Klein woordenboek Nederlands-Spaans en vv met 592553 woorden

Ga naar woordenboek Spaans-Nederlands; Ir a diccionario español-holandés.

Klik op de eerste letter van het gezochte Nederlandse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter. Maar... LET OP!!!
Elija el primer carácter de la palabra holandesa buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter. Pero... OJO!!!

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

03-12-2009: De Nederlandse Bank (DNB) was in 2008 al op de hoogte van de torenhoge provisies die DSB Bank rekende voor koopsompolissen. Dat schrijft het Financieel Dagblad op basis van een brief waar de krant inzage in heeft gehad.

1e 0‑9 A B C D EF G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 a ei j l o r t u y

3e abc de fg j k l n ors tu x

4e l r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
FIEVolgende/ Siguiente -->

Nederlands/holandésSpaans/español
fieldgoalzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: field·goal

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  w
field goal"field goal":
locución sustantiva

Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'goal'
  w
fierbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w  s verwante woorden:
---------------------
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Prat
Pratte
Trots
Trotse
  rafgeleide woorden:
------------------
fierheid
orgullosaadjetivo femenino singular de la palabra: orgulloso

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'orgulloso'
  we  wn
orgullosasadjetivo femenino plural de la palabra: orgulloso

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'orgulloso'
  we  wn
orgullosoadjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'orgulloso'
  we  wn
orgullososadjetivo masculino plural de la palabra: orgulloso

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'orgulloso'
  we  wn
soberbiaadjetivo femenino singular de la palabra: soberbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'soberbio'
  we  wn  w
soberbiasadjetivo femenino plural de la palabra: soberbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'soberbio'
  we  w
soberbioadjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'soberbio'
  we
soberbiosadjetivo masculino plural de la palabra: soberbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'soberbio'
  we
fiereVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Fier
Lettergrepen: fie·re

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fier').
  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Fier
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Prat
Pratte
Trots
Trotse
orgullosaadjetivo femenino singular de la palabra: orgulloso

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'orgulloso'
  we  wn
orgullosasadjetivo femenino plural de la palabra: orgulloso

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'orgulloso'
  we  wn
orgullosoadjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'orgulloso'
  we  wn
orgullososadjetivo masculino plural de la palabra: orgulloso

