Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

a

e

h

i

j

l

o

r

t

u

y

3e

a

ei

ouy

4e

cgi

n

rst

5e

c

d

qt

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

BLANQUEA ..... BLANTYRE

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	blanqueatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquee Escalda Escalde	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blancheertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	¡blanquea!imperativo singular del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanquead! ¡Escalda! ¡Escaldad!	1.	blancheer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'blancheren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	bleek!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bleken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueara Blanquease Blanqueé Blanqueó Escaldaba Escaldara Escaldase Escaldé Escaldó	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blancheerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueara Blanquease Blanqueé Blanqueó Escaldaba Escaldara Escaldase Escaldé Escaldó		ik blancheerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik blan·cheer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	_tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueara Blanquease Blanquecí Blanquecía Blanqueciera Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó	2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueara Blanquease Blanquecí Blanquecía Blanqueciera Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó		ik bleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik bleek·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearais Blanqueaseis Blanqueasteis Escaldabais Escaldarais Escaldaseis Escaldasteis	1.	jullie blancheerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie blan·cheer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie bleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie bleek·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueamos Blanqueáramos Blanqueásemos Escaldábamos Escaldamos Escaldáramos Escaldásemos	1.	wij/we blancheerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	wij/we bleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearan Blanquearon Blanqueasen Escaldaban Escaldaran Escaldaron Escaldasen	1.	zij/ze blancheerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze bleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearas Blanqueases Blanqueaste Escaldabas Escaldaras Escaldases Escaldaste	1.	jij/je blancheerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je bleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	¡blanquead!imperativo plural del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanquea! ¡Escalda! ¡Escaldad!	1.	blancheer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blancheren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	bleek!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bleken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueada adjetivo femenino singular de la palabra: blanqueado Consiste en llevara a ebullición un alimento cubierto con agua desde frío y mantenerlo hirviendo durante muy poco espacio de tiempo. Se usa para eliminar sabores u olores desagradables y también para verduras que vayan de guarnición en arroces potajes etc.   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueadas Blanqueado Blanqueados Escaldada Escaldadas Escaldado Escaldados		geblancheerdbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: ge·blan·cheerd Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn  w
			geblancheerdeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Geblancheerd Lettergrepen: ge·blan·cheer·de Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	blanqueadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Blanchida Blanchidas Blanchido Blanchidos Blanqueadas Blanqueado Blanqueados Escaldada Escaldadas Escaldado Escaldados	1.	geblancheerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ge·blan·cheerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	gebleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ge·bleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueadas adjetivo femenino plural de la palabra: blanqueado Consiste en llevara a ebullición un alimento cubierto con agua desde frío y mantenerlo hirviendo durante muy poco espacio de tiempo. Se usa para eliminar sabores u olores desagradables y también para verduras que vayan de guarnición en arroces potajes etc.   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueada Blanqueado Blanqueados Escaldada Escaldadas Escaldado Escaldados		geblancheerdbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: ge·blan·cheerd Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn  w
			geblancheerdeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Geblancheerd Lettergrepen: ge·blan·cheer·de Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	blanqueadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Blanchida Blanchidas Blanchido Blanchidos Blanqueada Blanqueado Blanqueados Escaldada Escaldadas Escaldado Escaldados	1.	geblancheerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ge·blan·cheerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	gebleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ge·bleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueado adjetivo masculino singular Consiste en llevara a ebullición un alimento cubierto con agua desde frío y mantenerlo hirviendo durante muy poco espacio de tiempo. Se usa para eliminar sabores u olores desagradables y también para verduras que vayan de guarnición en arroces potajes etc.   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueada Blanqueadas Blanqueados Escaldada Escaldadas Escaldado Escaldados		geblancheerdbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: ge·blan·cheerd Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn  w
			geblancheerdeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Geblancheerd Lettergrepen: ge·blan·cheer·de Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	blanqueadoparticipio pasado del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanchida Blanchidas Blanchido Blanchidos Blanqueada Blanqueadas Blanqueados Escaldada Escaldadas Escaldado Escaldados	1.	geblancheerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ge·blan·cheerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	gebleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ge·bleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueadorsustantivo Plural es: blanqueadores Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanqueador' , el  w		witmakerzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: wit·ma·ker Meervoud is: witmakers Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	blanqueador"blanqueador óptico": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanqueador'   óptico Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'óptico' , el  w		optische witmakerzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: op·ti·sche wit·ma·ker , de  w
