Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Radiestesia es pseudociencia, engaño, estafa o superstición

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L MN Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e fg io u y

3e 0‑9 _ abc deg m nop q rs t uv

4e_ eot

5e _ a b c d e fg h i j l m n o p q r s t u v z

6e a o r u

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met 		NOS_GVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
nos"nos ganábamos":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ganarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  ganábamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ganar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos ganamos
Nos ganáramos
Nos ganásemos		wij/we verkregen voor onseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
nos"nos ganamos":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'ganarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  ganamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ganar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos ganábamos
Nos ganáramos
Nos ganásemos
Nos ganemos		wij/we verkregen voor onseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
  _"nos ganamos":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'ganarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos ganábamos
Nos ganáramos
Nos ganásemos
Nos ganemos		wij/we verkrijgen voor onseerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
nos"nos ganáramos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ganarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  ganáramos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ganar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos ganábamos
Nos ganamos
Nos ganásemos		wij/we verkregen voor onseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
nos"nos ganaremos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'ganarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  ganaremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ganar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos ganáremos		wij/we zullen voor ons verkrijgeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
nos"nos ganáremos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'ganarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  ganáremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ganar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos ganaremos		wij/we zullen voor ons verkrijgeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
nos"nos ganaríamos":
primera persona plural condicional del verbo 'ganarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  ganaríamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ganar'
wij/we zouden voor ons verkrijgeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
nos"nos ganásemos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ganarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  ganásemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ganar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos ganábamos
Nos ganamos
Nos ganáramos		wij/we verkregen voor onseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
nos"nos ganemos":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'ganarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  ganemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ganar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos ganamos		wij/we verkrijgen voor onseerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voor zich verkrijgen'
nos"nos gangrenábamos":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'gangrenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  gangrenábamos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenamos
Nos gangrenáramos
Nos gangrenásemos		1.wij/we werden door koudvuur aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
2.wij/we werden door boomkanker aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
nos"nos gangrenamos":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'gangrenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  gangrenamos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenábamos
Nos gangrenáramos
Nos gangrenásemos
Nos gangrenemos		1.wij/we werden door koudvuur aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
  _"nos gangrenamos":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'gangrenarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenábamos
Nos gangrenáramos
Nos gangrenásemos
Nos gangrenemos		wij/we worden door koudvuur aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
  _"nos gangrenamos":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'gangrenarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenábamos
Nos gangrenáramos
Nos gangrenásemos
Nos gangrenemos		2.wij/we werden door boomkanker aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
  _"nos gangrenamos":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'gangrenarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenábamos
Nos gangrenáramos
Nos gangrenásemos
Nos gangrenemos		wij/we worden door boomkanker aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
nos"nos gangrenáramos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'gangrenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  gangrenáramos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenábamos
Nos gangrenamos
Nos gangrenásemos		1.wij/we werden door koudvuur aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
2.wij/we werden door boomkanker aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
nos"nos gangrenaremos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'gangrenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  gangrenaremos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenáremos		1.wij/we zullen door koudvuur aangetast wordeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
2.wij/we zullen door boomkanker aangetast wordeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
nos"nos gangrenáremos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'gangrenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  gangrenáremos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenaremos		1.wij/we zullen door koudvuur aangetast wordeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
2.wij/we zullen door boomkanker aangetast wordeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
nos"nos gangrenaríamos":
primera persona plural condicional del verbo 'gangrenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  gangrenaríamos 		1.wij/we zouden door koudvuur aangetast wordeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
2.wij/we zouden door boomkanker aangetast wordeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
nos"nos gangrenásemos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'gangrenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  gangrenásemos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenábamos
Nos gangrenamos
Nos gangrenáramos		1.wij/we werden door koudvuur aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
2.wij/we werden door boomkanker aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
