Vetaras
Vetases
Vetaste
jij/je sprak jouw veto uit overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
jij/je sprak jouw veto uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
¡vetad!imperativo plural del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Pon el veto!
¡Poned el veto!
¡Veta!
spreek jullie veto uit over!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
spreek jullie veto uit!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponéis el veto
Pongáis el veto
Vetéis
jullie spreken jullie veto uit overtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: jul·lie spre·ken jul·lie ve·to uit over
jullie spreken jullie veto uittweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: jul·lie spre·ken jul·lie ve·to uit
vetamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponemos el veto
Pongamos el veto
Poníamos el veto
Pusiéramos el veto
Pusiésemos el veto
Pusimos el veto
Vetábamos
Vetáramos
Vetásemos
Vetemos
wij/we spraken onze veto uit overeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
wij/we spraken onze veto uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponemos el veto
Pongamos el veto
Poníamos el veto
Pusiéramos el veto
Pusiésemos el veto
Pusimos el veto
Vetábamos
Vetáramos
Vetásemos
Vetemos
wij/we spreken onze veto uit overeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
wij/we spreken onze veto uiteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponen el veto
Pongan el veto
Veten
zij/ze spreken hun veto uit overderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
zij/ze spreken hun veto uitderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetandogerundio del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poniendo el veto
veto uitsprekendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: ve·to uit·spre·kend
veto uitsprekend overonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: ve·to uit·spre·kend over
vetarinfinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poner el veto
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
VetoVeté
VetasVetaste
VetaVetó
VetamosVetamos
VetáisVetasteis
VetanVetaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
VetaréíaVetaba
VetarásíasVetabas
VetaráíaVetaba
VetaremosíamosVetábamos
VetaréisíaisVetabais
VetaráníanVetaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
VeteVetara
VetesVetaras
VeteVetara
VetemosVetáramos
VetéisVetarais
VetenVetaran
FuturoPréterito imperfecto se
VetareVetase
VetaresVetases
VetareVetase
VetáremosVetásemos
VetareisVetaseis
VetarenVetasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Veta(tú)No vetes
Vete(usted)No vete
Vetemos(nosotros)No vetemos
Vetad(vosotros)No vetéis
Veten(ustedes)No veten
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
VetadoVetando
zijn veto uitsprekenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: zijn ve·to uit·spre·ken
Verbuiging:
zijn veto uitspreken - sprak zijn veto uit -

zijn veto uitspreken overwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: zijn ve·to uit·spre·ken over
Verbuiging:
zijn veto uitspreken over - sprak zijn veto uit over -

vetaraprimera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponía el veto
Puse el veto
Pusiera el veto
Pusiese el veto
Puso el veto
Vetaba
Vetase
Veté
Vetó
ik sprak mijn veto uit overeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: ik sprak mijn ve·to uit over
ik sprak mijn veto uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: ik sprak mijn ve·to uit
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponía el veto
Puse el veto
Pusiera el veto
Pusiese el veto
Puso el veto
Vetaba
Vetase
Veté
Vetó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak zijn veto uit overderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak zijn veto uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrá el veto
Pusiere el veto
Vetare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn veto uitspreken overderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn veto uitsprekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poníais el veto
Pusierais el veto
Pusieseis el veto
Pusisteis el veto
Vetabais
Vetaseis
Vetasteis
jullie spraken jullie veto uit overtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: jul·lie spra·ken jul·lie ve·to uit over
jullie spraken jullie veto uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: jul·lie spra·ken jul·lie ve·to uit
vetáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poníamos el veto
Pusiéramos el veto
Pusiésemos el veto
Pusimos el veto
Vetábamos
Vetamos
Vetásemos
wij/we spraken onze veto uit overeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
wij/we spraken onze veto uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponían el veto
Pusieran el veto
Pusieron el veto
Pusiesen el veto
Vetaban
Vetaron
Vetasen
zij/ze spraken hun veto uit overderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
zij/ze spraken hun veto uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrán el veto
Pusieren el veto
Vetaren
zij/ze zullen hun veto uitspreken overderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
zij/ze zullen hun veto uitsprekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponías el veto
Pusieras el veto
Pusieses el veto
Pusiste el veto
Vetabas
Vetases
Vetaste
jij/je sprak jouw veto uit overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
jij/je sprak jouw veto uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrás el veto
Pusieres el veto
Vetares
jij/je zal jouw veto uitspreken overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
jij/je zal jouw veto uitsprekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetareprimera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrá el veto
Pondré el veto
Pusiere el veto
Vetará
Vetaré
ik zal mijn veto uitspreken overeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: ik zal mijn ve·to uit·spre·ken over
ik zal mijn veto uitsprekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: ik zal mijn ve·to uit·spre·ken
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrá el veto
Pondré el veto
Pusiere el veto
Vetará
Vetaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn veto uitspreken overderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn veto uitsprekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondré el veto
Pusiere el veto
Vetare
ik zal mijn veto uitspreken overeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: ik zal mijn ve·to uit·spre·ken over
ik zal mijn veto uitsprekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: ik zal mijn ve·to uit·spre·ken
vetareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondréis el veto
Pusiereis el veto
Vetaréis
jullie zullen jullie veto uitspreken overtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: jul·lie zul·len jul·lie ve·to uit·spre·ken over
jullie zullen jullie veto uitsprekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len jul·lie ve·to uit·spre·ken
vetaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondréis el veto
Pusiereis el veto
Vetareis
jullie zullen jullie veto uitspreken overtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: jul·lie zul·len jul·lie ve·to uit·spre·ken over
jullie zullen jullie veto uitsprekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len jul·lie ve·to uit·spre·ken
vetaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondremos el veto
Pusiéremos el veto
Vetáremos
wij/we zullen onze veto uitspreken overeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
wij/we zullen onze veto uitsprekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondremos el veto
Pusiéremos el veto
Vetaremos
wij/we zullen onze veto uitspreken overeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
wij/we zullen onze veto uitsprekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrán el veto
Pusieren el veto
Vetarán
zij/ze zullen hun veto uitspreken overderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
zij/ze zullen hun veto uitsprekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrás el veto
Pusieres el veto
Vetarás
jij/je zal jouw veto uitspreken overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
jij/je zal jouw veto uitsprekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaríaprimera persona singular condicional del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondría el veto
ik zou mijn veto uitspreken overeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: ik zou mijn ve·to uit·spre·ken over
ik zou mijn veto uitsprekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: ik zou mijn ve·to uit·spre·ken
  _tercera persona singular condicional del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondría el veto
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn veto uitspreken overderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn veto uitsprekenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondríais el veto
jullie zouden jullie veto uitspreken overtweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: jul·lie zou·den jul·lie ve·to uit·spre·ken over
jullie zouden jullie veto uitsprekentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den jul·lie ve·to uit·spre·ken
vetaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondríamos el veto
wij/we zouden onze veto uitspreken overeerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
wij/we zouden onze veto uitsprekeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaríantercera persona plural condicional del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrían el veto
zij/ze zouden hun veto uitspreken overderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
zij/ze zouden hun veto uitsprekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaríassegunda persona singular condicional del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pondrías el veto
jij/je zou jouw veto uitspreken overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
jij/je zou jouw veto uitsprekentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponían el veto
Pusieran el veto
Pusieron el veto
Pusiesen el veto
Vetaban
Vetaran
Vetasen
zij/ze spraken hun veto uit overderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
zij/ze spraken hun veto uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetassustantivo plural de la palabra: veta