	blanqueadoressustantivo plural de la palabra: blanqueador Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanqueador'   we  w		witmakersMeervoud van het zelfstandig naamwoord: witmaker Lettergrepen: wit·ma·kers Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Witmaker'). , de  wn  w
	blanqueados adjetivo masculino plural de la palabra: blanqueado Consiste en llevara a ebullición un alimento cubierto con agua desde frío y mantenerlo hirviendo durante muy poco espacio de tiempo. Se usa para eliminar sabores u olores desagradables y también para verduras que vayan de guarnición en arroces potajes etc.   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueada Blanqueadas Blanqueado Escaldada Escaldadas Escaldado Escaldados		geblancheerdbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: ge·blan·cheerd Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn  w
			geblancheerdeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Geblancheerd Lettergrepen: ge·blan·cheer·de Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	blanqueadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Blanchida Blanchidas Blanchido Blanchidos Blanqueada Blanqueadas Blanqueado Escaldada Escaldadas Escaldado Escaldados	1.	geblancheerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ge·blan·cheerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	gebleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ge·bleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueadurasustantivo (Acción y efecto de blanquear) Esta palabra no tiene plural Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanqueadura' , la  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueo		blekenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ble·ken Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	blanqueáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueéis Escaldáis Escaldéis	1.	jullie blancherentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie blekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn  we
	blanqueamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueáramos Blanqueásemos Blanqueemos Escaldábamos Escaldamos Escaldáramos Escaldásemos Escaldemos	1.	wij/we blancheerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueáramos Blanqueásemos Blanqueemos Escaldábamos Escaldamos Escaldáramos Escaldásemos Escaldemos		wij/we blanchereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueáramos Blanqueásemos Blanquecemos Blanquecíamos Blanqueciéramos Blanqueciésemos Blanquecimos Blanqueemos Blanquezcamos	2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	wij/we bleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueáramos Blanqueásemos Blanquecemos Blanquecíamos Blanqueciéramos Blanqueciésemos Blanquecimos Blanqueemos Blanquezcamos		wij/we blekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueen Escaldan Escalden	1.	zij/ze blancherenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze blekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueandogerundio del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanchiendo Escaldando	1.	blancherendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: blan·che·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	blekendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ble·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquearinfinitivo de un verbo Técnica previa a la cocción del producto, que consiste en introducirlo en agua hirviendo durante el tiempo que sea necesario para que las partes acres o la sangre, si se trata de carne, desaparezcan. Escaldar. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanchir Escaldar  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Blanqueo Blanqueé Blanqueas Blanqueaste Blanquea Blanqueó Blanqueamos Blanqueamos Blanqueáis Blanqueasteis Blanquean Blanquearon Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Blanquear é ía Blanqueaba Blanquear ás ías Blanqueabas Blanquear á ía Blanqueaba Blanquear emos íamos Blanqueábamos Blanquear éis íais Blanqueabais Blanquear án ían Blanqueaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Blanquee Blanqueara Blanquees Blanquearas Blanquee Blanqueara Blanqueemos Blanqueáramos Blanqueéis Blanquearais Blanqueen Blanquearan Futuro Préterito imperfecto se Blanqueare Blanquease Blanqueares Blanqueases Blanqueare Blanquease Blanqueáremos Blanqueásemos Blanqueareis Blanqueaseis Blanquearen Blanqueasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Blanquea (tú) No blanquees Blanquee (usted) No blanquee Blanqueemos (nosotros) No blanqueemos Blanquead (vosotros) No blanqueéis Blanqueen (ustedes) No blanqueen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Blanqueado Blanqueando	1.	blancherenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: blan·che·ren Voedsel, zoals groenten, worden een paar seconden of minuten in kokend water gelegd. Daarna worden ze direct met koud water afgespoeld. Kleur en knapperigheid blijven zo behouden. Deze methode kan ook worden gebruikt om het vel van bv. tomaten los te weken waardoor ze makkelijker te pellen zijn. In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: blancheren - blancheerde - geblancheerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	_infinitivo de un verbo   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquecer	2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	blekenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: ble·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: bleken - bleekte - gebleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	blanquearatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanquease Blanqueé Blanqueó Escaldaba Escaldara Escaldase Escaldé Escaldó	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blancheerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanquease Blanqueé Blanqueó Escaldaba Escaldara Escaldase Escaldé Escaldó		ik blancheerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik blan·cheer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanquease Blanquecí Blanquecía Blanqueciera Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó	2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanquease Blanquecí Blanquecía Blanqueciera Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó		ik bleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik bleek·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquearátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueare Escaldará Escaldare	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blancherenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabais Blanqueaseis Blanqueasteis Escaldabais Escaldarais Escaldaseis Escaldasteis	1.	jullie blancheerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie blan·cheer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie bleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie bleek·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueamos Blanqueásemos Escaldábamos Escaldamos Escaldáramos Escaldásemos	1.	wij/we blancheerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	wij/we bleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaban Blanquearon Blanqueasen Escaldaban Escaldaran Escaldaron Escaldasen	1.	