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'orgulloso'
  we  wn
soberbiaadjetivo femenino singular de la palabra: soberbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'soberbio'
  we  wn  w
soberbiasadjetivo femenino plural de la palabra: soberbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'soberbio'
  we  w
soberbioadjetivo masculino singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'soberbio'
  we
soberbiosadjetivo masculino plural de la palabra: soberbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'soberbio'
  we
Fiesoleeigennaam (of antonomasie) en
  w
FiesoleNombre (o por antonomasia)
(pronunciación local: /fiésole/) (la antigua Faesulae), ciudad del centro de Italia, en Toscana, al NE de Florencia. Fue una antigua ciudad etrusca.
  w
fietszelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: fietsen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  we  w  s verwante woorden:
---------------------
Rijwiel
Stalen ros
Tweewieler
  hhyponiemen:
-----------
aanhangfiets
alleterreinfiets
ambulancefiets
baanfiets
bakfiets
bakkersfiets
beddenfiets
bergfiets
bestelfiets
bierfiets
bromfiets
carbonfiets
crossfiets
damesfiets
dienstfiets
draadjesfiets
e-fiets
elektrofiets
fladderfiets
fluisterfiets
gemeentefiets
gezinsfiets
herenfiets
huurfiets
hybridefiets
jongensfiets
kamerfiets
kamikazefiets
kappersfiets
kinderfiets
koersfiets
krimpfiets
kunstfiets
leasefiets
leenfiets
legerfiets
ligfiets
lokfiets
loopfiets
meeneemfiets
meetfiets
meisjesfiets
melkfiets
merkfiets
moederfiets
motorfiets
omafiets
onderwaterfiets
opafiets
opoefiets
ov-fiets
pastoorsfiets
pausfiets
plooifiets
poepfiets
publieksfiets
racefiets
reservefiets
roeifiets
schoolfiets
seniorenfiets
skifiets
snorfiets
soepfiets
spanfiets
spinningfiets
spoorfiets
sportfiets
stadsfiets
stoomfiets
taxifiets
terreinfiets
tijdritfiets
toerfiets
trainingsfiets
trapfiets
trialfiets
trimfiets
uienfiets
vakantiefiets
vliegfiets
vluchtfiets
vouwfiets
vrijwielfiets
waterfiets
wedstrijdfiets
weesfiets
wegfiets
wobbelfiets
zitfiets
zoemfiets
zwerffiets
  rafgeleide woorden:
------------------
fiets-trial
fietsaccessoire
fietsactie
fietsactiviteit
fietsafstand
fietsaftrek
fietsagent
fietsairbag
fietsambitie
fietsambulance
fietsarrangement
fietsautomaat
fietsavontuur
fietsbal
fietsbalans
fietsband
fietsbel
fietsbeleid
fietsblok
fietsbom
fietsboot
fietsbord
fietsboulevard
fietsbranche
fietsbrigade
fietsbroek
fietsbrug
fietsbureau
fietsbus
fietscafé
fietsclub
fietscomputer
fietsconditie
fietscontrole
fietscross
fietscultuur
fietschip
fietsdag
fietsdief
fietsdiefstal
fietsdiploma
fietsdode
fietsdoos
fietsdrager
fietsdynamo
fietsen
fietsenband
fietsenberging
fietsenboer
fietsenbranche
fietsendief
fietsendiefstal
fietsendrager
fietsenfabriek
fietsenfabrikant
fietsenhandel
fietsenhandelaar
fietsenhok
fietsenkelder
fietsenmaakster
fietsenmaker
fietsenman
fietsenmarkt
fietsenmuseum
fietsenpark
fietsenplan
fietsenrek
fietsenrekkie
fietsenreparateur
fietsenspringer
fietsenstalling
fietsenvanger
fietsenverhuur
fietsenverzamelaar
fietsenwinkel
