Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5eb c d f g h ij l m p qr s t uvz

6ea no r su

7e l n r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_ABAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
te"te abalances":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalances
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embistas
Embistes
Te abalanzas
jij/je stormt voorwaartstweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je werpt je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abalanzabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalanzabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestías
Embestiste
Embistieras
Embistieses
Te abalanzaras
Te abalanzases
Te abalanzaste
jij/je stormde voorwaartstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je wierp je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abalanzaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalanzaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestías
Embestiste
Embistieras
Embistieses
Te abalanzabas
Te abalanzases
Te abalanzaste
jij/je stormde voorwaartstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je wierp je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abalanzarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalanzarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestirás
Embistieres
Te abalanzares
jij/je zal voorwaarts stormentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je zal je werpen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abalanzares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalanzares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestirás
Embistieres
Te abalanzarás
jij/je zal voorwaarts stormentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je zal je werpen optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abalanzarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalanzarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestirías
jij/je zou voorwaarts stormentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je zou je werpen optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abalanzas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalanzas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embistas
Embistes
Te abalances
jij/je stormt voorwaartstweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je werpt je optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abalanzases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalanzases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestías
Embestiste
Embistieras
Embistieses
Te abalanzabas
Te abalanzaras
Te abalanzaste
jij/je stormde voorwaartstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je wierp je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abalanzaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalanzarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abalanzaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalanzar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Embestías
Embestiste
Embistieras
Embistieses
Te abalanzabas
Te abalanzaras
Te abalanzases
jij/je stormde voorwaartstweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'voorwaarts stormen'
jij/je wierp je optweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich werpen op'
te"te abandonabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandonabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentabas
Amedrentaras
Amedrentases
Amedrentaste
Desmayabas
Desmayaras
Desmayases
Desmayaste
Te abandonaras
Te abandonases
Te abandonaste
Te atemorizabas
Te atemorizaras
Te atemorizases
Te atemorizaste
Te desanimabas
Te desanimaras
Te desanimases
Te desanimaste
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je verloor de moedtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je verwaarloosde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je liet je beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abandonaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandonaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentabas
Amedrentaras
Amedrentases
Amedrentaste
Desmayabas
Desmayaras
Desmayases
Desmayaste
Te abandonabas
Te abandonases
Te abandonaste
Te atemorizabas
Te atemorizaras
Te atemorizases
Te atemorizaste
Te desanimabas
Te desanimaras
Te desanimases
Te desanimaste
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je verloor de moedtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je verwaarloosde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je liet je beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abandonarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandonarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentarás
Amedrentares
Desmayarás
Desmayares
Te abandonares
Te atemorizarás
Te atemorizares
Te desanimarás
Te desanimares
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je zal de moed verliezentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je zal je verwaarlozentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je zal je laten beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abandonares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandonares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentarás
Amedrentares
Desmayarás
Desmayares
Te abandonarás
Te atemorizarás
Te atemorizares
Te desanimarás
Te desanimares
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je zal de moed verliezentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je zal je verwaarlozentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je zal je laten beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abandonarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandonarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentarías
Desmayarías
Te atemorizarías
Te desanimarías
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je zou de moed verliezentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je zou je verwaarlozentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je zou je laten beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abandonas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandonas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentas
Amedrentes
Desmayas
Desmayes
Te abandones
Te atemorices
Te atemorizas
Te desanimas
Te desanimes
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je verliest de moedtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je verwaarloost jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je laat je beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abandonases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandonases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentabas
Amedrentaras
Amedrentases
Amedrentaste
Desmayabas
Desmayaras
Desmayases
Desmayaste
Te abandonabas
Te abandonaras
Te abandonaste
Te atemorizabas
Te atemorizaras
Te atemorizases
Te atemorizaste
Te desanimabas
Te desanimaras
Te desanimases
Te desanimaste
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je verloor de moedtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je verwaarloosde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je liet je beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abandonaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandonaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentabas
Amedrentaras
Amedrentases
Amedrentaste
Desmayabas
Desmayaras
Desmayases
Desmayaste
Te abandonabas
Te abandonaras
Te abandonases
Te atemorizabas
Te atemorizaras
Te atemorizases
Te atemorizaste
Te desanimabas
Te desanimaras
Te desanimases
Te desanimaste
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je verloor de moedtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je verwaarloosde jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je liet je beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abandones":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abandonarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abandones
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abandonar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Amedrentas
Amedrentes
Desmayas
Desmayes
Te abandonas
Te atemorices
Te atemorizas
Te desanimas
Te desanimes
1Amedrentar
Atemorizarse
Desanimarse
Desmayar
.
jij/je verliest de moedtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'de moed verliezen'
2Dejarse.jij/je verwaarloost jetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich verwaarlozen'
3.jij/je laat je beheersentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich laten beheersen'
te"te abarquillabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquillabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abarquillaras
Te abarquillases
Te abarquillaste
Te enarcabas
Te enarcaras
Te enarcases
Te enarcaste
Te ladeabas
Te ladearas
Te ladeases
Te ladeaste
Te torcías
Te torcieras
Te torcieses
Te torciste
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je trok kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je schrompelde ineentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je slonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je verschrompeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abarquillaras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquillaras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abarquillabas
Te abarquillases
Te abarquillaste
Te enarcabas
Te enarcaras
Te enarcases
Te enarcaste