zij/ze blancheerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze bleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearen Escaldarán Escaldaren	1.	zij/ze zullen blancherenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze zullen blekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabas Blanqueases Blanqueaste Escaldabas Escaldaras Escaldases Escaldaste	1.	jij/je blancheerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je bleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueares Escaldarás Escaldares	1.	jij/je zal blancherentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je zal blekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueará Blanquearé Escaldará Escaldare Escaldaré	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blancherenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueará Blanquearé Escaldará Escaldare Escaldaré		ik zal blanchereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik zal blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueará Blanquearé Blanquecerá Blanqueceré Blanqueciere	2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueará Blanquearé Blanquecerá Blanqueceré Blanqueciere		ik zal blekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik zal ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquearéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueare Escaldare Escaldaré	1.	ik zal blanchereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik zal blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	ik zal blekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik zal ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearéis Escaldareis Escaldaréis	1.	jullie zullen blancherentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie zul·len blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie zullen blekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie zul·len ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquearéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueareis Escaldareis Escaldaréis	1.	jullie zullen blancherentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie zul·len blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie zullen blekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie zul·len ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquearemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueáremos Escaldaremos Escaldáremos	1.	wij/we zullen blanchereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	wij/we zullen blekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearemos Escaldaremos Escaldáremos	1.	wij/we zullen blanchereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	wij/we zullen blekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearán Escaldarán Escaldaren	1.	zij/ze zullen blancherenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze zullen blekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearás Escaldarás Escaldares	1.	jij/je zal blancherentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je zal blekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearíatercera persona singular condicional del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escaldaría	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou blancherenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escaldaría		ik zou blanchereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik zou blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquecería	2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou blekenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular condicional del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquecería		ik zou blekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik zou ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquearíaissegunda persona plural condicional del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escaldaríais	1.	jullie zouden blancherentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie zou·den blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie zouden blekentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie zou·den ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquearíamosprimera persona plural condicional del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escaldaríamos	1.	wij/we zouden blanchereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	wij/we zouden blekeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearíantercera persona plural condicional del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escaldarían	1.	zij/ze zouden blancherenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze zouden blekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearíassegunda persona singular condicional del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Escaldarías	1.	jij/je zou blancherentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je zou blekentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquearontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaban Blanquearan Blanqueasen Escaldaban Escaldaran Escaldaron Escaldasen	1.	zij/ze blancheerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze bleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquees Escaldas Escaldes	1.	jij/je blancheerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je bleekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanqueé Blanqueó Escaldaba Escaldara Escaldase Escaldé Escaldó	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blancheerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanqueé Blanqueó Escaldaba Escaldara Escaldase Escaldé Escaldó		ik blancheerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik blan·cheer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquecí Blanquecía Blanqueciera Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó	2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquecí Blanquecía Blanqueciera Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó		ik bleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik bleek·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabais Blanquearais Blanqueasteis Escaldabais Escaldarais Escaldaseis Escaldasteis	1.	jullie blancheerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie blan·cheer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie bleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie bleek·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueamos Blanqueáramos Escaldábamos Escaldamos Escaldáramos Escaldásemos	1.	wij/we blancheerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	wij/we bleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaban Blanquearan Blanquearon Escaldaban Escaldaran Escaldaron Escaldasen	1.	zij/ze blancheerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze bleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabas Blanquearas Blanqueaste Escaldabas Escaldaras Escaldases Escaldaste	1.	jij/je blancheerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je bleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabas Blanquearas Blanqueases Escaldabas Escaldaras Escaldases Escaldaste	1.	