Klein woordenboek Nederlands-Spaans en vv met 592553 woorden

Ga naar woordenboek Spaans-Nederlands; Ir a diccionario español-holandés.

Klik op de eerste letter van het gezochte Nederlandse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter. Maar... LET OP!!!
Elija el primer carácter de la palabra holandesa buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter. Pero... OJO!!!

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

21-04-2010: Het team dat onder leiding van topman Gerrit Zalm ABN Amro en Fortis Bank Nederland moet samenvoegen krijgt als rapportcijfer een 4- van het eigen personeel.

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 ae h i jmn o r st u v w yz

3e_ a b c d e f g hi k l m n o p r s t u v wxz

4e -a b d e g h- l m n o p r s t v w z

5e in ka kl ko

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
DE_IN ..... DE_KOzVolgende/ Siguiente -->

Nederlands/holandésSpaans/español
de ingewanden betreffendbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: de in·ge·wan·den be·tref·fend
visceraladjetivo singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'visceral'
  we  w
visceralesadjetivo plural de la palabra: visceral

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'visceral'
  we  w
De Kalbeigennaam (of antonomasie) en
  w
De"De Kalb":
Nombre (o por antonomasia)
(pronunciación local: /dikálb/), ciudad del N del estado de Illinois (Estados Unidos).

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  Kalb
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Kalb'
  w
de klemtoon gelegd opregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: de klem·toon ge·legd op
  s verwante woorden:
---------------------
Beklemtoond
Benadrukt
Geaccentueerd
acentuadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we
acentuadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we
acentuadoparticipio pasado del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
acentuadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we
de klemtoon leggen opwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: de klem·toon leg·gen op
Verbuiging:
de klemtoon leggen op - legde de klemtoon op - de klemtoon gelegd op

  s verwante woorden:
---------------------
Accentueren
Beklemtonen
Benadrukken
acentuarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
AcentúoAcentué
AcentúasAcentuaste
AcentúaAcentuó
AcentuamosAcentuamos
AcentuáisAcentuasteis
AcentúanAcentuaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
AcentuaréíaAcentuaba
AcentuarásíasAcentuabas
AcentuaráíaAcentuaba
AcentuaremosíamosAcentuábamos
AcentuaréisíaisAcentuabais
AcentuaráníanAcentuaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
AcentúeAcentuara
AcentúesAcentuaras
AcentúeAcentuara
AcentuemosAcentuáramos
AcentuéisAcentuarais
AcentúenAcentuaran
FuturoPréterito imperfecto se
AcentuareAcentuase
AcentuaresAcentuases
AcentuareAcentuase
AcentuáremosAcentuásemos
AcentuareisAcentuaseis
AcentuarenAcentuasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Acentúa(tú)No acentúes
Acentúe(usted)No acentúe
Acentuemos(nosotros)No acentuemos
Acentuad(vosotros)No acentuéis
Acentúen(ustedes)No acentúen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
AcentuadoAcentuando
't zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
't zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
er zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: er zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: er zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
er zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: er zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
ge zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ge zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ge zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
ge zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ge zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
gij zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: gij zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: gij zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
gij zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: gij zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
het zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: het zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: het zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
het zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: het zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
hij zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: hij zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: hij zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
hij zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: hij zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
ik zal de klemtoon leggen opeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ik zal de klem·toon leg·gen op
acentuareprimera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ik zal de klem·toon leg·gen op
acentuaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
ik zou de klemtoon leggen opeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ik zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríaprimera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
je zal de klemtoon leggen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: je zal de klem·toon leg·gen op
acentuarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: je zal de klem·toon leg·gen op
acentuaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
je zou de klemtoon leggen optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: je zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríassegunda persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
jij zal de klemtoon leggen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: jij zal de klem·toon leg·gen op
acentuarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: jij zal de klem·toon leg·gen op
acentuaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
jij zou de klemtoon leggen optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: jij zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríassegunda persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
jullie zouden de klemtoon leggen optweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: jul·lie zou·den de klem·toon leg·gen op
acentuaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
jullie zullen de klemtoon leggen optweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
men zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: men zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: men zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
men zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: men zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
u zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: u zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: u zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
u zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: u zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
we zouden de klemtoon leggen opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: we zou·den de klem·toon leg·gen op
acentuaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
we zullen de klemtoon leggen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: we zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: we zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
wij zouden de klemtoon leggen opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: wij zou·den de klem·toon leg·gen op
acentuaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
wij zullen de klemtoon leggen opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: wij zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: wij zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
ze zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ze zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ze zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
ze zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ze zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
ze zouden de klemtoon leggen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ze zou·den de klem·toon leg·gen op
acentuaríantercera persona plural condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
ze zullen de klemtoon leggen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ze zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: ze zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
zij zal de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: zij zal de klem·toon leg·gen op
acentuarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: zij zal de klem·toon leg·gen op
acentuaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
zij zou de klemtoon leggen opderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: zij zou de klem·toon leg·gen op
acentuaríatercera persona singular condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
zij zouden de klemtoon leggen opderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: zij zou·den de klem·toon leg·gen op
acentuaríantercera persona plural condicional del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
zij zullen de klemtoon leggen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: zij zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: zij zul·len de klem·toon leg·gen op
acentuarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
de klemtoon leggend oponvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de klemtoon leggen op'
Lettergrepen: de klem·toon leg·gend op
  s verwante woorden:
---------------------
Accentuerend
Beklemtonend
Benadrukkend
acentuandogerundio del verbo 'acentuar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acentuar'
  we  wn
de kleuren van de regenboog vertonenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
Verbuiging:
de kleuren van de regenboog vertonen - vertoonde de kleuren van de regenboog - de kleuren van de regenboog vertoond