Te ladeabas
Te ladearas
Te ladeases
Te ladeaste
Te torcías
Te torcieras
Te torcieses
Te torciste
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je trok kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je schrompelde ineentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je slonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je verschrompeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abarquillarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquillarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abarquillares
Te enarcarás
Te enarcares
Te ladearás
Te ladeares
Te torcerás
Te torcieres
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je zal kromtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je zal ineenschrompelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je zal slinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je zal verschrompelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abarquillares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquillares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abarquillarás
Te enarcarás
Te enarcares
Te ladearás
Te ladeares
Te torcerás
Te torcieres
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je zal kromtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je zal ineenschrompelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je zal slinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je zal verschrompelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abarquillarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquillarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te enarcarías
Te ladearías
Te torcerías
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je zou kromtrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je zou ineenschrompelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je zou slinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je zou verschrompelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abarquillas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquillas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abarquilles
Te enarcas
Te enarques
Te ladeas
Te ladees
Te tuerces
Te tuerzas
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je trekt kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je schrompelt ineentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je slinkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je verschrompelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abarquillases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquillases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abarquillabas
Te abarquillaras
Te abarquillaste
Te enarcabas
Te enarcaras
Te enarcases
Te enarcaste
Te ladeabas
Te ladearas
Te ladeases
Te ladeaste
Te torcías
Te torcieras
Te torcieses
Te torciste
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je trok kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je schrompelde ineentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je slonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je verschrompeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abarquillaste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquillaste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abarquillabas
Te abarquillaras
Te abarquillases
Te enarcabas
Te enarcaras
Te enarcases
Te enarcaste
Te ladeabas
Te ladearas
Te ladeases
Te ladeaste
Te torcías
Te torcieras
Te torcieses
Te torciste
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je trok kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je schrompelde ineentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je slonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je verschrompeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abarquilles":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abarquillarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abarquilles
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abarquillar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abarquillas
Te enarcas
Te enarques
Te ladeas
Te ladees
Te tuerces
Te tuerzas
1Enarcarse
Ladearse
Torcedura
Torcerse
.
jij/je trekt kromtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kromtrekken'
2Arrugarse
Encogerse
.
jij/je schrompelt ineentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ineenschrompelen'
jij/je slinkttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'slinken'
jij/je verschrompelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschrompelen'
te"te abastecerás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abastecerás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abastecieres
jij/je zal je van het nodige voorzientweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abastecerías":
segunda persona singular condicional del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abastecerías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
jij/je zou je van het nodige voorzientweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abasteces":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abasteces
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abastezcas
jij/je voorziet je van het nodigetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abastecías":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abastecías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abastecieras
Te abastecieses
Te abasteciste
jij/je voorzag je van het nodigetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abastecieras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abastecieras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abastecías
Te abastecieses
Te abasteciste
jij/je voorzag je van het nodigetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abastecieres":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abastecieres
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abastecerás
jij/je zal je van het nodige voorzientweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abastecieses":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abastecieses
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abastecías
Te abastecieras
Te abasteciste
jij/je voorzag je van het nodigetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abasteciste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abasteciste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abastecías
Te abastecieras
Te abastecieses
jij/je voorzag je van het nodigetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abastezcas":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abastecerse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abastezcas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abastecer'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abasteces
jij/je voorziet je van het nodigetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich van het nodige voorzien'
te"te abatatabas":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatatabas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abatataras
Te abatatases
Te abatataste
jij/je schaamdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
te"te abatataras":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatataras
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abatatabas
Te abatatases
Te abatataste
jij/je schaamdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
te"te abatatarás":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatatarás
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abatatares
jij/je zal schamentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
te"te abatatares":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatatares
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abatatarás
jij/je zal schamentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
te"te abatatarías":
segunda persona singular condicional del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatatarías
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
jij/je zou schamentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
te"te abatatas":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatatas
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abatates
jij/je schaamttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
te"te abatatases":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatatases
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abatatabas
Te abatataras
Te abatataste
jij/je schaamdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'
te"te abatataste":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatataste
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abatatabas
Te abatataras
Te abatatases
jij/je schaamdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schamen'
te"te abatates":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abatatarse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'te'
  abatates
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abatatar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Te abatatas
jij/je schaamttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schamen'

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a de h i jlm o r s u wyz

3e_ ab c dfghij l m n ñ o pq r s t uvwxz

4e _a b c d e f g h i j l m n o p q r s t u v z

5eb c d f g h ij l m p qr s t uvz

6ea no r su

7e l n r s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
TE_ABAVolgende/ Siguiente -->

boven