Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

La industria tabaquera está intensificando sus esfuerzos para captar nuevos adictos y mantener la adicción de los fumadores

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm or s u wyz

3ea e i o u

4e b c d e f g i j l m n pq st u vy z

5ea e o

6e _ b d im no r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TRATAMVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
tratamientosustantivo
Plural es: tratamientos

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tratamiento'
, el  we  wn  w
1.hanteringzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: han·te·ring
Meervoud is: hanteringen
, de  wn  w
manipulatiezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ma·ni·pu·la·tie
Meervoud is: manipulaties

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
2.behandelingzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: be·han·de·ling
Meervoud is: behandelingen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
tratamiento"tratamiento de aguas residuales":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tratamiento'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  aguas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agua'
  residuales
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'residual'
, el  w
rioolwaterzuiveringzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ri·ool·wa·ter·zui·ve·ring

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
tratamientossustantivo plural de la palabra: tratamiento

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tratamiento'
, los  we  w
1.hanteringenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: hantering
Lettergrepen: han·te·rin·gen
, de  wn  w
manipulatiesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: manipulatie
Lettergrepen: ma·ni·pu·la·ties

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Manipulatie').
, de  wn  w
2.behandelingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: behandeling
Lettergrepen: be·han·de·lin·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Behandeling').
, de  wn  w
tratamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Insultábamos a
Insultamos a
Insultáramos a
Insultásemos a
Insultemos a
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
1Insultar a
Trato
.
wij/we maakten uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Insultábamos a
Insultamos a
Insultáramos a
Insultásemos a
Insultemos a
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we maken uiteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitmaken'
wij/we schelden uiteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitschelden'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Insultábamos a
Insultamos a
Insultáramos a
Insultásemos a
Insultemos a
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we scholden uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitschelden'
2Arreglar
Arreglo
Peinada
Peinado
.
wij/we maakten in ordeeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in orde maken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Arreglábamos
Arreglamos
Arregláramos
Arreglásemos
Arreglemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we maken in ordeeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in orde maken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Aclarábamos
Aclaramos
Aclaráramos
Aclarásemos
Aclaremos
Desarrollábamos
Desarrollamos
Desarrolláramos
Desarrollásemos
Desarrollemos
Explicábamos
Explicamos
Explicáramos
Explicásemos
Expliquemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
3Aclaración
Aclarar
Desarrollar
Desarrollo
Explicar
Trato
.
wij/we zetten uiteeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteenzetten'
eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uiteenzetten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Manipulábamos
Manipulamos
Manipuláramos
Manipulásemos
Manipulemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
4Manipulación
Manipular
Trato
.
wij/we hadden in handeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in handen hebben'
wij/we hanteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hanteren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Manipulábamos
Manipulamos
Manipuláramos
Manipulásemos
Manipulemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we hantereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'hanteren'
wij/we hebben in handeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in handen hebben'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Comerciábamos
Comerciamos
Comerciáramos
Comerciásemos
Comerciemos
Traficábamos
Traficamos
Traficáramos
Traficásemos
Trafiquemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
5Comerciar
Negociación
Negociar
Negocio
Traficar
Tráfico
Trato
.
wij/we dreven handeleerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'handel drijven'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Comerciábamos
Comerciamos
Comerciáramos
Comerciásemos
Comerciemos
Traficábamos
Traficamos
Traficáramos
Traficásemos
Trafiquemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we drijven handeleerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'handel drijven'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Comerciábamos
Comerciamos
Comerciáramos
Comerciásemos
Comerciemos
Traficábamos
Traficamos
Traficáramos
Traficásemos
Trafiquemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we handeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'handelen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Comerciábamos
Comerciamos
Comerciáramos
Comerciásemos
Comerciemos
Traficábamos
Traficamos
Traficáramos
Traficásemos
Trafiquemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we handeleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'handelen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
6Trato.wij/we bejegendeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bejegenen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we bejegeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bejegenen'
7Comerciar con.wij/we gaan om meteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omgaan met'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Comerciábamos con
Comerciamos con
Comerciáramos con
Comerciásemos con
Comerciemos con
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we gingen om meteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'omgaan met'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Comerciábamos con
Comerciamos con
Comerciáramos con
Comerciásemos con
Comerciemos con
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we omgaan meteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omgaan met'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Comerciábamos con
Comerciamos con
Comerciáramos con
Comerciásemos con
Comerciemos con