  s verwante woorden:
---------------------
Iriseren
irisarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
IrisoIrisé
IrisasIrisaste
IrisaIrisó
IrisamosIrisamos
IrisáisIrisasteis
IrisanIrisaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
IrisaréíaIrisaba
IrisarásíasIrisabas
IrisaráíaIrisaba
IrisaremosíamosIrisábamos
IrisaréisíaisIrisabais
IrisaráníanIrisaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
IriseIrisara
IrisesIrisaras
IriseIrisara
IrisemosIrisáramos
IriséisIrisarais
IrisenIrisaran
FuturoPréterito imperfecto se
IrisareIrisase
IrisaresIrisases
IrisareIrisase
IrisáremosIrisásemos
IrisareisIrisaseis
IrisarenIrisasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Irisa(tú)No irises
Irise(usted)No irise
Irisemos(nosotros)No irisemos
Irisad(vosotros)No iriséis
Irisen(ustedes)No irisen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
IrisadoIrisando
't zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
't zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
er zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: er zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: er zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
er zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: er zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
ge zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ge zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ge zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
ge zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ge zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
gij zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: gij zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: gij zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
gij zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: gij zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
het zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: het zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: het zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
het zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: het zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
hij zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: hij zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: hij zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
hij zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: hij zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
ik zal de kleuren van de regenboog vertoneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ik zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisareprimera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ik zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
ik zou de kleuren van de regenboog vertoneneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ik zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríaprimera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
je zal de kleuren van de regenboog vertonentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: je zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: je zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
je zou de kleuren van de regenboog vertonentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: je zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríassegunda persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
jij zal de kleuren van de regenboog vertonentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: jij zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: jij zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
jij zou de kleuren van de regenboog vertonentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: jij zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríassegunda persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
jullie zouden de kleuren van de regenboog vertonentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
jullie zullen de kleuren van de regenboog vertonentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
men zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: men zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: men zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
men zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: men zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
u zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: u zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: u zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
u zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: u zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
we zouden de kleuren van de regenboog vertoneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: we zou·den de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
we zullen de kleuren van de regenboog vertoneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: we zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: we zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
wij zouden de kleuren van de regenboog vertoneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: wij zou·den de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
wij zullen de kleuren van de regenboog vertoneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: wij zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: wij zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
ze zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ze zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ze zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
ze zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ze zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
ze zouden de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ze zou·den de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríantercera persona plural condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
ze zullen de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ze zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: ze zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
zij zal de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: zij zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: zij zal de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
zij zou de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: zij zou de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríatercera persona singular condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
zij zouden de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: zij zou·den de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisaríantercera persona plural condicional del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
zij zullen de kleuren van de regenboog vertonenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: zij zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: zij zul·len de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nen
irisarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
de kleuren van de regenboog vertonendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: de kleu·ren van de re·gen·boog ver·to·nend
  s verwante woorden:
---------------------
Iriserend
irisandogerundio del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
de kleuren van de regenboog vertoondregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'de kleuren van de regenboog vertonen'
Lettergrepen: de kleu·ren van de re·gen·boog ver·toond
  s verwante woorden:
---------------------
Geïriseerd
irisadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
irisadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
irisadoparticipio pasado del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
irisadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'irisar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'irisar'
  we
de kortste weg genomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: de kort·ste weg ge·no·men
atajadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we
atajadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we
atajadoparticipio pasado del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
atajadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we
de kortste weg nemenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: de kort·ste weg ne·men
Verbuiging:
de kortste weg nemen - nam de kortste weg - de kortste weg genomen

atajarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
AtajoAtajé
AtajasAtajaste
AtajaAtajó
AtajamosAtajamos
AtajáisAtajasteis
AtajanAtajaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
AtajaréíaAtajaba
AtajarásíasAtajabas
AtajaráíaAtajaba
AtajaremosíamosAtajábamos
AtajaréisíaisAtajabais
AtajaráníanAtajaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
AtajeAtajara
AtajesAtajaras
AtajeAtajara
AtajemosAtajáramos
AtajéisAtajarais
AtajenAtajaran
FuturoPréterito imperfecto se
AtajareAtajase
AtajaresAtajases
AtajareAtajase
AtajáremosAtajásemos
AtajareisAtajaseis
AtajarenAtajasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Ataja(tú)No atajes
Ataje(usted)No ataje
Atajemos(nosotros)No atajemos
Atajad(vosotros)No atajéis
Atajen(ustedes)No atajen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
AtajadoAtajando
't zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
't zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
er zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: er zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: er zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
er zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: er zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
ge zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ge zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ge zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
ge zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ge zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
gij zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: gij zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: gij zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
gij zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: gij zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
het zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: het zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: het zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
het zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: het zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
hij zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: hij zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: hij zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
hij zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: hij zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
ik zal de kortste weg nemeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ik zal de kort·ste weg ne·men
atajareprimera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ik zal de kort·ste weg ne·men
atajaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
ik zou de kortste weg nemeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ik zou de kort·ste weg ne·men
atajaríaprimera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
je zal de kortste weg nementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: je zal de kort·ste weg ne·men
atajarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: je zal de kort·ste weg ne·men
atajaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
je zou de kortste weg nementweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: je zou de kort·ste weg ne·men
atajaríassegunda persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
jij zal de kortste weg nementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: jij zal de kort·ste weg ne·men
atajarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: jij zal de kort·ste weg ne·men
atajaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
jij zou de kortste weg nementweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: jij zou de kort·ste weg ne·men
atajaríassegunda persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
jullie zouden de kortste weg nementweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den de kort·ste weg ne·men
atajaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
jullie zullen de kortste weg nementweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de kort·ste weg ne·men
atajareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len de kort·ste weg ne·men
atajaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
men zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: men zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: men zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
men zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: men zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
u zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: u zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: u zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
u zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: u zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
we zouden de kortste weg nemeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: we zou·den de kort·ste weg ne·men
atajaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
we zullen de kortste weg nemeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: we zul·len de kort·ste weg ne·men
atajaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: we zul·len de kort·ste weg ne·men
atajáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
wij zouden de kortste weg nemeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: wij zou·den de kort·ste weg ne·men
atajaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
wij zullen de kortste weg nemeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: wij zul·len de kort·ste weg ne·men
atajaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: wij zul·len de kort·ste weg ne·men
atajáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
ze zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ze zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ze zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
ze zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ze zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
ze zouden de kortste weg nemenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ze zou·den de kort·ste weg ne·men
atajaríantercera persona plural condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
ze zullen de kortste weg nemenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ze zul·len de kort·ste weg ne·men
atajarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: ze zul·len de kort·ste weg ne·men
atajarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
zij zal de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: zij zal de kort·ste weg ne·men
atajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: zij zal de kort·ste weg ne·men
atajaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
zij zou de kortste weg nemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: zij zou de kort·ste weg ne·men
atajaríatercera persona singular condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
zij zouden de kortste weg nemenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: zij zou·den de kort·ste weg ne·men
atajaríantercera persona plural condicional del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
zij zullen de kortste weg nemenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: zij zul·len de kort·ste weg ne·men
atajarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: zij zul·len de kort·ste weg ne·men
atajarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn
de kortste weg nemendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de kortste weg nemen'
Lettergrepen: de kort·ste weg ne·mend
atajandogerundio del verbo 'atajar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'atajar'
  we  wn

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 ae h i jmn o r st u v w yz

3e_ a b c d e f g hi k l m n o p r s t u v wxz

4e -a b d e g h- l m n o p r s t v w z

5e in ka kl ko

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
DE_IN ..... DE_KOzVolgende/ Siguiente -->

boven