Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Zahorí es pseudociencia, engaño, estafa o superstición

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bc e fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e _ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,- a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i o u

6e c e r

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met SE_DU Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

se"se ducha":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
ducha
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ducha'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duche 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doucht zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt een douchederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchaba":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchaba
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchara
Se duchase
Se duchó 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchte zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam een douchederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchtederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchaban":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchaban
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ducharan
Se ducharon
Se duchasen 1. zij/ze douchten zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze namen een douchederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze douchtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchan":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchen 1. zij/ze douchen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze nemen een douchederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze douchenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchara":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchara
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchaba
Se duchase
Se duchó 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchte zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam een douchederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchtederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchará":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchará
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchare 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich douchenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een douche nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal douchenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se ducharan":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
ducharan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchaban
Se ducharon
Se duchasen 1. zij/ze douchten zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze namen een douchederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze douchtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se ducharán":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
ducharán
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ducharen 1. zij/ze zullen zich douchenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze zullen een douche nemenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze zullen douchenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchare":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchare
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchará 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich douchenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een douche nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal douchenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se ducharen":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
ducharen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ducharán 1. zij/ze zullen zich douchenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze zullen een douche nemenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze zullen douchenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se ducharía":
tercera persona singular condicional del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
ducharía
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich douchenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een douche nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou douchenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se ducharían":
tercera persona plural condicional del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
ducharían
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
1. zij/ze zouden zich douchenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze zouden een douche nemenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze zouden douchenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se ducharon":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
ducharon
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchaban
Se ducharan
Se duchasen 1. zij/ze douchten zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze namen een douchederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze douchtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchase":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchase
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchaba
Se duchara
Se duchó 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchte zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam een douchederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchtederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchasen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchasen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchaban
Se ducharan
Se ducharon 1. zij/ze douchten zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze namen een douchederde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze douchtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duche":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duche
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se ducha 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doucht zichderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt een douchederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchen":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchan 1. zij/ze douchen zichderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

zij/ze nemen een douchederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. zij/ze douchenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duchó":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ducharse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duchó
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duchar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Se duchaba
Se duchara
Se duchase 1. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchte zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich douchen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam een douchederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een douche nemen'

2. hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze douchtederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'douchen'

se"se duela":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'dolerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duela
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'duela'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gima
Gime
Se duele
Se lamenta
Se lamente
Se queja
Se queje hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

se"se duelan":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'dolerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duelan
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'doler'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Giman
Gimen
Se duelen
Se lamentan
Se lamenten
Se quejan
Se quejen zij/ze klagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

se"se duele":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'dolerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duele
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'doler'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gima
Gime
Se duela
Se lamenta
Se lamente
Se queja
Se queje hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

se"se duelen":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'dolerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duelen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'doler'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Giman
Gimen
Se duelan
Se lamentan
Se lamenten
Se quejan
Se quejen zij/ze klagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

se"se duerma":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duerma
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormece
Adormezca
Se duerme hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat onder zeilderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt in slaapderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se duerman":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duerman
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecen
Adormezcan
Se duermen zij/ze gaan onder zeilderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

zij/ze slapen inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

zij/ze vallen in slaapderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se duerme":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duerme
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormece
Adormezca
Se duerma hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat onder zeilderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt in slaapderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se duermen":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
duermen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecen
Adormezcan
Se duerman zij/ze gaan onder zeilderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

zij/ze slapen inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

zij/ze vallen in slaapderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se durmiera":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
durmiera
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecía
Adormeciera
Adormeciese
Adormeció
Se dormía
Se durmiese
Se durmió hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging onder zeilderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in slaapderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se durmieran":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
durmieran
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecían
Adormecieran
Adormecieron
Adormeciesen
Se dormían
Se durmieron
Se durmiesen zij/ze gingen onder zeilderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

zij/ze sliepen inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

zij/ze vielen in slaapderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se durmiere":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
durmiere
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecerá
Adormeciere
Se dormirá hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in slaap vallenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inslapenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onder zeil gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

se"se durmieren":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
durmieren
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecerán
Adormecieren
Se dormirán zij/ze zullen in slaap vallenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

zij/ze zullen inslapenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

zij/ze zullen onder zeil gaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

se"se durmieron":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
durmieron
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecían
Adormecieran
Adormecieron
Adormeciesen
Se dormían
Se durmieran
Se durmiesen zij/ze gingen onder zeilderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

zij/ze sliepen inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

zij/ze vielen in slaapderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se durmiese":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
durmiese
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecía
Adormeciera
Adormeciese
Adormeció
Se dormía
Se durmiera
Se durmió hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging onder zeilderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in slaapderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se durmiesen":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
durmiesen
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecían
Adormecieran
Adormecieron
Adormeciesen
Se dormían
Se durmieran
Se durmieron zij/ze gingen onder zeilderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

zij/ze sliepen inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

zij/ze vielen in slaapderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

se"se durmió":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'dormirse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'se'
durmió
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dormir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Adormecía
Adormeciera
Adormeciese
Adormeció
Se dormía
Se durmiera
Se durmiese hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging onder zeilderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'onder zeil gaan'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'inslapen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in slaapderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in slaap vallen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bc e fgh i jklmn o pqr t u vwyz

3e _ a b c d f g ik l m n ñ p q r s t uv wxy

4e ,- a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i o u

6e c e r

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met SE_DU Volgende/ Siguiente -->