Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_J Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

te"te jactabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactabas   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladroneabas
Baladronearas
Baladroneases
Baladroneaste
Fanfarroneabas
Fanfarronearas
Fanfarroneases
Fanfarroneaste
Presumías
Presumieras
Presumieses
Presumiste
Te jactaras
Te jactases
Te jactaste jij/je bluftetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je pochtetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je schepte optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je snoefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactabas de":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactabas de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engreías de
Te engreíste de
Te engrieras de
Te engrieses de
Te jactaras de
Te jactases de
Te jactaste de
Vociferabas
Vociferaras
Vociferases
Vociferaste jij/je beroemde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je liet je voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jactaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactaras   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladroneabas
Baladronearas
Baladroneases
Baladroneaste
Fanfarroneabas
Fanfarronearas
Fanfarroneases
Fanfarroneaste
Presumías
Presumieras
Presumieses
Presumiste
Te jactabas
Te jactases
Te jactaste jij/je bluftetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je pochtetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je schepte optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je snoefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactarás   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladronearás
Baladroneares
Fanfarronearás
Fanfarroneares
Presumieres
Presumirás
Te jactares jij/je zal bluffentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je zal opscheppentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je zal pochentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je zal snoeventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactaras de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactaras de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engreías de
Te engreíste de
Te engrieras de
Te engrieses de
Te jactabas de
Te jactases de
Te jactaste de
Vociferabas
Vociferaras
Vociferases
Vociferaste jij/je beroemde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je liet je voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jactarás de":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactarás de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engreirás de
Te engrieres de
Te jactares de
Vociferarás
Vociferares jij/je zal je beroemen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je zal je laten voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jactares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactares   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladronearás
Baladroneares
Fanfarronearás
Fanfarroneares
Presumieres
Presumirás
Te jactarás jij/je zal bluffentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je zal opscheppentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je zal pochentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je zal snoeventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactares de":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactares de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engreirás de
Te engrieres de
Te jactarás de
Vociferarás
Vociferares jij/je zal je beroemen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je zal je laten voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jactarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactarías   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladronearías
Fanfarronearías
Presumirías jij/je zou bluffentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je zou opscheppentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je zou pochentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je zou snoeventweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactarías de":
segunda persona singular condicional del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactarías de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engreirías de
Vociferarías jij/je zou je beroemen optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je zou je laten voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jactas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactas   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladroneas
Baladronees
Fanfarroneas
Fanfarronees
Presumas
Presumes
Te jactes jij/je blufttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je pochttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je schept optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je snoefttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactas de":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactas de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engrías de
Te engríes de
Te jactes de
Vociferas
Vociferes jij/je beroemt je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je laat je voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jactases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactases   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladroneabas
Baladronearas
Baladroneases
Baladroneaste
Fanfarroneabas
Fanfarronearas
Fanfarroneases
Fanfarroneaste
Presumías
Presumieras
Presumieses
Presumiste
Te jactabas
Te jactaras
Te jactaste jij/je bluftetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je pochtetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je schepte optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je snoefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactases de":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactases de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engreías de
Te engreíste de
Te engrieras de
Te engrieses de
Te jactabas de
Te jactaras de
Te jactaste de
Vociferabas
Vociferaras
Vociferases
Vociferaste jij/je beroemde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je liet je voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jactaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactaste   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladroneabas
Baladronearas
Baladroneases
Baladroneaste
Fanfarroneabas
Fanfarronearas
Fanfarroneases
Fanfarroneaste
Presumías
Presumieras
Presumieses
Presumiste
Te jactabas
Te jactaras
Te jactases jij/je bluftetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je pochtetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je schepte optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je snoefdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactaste de":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactaste de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engreías de
Te engreíste de
Te engrieras de
Te engrieses de
Te jactabas de
Te jactaras de
Te jactases de
Vociferabas
Vociferaras
Vociferases
Vociferaste jij/je beroemde je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je liet je voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jactes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'jactarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactes   spalabras relacionadas:
---------------------
Baladroneas
Baladronees
Fanfarroneas
Fanfarronees
Presumas
Presumes
Te jactas jij/je blufttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bluffen'

