Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Homeopatía es pseudociencia, engaño, estafa o superstición

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bce fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e_ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,- a b cd e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e ae i o u

6e- c d f j l mn p r s t v

7e _c _d _g _l _t ba be bi

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
SE_DE ..... SE_DEBIOVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
se"se dé":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'darse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
 
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se da
Se rinda
Se rinde
1Rendirse
Rendirse a
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich gewonnen geven'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich overderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich overgeven'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'groeien'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaatderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontstaan'
3Acaecer
Acontecer
Ocurrir
Realización
Realizarse
Suceder
Sucesión
Tener lugar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich voordoen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gebeuren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voorderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorkomen'
¡sé"¡sé de!":
imperativo singular del verbo 'ser de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ser'
  de!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Comprendeos en!
¡Compréndete en!
¡Pertenece a!
¡Pertenece!
¡Perteneced a!
¡Perteneced!
¡Sed de!
1Comprenderse en
Pertenecer
Pertenecer a
.
behoor toe!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'toebehoren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Toebehoren').
  wn
behoor tot!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'behoren tot'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Behoren').
behoor!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'behoren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Behoren').
  wn
2.kom uit!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'komen uit'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Komen').
  wn
se"se dé cuenta de":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'darse cuenta de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
 
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dar'
  cuenta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cuenta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Abarca
Abarque
Comprenda
Comprende
Entienda
Entiende
Se da cuenta de
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseftderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beseffen'
se"se dé de baja":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'darse de baja'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
 
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  baja
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'baja'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Dimita
Dimite
Hace dimisión
Haga dimisión
Se da de baja
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedanktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedanken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt afderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aftreden'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uittreden'
se"se dé gusto":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'darse gusto'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
 
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dar'
  gusto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'gusto'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se da gusto
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich veroorloven'
se"se dé lujo":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'darse lujo'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
 
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dar'
  lujo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lujo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se da lujo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich veroorloven'
se"se dé tono":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'darse tono'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
 
