Klein woordenboek Nederlands-Spaans en vv met 592553 woorden

Ga naar woordenboek Spaans-Nederlands; Ir a diccionario español-holandés.

Klik op de eerste letter van het gezochte Nederlandse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter. Maar... LET OP!!!
Elija el primer carácter de la palabra holandesa buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter. Pero... OJO!!!

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Wat is het toch fijn om in Tenerife te wonen

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 a e h i jmn o r st u v w yz

3e a e i o u y

4e b ef j l n

5e b

6e e

7e l

8e -d e t

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van DRIBBEL ..... DRIBBELDEz Volgende/ Siguiente -->

Nederlands/holandés Spaans/español

dribbel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. ¡dribla!imperativo singular del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'

  _gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn ¡driblad!imperativo plural del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'

  _gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn  s verwante woorden:
---------------------
Draaf! 2Draven. ¡trota!imperativo singular del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'

  _gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn  s verwante woorden:
---------------------
Draaf! ¡trotad!imperativo plural del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'

ik dribbeleerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. dribleprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn dribloprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 2Draven. troteprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
't dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
er dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: er drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: er drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: er drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: er drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: er drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
ge dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ge drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ge drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ge drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ge drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ge drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
gij dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: gij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: gij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: gij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: gij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: gij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
het dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: het drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: het drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: het drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: het drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: het drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
hij dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: hij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: hij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: hij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: hij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: hij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
ik dribbeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabaprimera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaraprimera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblaseprimera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn dribléprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabaprimera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaraprimera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotaseprimera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ik drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
je dribbeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: je drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: je drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: je drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: je drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: je drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
jij dribbeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
men dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: men drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: men drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: men drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: men drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: men drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
u dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: u drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: u drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: u drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: u drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: u drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
ze dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
zij dribbeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
jullie dribbeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jul·lie drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jul·lie drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jul·lie drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
2Draven. trotabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jul·lie drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: jul·lie drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
we dribbeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: we drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: we drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn dribláramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: we drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 2Draven. trotábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: we drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
wij dribbeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: wij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: wij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn dribláramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
driblásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: wij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 2Draven. trotábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: wij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
trotásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
ze dribbeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 2Draven. trotabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: ze drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
zij dribbeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 1. driblabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn driblasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'driblar'
(verbo transitivo, intransitivo, anglicismo). En fútbol, esquivar a un jugador contrario y continuar avanzando con el balón. SIN. Regatear.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'driblar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn 2Draven. trotabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dribbelen'
Lettergrepen: zij drib·bel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dribbelen').
  wn trotasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'trotar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'trotar'
  we

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 a e h i jmn o r st u v w yz

3e a e i o u y

4e b ef j l n

5e b

6e e

7e l

8e -d e t

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van DRIBBEL ..... DRIBBELDEz Volgende/ Siguiente -->