fietsenwinkelier
fietsenzaak
fietsergometer
fietservaring
fietsevenement
fietsfabriek
fietsfabrikant
fietsfanaat
fietsfile
fietsflat
fietsforens
fietsframe
fietsgarage
fietsgebeuren
fietsgebied
fietsgebruik
fietsgedeelte
fietsgids
fietsgroep
fietshandel
fietshandelaar
fietshelm
fietshersteller
fietshoes
fietshok
fietshuur
fietsindustrie
fietsinfrastructuur
fietsjongen
fietskaart
fietskader
fietskamperen
fietskar
fietskenteken
fietsketting
fietskilometer
fietskledij
fietskleding
fietsklem
fietskluis
fietsknooppunt
fietskoerier
fietskostuum
fietskraan
fietslamp
fietsland
fietslantaarn
fietslengte
fietsles
fietslicht
fietsliefhebber
fietslift
fietslus
fietsmaat
fietsmacht
fietsmaker
fietsmand
fietsmat
fietsmeester
fietsmerk
fietsmolen
fietsnet
fietsnetwerk
fietsnietje
fietsnomade
fietsonderdeel
fietsongeluk
fietsongeval
fietsonvriendelijk
fietsoversteek
fietspad
fietsparcours
fietsparkoers
fietspedaal
fietspendelboot
fietspet
fietspijp
fietsplaat
fietsplaatje
fietsplaats
fietsplan
fietsplezier
fietspolo
fietspomp
fietspont
fietspool
fietspoolen
fietspooler
fietspooling
fietsproductie
fietsproject
fietsprovincie
fietspunt
fietspyjama
fietsreflector
fietsregistratie
fietsreis
fietsrek
fietsriem
fietsrijden
fietsrit
fietsronde
fietsrotonde
fietsroute
fietsschoen
fietsseizoen
fietsshirt
fietsslaaptrein
fietsslenteren
fietssleutel
fietsslot
fietssluis
fietssnelweg
fietsspaak
fietsspeld
fietssport
fietsstad
fietsstalling
fietsstandaard
fietsstang
fietsster
fietssticker
fietsstoel
fietsstoep
fietsstraat
fietsstrook
fietsstuur
fietssuggestiestrook
fietssurveillance
fietstas
fietstaxi
fietsteam
fietstechniek
fietstegel
fietstest
fietsthema
fietstijd
fietstocht
fietstoerisme
fietstoerist
fietstour
fietstrainer
fietstraining
fietstraject
fietstransferium
fietstrapper
fietstrip
fietstrommel
fietstunnel
fietsvaardigheid
fietsvakantie
fietsveer
fietsveiligheid
fietsventiel
fietsverbinding
fietsverbod
fietsvergoeding
fietsverhuur
fietsverkeer
fietsverkoop
fietsverlichting
fietsverzekering
fietsvierdaagse
fietsvriendelijk
fietsvriendelijkheid
fietswedstrijd
fietsweek
fietsweer
fietsweg
fietswegenwacht
fietswerk
fietswiel
fietswinkel
fietswissel
fietswrak
fietszadel
fietszitje
fietszoektocht
  f
bicicletasustantivo
Plural es: bicicletas
(sustantivo). Vehículo de dos ruedas iguales, movido por pedales.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, la  we  wn  w
fiets!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
¡monta"¡monta en bicicleta!":
imperativo singular del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
¡montad"¡montad en bicicleta!":
imperativo plural del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
fiets-bijvoeglijk naamwoord bn
  s verwante woorden:
---------------------
Wieler-
ciclistaadjetivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ciclista'
  we  w
ik fietseerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monto"monto en bicicleta":
primera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
fietsbelzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·bel

