Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i lu

6e d m n p s v

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_LA Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

te"te ladeabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desviabas
Te desviaras
Te desviases
Te desviaste
Te ladearas
Te ladeases
Te ladeaste 1Desviarse
Ladearse a. jij/je dwaalde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je ging opzijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

jij/je neigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neigen'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je trok kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladeabas a":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ladearas a
Te ladeases a
Te ladeaste a jij/je helde over tottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

jij/je liet je meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

te"te ladearas":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladearas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desviabas
Te desviaras
Te desviases
Te desviaste
Te ladeabas
Te ladeases
Te ladeaste 1Desviarse
Ladearse a. jij/je dwaalde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je ging opzijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

jij/je neigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neigen'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je trok kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladearás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladearás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desviarás
Te desviares
Te ladeares 1Desviarse
Ladearse a. jij/je zal afdwalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je zal neigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neigen'

jij/je zal opzij gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je zal kromtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladearas a":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladearas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ladeabas a
Te ladeases a
Te ladeaste a jij/je helde over tottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

jij/je liet je meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

te"te ladearás a":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladearás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ladeares a jij/je zal je laten meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

jij/je zal overhellen tottweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

te"te ladeares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desviarás
Te desviares
Te ladearás 1Desviarse
Ladearse a. jij/je zal afdwalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je zal neigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neigen'

jij/je zal opzij gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je zal kromtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladeares a":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ladearás a jij/je zal je laten meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

jij/je zal overhellen tottweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

te"te ladearías":
segunda persona singular condicional del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladearías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desviarías 1Desviarse
Ladearse a. jij/je zou afdwalentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je zou neigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neigen'

jij/je zou opzij gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je zou kromtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladearías a":
segunda persona singular condicional del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladearías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
jij/je zou je laten meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

jij/je zou overhellen tottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

te"te ladeas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desvías
Te desvíes
Te ladees 1Desviarse
Ladearse a. jij/je dwaalt aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je gaat opzijtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

jij/je neigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neigen'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je trekt kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladeas a":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ladees a jij/je helt over tottweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

jij/je laat je meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

te"te ladeases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desviabas
Te desviaras
Te desviases
Te desviaste
Te ladeabas
Te ladearas
Te ladeaste 1Desviarse
Ladearse a. jij/je dwaalde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je ging opzijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

jij/je neigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neigen'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je trok kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladeases a":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ladeabas a
Te ladearas a
Te ladeaste a jij/je helde over tottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

jij/je liet je meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

te"te ladeaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desviabas
Te desviaras
Te desviases
Te desviaste
Te ladeabas
Te ladearas
Te ladeases 1Desviarse
Ladearse a. jij/je dwaalde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je ging opzijtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

jij/je neigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neigen'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je trok kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladeaste a":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladeaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ladeabas a
Te ladearas a
Te ladeases a jij/je helde over tottweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

jij/je liet je meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

te"te ladees":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ladearse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladees
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te desvías
Te desvíes
Te ladeas 1Desviarse
Ladearse a. jij/je dwaalt aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdwalen'

jij/je gaat opzijtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'opzij gaan'

jij/je neigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neigen'

2Abarquillarse
Enarcarse
Torcedura
Torcerse. jij/je trekt kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'

te"te ladees a":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'ladearse a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
ladees
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'ladear'
a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te ladeas a jij/je helt over tottweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'overhellen tot'

jij/je laat je meeslepen doortweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten meeslepen door'

te"te lamentabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemías
Gemiste
Gimieras
Gimieses
Te dolías
Te dolieras
Te dolieses
Te doliste
Te lamentaras
Te lamentases
Te lamentaste
Te quejabas
Te quejaras
Te quejases
Te quejaste 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je klaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

jij/je kloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je jammerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lamentaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemías
Gemiste
Gimieras
Gimieses
Te dolías
Te dolieras
Te dolieses
Te doliste
Te lamentabas
Te lamentases
Te lamentaste
Te quejabas
Te quejaras
Te quejases
Te quejaste 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je klaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

jij/je kloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je jammerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lamentarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemirás
Gimieres
Te dolerás
Te dolieres
Te lamentares
Te quejarás
Te quejares 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je zal klagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je zal jammerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lamentares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemirás
Gimieres
Te dolerás
Te dolieres
Te lamentarás
Te quejarás
Te quejares 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je zal klagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je zal jammerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lamentarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemirías
Te dolerías
Te quejarías 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je zou klagentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je zou jammerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lamentas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gimas
Gimes
Te duelas
Te dueles
Te lamentes
Te quejas
Te quejes 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je klaagttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je jammerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lamentases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemías
Gemiste
Gimieras
Gimieses
Te dolías
Te dolieras
Te dolieses
Te doliste
Te lamentabas
Te lamentaras
Te lamentaste
Te quejabas
Te quejaras
Te quejases
Te quejaste 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je klaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