jij/je pochttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'pochen'

jij/je schept optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opscheppen'

jij/je snoefttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'snoeven'

te"te jactes de":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'jactarse de'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jactes de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te engrías de
Te engríes de
Te jactas de
Vociferas
Vociferes jij/je beroemt je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich beroemen op'

jij/je laat je voorstaan optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten voorstaan op'

te"te jubilabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubilabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te jubilaras
Te jubilases
Te jubilaste 1. jij/je werd gepensioneerdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je jubeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je verblijdde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je verheugde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je vraagdeª jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

jij/je vroeg jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te jubilaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubilaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te jubilabas
Te jubilases
Te jubilaste 1. jij/je werd gepensioneerdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je jubeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je verblijdde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je verheugde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je vraagdeª jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

jij/je vroeg jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te jubilarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubilarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te jubilares 1. jij/je zal gepensioneerd wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je zal jubelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je zal je verblijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je zal je verheugentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je zal jouw ontslag vragentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te jubilares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubilares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te jubilarás 1. jij/je zal gepensioneerd wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je zal jubelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je zal je verblijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je zal je verheugentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je zal jouw ontslag vragentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te jubilarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubilarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
1. jij/je zou gepensioneerd wordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je zou jubelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je zou je verblijdentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je zou je verheugentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je zou jouw ontslag vragentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te jubilas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubilas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te jubiles 1. jij/je wordt gepensioneerdtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je jubelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je verblijdt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je verheugt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je vraagt jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te jubilases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubilases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te jubilabas
Te jubilaras
Te jubilaste 1. jij/je werd gepensioneerdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je jubeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je verblijdde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je verheugde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je vraagdeª jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

jij/je vroeg jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te jubilaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubilaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te jubilabas
Te jubilaras
Te jubilases 1. jij/je werd gepensioneerdtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je jubeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je verblijdde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je verheugde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je vraagdeª jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

jij/je vroeg jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te jubiles":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'jubilarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jubiles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jubilar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te jubilas 1. jij/je wordt gepensioneerdtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'gepensioneerd worden'

2Exultar
Jubilación. jij/je jubelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'jubelen'

jij/je verblijdt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verblijden'

jij/je verheugt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verheugen'

3. jij/je vraagt jouw ontslagtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zijn ontslag vragen'

te"te juegas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juegas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgas
Arriesgues
Aventuras
Aventures
Expones
Expongas
Te juegues jij/je verspeelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

jij/je zet op het speltweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

te"te juegues":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juegues
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgas
Arriesgues
Aventuras
Aventures
Expones
Expongas
Te juegas jij/je verspeelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

jij/je zet op het speltweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

te"te jugabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jugabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgabas
Arriesgaras
Arriesgases
Arriesgaste
Aventurabas
Aventuraras
Aventurases
Aventuraste
Exponías
Expusieras
Expusieses
Expusiste
Te jugaras
Te jugases
Te jugaste jij/je verspeeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

jij/je zette op het speltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

te"te jugaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jugaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgabas
Arriesgaras
Arriesgases
Arriesgaste
Aventurabas
Aventuraras
Aventurases
Aventuraste
Exponías
Expusieras
Expusieses
Expusiste
Te jugabas
Te jugases
Te jugaste jij/je verspeeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

jij/je zette op het speltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

te"te jugarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jugarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgarás
Arriesgares
Aventurarás
Aventurares
Expondrás
Expusieres
Te jugares jij/je zal op het spel zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

jij/je zal verspelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

te"te jugares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jugares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgarás
Arriesgares
Aventurarás
Aventurares
Expondrás
Expusieres
Te jugarás jij/je zal op het spel zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

jij/je zal verspelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

te"te jugarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jugarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgarías
Aventurarías
Expondrías jij/je zou op het spel zettentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

jij/je zou verspelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

te"te jugases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jugases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgabas
Arriesgaras
Arriesgases
Arriesgaste
Aventurabas
Aventuraras
Aventurases
Aventuraste
Exponías
Expusieras
Expusieses
Expusiste
Te jugabas
Te jugaras
Te jugaste jij/je verspeeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