nos"nos gangrenemos":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'gangrenarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  gangrenemos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos gangrenamos		1.wij/we worden door koudvuur aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door koudvuur aangetast worden'
2.wij/we worden door boomkanker aangetasteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'door boomkanker aangetast worden'
nos"nos golpeábamos en ... con":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'golpearse en ... con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  golpeábamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'golpear'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  ...
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre '...'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos golpeamos en ... con
Nos golpeáramos en ... con
Nos golpeásemos en ... con		wij/we stieten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
wij/we stootten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
nos"nos golpeamos en ... con":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'golpearse en ... con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  golpeamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'golpear'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  ...
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre '...'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos golpeábamos en ... con
Nos golpeáramos en ... con
Nos golpeásemos en ... con
Nos golpeemos en ... con		wij/we stieten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
wij/we stootten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
  _"nos golpeamos en ... con":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'golpearse en ... con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos golpeábamos en ... con
Nos golpeáramos en ... con
Nos golpeásemos en ... con
Nos golpeemos en ... con		wij/we stoten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
nos"nos golpeáramos en ... con":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'golpearse en ... con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  golpeáramos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'golpear'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  ...
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre '...'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos golpeábamos en ... con
Nos golpeamos en ... con
Nos golpeásemos en ... con		wij/we stieten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
wij/we stootten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
nos"nos golpearemos en ... con":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'golpearse en ... con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  golpearemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'golpear'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  ...
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre '...'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos golpeáremos en ... con		wij/we zullen ons stoten met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
nos"nos golpeáremos en ... con":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'golpearse en ... con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  golpeáremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'golpear'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  ...
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre '...'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos golpearemos en ... con		wij/we zullen ons stoten met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
nos"nos golpearíamos en ... con":
primera persona plural condicional del verbo 'golpearse en ... con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  golpearíamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'golpear'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  ...
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre '...'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
wij/we zouden ons stoten met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
nos"nos golpeásemos en ... con":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'golpearse en ... con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  golpeásemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'golpear'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  ...
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre '...'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos golpeábamos en ... con
Nos golpeamos en ... con
Nos golpeáramos en ... con		wij/we stieten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
wij/we stootten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
nos"nos golpeemos en ... con":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'golpearse en ... con'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  golpeemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'golpear'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  ...
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre '...'
  con
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'con'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos golpeamos en ... con		wij/we stoten ons met ... aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich stoten met ... aan'
nos"nos graduábamos":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'graduarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  graduábamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'graduar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos graduamos
Nos graduáramos
Nos graduásemos		wij/we studeerden afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
nos"nos graduamos":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'graduarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  graduamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'graduar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos graduábamos
Nos graduáramos
Nos graduásemos
Nos graduemos		wij/we studeerden afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
  _"nos graduamos":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'graduarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos graduábamos
Nos graduáramos
Nos graduásemos
Nos graduemos		wij/we studeren afeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
nos"nos graduáramos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'graduarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  graduáramos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'graduar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos graduábamos
Nos graduamos
Nos graduásemos		wij/we studeerden afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
nos"nos graduaremos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'graduarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  graduaremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'graduar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos graduáremos		wij/we zullen afstudereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