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
timbre"timbre de la bicicleta":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'timbre'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  la
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, el
fietscomputerzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·com·pu·ter

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
ciclocomputadorsustantivo
  w
fietsenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: fiets
Lettergrepen: fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Rijwielen
Tweewielers
  hhyponiemen:
-----------
aanfietsen
achternafietsen
achteropfietsen
affietsen
befietsen
binnenfietsen
buitenfietsen
doorfietsen
eraan komen fietsen
hardfietsen
heenfietsen
langsfietsen
ligfietsen
luchtfietsen
meefietsen
nafietsen
omfietsen
omhoogfietsen
opfietsen
overfietsen
rondfietsen
terugfietsen
uitfietsen
voorbijfietsen
vooropfietsen
voortfietsen
waterfietsen
wegfietsen
  rafgeleide woorden:
------------------
fietseling
fietser
gebruiktefietsenwinkel
bicicletassustantivo plural de la palabra: bicicleta
(sustantivo). Vehículo de dos ruedas iguales, movido por pedales.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, las  we  w
fietsenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: fiet·sen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
fietsen - fietste - gefietst


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w  hhyponiemen:
-----------
aanfietsen
achternafietsen
achteropfietsen
affietsen
befietsen
binnenfietsen
buitenfietsen
doorfietsen
eraan komen fietsen
hardfietsen
heenfietsen
langsfietsen
ligfietsen
luchtfietsen
meefietsen
nafietsen
omfietsen
omhoogfietsen
opfietsen
overfietsen
rondfietsen
terugfietsen
uitfietsen
voorbijfietsen
vooropfietsen
voortfietsen
waterfietsen
wegfietsen
  rafgeleide woorden:
------------------
fietseling
fietser
gebruiktefietsenwinkel
montar"montar en bicicleta":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
't zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
't zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
er zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: er zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: er zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
er zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: er zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ge zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ge zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ge zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ge zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ge zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
gij zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: gij zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: gij zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
gij zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: gij zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
het zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: het zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: het zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
het zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: het zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
hij zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: hij zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: hij zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
hij zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: hij zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ik zal fietseneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ik zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ik zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaré"montaré en bicicleta":
primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ik zou fietseneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ik zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
primera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
je zal fietsentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: je zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarás"montarás en bicicleta":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: je zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montares"montares en bicicleta":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
je zou fietsentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: je zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarías"montarías en bicicleta":
segunda persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
jij zal fietsentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jij zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarás"montarás en bicicleta":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jij zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montares"montares en bicicleta":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
jij zou fietsentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jij zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarías"montarías en bicicleta":
segunda persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
jullie fietsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jul·lie fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montáis"montáis en bicicleta":
segunda persona plural presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jul·lie fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montéis"montéis en bicicleta":
segunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
jullie zouden fietsentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaríais"montaríais en bicicleta":
segunda persona plural condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
jullie zullen fietsentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montareis"montareis en bicicleta":
segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaréis"montaréis en bicicleta":
segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
men zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: men zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: men zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
men zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: men zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
u zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: u zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: u zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
u zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: u zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
we fietseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: we fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montamos"montamos en bicicleta":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: we fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montemos"montemos en bicicleta":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
we zouden fietseneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: we zou·den fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaríamos"montaríamos en bicicleta":
primera persona plural condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
we zullen fietseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: we zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaremos"montaremos en bicicleta":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: we zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montáremos"montáremos en bicicleta":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
wij fietseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: wij fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montamos"montamos en bicicleta":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: wij fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montemos"montemos en bicicleta":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
wij zouden fietseneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: wij zou·den fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaríamos"montaríamos en bicicleta":
primera persona plural condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
wij zullen fietseneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: wij zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaremos"montaremos en bicicleta":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: wij zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montáremos"montáremos en bicicleta":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ze fietsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montan"montan en bicicleta":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monten"monten en bicicleta":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ze zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ze zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ze zouden fietsenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze zou·den fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarían"montarían en bicicleta":
tercera persona plural condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ze zullen fietsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarán"montarán en bicicleta":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaren"montaren en bicicleta":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
zij fietsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montan"montan en bicicleta":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monten"monten en bicicleta":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
zij zal fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montará"montará en bicicleta":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij zal fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montare"montare en bicicleta":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
zij zou fietsenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij zou fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaría"montaría en bicicleta":
tercera persona singular condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
zij zouden fietsenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij zou·den fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarían"montarían en bicicleta":
tercera persona plural condicional del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
zij zullen fietsenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarán"montarán en bicicleta":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij zul·len fiet·sen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaren"montaren en bicicleta":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
fietsendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: fiet·send

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montando"montando en bicicleta":
gerundio del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
fietsenmakerzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiet·sen·ma·ker

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Rijwielhersteller
reparador"reparador de bicicletas":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'reparador'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  bicicletas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, el  wn
fietsenrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiet·sen·rek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Fietsrek
Fietsstandaard
estacionamiento"estacionamiento de bicicletas":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'estacionamiento'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  bicicletas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, el  w
fietshelmzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·helm
, de  wn  w
casco"casco de ciclismo":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'casco'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  ciclismo
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ciclismo'
, el  wn  w
fietspadzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·pad