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dar'
  tono
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tono'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Es presuntuoso
Se da tono
Se pone
Se ponga
Sea presuntuoso
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aanstellen'
se"se deba":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  deba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debe
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft veel verplichtingenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is veel veplichtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te dankenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te wijtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se deban":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  deban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se deben
1.zij/ze hebben veel verplichtingenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
zij/ze zijn veel veplichtderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.zij/ze zijn te dankenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze zijn te wijtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debe":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debe
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debe'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se deba
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft veel verplichtingenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is veel veplichtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te dankenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te wijtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se deben":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  deben
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se deban
1.zij/ze hebben veel verplichtingenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
zij/ze zijn veel veplichtderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.zij/ze zijn te dankenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze zijn te wijtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se deberá":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  deberá
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debiere
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veel veplicht zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veel verplichtingen hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te danken zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te wijten zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se deberán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  deberán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debieren
1.zij/ze zullen veel veplicht zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
zij/ze zullen veel verplichtingen hebbenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
2.zij/ze zullen te danken zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze zullen te wijten zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debería":
tercera persona singular condicional del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debería
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou veel veplicht zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou veel verplichtingen hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te danken zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te wijten zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se deberían":
tercera persona plural condicional del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  deberían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
1.zij/ze zouden veel veplicht zijnderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
zij/ze zouden veel verplichtingen hebbenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
2.zij/ze zouden te danken zijnderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze zouden te wijten zijnderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debía":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debiera
Se debiese
Se debió
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had veel verplichtingenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was veel veplichtderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te dankenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te wijtenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debían":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debieran
Se debieron
Se debiesen
1.zij/ze hadden veel verplichtingenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
zij/ze waren veel veplichtderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.zij/ze waren te dankenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze waren te wijtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debiera":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debiera
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debía
Se debiese
Se debió
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had veel verplichtingenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was veel veplichtderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te dankenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te wijtenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debieran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debieran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debían
Se debieron
Se debiesen
1.zij/ze hadden veel verplichtingenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
zij/ze waren veel veplichtderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.zij/ze waren te dankenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze waren te wijtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debiere":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debiere
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se deberá
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veel veplicht zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veel verplichtingen hebbenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te danken zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te wijten zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debieren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debieren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se deberán
1.zij/ze zullen veel veplicht zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
zij/ze zullen veel verplichtingen hebbenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
2.zij/ze zullen te danken zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze zullen te wijten zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debieron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debieron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debían
Se debieran
Se debiesen
1.zij/ze hadden veel verplichtingenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
zij/ze waren veel veplichtderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.zij/ze waren te dankenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze waren te wijtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debiese":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debiese
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debía
Se debiera
Se debió
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had veel verplichtingenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was veel veplichtderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te dankenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te wijtenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debiesen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debiesen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debían
Se debieran
Se debieron
1.zij/ze hadden veel verplichtingenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
zij/ze waren veel veplichtderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.zij/ze waren te dankenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
zij/ze waren te wijtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'
se"se debilita":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilita
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agota
Agote
Se debilite
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put uitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwaktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt slapderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitaba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaba
Agotara
Agotase
Agotó
Se debilitara
Se debilitase
Se debilitó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwaktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd slapderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitaban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaban
Agotan
Agotaran
Agotaron
Agotasen
Agoten
Se debilitan
Se debilitaran
Se debilitaron
Se debilitasen
Se debiliten
zij/ze putten uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze verzwaktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
zij/ze werden slapderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaban
Agotan
Agotaran
Agotaron
Agotasen
Agoten
Se debilitaban
Se debilitaran
Se debilitaron
Se debilitasen
Se debiliten
zij/ze putten uitderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze verzwakkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
zij/ze worden slapderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaba
Agotara
Agotase
Agotó
Se debilitaba
Se debilitase
Se debilitó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwaktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd slapderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotará
Agotare
Se debilitare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slap wordenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitputtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzwakkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
se"se debilitaran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitaran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaban
Agotan
Agotaran
Agotaron
Agotasen
Agoten
Se debilitaban
Se debilitan
Se debilitaron
Se debilitasen
Se debiliten
zij/ze putten uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze verzwaktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
zij/ze werden slapderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitarán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitarán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotarán
Agotaren
Se debilitaren
zij/ze zullen slap wordenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
zij/ze zullen uitputtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze zullen verzwakkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
se"se debilitare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotará
Agotare
Se debilitará
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal slap wordenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitputtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzwakkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
se"se debilitaren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitaren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotarán
Agotaren
Se debilitarán
zij/ze zullen slap wordenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
zij/ze zullen uitputtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze zullen verzwakkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
se"se debilitaría":
tercera persona singular condicional del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitaría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou slap wordenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitputtenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verzwakkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
se"se debilitarían":
tercera persona plural condicional del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitarían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotarían
zij/ze zouden slap wordenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
zij/ze zouden uitputtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze zouden verzwakkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
se"se debilitaron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitaron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaban
Agotan
Agotaran
Agotaron
Agotasen
Agoten
Se debilitaban
Se debilitan
Se debilitaran
Se debilitasen
Se debiliten
zij/ze putten uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze verzwaktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
zij/ze werden slapderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaba
Agotara
Agotase
Agotó
Se debilitaba
Se debilitara
Se debilitó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwaktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd slapderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaban
Agotan
Agotaran
Agotaron
Agotasen
Agoten
Se debilitaban
Se debilitan
Se debilitaran
Se debilitaron
Se debiliten
zij/ze putten uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze verzwaktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
zij/ze werden slapderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilite":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilite
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agota
Agote
Se debilita
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put uitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwaktderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt slapderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debiliten":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debiliten
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaban
Agotan
Agotaran
Agotaron
Agotasen
Agoten
Se debilitaban
Se debilitan
Se debilitaran
Se debilitaron
Se debilitasen
zij/ze putten uitderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
zij/ze verzwakkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
zij/ze worden slapderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debilitó":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'debilitarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debilitó
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debilitar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agotaba
Agotara
Agotase
Agotó
Se debilitaba
Se debilitara
Se debilitase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitputten'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwaktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzwakken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd slapderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slap worden'
se"se debió":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
  debió
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se debía
Se debiera
Se debiese
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had veel verplichtingenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was veel veplichtderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te dankenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te danken zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te wijtenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'te wijten zijn'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bce fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e_ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,- a b cd e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e ae i o u

6e- c d f j l mn p r s t v

7e _c _d _g _l _t ba be bi

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
SE_DE ..... SE_DEBIOVolgende/ Siguiente -->

boven