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we omgingen meteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'omgaan met'
8Trato.wij/we beredeneerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beredeneren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we beredenereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beredeneren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we handelden overeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'handelen over'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we handelen overeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'handelen over'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
9Trato.wij/we betiteldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betitelen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we betiteleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betitelen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we spraken aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanspreken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we spreken aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanspreken'
10Ensayar
Ensayo
Intentar
Probar
Prueba
Trato
.
wij/we pogeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Ensayábamos
Ensayamos
Ensayáramos
Ensayásemos
Ensayemos
Intentábamos
Intentamos
Intentáramos
Intentásemos
Intentemos
Probábamos
Probamos
Probáramos
Probásemos
Probemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we poogdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'
wij/we probeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'proberen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Ensayábamos
Ensayamos
Ensayáramos
Ensayásemos
Ensayemos
Intentábamos
Intentamos
Intentáramos
Intentásemos
Intentemos
Probábamos
Probamos
Probáramos
Probásemos
Probemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we probereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'proberen'
wij/we trachteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trachten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Ensayábamos
Ensayamos
Ensayáramos
Ensayásemos
Ensayemos
Intentábamos
Intentamos
Intentáramos
Intentásemos
Intentemos
Probábamos
Probamos
Probáramos
Probásemos
Probemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we trachtteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trachten'
11Cuidar
Trato
.
wij/we verzorgdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzorgen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Cuidábamos
Cuidamos
Cuidáramos
Cuidásemos
Cuidemos
Tratábamos
Tratáramos
Tratásemos
Tratemos
wij/we verzorgeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzorgen'
tratamos"tratamos bien":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar bien'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tratar'
  bien
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bien'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agasajábamos
Agasajamos
Agasajáramos
Agasajásemos
Agasajemos
Obsequiábamos
Obsequiamos
Obsequiáramos
Obsequiásemos
Obsequiemos
Tratábamos bien
Tratáramos bien
Tratásemos bien
Tratemos bien
wij/we hielden vrijeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijhouden'
  _"tratamos bien":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar bien'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agasajábamos
Agasajamos
Agasajáramos
Agasajásemos
Agasajemos
Obsequiábamos
Obsequiamos
Obsequiáramos
Obsequiásemos
Obsequiemos
Tratábamos bien
Tratáramos bien
Tratásemos bien
Tratemos bien
wij/we houden vrijeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vrijhouden'
  _"tratamos bien":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar bien'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agasajábamos
Agasajamos
Agasajáramos
Agasajásemos
Agasajemos
Obsequiábamos
Obsequiamos
Obsequiáramos
Obsequiásemos
Obsequiemos
Tratábamos bien
Tratáramos bien
Tratásemos bien
Tratemos bien
wij/we onthaaldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onthalen'
  _"tratamos bien":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar bien'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agasajábamos
Agasajamos
Agasajáramos
Agasajásemos
Agasajemos
Obsequiábamos
Obsequiamos
Obsequiáramos
Obsequiásemos
Obsequiemos
Tratábamos bien
Tratáramos bien
Tratásemos bien
Tratemos bien
wij/we onthaleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onthalen'
  _"tratamos bien":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar bien'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agasajábamos
Agasajamos
Agasajáramos
Agasajásemos
Agasajemos
Obsequiábamos
Obsequiamos
Obsequiáramos
Obsequiásemos
Obsequiemos
Tratábamos bien
Tratáramos bien
Tratásemos bien
Tratemos bien
wij/we trakteerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trakteren'
  _"tratamos bien":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar bien'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agasajábamos
Agasajamos
Agasajáramos
Agasajásemos
Agasajemos
Obsequiábamos
Obsequiamos
Obsequiáramos
Obsequiásemos
Obsequiemos
Tratábamos bien
Tratáramos bien
Tratásemos bien
Tratemos bien
wij/we traktereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trakteren'
wij/we vergasteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergasten'
  _"tratamos bien":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar bien'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Agasajábamos
Agasajamos
Agasajáramos
Agasajásemos
Agasajemos
Obsequiábamos
Obsequiamos
Obsequiáramos
Obsequiásemos
Obsequiemos
Tratábamos bien
Tratáramos bien
Tratásemos bien
Tratemos bien
wij/we vergastteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergasten'
tratamos"tratamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tratar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Procurábamos
Procuramos
Procuráramos
Procurásemos
Procuremos
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
1Procura
Procurar
.
wij/we beijverden onseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beijveren'
  _"tratamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Procurábamos
Procuramos
Procuráramos
Procurásemos
Procuremos
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we beijveren onseerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beijveren'
  _"tratamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Procurábamos
Procuramos
Procuráramos
Procurásemos
Procuremos
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we deden moeiteeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'moeite doen'
  _"tratamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Procurábamos
Procuramos
Procuráramos
Procurásemos
Procuremos
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we doen moeiteeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'moeite doen'
wij/we pogeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'
