Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

El humo que el fumador no traga y regala a sus vecinos es mucho más contaminante que el que se inhala

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e a e i o u

4e c fgilm n p q t uvwyz

5e a -

6e ea ee eo it la o ol

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van TROCEA ..... TROCOLA Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

troceatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocee hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt in stukkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

¡trocea!imperativo singular del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Trocead! snijd in stukken!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceara
Trocease
Troceé
Troceó hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed in stukkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceara
Trocease
Troceé
Troceó ik sneed in stukkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik sneed in stuk·ken

troceabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocearais
Troceaseis
Troceasteis jullie sneden in stukkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie sne·den in stuk·ken

troceábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceamos
Troceáramos
Troceásemos wij/we sneden in stukkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocearan
Trocearon
Troceasen zij/ze sneden in stukkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocearas
Troceases
Troceaste jij/je sneed in stukkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

¡trocead!imperativo plural del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Trocea! snijd in stukken!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceada adjetivo femenino singular de la palabra: troceado
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceadas
Troceado
Troceados in stukjes gesnedenbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: in stuk·jes ge·sne·den

troceadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceadas
Troceado
Troceados in stukken gesnedenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: in stuk·ken ge·sne·den

troceadas adjetivo femenino plural de la palabra: troceado
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceada
Troceado
Troceados in stukjes gesnedenbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: in stuk·jes ge·sne·den

troceadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceada
Troceado
Troceados in stukken gesnedenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: in stuk·ken ge·sne·den

troceado adjetivo masculino singular
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceada
Troceadas
Troceados in stukjes gesnedenbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: in stuk·jes ge·sne·den

troceadoparticipio pasado del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceada
Troceadas
Troceados in stukken gesnedenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: in stuk·ken ge·sne·den

troceados adjetivo masculino plural de la palabra: troceado
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceada
Troceadas
Troceado in stukjes gesnedenbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: in stuk·jes ge·sne·den

troceadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceada
Troceadas
Troceado in stukken gesnedenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: in stuk·ken ge·sne·den

troceáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceéis jullie snijden in stukkentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie snij·den in stuk·ken

troceamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceábamos
Troceáramos
Troceásemos
Troceemos wij/we sneden in stukkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceábamos
Troceáramos
Troceásemos
Troceemos wij/we snijden in stukkeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceen zij/ze snijden in stukkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceandogerundio del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn in stukken snijdendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: in stuk·ken snij·dend

trocearinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
Presente Préterito indefinido
Troceo Troceé
Troceas Troceaste
Trocea Troceó
Troceamos Troceamos
Troceáis Troceasteis
Trocean Trocearon
Futuro/Condicional Préterito imperfecto
Trocear é ía Troceaba
Trocear ás ías Troceabas
Trocear á ía Troceaba
Trocear emos íamos Troceábamos
Trocear éis íais Troceabais
Trocear án ían Troceaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
Presente Préterito imperfect ra
Trocee Troceara
Trocees Trocearas
Trocee Troceara
Troceemos Troceáramos
Troceéis Trocearais
Troceen Trocearan
Futuro Préterito imperfecto se
Troceare Trocease
Troceares Troceases
Troceare Trocease
Troceáremos Troceásemos
Troceareis Troceaseis
Trocearen Troceasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativo negativo
Trocea (tú) No trocees
Trocee (usted) No trocee
Troceemos (nosotros) No troceemos
Trocead (vosotros) No troceéis
Troceen (ustedes) No troceen
Formas impersonales
participio pasado     Gerundio
Troceado Troceando
in stukken snijdenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: in stuk·ken snij·den
Verbuiging:
in stukken snijden - sneed in stukken - in stukken gesneden

trocearatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaba
Trocease
Troceé
Troceó hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed in stukkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaba
Trocease
Troceé
Troceó ik sneed in stukkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik sneed in stuk·ken

trocearátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceare hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in stukken snijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceabais
Troceaseis
Troceasteis jullie sneden in stukkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie sne·den in stuk·ken

troceáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceábamos
Troceamos
Troceásemos wij/we sneden in stukkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaban
Trocearon
Troceasen zij/ze sneden in stukkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocearen zij/ze zullen in stukken snijdenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceabas
Troceases
Troceaste jij/je sneed in stukkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceares jij/je zal in stukken snijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceará
Trocearé hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in stukken snijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceará
Trocearé ik zal in stukken snijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik zal in stuk·ken snij·den

trocearéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceare ik zal in stukken snijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik zal in stuk·ken snij·den

troceareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocearéis jullie zullen in stukken snijdentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie zul·len in stuk·ken snij·den

trocearéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceareis jullie zullen in stukken snijdentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie zul·len in stuk·ken snij·den

trocearemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceáremos wij/we zullen in stukken snijdeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocearemos wij/we zullen in stukken snijdeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocearán zij/ze zullen in stukken snijdenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocearás jij/je zal in stukken snijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearíatercera persona singular condicional del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in stukken snijdenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

