Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ OP Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9a e fgh i j l o r st u y

3e ,bc d ef g hi jk l m n oñpqr s t u v wxyz

4e _ a c d e fgh i klmno p q rs t uv

5e d n s t x

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
PAROVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
parosustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'paro'
, el  we  wn  w
werkeloosheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: wer·ke·loos·heid

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
werkloosheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: werk·loos·heid

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
paroprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'parir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dé a luz
Doy a luz
Para
1Dar a luz
Parto
.
ik bevaleerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bevallen'
Lettergrepen: ik be·val

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bevallen').
  wn  we
  _primera persona singular presente de indicativo del verbo 'parar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Me detenga
Me detengo
Me estacione
Me estaciono
Me tenga
Me tengo
Pare
2Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Pararse
Seguir
Tenerse
.
ik blijf staaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blijven').
ik houd halteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Halt').
ik houd stileerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stilhouden'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stilhouden').
  wn
ik sla afeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afslaan').
  wn
ik sta stileerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stilstaan'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stilstaan').
  wn
3Parado.ik houd aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanhouden'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanhouden').
  wn
ik keereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'keren'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Keren').
  wn
ik leg stileerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stilleggen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stilleggen').
  wn
ik stopeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stoppen').
  wn
ik stuiteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stuiten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stuiten').
  wn
4Desactivar
Inmovilizar
Parado
.
ik stel buiten werkingeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'buiten werking stellen'
Lettergrepen: ik stel bui·ten wer·king
ik zet afeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afzetten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afzetten').
  wn
ik zet stileerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stilzetten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stilzetten').
  wn
ik zet stopeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stopzetten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stopzetten').
  wn
  _primera persona singular presente de indicativo del verbo 'parir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Dé a luz
Doy a luz
Engendre
Engendro
Para
5Dar a luz
Engendrar
Parto
.
ik baareerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'baren'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Baren').
  wn  we
ik breng teweegeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'teweegbrengen'
Lettergrepen: ik breng te·weeg

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Teweegbrengen').
  wn
ik breng voorteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voortbrengen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Voortbrengen').
  wn
ik schenk het leveneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'het leven schenken'
Lettergrepen: ik schenk het le·ven
  _primera persona singular presente de indicativo del verbo 'parar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Pare
6.ik doe ophoudeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen ophouden'
Lettergrepen: ik doe op·hou·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Doen').
7Parado.ik houd opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ophouden'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ophouden').
  wn
parótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'parar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Paraba
Parara
Parase
Se detenía
Se detuviera
Se detuviese
Se detuvo
Se estacionaba
Se estacionara
Se estacionase
Se estacionó
Se tenía
Se tuviera
Se tuviese
Se tuvo
1Apearse
Detención
Detenerse
Estacionamiento
Estacionarse
Parado
Pararse
Seguir
Tenerse
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'blijven staan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield haltderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'halt houden'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stilderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'stilhouden'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stilderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'stilstaan'
2Parado.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanhouden'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'keren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde stilderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stilleggen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoptederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stoppen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuittederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stuiten'
3Desactivar
Inmovilizar
Parado
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde buiten werkingderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'buiten werking stellen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afzetten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stilderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stilzetten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stopderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stopzetten'
4.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ophoudenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'doen ophouden'
5Parado.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ophouden'
parodiasustantivo
Plural es: parodias

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodia'
, la  we  w
parodiezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: pa·ro·die
Verkleinwoord is: parodietje [pa·ro·die·tje]], het
Meervouden zijn: parodies, parodieën