  _"tratamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Procurábamos
Procuramos
Procuráramos
Procurásemos
Procuremos
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we poogdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pogen'
wij/we streefdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'
  _"tratamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Procurábamos
Procuramos
Procuráramos
Procurásemos
Procuremos
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we streveneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'streven'
wij/we trachteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trachten'
  _"tratamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Procurábamos
Procuramos
Procuráramos
Procurásemos
Procuremos
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we trachtteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trachten'
wij/we zochteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zoeken'
  _"tratamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Procurábamos
Procuramos
Procuráramos
Procurásemos
Procuremos
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we zoekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zoeken'
  _"tratamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
2.wij/we probeerden teeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'proberen te'
  _"tratamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we proberen teeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'proberen te'
  _"tratamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Debatimos
Discutamos
Discutíamos
Discutiéramos
Discutiésemos
Discutimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
Hablábamos de
Hablamos de
Habláramos de
Hablásemos de
Hablemos de
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
3Debatir
Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
.
wij/we behandeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behandelen'
  _"tratamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Debatimos
Discutamos
Discutíamos
Discutiéramos
Discutiésemos
Discutimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
Hablábamos de
Hablamos de
Habláramos de
Hablásemos de
Hablemos de
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we behandeleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behandelen'
  _"tratamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Debatimos
Discutamos
Discutíamos
Discutiéramos
Discutiésemos
Discutimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
Hablábamos de
Hablamos de
Habláramos de
Hablásemos de
Hablemos de
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we bepraatteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bepraten'
  _"tratamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Debatimos
Discutamos
Discutíamos
Discutiéramos
Discutiésemos
Discutimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
Hablábamos de
Hablamos de
Habláramos de
Hablásemos de
Hablemos de
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we beprateneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bepraten'
  _"tratamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Debatimos
Discutamos
Discutíamos
Discutiéramos
Discutiésemos
Discutimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
Hablábamos de
Hablamos de
Habláramos de
Hablásemos de
Hablemos de
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we besprakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
  _"tratamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Debatimos
Discutamos
Discutíamos
Discutiéramos
Discutiésemos
Discutimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
Hablábamos de
Hablamos de
Habláramos de
Hablásemos de
Hablemos de
Tratábamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we besprekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
tratamos"tratamos de bribón":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de bribón'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tratar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  bribón
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bribón'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos de bribón
Tratáramos de bribón
Tratásemos de bribón
Tratemos de bribón
wij/we eigenden ons op oneerlijke wijze toeeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich op oneerlijke wijze toe-eigenen'
  _"tratamos de bribón":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de bribón'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos de bribón
Tratáramos de bribón
Tratásemos de bribón
Tratemos de bribón
wij/we eigenen ons op oneerlijke wijze toeeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich op oneerlijke wijze toe-eigenen'
  _"tratamos de bribón":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar de bribón'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos de bribón
Tratáramos de bribón
Tratásemos de bribón
Tratemos de bribón
wij/we handelden schurkachtigeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schurkachtig handelen'
  _"tratamos de bribón":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar de bribón'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos de bribón
Tratáramos de bribón
Tratásemos de bribón
Tratemos de bribón
wij/we handelen schurkachtigeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schurkachtig handelen'
tratamos"tratamos sobre":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar sobre'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tratar'
  sobre
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sobre'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos sobre
Tratáramos sobre
Tratásemos sobre
Tratemos sobre
wij/we behandeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behandelen'
  _"tratamos sobre":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar sobre'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos sobre
Tratáramos sobre
Tratásemos sobre
Tratemos sobre
wij/we behandeleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'behandelen'
  _"tratamos sobre":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tratar sobre'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos sobre
Tratáramos sobre
Tratásemos sobre
Tratemos sobre
wij/we verhandeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verhandelen'
  _"tratamos sobre":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tratar sobre'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Tratábamos sobre
Tratáramos sobre
Tratásemos sobre
Tratemos sobre
wij/we verhandeleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verhandelen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm or s u wyz

3ea e i o u

4e b c d e f g i j l m n pq st u vy z

5ea e o

6e _ b d im no r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TRATAMVolgende/ Siguiente -->

boven