jij/je kloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je jammerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lamentaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gemías
Gemiste
Gimieras
Gimieses
Te dolías
Te dolieras
Te dolieses
Te doliste
Te lamentabas
Te lamentaras
Te lamentases
Te quejabas
Te quejaras
Te quejases
Te quejaste 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je klaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

jij/je kloegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je jammerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lamentes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'lamentarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lamentes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lamentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Gimas
Gimes
Te duelas
Te dueles
Te lamentas
Te quejas
Te quejes 1Dolerse
Gemido
Gemir
Quejarse. jij/je klaagttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'klagen'

2. jij/je jammerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'jammeren'

te"te lances":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lances
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpas
Prorrumpes
Te echas
Te eches
Te lanzas
Te tiras
Te tires jij/je stort jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

te"te lanzabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lanzabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpías
Prorrumpieras
Prorrumpieses
Prorrumpiste
Te echabas
Te echaras
Te echases
Te echaste
Te lanzaras
Te lanzases
Te lanzaste
Te tirabas
Te tiraras
Te tirases
Te tiraste jij/je stortte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

te"te lanzaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lanzaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpías
Prorrumpieras
Prorrumpieses
Prorrumpiste
Te echabas
Te echaras
Te echases
Te echaste
Te lanzabas
Te lanzases
Te lanzaste
Te tirabas
Te tiraras
Te tirases
Te tiraste jij/je stortte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

te"te lanzarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lanzarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpieres
Prorrumpirás
Te echarás
Te echares
Te lanzares
Te tirarás
Te tirares jij/je zal je stortentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

te"te lanzares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lanzares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpieres
Prorrumpirás
Te echarás
Te echares
Te lanzarás
Te tirarás
Te tirares jij/je zal je stortentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

te"te lanzarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lanzarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpirías
Te echarías
Te tirarías jij/je zou je stortentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

te"te lanzas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lanzas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanza'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpas
Prorrumpes
Te echas
Te eches
Te lances
Te tiras
Te tires jij/je stort jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

te"te lanzases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lanzases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpías
Prorrumpieras
Prorrumpieses
Prorrumpiste
Te echabas
Te echaras
Te echases
Te echaste
Te lanzabas
Te lanzaras
Te lanzaste
Te tirabas
Te tiraras
Te tirases
Te tiraste jij/je stortte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

te"te lanzaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'lanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lanzaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Prorrumpías
Prorrumpieras
Prorrumpieses
Prorrumpiste
Te echabas
Te echaras
Te echases
Te echaste
Te lanzabas
Te lanzaras
Te lanzases
Te tirabas
Te tiraras
Te tirases
Te tiraste jij/je stortte jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich storten'

té"té Lapsang Souchong":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'té'
Lapsang Souchong
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Souchong'
, el  spalabras relacionadas:
---------------------
Lapsang souchong lapsang souchongzelfstandig naamwoordsvorm zn
, de  o  w
lapsang souchong-theezelfstandig naamwoordsvorm zn
, de  o
te"te lastimabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lastimaras
Te lastimases
Te lastimaste jij/je bezeerde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lastimaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lastimabas
Te lastimases
Te lastimaste jij/je bezeerde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lastimarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lastimares jij/je zal je bezeren aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lastimares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lastimarás jij/je zal je bezeren aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lastimarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
jij/je zou je bezeren aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lastimas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lastimes jij/je bezeert je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lastimases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lastimabas
Te lastimaras
Te lastimaste jij/je bezeerde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lastimaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lastimabas
Te lastimaras
Te lastimases jij/je bezeerde je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lastimes":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'lastimarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lastimes
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lastimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lastimas jij/je bezeert je aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich bezeren aan'

te"te lavabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lavabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lavaras
Te lavases
Te lavaste jij/je waste jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

te"te lavaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lavaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lavabas
Te lavases
Te lavaste jij/je waste jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

te"te lavarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lavarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lavares jij/je zal je wassentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

te"te lavares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lavares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lavarás jij/je zal je wassentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

te"te lavarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lavarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
jij/je zou je wassentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

te"te lavas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lavas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te laves jij/je wast jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

te"te lavases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lavases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lavabas
Te lavaras
Te lavaste jij/je waste jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

te"te lavaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
lavaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lavabas
Te lavaras
Te lavases jij/je waste jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

te"te laves":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'lavarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
laves
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'lavar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te lavas jij/je wast jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich wassen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e h i jlm o r s u wyz

3e _ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _ a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5e a e i lu

6e d m n p s v

<-- Vorige/ Anterior palabras comenzando con
woorden beginnend met TE_LA Volgende/ Siguiente -->