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
parodiatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrace
Disfraza
Parodie
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze parodieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze travesteertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
¡parodia!imperativo singular del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Disfraza!
¡Disfrazad!
¡Parodiad!
parodieer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'parodiëren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
travesteer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'travesteren'
parodiabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiara
Parodiase
Parodié
Parodió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze parodieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiara
Parodiase
Parodié
Parodió
ik parodieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik pa·ro·di·eer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiara
Parodiase
Parodié
Parodió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze travesteerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiara
Parodiase
Parodié
Parodió
ik travesteerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik tra·ves·teer·de
parodiabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazabais
Disfrazarais
Disfrazaseis
Disfrazasteis
Parodiarais
Parodiaseis
Parodiasteis
jullie parodieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie pa·ro·di·eer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie travesteerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie tra·ves·teer·den
parodiábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazábamos
Disfrazamos
Disfrazáramos
Disfrazásemos
Parodiamos
Parodiáramos
Parodiásemos
wij/we parodieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
wij/we travesteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaban
Disfrazaran
Disfrazaron
Disfrazasen
Parodiaran
Parodiaron
Parodiasen
zij/ze parodieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze travesteerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazabas
Disfrazaras
Disfrazases
Disfrazaste
Parodiaras
Parodiases
Parodiaste
jij/je parodieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je travesteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
¡parodiad!imperativo plural del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Disfraza!
¡Disfrazad!
¡Parodia!
parodieer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'parodiëren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
travesteer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'travesteren'
parodiadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazada
Disfrazadas
Disfrazado
Disfrazados
Parodiadas
Parodiado
Parodiados
geparodieerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ge·pa·ro·di·eerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
getravesteerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ge·tra·ves·teerd
parodiadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazada
Disfrazadas
Disfrazado
Disfrazados
Parodiada
Parodiado
Parodiados
geparodieerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ge·pa·ro·di·eerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
getravesteerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ge·tra·ves·teerd
parodiadoparticipio pasado del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazada
Disfrazadas
Disfrazado
Disfrazados
Parodiada
Parodiadas
Parodiados
geparodieerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ge·pa·ro·di·eerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
getravesteerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ge·tra·ves·teerd
parodiadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazada
Disfrazadas
Disfrazado
Disfrazados
Parodiada
Parodiadas
Parodiado
geparodieerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ge·pa·ro·di·eerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
getravesteerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ge·tra·ves·teerd
parodiáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracéis
Disfrazáis
Parodiéis
jullie parodiërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie travesterentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie tra·ves·te·ren
parodiamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracemos
Disfrazábamos
Disfrazamos
Disfrazáramos
Disfrazásemos
Parodiábamos
Parodiáramos
Parodiásemos
Parodiemos
wij/we parodieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracemos
Disfrazábamos
Disfrazamos
Disfrazáramos
Disfrazásemos
Parodiábamos
Parodiáramos
Parodiásemos
Parodiemos
wij/we parodiëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracemos
Disfrazábamos
Disfrazamos
Disfrazáramos
Disfrazásemos
Parodiábamos
Parodiáramos
Parodiásemos
Parodiemos
wij/we travesteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracemos
Disfrazábamos
Disfrazamos
Disfrazáramos
Disfrazásemos
Parodiábamos
Parodiáramos
Parodiásemos
Parodiemos
wij/we travestereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracen
Disfrazan
Parodien
zij/ze parodiërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze travesterenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiandogerundio del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazando
parodiërendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: pa·ro·di·e·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
travesterendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: tra·ves·te·rend
parodiarinfinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
ParodioParodié
ParodiasParodiaste
ParodiaParodió
ParodiamosParodiamos
ParodiáisParodiasteis
ParodianParodiaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
ParodiaréíaParodiaba
ParodiarásíasParodiabas
ParodiaráíaParodiaba
ParodiaremosíamosParodiábamos
ParodiaréisíaisParodiabais
ParodiaráníanParodiaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
ParodieParodiara
ParodiesParodiaras
ParodieParodiara
ParodiemosParodiáramos
ParodiéisParodiarais
ParodienParodiaran
FuturoPréterito imperfecto se
ParodiareParodiase
ParodiaresParodiases
ParodiareParodiase
ParodiáremosParodiásemos
ParodiareisParodiaseis
ParodiarenParodiasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Parodia(tú)No parodies
Parodie(usted)No parodie
Parodiemos(nosotros)No parodiemos
Parodiad(vosotros)No parodiéis
Parodien(ustedes)No parodien
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
ParodiadoParodiando
parodiërenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: pa·ro·di·e·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
parodiëren - parodieerde - geparodieerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
travesterenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: tra·ves·te·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
travesteren - travesteerde - getravesteerd

parodiaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiase
Parodié
Parodió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze parodieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiase
Parodié
Parodió
ik parodieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik pa·ro·di·eer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiase
Parodié
Parodió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze travesteerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiase
Parodié
Parodió
ik travesteerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik tra·ves·teer·de
parodiarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazará
Disfrazare
Parodiare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal parodiërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal travesterenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazabais
Disfrazarais
Disfrazaseis
Disfrazasteis
Parodiabais
Parodiaseis
Parodiasteis
jullie parodieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie pa·ro·di·eer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie travesteerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie tra·ves·teer·den
parodiáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazábamos
Disfrazamos
Disfrazáramos
Disfrazásemos
Parodiábamos
Parodiamos
Parodiásemos
wij/we parodieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
wij/we travesteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaban
Disfrazaran
Disfrazaron
Disfrazasen
Parodiaban
Parodiaron
Parodiasen
zij/ze parodieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze travesteerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazarán
Disfrazaren
Parodiaren
zij/ze zullen parodiërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze zullen travesterenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazabas
Disfrazaras
Disfrazases
Disfrazaste
Parodiabas
Parodiases
Parodiaste
jij/je parodieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je travesteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazarás
Disfrazares
Parodiares
jij/je zal parodiërentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je zal travesterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazará
Disfrazare
Disfrazaré
Parodiará
Parodiaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal parodiërenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazará
Disfrazare
Disfrazaré
Parodiará
Parodiaré
ik zal parodiëreneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik zal pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazará
Disfrazare
Disfrazaré
Parodiará
Parodiaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal travesterenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazará
Disfrazare
Disfrazaré
Parodiará
Parodiaré
ik zal travestereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik zal tra·ves·te·ren
parodiaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazare
Disfrazaré
Parodiare
ik zal parodiëreneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik zal pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
ik zal travestereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik zal tra·ves·te·ren
parodiareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazareis
Disfrazaréis
Parodiaréis
jullie zullen parodiërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie zullen travesterentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len tra·ves·te·ren
parodiaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazareis
Disfrazaréis
Parodiareis
jullie zullen parodiërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie zullen travesterentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len tra·ves·te·ren
parodiaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaremos
Disfrazáremos
Parodiáremos
wij/we zullen parodiëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
wij/we zullen travestereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaremos
Disfrazáremos
Parodiaremos
wij/we zullen parodiëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
wij/we zullen travestereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazarán
Disfrazaren
Parodiarán
zij/ze zullen parodiërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze zullen travesterenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazarás
Disfrazares
Parodiarás
jij/je zal parodiërentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je zal travesterentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiaríatercera persona singular condicional del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou parodiërenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaría
ik zou parodiëreneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik zou pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou travesterenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaría
ik zou travestereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik zou tra·ves·te·ren
parodiaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaríais
jullie zouden parodiërentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie zouden travesterentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den tra·ves·te·ren
parodiaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaríamos
wij/we zouden parodiëreneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
wij/we zouden travestereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiaríantercera persona plural condicional del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazarían
zij/ze zouden parodiërenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze zouden travesterenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiaríassegunda persona singular condicional del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazarías
jij/je zou parodiërentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je zou travesterentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaban
Disfrazaran
Disfrazaron
Disfrazasen
Parodiaban
Parodiaran
Parodiasen
zij/ze parodieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze travesteerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiassustantivo plural de la palabra: parodia

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodia'
, las  we  w
parodiesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: parodie
Lettergrepen: pa·ro·dies

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodie').
, de  wn  w
parodieënMeervoud van het zelfstandig naamwoord: parodie
Lettergrepen: pa·ro·die·en