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w  hhyponiemen:
-----------
asfaltfietspad
snelfietspad
zangfietspad
  rafgeleide woorden:
------------------
fietspadennet
fietspadennetwerk
fietspadenplan
carril"carril bici":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'carril'
  bici
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bici'
, el  we  w
ciclovíasustantivo
  we  w
pista"pista de bicicletas":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pista'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  bicicletas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, la  w
fietsrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·rek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Fietsenrek
Fietsstandaard
aparcabicicletassustantivo
  w
estacionamiento"estacionamiento de bicicletas":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'estacionamiento'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  bicicletas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, el  w
fietssportzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·sport
Meervoud is: fietssporten
, de  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Wielersport
ciclismosustantivo
Plural es: ciclismos
(sustantivo). Deporte en el que se utiliza la bicicleta o el velocípedo para recorrer distancias más o menos largas; normalmente estos recorridos se organizan en etapas, con el fin de determinar la regularidad y resistencia de los ciclistas.
FAM. Ciclista.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ciclismo'
, el  we  wn  w
fietssportenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: fietssport
Lettergrepen: fiets·spor·ten
, de  wn  w
ciclismossustantivo plural de la palabra: ciclismo
(sustantivo). Deporte en el que se utiliza la bicicleta o el velocípedo para recorrer distancias más o menos largas; normalmente estos recorridos se organizan en etapas, con el fin de determinar la regularidad y resistencia de los ciclistas.
FAM. Ciclista.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ciclismo'
, los  we  w
fietsstandaardzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·stan·daard
, de  wn  w  s verwante woorden:
---------------------
Fietsenrek
Fietsrek
aparcabicicletassustantivo
  w
estacionamiento"estacionamiento de bicicletas":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'estacionamiento'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  bicicletas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, el  w
't fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
er fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ge fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
gij fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
het fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
hij fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
je fietsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montas"montas en bicicleta":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montes"montes en bicicleta":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
jij fietsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montas"montas en bicicleta":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montes"montes en bicicleta":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
men fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
u fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ze fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
zij fietstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monta"monta en bicicleta":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monte"monte en bicicleta":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
fietst u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
¡monte"¡monte en bicicleta!":
imperativo singular del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
¡monten"¡monten en bicicleta!":
imperativo plural del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
fietstaszelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·tas

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
bolsa"bolsa para bicicletas":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bolsa'
  para
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'para'
  bicicletas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, la
fietstaxizelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·taxi

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
bicitaxisustantivo
  w
't fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
er fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: er fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: er fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: er fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ge fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ge fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ge fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ge fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
gij fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: gij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: gij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: gij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
het fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: het fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: het fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: het fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
hij fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: hij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: hij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: hij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ik fietsteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ik fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ik fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ik fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
monté"monté en bicicleta":
primera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
je fietstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: je fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montabas"montabas en bicicleta":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: je fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaras"montaras en bicicleta":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montases"montases en bicicleta":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: je fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaste"montaste en bicicleta":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
jij fietstetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montabas"montabas en bicicleta":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaras"montaras en bicicleta":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montases"montases en bicicleta":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaste"montaste en bicicleta":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
men fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: men fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: men fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: men fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
u fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: u fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: u fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: u fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ze fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
zij fietstederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaba"montaba en bicicleta":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montara"montara en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montase"montase en bicicleta":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiets·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montó"montó en bicicleta":
tercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
jullie fietstentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jul·lie fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montabais"montabais en bicicleta":
segunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jul·lie fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montarais"montarais en bicicleta":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montaseis"montaseis en bicicleta":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _tweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: jul·lie fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montasteis"montasteis en bicicleta":
segunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
we fietsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: we fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montábamos"montábamos en bicicleta":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montamos"montamos en bicicleta":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: we fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montáramos"montáramos en bicicleta":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montásemos"montásemos en bicicleta":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
wij fietsteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: wij fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montábamos"montábamos en bicicleta":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montamos"montamos en bicicleta":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: wij fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montáramos"montáramos en bicicleta":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
montásemos"montásemos en bicicleta":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
ze fietstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaban"montaban en bicicleta":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaran"montaran en bicicleta":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaron"montaron en bicicleta":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: ze fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montasen"montasen en bicicleta":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
zij fietstenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaban"montaban en bicicleta":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaran"montaran en bicicleta":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montaron"montaron en bicicleta":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
  _derde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'fietsen'
Lettergrepen: zij fiets·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fietsen').
  wn
montasen"montasen en bicicleta":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'montar en bicicleta'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'montar'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
fietstochtzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·tocht
, de  wn  hhyponiemen:
-----------
naaktfietstocht
excursión"excursión en bicicleta":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'excursión'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  bicicleta
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bicicleta'
, la
fietstoerismezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: fiets·toe·ris·me
, het  wn  w
cicloturismosustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cicloturismo'
, el  w

1e 0‑9 A B C D EF G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

2e 0‑9 a ei j l o r t u y

3e abc de fg j k l n ors tu x

4e l r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
FIEVolgende/ Siguiente -->

boven