  _primera persona singular condicional del verbo 'trocear'
  we  wn ik zou in stukken snijdeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik zou in stuk·ken snij·den

trocearíaissegunda persona plural condicional del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn jullie zouden in stukken snijdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie zou·den in stuk·ken snij·den

trocearíamosprimera persona plural condicional del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn wij/we zouden in stukken snijdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearíantercera persona plural condicional del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn zij/ze zouden in stukken snijdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearíassegunda persona singular condicional del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn jij/je zou in stukken snijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocearontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaban
Trocearan
Troceasen zij/ze sneden in stukkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocees jij/je snijdt in stukkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaba
Troceara
Troceé
Troceó hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed in stukkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaba
Troceara
Troceé
Troceó ik sneed in stukkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik sneed in stuk·ken

troceaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceabais
Trocearais
Troceasteis jullie sneden in stukkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie sne·den in stuk·ken

troceásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceábamos
Troceamos
Troceáramos wij/we sneden in stukkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaban
Trocearan
Trocearon zij/ze sneden in stukkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceabas
Trocearas
Troceaste jij/je sneed in stukkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceabas
Trocearas
Troceases jij/je sneed in stukkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceabais
Trocearais
Troceaseis jullie sneden in stukkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie sne·den in stuk·ken

troceeprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocea
Troceo ik snijd in stukkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik snijd in stuk·ken

  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocea
Troceo hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt in stukkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaba
Troceara
Trocease ik sneed in stukkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik sneed in stuk·ken

¡trocee!imperativo singular del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Troceen! snijdt u in stukken!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceáis jullie snijden in stukkentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: jul·lie snij·den in stuk·ken

troceemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceamos wij/we snijden in stukkeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

¡troceemos!imperativo plural del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
laten we in stukken snijdengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: la·ten we in stuk·ken snij·den

troceentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocean zij/ze snijden in stukkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

¡troceen!imperativo plural del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Trocee! snijdt u in stukken!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceas jij/je snijdt in stukkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

troceoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Trocee ik snijd in stukkeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'
Lettergrepen: ik snijd in stuk·ken

troceótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trocear'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocear'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Troceaba
Troceara
Trocease hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed in stukkenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in stukken snijden'

trocitosustantivo
Plural es: trocitos
, el  wn stukjezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: stuk·je
Dit woord is een verkleinwoord van: 'Stuk'
Meervoud is: stukjes

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn
trocito de"trocito de hielo":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
hielo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'hielo'
  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Cubito de hielo ijsblokjezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ijs·blok·je

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
trocitos sustantivo plural de la palabra: trocito
, los  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Pedacitos stukjesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: stukje
Lettergrepen: stuk·jes

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stukje').
, de  wn
trocitos"trocitos de pollo":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocito'
de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
pollo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pollo'
, los  spalabras relacionadas:
---------------------
Pepitas de pollo kipnuggetszelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: kip·nug·gets
, de  wn  w
troclasustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocla'
, la  spalabras relacionadas:
---------------------
Carrillo
Carrucha
Garrucha
Polea
Trócola poeliezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: poe·lie

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w  f
trocótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trocar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trocar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Permutaba
Permutara
Permutase
Permutó
Trocaba
Trocara
Trocase hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruilde inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inruilen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruildederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ruilen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verruildederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verruilen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inwisselen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselde uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitwisselen'

hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisseldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wisselen'

trócolasustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trócola'
, la  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Carrillo
Carrucha
Garrucha
Polea
Trocla poeliezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: poe·lie

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w  f

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e a e i o u

4e c fgilm n p q t uvwyz

5e a -

6e ea ee eo it la o ol

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van TROCEA ..... TROCOLA Volgende/ Siguiente -->