nos"nos graduáremos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'graduarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  graduáremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'graduar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos graduaremos		wij/we zullen afstudereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
nos"nos graduaríamos":
primera persona plural condicional del verbo 'graduarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  graduaríamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'graduar'
wij/we zouden afstudereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
nos"nos graduásemos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'graduarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  graduásemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'graduar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos graduábamos
Nos graduamos
Nos graduáramos		wij/we studeerden afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
nos"nos graduemos":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'graduarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  graduemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'graduar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos graduamos		wij/we studeren afeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstuderen'
nos"nos guardábamos de":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'guardarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guardábamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guardar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guardamos de
Nos guardáramos de
Nos guardásemos de
Nos librábamos de
Nos libramos de
Nos libráramos de
Nos librásemos de
Nos preservábamos de
Nos preservamos de
Nos preserváramos de
Nos preservásemos de
Nos protegíamos de
Nos protegiéramos de
Nos protegiésemos de
Nos protegimos de		wij/we hoedden ons vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
nos"nos guardamos de":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'guardarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guardamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guardar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guardábamos de
Nos guardáramos de
Nos guardásemos de
Nos guardemos de
Nos librábamos de
Nos libramos de
Nos libráramos de
Nos librásemos de
Nos libremos de
Nos preservábamos de
Nos preservamos de
Nos preserváramos de
Nos preservásemos de
Nos preservemos de
Nos protegemos de
Nos protegíamos de
Nos protegiéramos de
Nos protegiésemos de
Nos protegimos de
Nos protejamos de		wij/we hoedden ons vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
  _"nos guardamos de":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'guardarse de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guardábamos de
Nos guardáramos de
Nos guardásemos de
Nos guardemos de
Nos librábamos de
Nos libramos de
Nos libráramos de
Nos librásemos de
Nos libremos de
Nos preservábamos de
Nos preservamos de
Nos preserváramos de
Nos preservásemos de
Nos preservemos de
Nos protegemos de
Nos protegíamos de
Nos protegiéramos de
Nos protegiésemos de
Nos protegimos de
Nos protejamos de		wij/we hoeden ons vooreerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
nos"nos guardáramos de":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'guardarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guardáramos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guardar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guardábamos de
Nos guardamos de
Nos guardásemos de
Nos librábamos de
Nos libramos de
Nos libráramos de
Nos librásemos de
Nos preservábamos de
Nos preservamos de
Nos preserváramos de
Nos preservásemos de
Nos protegíamos de
Nos protegiéramos de
Nos protegiésemos de
Nos protegimos de		wij/we hoedden ons vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
nos"nos guardaremos de":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'guardarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guardaremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guardar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guardáremos de
Nos libraremos de
Nos libráremos de
Nos preservaremos de
Nos preserváremos de
Nos protegeremos de
Nos protegiéremos de		wij/we zullen ons hoeden vooreerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
nos"nos guardáremos de":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'guardarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guardáremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guardar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guardaremos de
Nos libraremos de
Nos libráremos de
Nos preservaremos de
Nos preserváremos de
Nos protegeremos de
Nos protegiéremos de		wij/we zullen ons hoeden vooreerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
nos"nos guardaríamos de":
primera persona plural condicional del verbo 'guardarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guardaríamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guardar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos libraríamos de
Nos preservaríamos de
Nos protegeríamos de		wij/we zouden ons hoeden vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
nos"nos guardásemos de":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'guardarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guardásemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guardar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guardábamos de
Nos guardamos de
Nos guardáramos de
Nos librábamos de
Nos libramos de
Nos libráramos de
Nos librásemos de
Nos preservábamos de
Nos preservamos de
Nos preserváramos de
Nos preservásemos de
Nos protegíamos de
Nos protegiéramos de
Nos protegiésemos de
Nos protegimos de		wij/we hoedden ons vooreerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
nos"nos guardemos de":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'guardarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guardemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guardar'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guardamos de
Nos libramos de
Nos libremos de
Nos preservamos de
Nos preservemos de
Nos protegemos de
Nos protejamos de		wij/we hoeden ons vooreerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich hoeden voor'
nos"nos guarecemos":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guarecemos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guarezcamos		wij/we schuileneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guareceremos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guareceremos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guareciéremos		wij/we zullen schuileneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guareceríamos":
primera persona plural condicional del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guareceríamos 		wij/we zouden schuileneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guarecíamos":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guarecíamos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guareciéramos
Nos guareciésemos