jij/je zette op het speltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

te"te jugaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'jugarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
jugaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jugar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Arriesgabas
Arriesgaras
Arriesgases
Arriesgaste
Aventurabas
Aventuraras
Aventurases
Aventuraste
Exponías
Expusieras
Expusieses
Expusiste
Te jugabas
Te jugaras
Te jugases jij/je verspeeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verspelen'

jij/je zette op het speltweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'op het spel zetten'

te"te juntabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juntar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluías
Confluiste
Confluyeras
Confluyeses
Te juntaras
Te juntases
Te juntaste 1Confluencia
Confluir. jij/je kwam samentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je sloot aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

jij/je sloot je aaneentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je verenigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te juntaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juntar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluías
Confluiste
Confluyeras
Confluyeses
Te juntabas
Te juntases
Te juntaste 1Confluencia
Confluir. jij/je kwam samentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je sloot aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

jij/je sloot je aaneentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je verenigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te juntarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juntar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluirás
Confluyeres
Te juntares 1Confluencia
Confluir. jij/je zal samenkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je zal je aaneensluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

jij/je zal aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je zal je verenigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te juntares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juntar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluirás
Confluyeres
Te juntarás 1Confluencia
Confluir. jij/je zal samenkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je zal je aaneensluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

jij/je zal aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je zal je verenigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te juntarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juntar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluirías 1Confluencia
Confluir. jij/je zou samenkomentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je zou je aaneensluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

jij/je zou aansluitentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je zou je verenigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te juntas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'junta'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluyas
Confluyes
Te juntes 1Confluencia
Confluir. jij/je komt samentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je sluit aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

jij/je sluit je aaneentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je verenigt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te juntases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juntar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluías
Confluiste
Confluyeras
Confluyeses
Te juntabas
Te juntaras
Te juntaste 1Confluencia
Confluir. jij/je kwam samentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je sloot aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

jij/je sloot je aaneentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je verenigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te juntaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juntar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluías
Confluiste
Confluyeras
Confluyeses
Te juntabas
Te juntaras
Te juntases 1Confluencia
Confluir. jij/je kwam samentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je sloot aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

jij/je sloot je aaneentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je verenigde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te juntes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'juntarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
juntes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juntar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Confluyas
Confluyes
Te juntas 1Confluencia
Confluir. jij/je komt samentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'samenkomen'

2Atadura
Unión
Unirse. jij/je sluit aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aansluiten'

jij/je sluit je aaneentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich aaneensluiten'

3Congregarse
Unirse. jij/je verenigt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verenigen'

te"te justificabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificaras
Te justificases
Te justificaste jij/je verantwoordde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justificabas por":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificaras por
Te justificases por
Te justificaste por jij/je verantwoordde je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

te"te justificaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificabas
Te justificases
Te justificaste jij/je verantwoordde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justificarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificares jij/je zal je verantwoordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justificaras por":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificabas por
Te justificases por
Te justificaste por jij/je verantwoordde je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

te"te justificarás por":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificares por jij/je zal je verantwoorden voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

te"te justificares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificarás jij/je zal je verantwoordentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justificares por":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificarás por jij/je zal je verantwoorden voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

te"te justificarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
jij/je zou je verantwoordentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justificarías por":
segunda persona singular condicional del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
jij/je zou je verantwoorden voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

te"te justificas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justifiques jij/je verantwoordt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justificas por":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justifiques por jij/je verantwoordt je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

te"te justificases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificabas
Te justificaras
Te justificaste jij/je verantwoordde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justificases por":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificabas por
Te justificaras por
Te justificaste por jij/je verantwoordde je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

te"te justificaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificabas
Te justificaras
Te justificases jij/je verantwoordde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justificaste por":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justificaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificabas por
Te justificaras por
Te justificases por jij/je verantwoordde je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

te"te justifiques":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'justificarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justifiques
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificas jij/je verantwoordt jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden'

te"te justifiques por":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'justificarse por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
justifiques
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'justificar'
por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te justificas por jij/je verantwoordt je voortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verantwoorden voor'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_J Volgende/ Siguiente -->