Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Libertad para María José Carrascosa!

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l m n o p rs t u v wxy

4e _ a b c d e f g h i l m n o p q rs t uv

5e a ei

6e a e nos

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DESVISTVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
desvistaprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnuda
Desnude
Desnudo
Desviste
Desvisto
ik kleed uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnuda
Desnude
Desnudo
Desviste
Desvisto
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt uitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
¡desvista!imperativo singular del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desnude!
¡Desnuden!
¡Desvistan!
kleedt u uit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'uitkleden'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudáis
Desnudéis
Desvestís
jullie kleden uittweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: jul·lie kle·den uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudamos
Desnudemos
Desvestimos
wij/we kleden uiteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
¡desvistamos!imperativo plural del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desnudemos!
laten we uitkledengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: la·ten we uit·kle·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudan
Desnuden
Desvisten
zij/ze kleden uitderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
¡desvistan!imperativo plural del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desnude!
¡Desnuden!
¡Desvista!
kleedt u uit!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'uitkleden'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudas
Desnudes
Desvistes
jij/je kleedt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnuda
Desnude
Desvista
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt uitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
¡desviste!imperativo singular del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Desnuda!
¡Desnudad!
¡Desvestid!
kleed uit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'uitkleden'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudan
Desnuden
Desvistan
zij/ze kleden uitderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudas
Desnudes
Desvistas
jij/je kleedt uittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistiendogerundio del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudando
uitkledendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: uit·kle·dend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaba
Desnudara
Desnudase
Desnudé
Desnudó
Desvestí
Desvestía
Desvistiese
Desvistió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaba
Desnudara
Desnudase
Desnudé
Desnudó
Desvestí
Desvestía
Desvistiese
Desvistió
ik kleedde uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: ik kleed·de uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudabais
Desnudarais
Desnudaseis
Desnudasteis
Desvestíais
Desvestisteis
Desvistieseis
jullie kleedden uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: jul·lie kleed·den uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistiéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudábamos
Desnudamos
Desnudáramos
Desnudásemos
Desvestíamos
Desvestimos
Desvistiésemos
wij/we kleedden uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaban
Desnudaran
Desnudaron
Desnudasen
Desvestían
Desvistieron
Desvistiesen
zij/ze kleedden uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudabas
Desnudaras
Desnudases
Desnudaste
Desvestías
Desvestiste
Desvistieses
jij/je kleedde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudará
Desnudare
Desnudaré
Desvestirá
Desvestiré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitkledenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudará
Desnudare
Desnudaré
Desvestirá
Desvestiré
ik zal uitkledeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: ik zal uit·kle·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistiereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudareis
Desnudaréis
Desvestiréis
jullie zullen uitkledentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: jul·lie zul·len uit·kle·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistiéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaremos
Desnudáremos
Desvestiremos
wij/we zullen uitkledeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudarán
Desnudaren
Desvestirán
zij/ze zullen uitkledenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudarás
Desnudares
Desvestirás
jij/je zal uitkledentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaban
Desnudaran
Desnudaron
Desnudasen
Desvestían
Desvistieran
Desvistiesen
zij/ze kleedden uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistiesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaba
Desnudara
Desnudase
Desnudé
Desnudó
Desvestí
Desvestía
Desvistiera
Desvistió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaba
Desnudara
Desnudase
Desnudé
Desnudó
Desvestí
Desvestía
Desvistiera
Desvistió
ik kleedde uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: ik kleed·de uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudabais
Desnudarais
Desnudaseis
Desnudasteis
Desvestíais
Desvestisteis
Desvistierais
jullie kleedden uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Lettergrepen: jul·lie kleed·den uit

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn
desvistiésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudábamos
Desnudamos
Desnudáramos
Desnudásemos
Desvestíamos
Desvestimos
Desvistiéramos
wij/we kleedden uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistiesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaban
Desnudaran
Desnudaron
Desnudasen
Desvestían
Desvistieran
Desvistieron
zij/ze kleedden uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistiesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudabas
Desnudaras
Desnudases
Desnudaste
Desvestías
Desvestiste
Desvistieras
jij/je kleedde uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistiótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnudaba
Desnudara
Desnudase
Desnudó
Desvestía
Desvistiera
Desvistiese
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
desvistoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'desvestir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'desvestir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Desnude
Desnudo
Desvista
ik kleed uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitkleden'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitkleden').
  wn

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ a b c d e f g hi j l m n o p rs t u v wxy

4e _ a b c d e f g h i l m n o p q rs t uv

5e a ei

6e a e nos

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DESVISTVolgende/ Siguiente -->

arriba