Nos guarecimos		wij/we scholeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
wij/we schuildeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guareciéramos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guareciéramos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guarecíamos
Nos guareciésemos
Nos guarecimos		wij/we scholeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
wij/we schuildeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guareciéremos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guareciéremos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guareceremos		wij/we zullen schuileneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guareciésemos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guareciésemos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guarecíamos
Nos guareciéramos
Nos guarecimos		wij/we scholeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
wij/we schuildeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guarecimos":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guarecimos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guarecíamos
Nos guareciéramos
Nos guareciésemos		wij/we scholeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
wij/we schuildeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guarezcamos":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'guarecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guarezcamos   spalabras relacionadas:
---------------------
Nos guarecemos		wij/we schuileneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuilen'
nos"nos guisábamos":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'guisarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guisábamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guisar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredábamos
Enredamos
Enredáramos
Enredásemos
Guisábamos
Guisamos
Guisáramos
Guisásemos
Intrigábamos
Intrigamos
Intrigáramos
Intrigásemos
Maquinábamos
Maquinamos
Maquináramos
Maquinásemos
Nos guisamos
Nos guisáramos
Nos guisásemos
Tramábamos
Tramamos
Tramáramos
Tramásemos
Urdíamos
Urdiéramos
Urdiésemos
Urdimos		wij/we bekokstoofdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'
nos"nos guisamos":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'guisarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guisamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guisar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredábamos
Enredamos
Enredáramos
Enredásemos
Enredemos
Guisábamos
Guisamos
Guisáramos
Guisásemos
Guisemos
Intrigábamos
Intrigamos
Intrigáramos
Intrigásemos
Intriguemos
Maquinábamos
Maquinamos
Maquináramos
Maquinásemos
Maquinemos
Nos guisábamos
Nos guisáramos
Nos guisásemos
Nos guisemos
Tramábamos
Tramamos
Tramáramos
Tramásemos
Tramemos
Urdamos
Urdíamos
Urdiéramos
Urdiésemos
Urdimos		wij/we bekokstoofdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'
  _"nos guisamos":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'guisarse'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredábamos
Enredamos
Enredáramos
Enredásemos
Enredemos
Guisábamos
Guisamos
Guisáramos
Guisásemos
Guisemos
Intrigábamos
Intrigamos
Intrigáramos
Intrigásemos
Intriguemos
Maquinábamos
Maquinamos
Maquináramos
Maquinásemos
Maquinemos
Nos guisábamos
Nos guisáramos
Nos guisásemos
Nos guisemos
Tramábamos
Tramamos
Tramáramos
Tramásemos
Tramemos
Urdamos
Urdíamos
Urdiéramos
Urdiésemos
Urdimos		wij/we bekokstoveneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'
nos"nos guisáramos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'guisarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guisáramos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guisar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredábamos
Enredamos
Enredáramos
Enredásemos
Guisábamos
Guisamos
Guisáramos
Guisásemos
Intrigábamos
Intrigamos
Intrigáramos
Intrigásemos
Maquinábamos
Maquinamos
Maquináramos
Maquinásemos
Nos guisábamos
Nos guisamos
Nos guisásemos
Tramábamos
Tramamos
Tramáramos
Tramásemos
Urdíamos
Urdiéramos
Urdiésemos
Urdimos		wij/we bekokstoofdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'
nos"nos guisaremos":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'guisarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guisaremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guisar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredaremos
Enredáremos
Guisaremos
Guisáremos
Intrigaremos
Intrigáremos
Maquinaremos
Maquináremos
Nos guisáremos
Tramaremos
Tramáremos
Urdiéremos
Urdiremos		wij/we zullen bekokstoveneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'
nos"nos guisáremos":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'guisarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guisáremos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guisar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredaremos
Enredáremos
Guisaremos
Guisáremos
Intrigaremos
Intrigáremos
Maquinaremos
Maquináremos
Nos guisaremos
Tramaremos
Tramáremos
Urdiéremos
Urdiremos		wij/we zullen bekokstoveneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'
nos"nos guisaríamos":
primera persona plural condicional del verbo 'guisarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guisaríamos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guisar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredaríamos
Guisaríamos
Intrigaríamos
Maquinaríamos
Tramaríamos
Urdiríamos		wij/we zouden bekokstoveneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'
nos"nos guisásemos":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'guisarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guisásemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guisar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredábamos
Enredamos
Enredáramos
Enredásemos
Guisábamos
Guisamos
Guisáramos
Guisásemos
Intrigábamos
Intrigamos
Intrigáramos
Intrigásemos
Maquinábamos
Maquinamos
Maquináramos
Maquinásemos
Nos guisábamos
Nos guisamos
Nos guisáramos
Tramábamos
Tramamos
Tramáramos
Tramásemos
Urdíamos
Urdiéramos
Urdiésemos
Urdimos		wij/we bekokstoofdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'
nos"nos guisemos":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'guisarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'nos'
  guisemos
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'guisar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Enredamos
Enredemos
Guisamos
Guisemos
Intrigamos
Intriguemos
Maquinamos
Maquinemos
Nos guisamos
Tramamos
Tramemos
Urdamos
Urdimos		wij/we bekokstoveneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bekokstoven'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L MN Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e fg io u y

3e 0‑9 _ abc deg m nop q rs t uv

4e_ eot

5e _ a b c d e fg h i j l m n o p q r s t u v z

6e a o r u

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met 		NOS_GVolgende/ Siguiente -->

Webpagina gegenereerd vanuit een M-database met dank aan Intersystems, programmering Ron de Geus
Página web generado desde un base de datos M, agradecimientos a Intersystems, programación por Ron de Geus

boven