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'veta'
, las  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Bandas
Estrías
Filones
Listas
Rayas
Tiras
aderenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: ader
Lettergrepen: ade·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ader').
, de  wn  w
adersMeervoud van het zelfstandig naamwoord: ader
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ader').
, de  wn  w
bandenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: band
Lettergrepen: ban·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Band').
, de  wn  w
nervenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: nerf
Lettergrepen: ner·ven

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Nerf').
, de  wn  w
repenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: reep
Lettergrepen: re·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Reep').
, de  wn  w
strepenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: streep
Lettergrepen: stre·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
strokenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: strook
Lettergrepen: stro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Strook').
, de  wn  w
wapenbalkenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: wapenbalk
Lettergrepen: wa·pen·bal·ken
, de  w
vetassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pones el veto
Pongas el veto
Vetes
jij/je spreekt jouw veto uit overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
jij/je spreekt jouw veto uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaseprimera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponía el veto
Puse el veto
Pusiera el veto
Pusiese el veto
Puso el veto
Vetaba
Vetara
Veté
Vetó
ik sprak mijn veto uit overeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: ik sprak mijn ve·to uit over
ik sprak mijn veto uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: ik sprak mijn ve·to uit
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponía el veto
Puse el veto
Pusiera el veto
Pusiese el veto
Puso el veto
Vetaba
Vetara
Veté
Vetó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak zijn veto uit overderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak zijn veto uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poníais el veto
Pusierais el veto
Pusieseis el veto
Pusisteis el veto
Vetabais
Vetarais
Vetasteis
jullie spraken jullie veto uit overtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: jul·lie spra·ken jul·lie ve·to uit over
jullie spraken jullie veto uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: jul·lie spra·ken jul·lie ve·to uit
vetásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poníamos el veto
Pusiéramos el veto
Pusiésemos el veto
Pusimos el veto
Vetábamos
Vetamos
Vetáramos
wij/we spraken onze veto uit overeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
wij/we spraken onze veto uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponían el veto
Pusieran el veto
Pusieron el veto
Pusiesen el veto
Vetaban
Vetaran
Vetaron
zij/ze spraken hun veto uit overderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
zij/ze spraken hun veto uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponías el veto
Pusieras el veto
Pusieses el veto
Pusiste el veto
Vetabas
Vetaras
Vetaste
jij/je sprak jouw veto uit overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
jij/je sprak jouw veto uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Ponías el veto
Pusieras el veto
Pusieses el veto
Pusiste el veto
Vetabas
Vetaras
Vetases
jij/je sprak jouw veto uit overtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
jij/je sprak jouw veto uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
vetasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'vetar'
(verbo transitivo). Prohibir una cosa, censurar.
FAM. Veto.
OBS.1 Término relacionado etimológicamente con verdad.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'vetar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Poníais el veto
Pusierais el veto
Pusieseis el veto
Pusisteis el veto
Vetabais
Vetarais
Vetaseis
jullie spraken jullie veto uit overtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken over'
Lettergrepen: jul·lie spra·ken jul·lie ve·to uit over
jullie spraken jullie veto uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn veto uitspreken'
Lettergrepen: jul·lie spra·ken jul·lie ve·to uit

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T UV W X Y Z ß

2e _ a ce h i l o u xy

3e _ a c d g hi j l m n o r st vz

4ea eio

5e b d i m n r s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
VETAVolgende/ Siguiente -->

boven