jij/je blancheerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je bleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabais Blanquearais Blanqueaseis Escaldabais Escaldarais Escaldaseis Escaldasteis	1.	jullie blancheerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie blan·cheer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie bleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie bleek·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquea Blanquee Blanquezca		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	¡blanquece!imperativo singular del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanquea! ¡Blanquead! ¡Blanqueced!		bleek!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bleken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	¡blanqueced!imperativo plural del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanquea! ¡Blanquead! ¡Blanquece!		bleek!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bleken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecéissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueáis Blanqueéis Blanquezcáis		jullie blekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn  we
	blanquecemosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueamos Blanqueemos Blanquezcamos		wij/we blekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquean Blanqueen Blanquezcan		zij/ze blekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecerinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquear  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Blanquezco Blanquecí Blanqueces Blanqueciste Blanquece Blanqueció Blanquecemos Blanquecimos Blanquecéis Blanquecisteis Blanquecen Blanquecieron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Blanquecer é ía Blanquecía Blanquecer ás ías Blanquecías Blanquecer á ía Blanquecía Blanquecer emos íamos Blanquecíamos Blanquecer éis íais Blanquecíais Blanquecer án ían Blanquecían   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Blanquezca Blanqueciera Blanquezcas Blanquecieras Blanquezca Blanqueciera Blanquezcamos Blanqueciéramos Blanquezcáis Blanquecierais Blanquezcan Blanquecieran Futuro Préterito imperfecto se Blanqueciere Blanqueciese Blanquecieres Blanquecieses Blanqueciere Blanqueciese Blanqueciéremos Blanqueciésemos Blanqueciereis Blanquecieseis Blanquecieren Blanqueciesen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Blanquece (tú) No blanquezcas Blanquezca (usted) No blanquezca Blanquezcamos (nosotros) No blanquezcamos Blanqueced (vosotros) No blanquezcáis Blanquezcan (ustedes) No blanquezcan Formas impersonales participio pasado     Gerundio Blanquecido Blanqueciendo		blekenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: ble·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: bleken - bleekte - gebleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	blanquecerátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueará Blanqueare Blanqueciere		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecerántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearán Blanquearen Blanquecieren		zij/ze zullen blekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecerássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearás Blanqueares Blanquecieres		jij/je zal blekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueceréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueare Blanquearé Blanqueciere		ik zal blekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik zal ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueceréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueareis Blanquearéis Blanqueciereis		jullie zullen blekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie zul·len ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueceremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearemos Blanqueáremos Blanqueciéremos		wij/we zullen blekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueceríatercera persona singular condicional del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearía		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou blekenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular condicional del verbo 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearía		ik zou blekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik zou ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueceríaissegunda persona plural condicional del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearíais		jullie zouden blekentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie zou·den ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueceríamosprimera persona plural condicional del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearíamos		wij/we zouden blekeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueceríantercera persona plural condicional del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearían		zij/ze zouden blekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueceríassegunda persona singular condicional del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearías		jij/je zou blekentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueas Blanquees Blanquezcas		jij/je bleekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Blanquecía Blanqueciera Blanqueciese Blanqueé		ik bleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik bleek·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Blanquecí Blanqueciera Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Blanquecí Blanqueciera Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó		ik bleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik bleek·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabais Blanquearais Blanqueaseis Blanqueasteis Blanquecierais Blanquecieseis Blanquecisteis		jullie bleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie bleek·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueamos Blanqueáramos Blanqueásemos Blanqueciéramos Blanqueciésemos Blanquecimos		wij/we bleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaban Blanquearan Blanquearon Blanqueasen Blanquecieran Blanquecieron Blanqueciesen		zij/ze bleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabas Blanquearas Blanqueases Blanqueaste Blanquecieras Blanquecieses Blanqueciste		jij/je bleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueada Blanqueadas Blanqueado Blanqueados Blanquecidas Blanquecido Blanquecidos		gebleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ge·bleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueada Blanqueadas Blanqueado Blanqueados Blanquecida Blanquecido Blanquecidos		gebleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ge·bleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecidoparticipio pasado del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueada Blanqueadas Blanqueado Blanqueados Blanquecida Blanquecidas Blanquecidos		gebleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ge·bleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueada Blanqueadas Blanqueado Blanqueados Blanquecida Blanquecidas Blanquecido		gebleektregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ge·bleekt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueciendogerundio del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueando		blekendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ble·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Blanquecí Blanquecía Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Blanquecí Blanquecía Blanqueciese Blanqueció Blanqueé Blanqueó		ik bleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik bleek·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabais Blanquearais Blanqueaseis Blanqueasteis Blanquecíais Blanquecieseis Blanquecisteis		jullie bleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie bleek·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueciéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueamos Blanqueáramos Blanqueásemos Blanquecíamos Blanqueciésemos Blanquecimos		wij/we bleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaban Blanquearan Blanquearon Blanqueasen Blanquecían Blanquecieron Blanqueciesen		zij/ze bleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabas Blanquearas Blanqueases Blanqueaste Blanquecías Blanquecieses Blanqueciste		jij/je bleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueará Blanqueare Blanquearé Blanquecerá Blanqueceré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueará Blanqueare Blanquearé Blanquecerá Blanqueceré		ik zal blekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik zal ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueciereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueareis Blanquearéis Blanqueceréis		jullie zullen blekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie zul·len ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueciéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearemos Blanqueáremos Blanqueceremos		wij/we zullen blekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearán Blanquearen Blanquecerán		zij/ze zullen blekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquearás Blanqueares Blanquecerás		jij/je zal blekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaban Blanquearan Blanquearon Blanqueasen Blanquecían Blanquecieran Blanqueciesen		zij/ze bleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueciesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Blanquecí Blanquecía Blanqueciera Blanqueció Blanqueé Blanqueó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Blanquecí Blanquecía Blanqueciera Blanqueció Blanqueé Blanqueó		ik bleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik bleek·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquecieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabais Blanquearais Blanqueaseis Blanqueasteis Blanquecíais Blanquecierais Blanquecisteis		jullie bleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie bleek·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueciésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueamos Blanqueáramos Blanqueásemos Blanquecíamos Blanqueciéramos Blanquecimos		wij/we bleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueciesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaban Blanquearan Blanquearon Blanqueasen Blanquecían Blanquecieran Blanquecieron		zij/ze bleektenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueciesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabas Blanquearas Blanqueases Blanqueaste Blanquecías Blanquecieras Blanqueciste		jij/je bleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecimosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueábamos Blanqueamos Blanqueáramos Blanqueásemos Blanquecíamos Blanqueciéramos Blanqueciésemos		wij/we bleekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueciótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Blanquecía Blanqueciera Blanqueciese Blanqueó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabas Blanquearas Blanqueases Blanqueaste Blanquecías Blanquecieras Blanquecieses		jij/je bleektetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquecisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueabais Blanquearais Blanqueaseis Blanqueasteis Blanquecíais Blanquecierais Blanquecieseis		jullie bleektentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie bleek·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquea Blanqueo Escalda Escalde Escaldo	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blancheertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquea Blanqueo Escalda Escalde Escaldo		ik blancheereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik blan·cheer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquea Blanquece Blanqueo Blanquezca Blanquezco	2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquea Blanquece Blanqueo Blanquezca Blanquezco		ik bleekeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn  we
	blanqueéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Escaldaba Escaldara Escaldase Escaldé	1.	ik blancheerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik blan·cheer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	ik bleekteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: ik bleek·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	¡blanquee!imperativo singular del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanqueen! ¡Escalde! ¡Escalden!	1.	blancheert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'blancheren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	bleekt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bleken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueáis Escaldáis Escaldéis	1.	jullie blancherentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: jul·lie blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jullie blekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn  we
	blanqueemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueamos Escaldamos Escaldemos	1.	wij/we blanchereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	wij/we blekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	¡blanqueemos!imperativo plural del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Escaldemos!	1.	laten we blancherengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: la·ten we blan·che·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	laten we blekengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: la·ten we ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquean Escaldan Escalden	1.	zij/ze blancherenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	zij/ze blekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	¡blanqueen!imperativo plural del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanquee! ¡Escalde! ¡Escalden!	1.	blancheert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'blancheren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	bleekt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bleken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanqueessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueas Escaldas Escaldes	1.	jij/je blancheerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	jij/je bleekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueosustantivo (Acción y efecto de blanquear) Esta palabra no tiene plural Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanqueo' , el  we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueadura	1.	blekenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ble·ken Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	_sustantivo   we  wn  w	2.	witselzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: wit·sel Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn
	blanqueoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquee Escalde Escaldo	1.	ik blancheereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren' Lettergrepen: ik blan·cheer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Blancheren').   wn
		2Blanqueadura Blanquecer.	ik bleekeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn  we
	blanqueótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'blanquear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquear'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueaba Blanqueara Blanquease Escaldaba Escaldara Escaldase Escaldó	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blancheerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'blancheren'
		2Blanqueadura Blanquecer Blanqueo.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanqueo de capitales"blanqueo de capitales": locución sustantiva 1. m. Der. Delito consistente en adquirir o comerciar con bienes, particularmente dinero, procedentes de la comisión de un delito grave. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la expresión 'blanqueo de capitales' que está descrito en la palabra 'blanqueo' , el  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueo de dinero Lavado de activos Lavado de capitales Lavado de dinero Legitimación de capitales		geld witwassenzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: geld wit·was·sen
	blanqueo"blanqueo de dinero": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanqueo'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   dinero Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dinero' , el  w  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueo de capitales Lavado de activos Lavado de capitales Lavado de dinero Legitimación de capitales		geld witwassenzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: geld wit·was·sen
	blanquetasustantivo Ragout (guiso) de carne que ha sido desangrada. La salsa también suele ser blanca. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanqueta' , la  w  spalabras relacionadas: --------------------- Ragú		fricasséezelfstandig naamwoord zn , de  o
	blanqueta"blanqueta ragú de pollo": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanqueta'   ragú Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ragú'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   pollo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'pollo' , la		fricassée van kipzelfstandig naamwoordsvorm zn , de  o
	blanquezcatercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquea Blanquece Blanquee Blanqueo Blanquezco		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquea Blanquece Blanquee Blanqueo Blanquezco		ik bleekeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn  we
	¡blanquezca!imperativo singular del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanquee! ¡Blanqueen! ¡Blanquezcan!		bleekt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bleken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquezcáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueáis Blanquecéis Blanqueéis		jullie blekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: jul·lie ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn  we
	blanquezcamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueamos Blanquecemos Blanqueemos		wij/we blekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	¡blanquezcamos!imperativo plural del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanqueemos!		laten we blekengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bleken' Lettergrepen: la·ten we ble·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquezcantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquean Blanquecen Blanqueen		zij/ze blekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	¡blanquezcan!imperativo plural del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Blanquee! ¡Blanqueen! ¡Blanquezca!		bleekt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bleken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn
	blanquezcassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanqueas Blanqueces Blanquees		jij/je bleekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bleken'
	blanquezcoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'blanquecer' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'blanquecer'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Blanquee Blanqueo Blanquezca		ik bleekeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bleken' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bleken').   wn  we
	blanquísima adjetivo femenino singular de la palabra: blanquísimo   spalabras relacionadas: --------------------- Blanquísimas Blanquísimo Blanquísimos		spierwitbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: spier·wit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			spierwitteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Spierwit Lettergrepen: spier·wit·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spierwit').   wn
	blanquísimas adjetivo femenino plural de la palabra: blanquísimo   spalabras relacionadas: --------------------- Blanquísima Blanquísimo Blanquísimos		spierwitbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: spier·wit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			spierwitteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Spierwit Lettergrepen: spier·wit·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spierwit').   wn
	blanquísimo adjetivo masculino singular   spalabras relacionadas: --------------------- Blanquísima Blanquísimas Blanquísimos		spierwitbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: spier·wit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			spierwitteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Spierwit Lettergrepen: spier·wit·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spierwit').   wn
	blanquísimos adjetivo masculino plural de la palabra: blanquísimo   spalabras relacionadas: --------------------- Blanquísima Blanquísimas Blanquísimo		spierwitbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: spier·wit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			spierwitteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Spierwit Lettergrepen: spier·wit·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Spierwit').   wn
	BlantyreNombre (o por antonomasia) (pronunciación local: /blántair/), ciudad del S de Malawi; altura: 1,100 m. Fue fundada en 1876.   we  w		Blantyreeigennaam (of antonomasie) en   w

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

a

e

h

i

j

l

o

r

t

u

y

3e

a

ei

ouy

4e

cgi

n

rst

5e

c

d

qt

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

BLANQUEA ..... BLANTYRE

Volgende/ Siguiente -->

boven