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodie').
, de  wn  w
parodiassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfraces
Disfrazas
Parodies
jij/je parodieerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je travesteerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiara
Parodié
Parodió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze parodieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiara
Parodié
Parodió
ik parodieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik pa·ro·di·eer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiara
Parodié
Parodió
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze travesteerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiara
Parodié
Parodió
ik travesteerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik tra·ves·teer·de
parodiaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazabais
Disfrazarais
Disfrazaseis
Disfrazasteis
Parodiabais
Parodiarais
Parodiasteis
jullie parodieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie pa·ro·di·eer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie travesteerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie tra·ves·teer·den
parodiásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazábamos
Disfrazamos
Disfrazáramos
Disfrazásemos
Parodiábamos
Parodiamos
Parodiáramos
wij/we parodieerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
wij/we travesteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaban
Disfrazaran
Disfrazaron
Disfrazasen
Parodiaban
Parodiaran
Parodiaron
zij/ze parodieerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze travesteerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazabas
Disfrazaras
Disfrazases
Disfrazaste
Parodiabas
Parodiaras
Parodiaste
jij/je parodieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je travesteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazabas
Disfrazaras
Disfrazases
Disfrazaste
Parodiabas
Parodiaras
Parodiases
jij/je parodieerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je travesteerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodiasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazabais
Disfrazarais
Disfrazaseis
Disfrazasteis
Parodiabais
Parodiarais
Parodiaseis
jullie parodieerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie pa·ro·di·eer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie travesteerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie tra·ves·teer·den
parodietercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrace
Disfraza
Disfrazo
Parodia
Parodio
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze parodieertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrace
Disfraza
Disfrazo
Parodia
Parodio
ik parodieereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik pa·ro·di·eer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrace
Disfraza
Disfrazo
Parodia
Parodio
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze travesteertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.
  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrace
Disfraza
Disfrazo
Parodia
Parodio
ik travesteereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik tra·ves·teer
parodiéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracé
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Parodiaba
Parodiara
Parodiase
ik parodieerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik pa·ro·di·eer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
ik travesteerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik tra·ves·teer·de
¡parodie!imperativo singular del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Disfrace!
¡Disfracen!
¡Parodien!
parodieert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'parodiëren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
travesteert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'travesteren'
parodiéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracéis
Disfrazáis
Parodiáis
jullie parodiërentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: jul·lie pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
jullie travesterentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: jul·lie tra·ves·te·ren
parodiemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracemos
Disfrazamos
Parodiamos
wij/we parodiëreneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
wij/we travestereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
¡parodiemos!imperativo plural del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Disfracemos!
laten we parodiërengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: la·ten we pa·ro·di·e·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
laten we travesterengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: la·ten we tra·ves·te·ren
parodientercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfracen
Disfrazan
Parodian
zij/ze parodiërenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
zij/ze travesterenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
¡parodien!imperativo plural del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Disfrace!
¡Disfracen!
¡Parodie!
parodieert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'parodiëren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
travesteert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'travesteren'
parodiessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfraces
Disfrazas
Parodias
jij/je parodieerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
jij/je travesteerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parodioprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrace
Disfrazo
Parodie
ik parodieereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
Lettergrepen: ik pa·ro·di·eer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Parodiëren').
  wn
ik travesteereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
Lettergrepen: ik tra·ves·teer
parodiótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'parodiar'
(verbo transitivo). Hacer una parodia, imitar algo o a alguien con burla.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parodiar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Disfrazaba
Disfrazara
Disfrazase
Disfrazó
Parodiaba
Parodiara
Parodiase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze parodieerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'parodiëren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze travesteerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'travesteren'
parónimosustantivo
Plural es: parónimos

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parónimo'
  we  wn  w
paroniemzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: pa·ro·niem
Meervoud is: paroniemen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
paronymiezelfstandig naamwoord zn
  w
parónimossustantivo plural de la palabra: parónimo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parónimo'
  we  w
paroniemenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: paroniem
Lettergrepen: pa·ro·nie·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Paroniem').
, de  wn  w
paroniquia"paroniquia aguda":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'paroniquia'
  aguda
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'aguda'
, la  w
fijtzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de/hetBij dit zelfstandig naamwoord kan men als lidwoord naar believen 'de' of 'het' gebruiken.  wn  w
ParosNombre (o por antonomasia)
(griego moderno Páros), isla de Grecia, en el Mar Egeo, a 10 km al O de Naxos; 200 km. Gentilicio: pario.
  w
Paroseigennaam (of antonomasie) en
  w
parótidasustantivo
Plural es: parótidas

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parótida'
, la  we  w
oorspeekselklierzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: oor·speek·sel·klier
Meervoud is: oorspeekselklieren
, de  w
parótidassustantivo plural de la palabra: parótida

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'parótida'
, las  w
oorspeekselklierenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: oorspeekselklier
Lettergrepen: oor·speek·sel·klie·ren
, de  w
paroxismosustantivo
Plural es: paroxismos

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'paroxismo'
, el  we
paroxismezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: pa·roxis·me
Meervoud is: paroxismen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
razernijzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ra·zer·nij
Meervoud is: razernijen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
paroxismossustantivo plural de la palabra: paroxismo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'paroxismo'
, los  we
paroxismenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: paroxisme
Lettergrepen: pa·roxis·men

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Paroxisme').
, de  wn  w
razernijenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: razernij
Lettergrepen: ra·zer·nij·en

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Razernij').
, de  wn  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ OP Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9a e fgh i j l o r st u y

3e ,bc d ef g hi jk l m n oñpqr s t u v wxyz

4e _ a c d e fgh i klmno p q rs t uv

5e d n s t x

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
PAROVolgende/ Siguiente -->

boven